EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52016PC0583

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Besluit nr. 466/2014/EU tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie

COM/2016/0583 final - 2016/0275 (COD)

Brussel, 14.9.2016

COM(2016) 583 final

2016/0275(COD)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Besluit nr. 466/2014/EU tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie


TOELICHTING

1.    ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

   Motivering en doel van het voorstel

Dit voorstel is een onderdeel van het ambitieuze plan voor externe investeringen (hierna "EIP" genoemd) dat de Commissie aankondigde in haar mededeling van 7 juni 2016 over een nieuw partnerschapskader met derde landen in het kader van de Europese migratieagenda 1 . Dit EIP-initiatief kreeg vervolgens op 28 juni 2016 de steun van de Europese Raad. Het wil onderliggende oorzaken van migratie aanpakken door bij te dragen aan het bereiken van doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling. Met dit voorstel krijgt de Europese Investeringsbank (hierna "de EIB" genoemd) de mogelijkheid om aan het EIP bij te dragen door zowel kwantitatief als kwalitatief haar externe mandaat te verruimen. Dit zal de EIB in staat stellen om snel bij te dragen aan de EIP-doelstellingen, met name door additionele financiering te verschaffen aan begunstigden uit de particuliere sector. Samen met de hierna opgesomde bijkomende onderdelen (hierna "bouwstenen" genoemd) worden in dit voorstel de belangrijkste elementen gegeven voor de bijdrage van de EIB aan het EIP.

De omvang en de algemene voorwaarden van de dekking van de EU-garantie voor externe verrichtingen van de EIB zijn vastgelegd in besluiten van het Europees Parlement en de Raad. Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 (hierna "het besluit" genoemd) is het meest recente besluit over EIB-financieringsverrichtingen buiten de Unie en bestrijkt de periode 2014-2020.

De noodzaak van een EU-begrotingsgarantie voor de externe verrichtingen van de EIB vloeit voort uit de statutaire verplichting voor de EIB om voldoende garanties te bieden voor al haar leningen en, meer algemeen, uit de noodzaak om de kredietwaardigheid van de EIB te waarborgen. De EU-garantie is het belangrijkste instrument geweest om de compatibiliteit te waarborgen tussen de financiële structuur van de EIB, die aanzienlijk meer slagkracht heeft dan andere internationale financiële instellingen (IFI's), en het aanzienlijk hogere inherente risico van kredietverschaffing aan derde landen, rekening houdende met de noodzaak om te vermijden dat de EIB haar AAA-rating verlaagd ziet en om tegelijkertijd het kapitaalverbruik van de EIB te beperken.

De Unie geeft een begrotingsgarantie aan de EIB af ter dekking van de landenrisico's en politieke risico's die verbonden zijn aan de financieringsverrichtingen die de EIB buiten de Unie ontplooit ter ondersteuning van de externe beleidsdoelstellingen van de Unie. Daarnaast financiert de EIB op eigen risico investeringswaardige verrichtingen buiten de Unie, alsmede activiteiten in het kader van specifieke mandaten zoals in ACS-landen.

Krachtens artikel 19 van het besluit moet de Commissie, in samenwerking met de EIB, bij het Europees Parlement en de Raad een tussentijds evaluatieverslag indienen over de toepassing van dit besluit tijdens de eerste jaren (2014-2016). Dat verslag dient in voorkomend geval vergezeld te gaan van voorstellen tot wijziging van het besluit. Het tussentijdse verslag is gebaseerd op een onafhankelijke externe evaluatie en bijdragen van de EIB. Met name wordt in het verslag voorgesteld om de lijst van in aanmerking komende landen te wijzigen.

Op basis van de EIB-prognoses voor kredietverschaffing in de regio voor de volledige duur van het mandaat, acht de Commissie het moeilijk om voor de rest van de huidige financiële vooruitzichten voor de periode 2014-2020 de externe EIB-financiering onder de EU-garantie voort te zetten. Bovendien zijn er, gelet op de risicorating van de landen (bijv. in het Oostelijke Nabuurschap), beperkte mogelijkheden om een beroep te doen op de eigen-risico-faciliteiten (ORF) van de EIB. Voorts heeft de Europese Raad op 18 maart 2016 de EIB verzocht om tijdens haar bijeenkomst "in juni een specifiek initiatief te presenteren dat erop gericht is snel aanvullende financiering beschikbaar te stellen ter ondersteuning van duurzame groei, essentiële infrastructuur en sociale cohesie in de landen van het Zuidelijk Nabuurschap en de Westelijke Balkan". Op 16 juni 2016 heeft de raad van bestuur van de EIB, in antwoord op de conclusies van de Europese Raad van 18 maart 2016, een document besproken dat de basis vormt voor het EIB-voorstel aan de Europese Raad. In zijn conclusies van 28 juni 2016 verklaarde de Europese Raad dat "het initiatief van de Europese Investeringsbank in de landen van het Zuidelijk Nabuurschap en de Westelijke Balkan, als eerste stap in het nieuwe samenwerkingskader, de investeringen in partnerlanden [zal] helpen bevorderen, en krijgt het onze volledige steun". Het EIB-document is gebouwd op drie bouwstenen:

Bouwsteen 1: Intensiveren van activiteiten die binnen het bestaande raamwerk kunnen worden ontplooid.

Bouwsteen 2: Versterken van het scala producten dat in de regio's wordt aangeboden ter ondersteuning van in hoofdzaak de publieke sector.

Bouwsteen 3: Versterken van het scala producten dat in de regio's wordt aangeboden ter ondersteuning van in hoofdzaak de particuliere sector.

Bouwsteen 1 (2 miljard EUR aan kredieten) zou verlopen binnen bestaande mandaten en faciliteiten, door de kredietverlening op te voeren tot een niveau dat de door het bestaande mandaat vastgestelde plafonds ten volle benut.

Voor bouwsteen 2 (1,4 miljard EUR aan kredieten) overwoog de EIB een verhoging van de totale plafonds van het mandaat met 1,4 miljard EUR.

Bouwsteen 3 houdt een verhoging van het kredietvolume met 2,3 miljard EUR in en een uitbreiding van de dekking door de EU-garantie tot commerciële risico's. Voor EIB-leningen aan de particuliere sector is de EU-garantie momenteel beperkt tot politieke risico's zoals beschreven in het besluit. Dat bedrag zou ten volle moeten worden benut om vluchtelingen en gastgemeenschappen in crisisgebieden te steunen.

Samen vormen deze drie bouwstenen het EIB-weerbaarheidsinitiatief in het Zuidelijk Nabuurschap en de Westelijke Balkan (hierna "EIB-weerbaarheidsinitiatief" genoemd), dat zelf dan weer integrerend deel uitmaakt van het EIP.

Op basis van de bevindingen van de tussentijdse evaluatie en gelet op het EIB-weerbaarheidsinitiatief stelt de Commissie voor om het besluit als volgt te wijzigen:

   invoering van een vierde hoofddoelstelling voor het mandaat om onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken. Een en ander wordt ook nader toegelicht in deel 5;

   vrijgeven van de optionele 3 miljard EUR met dezelfde verdeling van regionale plafonds als voordien. De Commissie stelt voor dat de EIB-steun aan de publieke sector van 1,4 miljard EUR voor vluchtelingen en gastgemeenschappen (bouwsteen 2 van het EIB-weerbaarheidsinitiatief) zou worden opgenomen in het geactiveerde optionele mandaat van 3 miljard EUR;

   creëren van een aanvullend maximumplafond voor het EIB-mandaat voor de particuliere sector voor een bedrag van 2,3 miljard EUR (bouwsteen 3 van het EIB-weerbaarheidsinitiatief), terwijl een omvattende garantie wordt ingevoerd voor verrichtingen van de particuliere sector die rechtstreeks met vluchtelingen en gastgemeenschappen verband houden, waardoor de dekking door de EU-garantie wordt verruimd tot commerciële risico's;

   de EIB meer flexibiliteit bieden om met bedragen te schuiven binnen de toewijzingen voor regionale plafonds (van thans 10% tussen regio's naar 20%), maar alleen richting de regio's die een hoge prioriteit voor de Unie hebben, met name Oekraïne en regio's die een antwoord moeten bieden op migratieproblemen of andere uitdagingen die zich verder nog in het mandaat voor de periode 2014-2020 zullen aandienen. Deze toegenomen flexibiliteit geldt niet voor het nieuwe EIB-mandaat voor de particuliere sector van het EIB-weerbaarheidsinitiatief.

Om die nieuwe elementen in te kunnen voeren, is een aantal wijzigingen van het besluit vereist.

   Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied

De bestuursorganen van de EIB worden aangemoedigd de nodige maatregelen te nemen om de EIB-activiteiten aan te passen zodat deze daadwerkelijk bijdragen aan het extern beleid van de Unie en op adequate wijze aan de vereisten van het besluit voldoen. De EU-garantie wordt alleen afgegeven voor EIB-financieringsverrichtingen die aan de in het besluit uiteengezette voorwaarden voldoen, maar tegelijk een hoge toegevoegde waarde hebben op grond van de eigen beoordeling van de EIB, en waarmee een van de volgende hoofddoelstellingen in de zin van artikel 3 van het besluit wordt gesteund:

1. uitbouwen van de lokale particuliere sector, met name ondersteuning van het midden- en kleinbedrijf (mkb);

2. ontwikkeling van sociale en economische infrastructuur, met inbegrip van vervoer-, energie- en milieu-infrastructuur en informatie- en communicatietechnologie (ict), zorg en onderwijs;

3. beperking van en aanpassing aan klimaatverandering.

Naast die drie hoofddoelstellingen wordt regionale integratie tussen landen, in het bijzonder economische integratie tussen pretoetredingslanden, nabuurschapslanden en de Unie, als een van de onderliggende doelstellingen beschouwd.

Het voorstel is om een vierde grote beleidsdoelstelling toe te voegen die erin bestaat een strategisch antwoord te bieden op onderliggende oorzaken van migratie.

Dankzij de dekking van de EU-garantie kan de EIB verrichtingen uitvoeren buiten de Unie, terwijl toch de risicoblootstelling van de EIB wordt beperkt en zij toch haar kredietwaardigheid behoudt. Via deze financieringsverrichtingen buiten de Unie draagt de EIB indirect bij tot de beleidsdoelstellingen van de Unie, zoals onder meer armoedebestrijding door middel van inclusieve groei en duurzame economische, ecologische en maatschappelijke ontwikkeling, en de welvaart van de Unie in de gewijzigde wereldwijde economische situatie.

Met het oog daarop werken de Commissie, de Europese Dienst voor extern optreden (hierna "EDEO" genoemd) en de EIB samen om het externe optreden van de EIB en de doelstellingen van het extern beleid van de EU op elkaar af te stemmen en zodoende de synergie-effecten tussen EIB-financiering en EU-begrotingsmiddelen te maximaliseren, met name door een regelmatige en stelselmatige dialoog en vroegtijdige consultatie over beleid, strategieën en projecten in voorbereiding ("project pipelines") (memorandum van overeenstemming tussen de Commissie en de EIB, in overleg met EDEO, ondertekend op 12 september 2013). Om met praktische maatregelen te kunnen komen waarmee de algemene doelstellingen van de EU-garantie kunnen worden aangesloten op de implementatie ervan door de EIB, heeft de Commissie haar regionale technische operationele richtsnoeren (RTOG's) op 8 mei 2015 geactualiseerd.

   Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

In het licht van het verzoek van de Europese Raad van 18 maart 2016 is het voorgenomen EIB-initiatief toegespitst op landen in het Zuidelijk Nabuurschap en de Westelijke Balkan. Die landen hebben bijzonder dringende financieringsbehoeften in verband met de vluchtelingencrisis. Die regio is ook de sleutelregio van de EIB-activiteiten waar de EIB kan bogen op aanzienlijke ervaring, netwerken en een trackrecord bij het aanbieden van gerichte financieringsoplossingen voor kredietverschaffing, blending en adviesverlening.

De EIB zal bijdragen tot de economische weerbaarheid en zal de duurzame ontwikkeling veilig stellen in een context van de instroom van migranten en vluchtelingen. Een en ander zal worden verwezenlijkt door haar werkzaamheden rond twee cruciale thema's:

- een antwoord bieden op toegenomen behoeften aan infrastructuur en daarmee samenhangende diensten en zo inspelen op de plotse bevolkingstoename;

- banenkansen stimuleren voor gast- en vluchtelingengemeenschappen om economische integratie te bevorderen en vluchtelingen in staat te stellen zelfredzaam te worden.

De EIB kan inspanningen ondersteunen om die uitdagingen aan te gaan zowel via steun aan de particuliere sector (zoals het mkb, bedrijfs- en microfinanciering) als door het ondersteunen van inspanningen van overheden (zoals ook gemeenten en overheidsinstanties) in termen van infrastructuur en diensten die een antwoord bieden op sterk toegenomen behoeften.

2.    RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

   Rechtsgrondslag

Het voorstel voor een besluit tot wijziging van Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad is gebaseerd op de dubbele rechtsgrondslag van de artikelen 209 en 212 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna "het Verdrag" genoemd). Met name in artikel 209, lid 3, van het Verdrag, gelezen in samenhang met artikel 208 van het Verdrag, is bepaald dat de EIB, onder de in haar statuten vastgestelde voorwaarden, bijdraagt tot de tenuitvoerlegging van de maatregelen die nodig zijn om de doelstellingen van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de Unie te verwezenlijken.

   Evenredigheid

Met het voorstel wordt het evenredigheidsbeginsel in acht genomen, want de EU-garantie is een efficiënt instrument gebleken voor de dekking van de politieke risico's en landenrisico's die samenhangen met de externe verrichtingen van de EIB ter ondersteuning van het externe beleid van de Unie. Met het mandaat voor de EU-garantie voor 2014-2020 kan de huidige efficiënte en economisch gezonde praktijk worden voortgezet.

Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden) en evenredigheid

Overeenkomstig het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel van artikel 5 VEU kunnen de doelstellingen van het overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt en kunnen deze derhalve beter door de EU worden verwezenlijkt. Wegens de uiteenlopende manoeuvreerruimte van financiële instellingen van de lidstaten kunnen de nagestreefde doelstellingen beter door een optreden op Unieniveau worden verwezenlijkt, vanwege de omvang en de gevolgen ervan.

3.    RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

   Ex-postevaluaties/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving

Een tussentijdse evaluatie van de toepassing van het besluit is uitgevoerd. In artikel 19 van het besluit zijn specifieke eisen gesteld aan de inhoud van het verslag:

"Dit verslag bevat met name de volgende informatie:

a)    een beoordeling van de toepassing van het toewijzingsbeleid;

b)    een beoordeling van de rapportage door de EIB en in voorkomend geval passende aanbevelingen ter verbetering van die rapportage;

c)    een beoordeling van het KMR, de prestatie-indicatoren en -criteria inbegrepen, en de bijdrage die deze aan het verwezenlijken van de doelstellingen van dit besluit hebben geleverd;

d)    een uitvoerige beschrijving van de criteria die bij de aanbeveling betreffende de volledige of gedeeltelijke vrijmaking van het facultatieve aanvullende bedrag [in aanmerking zijn genomen]."

Dit verslag van de Commissie is mede gebaseerd op een evaluatie door een externe consultant (PwC) en op een bijdrage van de EIB.

Het verslag van de consultant is te vinden op de volgende adres:

http://ec.europa.eu/dgs/economy_finance/evaluation/completed/index_en.htm

In de tussentijdse evaluatie van de Commissie, waarvan het onderhavige voorstel vergezeld gaat, wordt een beschrijving gegeven van de beoordeling door de Commissie van de uitkomsten van de externe evaluatie en wordt een overzicht gegeven van de bevindingen van de tussentijdse evaluatie en de belangrijkste onderdelen van het voorstel van de Commissie, samen met de beoordeling door de Commissie van het EIB-antwoord op het verzoek van de Europese Raad van 18 maart 2016.

   Raadplegingen van belanghebbenden

De evaluatie was met name gebaseerd op gedachtewisselingen met cruciale interne en externe stakeholders, zoals vertegenwoordigers van lidstaten en vertegenwoordigers van de belangrijkste betrokken ngo's. Doel daarvan was het verzamelen van kwalitatieve informatie en de kans bieden om opinies en standpunten van de belangrijkste stakeholders mee te nemen in het proces. Op basis van het diagnoseverslag is in mei 2016 een workshop gehouden met ngo's. Met vertegenwoordigers van ngo's is van gedachten gewisseld over de ideeën voor verbeteringen die tijdens de diagnosefase naar voren zijn gekomen, alsmede over de voorlopige aanbevelingen om deze te adresseren. Al die raadplegingen en gedachtewisselingen boden de externe consultant een basis om zich een idee te vormen van het standpunt van stakeholders. Nadere gegevens over de belangrijkste uitkomsten van deze consultaties zijn te vinden in het verslag van de consultant. Zijn evaluatie bevatte ook interviews met Commissie- en EIB-medewerkers, alsmede gevalstudies van projecten.

   Effectbeoordeling

Bij de voorbereiding van dit besluit heeft de Commissie een effectbeoordeling gemaakt die bij het voorstel van de Commissie was gevoegd. Deze effectbeoordeling was gebaseerd op brede consultaties van cruciale stakeholders, van partijen die door het besluit zouden worden getroffen, van partijen die bij de tenuitvoerlegging ervan betrokken zouden zijn, en van de wetgevers.

In het kader van de externe evaluatie van het mandaat voor 2014-2020 heeft de consultant interviews afgenomen bij de belangrijkste instellingen, organisaties en personen die bij de vormgeving en tenuitvoerlegging van het mandaat betrokken zijn, maar ook met partijen die het meest geschikt zijn om de uitkomsten en de impact van de verrichtingen te observeren. Bij die stakeholders ging het om medewerkers van de EIB en de Commissie, nationale regeringsfunctionarissen, medewerkers van internationale financiële instellingen en instellingen voor ontwikkelingsfinanciering, particuliere en soevereine institutionele investeerders, financiële intermediairs uit de particuliere sector en eindbegunstigden uit de particuliere en publieke sector. Dankzij dit proces kon zeer specifiek, gedetailleerd en technisch bewijsmateriaal worden verzameld en kregen stakeholders een kans om hun standpunten en input mee te geven in het evaluatieproces. De interviews handelden over thema's zoals de relevantie van de vormgeving en de implementatie van het externe mandaat, de samenhang ervan met het extern optreden van de EU en andere Unie-instrumenten, de doelmatigheid ervan, de zichtbaarheid ervan bij eindbegunstigden en de vraag hoe doelmatigheid te monitoren. Gelet op de recente vorige effectbeoordeling en de externe evaluatie bevat dit voorstel geen afzonderlijke effectbeoordeling, aangezien de reikwijdte van de voorgestelde wijzigingen van het besluit in hoofdzaak beperkt blijven tot de verruiming van de garantie en het optrekken van de plafonds uit het besluit.

4.    GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het Garantiefonds, dat is ingesteld bij Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds, fungeert als liquiditeitsbuffer voor de Uniebegroting tegen verliezen op EIB-financieringsverrichtingen en ander extern optreden van de Unie, d.w.z. leningen voor macro-financiële bijstand en Euratom-leningen. Het EIB-mandaat vertegenwoordigt meer dan 90% van de door het Garantiefonds afgedekte portefeuille.

Het Garantiefonds ontvangt zijn middelen uit één jaarlijkse overmaking uit de Uniebegroting. De voorzieningsregeling van het Garantiefonds die erop is gericht de omvang van het fonds te houden op een niveau van 9% van de uitkeringen die in het kader van de leningen worden gedaan, houdt de facto een beperking in van de omvang van het externe EIB-mandaat dat door de EU-begrotingsgarantie wordt gedekt. De conclusie van een externe evaluatie in 2016 van het functioneren van het Garantiefonds 2 was dat een voorzieningspercentage van 9% passend werd geacht.

In het voorstel wordt voorzien in een verhoging van het totale plafond van de EIB-financieringsverrichtingen in het kader van de EU-garantie voor de hele periode 2014-2020 door het activeren van het in het besluit vermelde optionele bedrag van 3 miljard EUR en door het toevoegen van een nieuw mandaat voor leningen aan de particuliere sector ten behoeve van projecten die onderliggende oorzaken van migratie aanpakken, voor een bedrag van 2,3 miljard EUR. Het algehele plafond zal hierdoor uitkomen op in totaal 32,3 miljard EUR en zal worden opgesplitst in regionale plafonds en subplafonds.

De aanvullende begrotingsbehoeften voor voorzieningen van het Garantiefonds in verband met het optrekken van het totale plafond van het mandaat zullen worden gefinancierd uit EU-begrotingsonderdeel 01 03 06. Deze voorzieningen zullen worden gefinancierd binnen het meerjarig financieel kader en het bedrag ervan is berekend op basis van de verwachte uitkerings- en terugbetalingspatronen van de gegarandeerde leningen. Binnen het huidige meerjarig financieel kader zouden de bijkomende begrotingsbehoeften, op basis van de jaarlijkse prognoses voor de uitkering en terugbetaling van EIB-leningen, beperkt moeten blijven tot 115 miljoen EUR over de periode 2018-2020. Een deel van de leningen die op grond van het huidige EIB-mandaat worden afgesloten, zullen worden uitgekeerd en terugbetaald na 2020.

De EU-garantie voor de EIB-financieringsverrichtingen in het kader van het mandaat voor leningen aan de particuliere sector zullen worden beprijsd. De inkomsten uit de risicopremies voor EIB-financieringsverrichtingen in het kader van het mandaat voor leningen aan de particuliere sector zullen aan het Garantiefonds worden betaald om het commerciële risico af te dekken.

De gevolgen voor de begroting wat voorzieningen van het Garantiefonds betreft, met inbegrip van onderliggende aannames, worden beschreven in het aan dit voorstel gehechte financieel memorandum. 

5.    OVERIGE ELEMENTEN

   Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende monitoring, evaluatie en rapportage

EIB-financieringsverrichtingen onder de EU-garantie worden door de EIB beheerd en gemonitord in overeenstemming met de eigen regels en procedures van de EIB, welke onder meer in passende audit-, controle- en toezichtmaatregelen voorzien. Bovendien moet de Raad van Bewind van de EIB, waarin de Commissie is vertegenwoordigd door een bewindvoerder en een plaatsvervanger, elke EIB-financieringsverrichting goedkeuren en erop toezien dat het beheer van de EIB plaatsvindt in overeenstemming met haar statuten en met de algemene richtlijnen die door de Raad van Gouverneurs zijn vastgesteld.

In het bestaande tripartiete akkoord tussen de Commissie, de Rekenkamer en de EIB is vastgelegd volgens welke regels de Rekenkamer haar audits van de financieringsverrichtingen van de EIB onder de EU-garantie dient uit te voeren.

In het kader van het besluit worden regelmatig verslagen opgesteld. De Commissie brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van het mandaat door de EIB.

De verslaglegging over de resultaten zal zijn gebaseerd op een passend samenstel van indicatoren voor (waar mogelijk) de hele portefeuille, of voor een hele sector. In het kader van het Results Measurement (ReM) Framework (raamwerk voor resultaatmeting) zullen die indicatoren gedurende de hele projectcyclus worden gemeten tijdens de beoordelingsfase en gedurende de monitoring totdat het project volledig is uitgevoerd. De indicatoren zullen worden gemeten zodra de eerste ontwikkelingsresultaten beschikbaar zijn, gewoonlijk tot drie jaar na de voltooiing van het project. Ze worden, voor zover mogelijk, ook gebruikt voor de eindrapportage.

Voorts verschaft de EIB de Commissie alle statistische, financiële en boekhoudkundige gegevens over de financieringsverrichtingen onder de EU-garantie die de Commissie nodig heeft om haar rapportageverplichtingen na te komen of om aan verzoeken van de Rekenkamer te voldoen, alsmede een accountantsverklaring betreffende de in het kader van de financieringsverrichtingen uitstaande bedragen.

   Toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel

Op grond van de beoordeling door de Commissie van de bevindingen van de tussentijdse evaluatie en van de beleidscontext, met inbegrip van het voorstel voor het EIB-weerbaarheidsinitiatief, kunnen de belangrijkste punten waarop het besluit wordt gewijzigd, als volgt worden samengevat:

-    Door onverwachte geopolitieke gebeurtenissen die de EU dwingen om snel aanzienlijke financiële steun te verlenen via het externe mandaat, heeft het volume aan EIB-financieringsverrichtingen na 1,5 jaar uitvoering van het mandaat bepaalde regionale plafonds sterk aangetast, waardoor er in sommige regio's nog maar beperkte operationele marge is (Azië, Zuid-Afrika, Centraal-Azië, Oost-Europa, de zuidelijke Kaukasus). Die situatie zou een rem kunnen zijn voor de toekomstige EIB-verrichtingen en zou de mogelijkheden om met het mandaat de komende jaren in te spelen op zich potentieel aandienende nieuwe uitdagingen of EU-prioriteiten kunnen inperken. Daarom wordt voorgesteld om het optionele aanvullende bedrag van 3 miljard EUR te activeren en om de in bijlage I bij het besluit aangegeven regionale plafonds te wijzigen.

   Een nieuwe horizontale hoofddoelstelling wordt toegevoegd om onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken.

   Het optionele aanvullende bedrag van 3 miljard EUR zal een bedrag van 1,4 miljard EUR omvatten in verband met het EIB-weerbaarheidsinitiatief (bouwsteen 2) voor verrichtingen waarbij publieke partners betrokken zijn. Dat bedrag van 1,4 miljard EUR zal worden verdeeld over de regio's van pretoetredingslanden en Middellandse Zeelanden.

   Verhoging van het totale plafond met 2,3 miljard EUR voor EIB-financieringsverrichtingen aan de particuliere sector (bouwsteen 3) ten behoeve van projecten ter ondersteuning van vluchtelingen en/of gastgemeenschappen. Dat bedrag zal, op basis van EIB-prognoses, worden verdeeld over de regio's van pretoetredingslanden en Middellandse Zeelanden. In dat verband en voor dat bedrag zal de dekking door de EU-garantie voor die verrichtingen worden uitgebreid tot alle aan de EIB verschuldigde, maar niet door haar ontvangen betalingen (hierna "alomvattende garantie" genoemd) - en is de garantie dus niet beperkt tot politieke risico's zoals thans in het kader van het besluit het geval is. De alomvattende EU-garantie in verband met dat nieuwe mandaat zal worden beprijsd. De inkomsten daarvan zullen worden betaald aan het Garantiefonds. Het maximumplafond van de EIB-verrichtingen onder de EU-garantie wordt dus opgetrokken tot 32,3 miljard EUR.

   Wat het raamwerk voor resultaatmeting (ReM) betreft, de EIB moet indicatoren ontwikkelen en toepassen voor projecten die een strategisch antwoord inzake het aanpakken van onderliggende oorzaken van migratie bieden. In het kader van de jaarlijkse verslaglegging van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over financieringsverrichtingen van de EIB wordt ook een effectbeoordeling gemaakt van de EIB-financieringsverrichtingen van dit strategische antwoord.

   Herziening van de lijst van in aanmerking komende landen: van deze lijst worden landen geschrapt met een hoog inkomen die ook bijzonder investeringswaardig zijn, zoals Brunei, IJsland, Israël, Singapore, Chili en Zuid-Korea, alsmede de Chinese Speciale Administratieve Regio's Hongkong en Macao. Voorts wordt Iran toegevoegd aan de lijst van potentieel in aanmerking komende regio's en landen (in bijlage II bij het besluit).

   Een verwijzing wordt opgenomen naar de in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering aangenomen Overeenkomst van Parijs. Het volume EIB-verrichtingen voor beperking van en aanpassing aan klimaatverandering moet het aandeel EIB-leningen ten behoeve van klimaatinvesteringen in ontwikkelingslanden tegen 2020 helpen op te trekken van 25% naar 35%. Over de periode waarop dit besluit ziet, dient het minimumvolume van die verrichtingen, rekening houdende met de nieuwe prioriteiten van het mandaat, nog steeds 25% van alle EIB-financieringsverrichtingen te vertegenwoordigen; tegelijk dient de EIB in te zetten op het volhouden van haar huidige sterke prestaties. Het voorstel is dat de EIB de aanpassingselementen zou versterken in haar bijdrage aan klimaatveranderingsprojecten.

   Het plafond voor herverdeling tussen de regio's wordt opgetrokken van 10% naar 20% waar het erom gaat een antwoord te bieden op nood- en crisissituaties die zich tijdens de mandaatsperiode kunnen voordoen en die worden erkend als topprioriteiten voor het extern beleid van de EU. Deze herverdeling geldt niet voor de 2,3 miljard EUR in verband met het mandaat voor de particuliere sector of voor de 1,4 miljard EUR voor projecten uit de publieke sector om onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken.

   EIB-steun voor mkb-bedrijven uit de Unie moet worden versterkt (internationalisering van EU-bedrijven).

   Directe bijdrage van het EIB-mandaat aan het behalen van een aantal doelstellingen van de duurzame-ontwikkelingsdoelstelling wordt beklemtoond.

2016/0275 (COD)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Besluit nr. 466/2014/EU tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 209 en 212,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)De internationale gemeenschap wordt geconfronteerd met een vluchtelingencrisis zonder weerga die solidariteit vergt, doelmatige inzet van financiële middelen en de noodzaak om in onderling overleg de bestaande risico's en bedreigingen het hoofd te bieden en te overwinnen. Alle spelers moeten samenwerken om door volgehouden beleid op middellange en lange termijn en doelmatig gebruik van bestaande processen en programma's initiatieven te steunen die bijdragen tot het aanpakken van onderliggende oorzaken van migratie.

(2)Een nieuw resultaatgericht partnerschapskader met derde landen, dat met alle Uniebeleidslijnen en -instrumenten rekening houdt, dient te worden uitgewerkt. In het kader van dat nieuwe partnerschapskader dient het plan voor externe investeringen (hierna "EIP" genoemd) te worden opgezet om investeringen in regio's buiten de Unie te ondersteunen, en tegelijk bij te dragen aan het behalen van de doelstelling van duurzame ontwikkeling. Ook dienen hiermee de doelstellingen van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling te worden behaald, alsmede de doelstellingen die met andere financieringsinstrumenten voor extern optreden worden nagestreefd.

(3)Het voorstel van de Europese Investeringsbank (hierna "EIB" genoemd) om bij te dragen aan het EIP via het EIB-weerbaarheidsinitiatief in het Zuidelijk Nabuurschap en de Westelijke Balkan (hierna "EIB-weerbaarheidsinitiatief" genoemd), werd op 28 juni 2016 door de Europese Raad bekrachtigd.

(4)Een cruciaal onderdeel van dit EIB-weerbaarheidsinitiatief is de uitbreiding, zowel kwantitatief als kwalitatief, van het externe mandaat van de EIB. Dit zou de EIB in staat moeten stellen om snel bij te dragen aan de EIP-doelstellingen, met name door additionele financiering te verschaffen aan begunstigden uit de particuliere sector.

(5)De complementariteit van het EIB-weerbaarheidsinitiatief met andere onderdelen van het EIP wordt geborgd via de strategische raad van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling, waar de EIB een volwaardige zetel zal hebben.

(6)Daarnaast, en conform de conclusies van de Europese Raad, dient de EIB in het kader van het EIP aan de operationele raad voor nabuurschapslanden de component "particuliere sector" van het EIB-weerbaarheidsinitiatief voor te leggen als het eerste "investment window".

(7)Een begrotingsgarantie voor financieringsverrichtingen buiten de Unie is aan de EIB afgegeven bij Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad 3 .

(8)Overeenkomstig artikel 19 van Besluit nr. 466/2014/EU heeft de Commissie, in samenwerking met de EIB, een tussentijds evaluatieverslag opgesteld waarin de toepassing van dit besluit wordt geëvalueerd op basis van een onafhankelijke externe evaluatie.

(9)Om met het externe mandaat te kunnen inspelen op potentiële uitdagingen en Unieprioriteiten die zich aandienen, maar ook een strategisch antwoord te bieden voor het aanpakken van onderliggende oorzaken van migratie, dient het maximumplafond voor de EIB-financieringsverrichtingen onder de EU-garantie te worden opgetrokken tot 32 300 000 000 EUR door het optionele aanvullende bedrag van 3 000 000 000 EUR vrij te geven. Onder het algemene mandaat dient het bedrag van 1 400 000 000 EUR te worden geoormerkt voor projecten in de publieke sector die zijn gericht op vluchtelingen en gastgemeenschappen in crisisgebieden.

(10)Onder het nieuwe mandaat voor leningen aan de particuliere sector dient het maximumbedrag van 2 300 000 000 EUR te worden bestemd voor projecten die onderliggende oorzaken van migratie aanpakken binnen het maximale verhoogde plafond en dient dit de alomvattende garantie van de Unie te genieten.

(11)Het aanpakken van onderliggende oorzaken van migratie dient als een nieuwe doelstelling aan het mandaat te worden toegevoegd.

(12)Complementariteit en coördinatie met Unie-initiatieven voor het aanpakken van onderliggende oorzaken van migratie dient te worden verzekerd, onder meer door Uniesteun voor de duurzame herintegratie van migranten die naar hun land van herkomst zijn teruggekeerd.

(13)Na de Overeenkomst van Parijs die is aangenomen in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering 4 , dient de EIB in te zetten op het aanhouden van een hoog niveau klimaatrelevante uitgaven in het kader van haar externe mandaat, om zo haar klimaatinvesteringen in ontwikkelingslanden tegen 2020 op te trekken van 25% naar 35%.

(14)Het risico dat voor de Uniebegroting verbonden is aan EIB-financieringsverrichtingen op grond het mandaat voor leningen aan de particuliere sector, dient te worden beprijsd en de inkomsten uit de risicobeprijzing dienen te worden betaald aan het Garantiefonds om het commerciële risico af te dekken en marktverstoringen te voorkomen.

(15)De EIB dient in het kader van haar raamwerk voor resultaatmeting (ReM) een reeks indicatoren te ontwikkelen en te hanteren voor projecten in de publieke en de particuliere sector ten behoeve van vluchtelingen en gastgemeenschappen. Daarom dient een beoordeling van de bijdrage van EIB-financieringsverrichtingen om onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken, te worden opgenomen in de jaarlijkse verslaglegging van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over EIB-financieringsverrichtingen.

(16)Alleen wanneer het gaat om de noodzaak om nood- en crisissituaties aan te pakken die zich tijdens de mandaatsperiode kunnen voordoen en die worden erkend als belangrijke prioriteiten voor het extern beleid van de Unie, dient het plafond voor de herverdeling tussen de regio's door de EIB in de loop van het mandaat te worden opgetrokken van 10% tot 20%. Het mandaat voor leningen aan de particuliere sector van 2 300 000 000 EUR en het bedrag van 1 400 000 000 EUR bestemd voor projecten van de publieke sector kan niet opnieuw worden toegewezen omdat het is bedoeld om onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken.

(17)De lijst van in aanmerking komende regio's en landen en potentieel in aanmerking komende regio's en landen dient te worden gewijzigd om landen met een hoog inkomen en hoge kredietrating uit te sluiten (Brunei, IJsland, Israël, Singapore, Chili en Zuid-Korea). Voorts wordt Iran toegevoegd aan de lijst van de potentieel in aanmerking komende regio's en landen.

(18)Besluit nr. 466/2014/EU dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit nr. 466/2014/EU wordt als volgt gewijzigd:

1)    Artikel 2 wordt vervangen door:

"Artikel 2

Plafonds voor EIB-financieringsverrichtingen onder EU-garantie

1.    Voor EIB-financieringsverrichtingen onder EU-garantie in de periode 2014-2020 geldt een maximumplafond van 32 300 000 000 EUR. Aanvankelijk voor financieringsverrichtingen gereserveerde, maar naderhand geannuleerde bedragen worden niet in aanmerking genomen voor het plafond.

Dit maximumbedrag valt uiteen in:

a) een maximumbedrag van 30 000 000 000 EUR onder een algemeen mandaat, waarvan een bedrag tot 1 400 000 000 EUR is gereserveerd voor projecten in de publieke sector die zijn bestemd voor vluchtelingen en gastgemeenschappen;

b) een maximumbedrag van 2 300 000 000 EUR onder een mandaat voor leningen aan de particuliere sector voor projecten om onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken.

2.    De in lid 1 bedoelde maximumbedragen onder het algemene mandaat en het mandaat voor leningen aan de particuliere sector worden in regionale plafonds en subplafonds uitgesplitst als bepaald in bijlage I. Binnen de regionale plafonds zorgt de EIB gaandeweg voor een evenwichtige spreiding over landen in de regio's die onder de EU-garantie vallen.".

2)    Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 1 wordt het volgende punt d) toegevoegd:

"d)    strategische respons om onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken.";

b)    in lid 5 wordt de eerste alinea vervangen door:

"Om te waarborgen dat investeringen in de particuliere sector een maximaal ontwikkelingseffect hebben, tracht de EIB de plaatselijke particuliere sector in de begunstigde landen te versterken door middel van ondersteuning van lokale investeringen als bedoeld in lid 1, onder a). Er wordt naar gestreefd dat EIB-financieringsverrichtingen ter ondersteuning van de in lid 1 omschreven algemene doelstellingen mede steun aan investeringsprojecten van mkb-bedrijven uit de Unie inhouden. Teneinde er doeltreffend op toe te zien dat de middelen worden aangewend ten behoeve van de betrokken mkb-bedrijven, stelt de EIB adequate contractuele bepalingen vast waarbij standaardrapportageverplichtingen worden opgelegd aan zowel de financiële intermediairs als de begunstigden, en handhaaft zij deze.";

c)    de leden 7 en 8 worden vervangen door:

"7.    De EIB-financieringsverrichtingen ter ondersteuning van de in lid 1, onder c), genoemde algemene doelstellingen ondersteunen investeringsprojecten die op beperking van en aanpassing aan klimaatverandering gericht zijn en bijdragen aan de algemene doelstellingen van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en de op grond van dat verdrag aangenomen Overeenkomst van Parijs, met name doordat de uitstoot van broeikasgassen wordt voorkomen of verminderd door middel van hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en duurzaam vervoer, of doordat kwetsbare landen, sectoren en gemeenschappen beter bestand worden gemaakt tegen de nadelige gevolgen van klimaatverandering.

De subsidiabiliteitscriteria voor klimaatveranderingsprojecten worden door de EIB bepaald in haar strategie inzake klimaatverandering 5 , die in 2015 is geactualiseerd. Op basis van de door de EIB uitgewerkte methodieken voor de beoordeling van projecten inzake broeikasgasemissies en emissieafwijkingen wordt een analyse van de CO2-voetafdruk opgenomen in de milieueffectbeoordelingsprocedure om na te gaan of met projectvoorstellen energie-efficiëntieverbeteringen worden geoptimaliseerd.

In de door dit besluit bestreken periode tracht de EIB het huidige niveau van klimaatrelevante verrichtingen aan te houden, waarbij het minimumvolume van die verrichtingen ten minste 25% van de totale financieringsverrichtingen van de EIB vertegenwoordigt.

De EIB versterkt de aanpassingselementen in haar bijdrage aan klimaatveranderingsprojecten.

8.    De EIB-financieringsverrichtingen ter ondersteuning van de in lid 1, onder d), genoemde algemene doelstellingen ondersteunen investeringsprojecten die onderliggende oorzaken van migratie aanpakken en die bijdragen tot de economische veerkracht op lange termijn en die de duurzame ontwikkeling in begunstigde landen veilig stellen. EIB-financieringsverrichtingen bieden met name een antwoord op de toegenomen behoeften aan infrastructuur en daarmee samenhangende diensten om het hoofd te bieden aan de instroom van migranten, en stimuleren banenkansen voor gast- en vluchtelingengemeenschappen om de economische integratie te bevorderen en vluchtelingen in staat te stellen zelfredzaam te worden.

Met die financieringsverrichtingen wordt steun verleend aan:

a) de particuliere sector in de sectoren mkb, bedrijfs- en microfinanciering;

b) de publieke sector, met inbegrip van gemeenten en overheidsinstanties, in termen van infrastructuur en diensten om in te spelen op de aanzienlijk toegenomen behoeften.".

3)    In artikel 8, lid 1, wordt de volgende tweede alinea toegevoegd:

"De alomvattende garantie geldt ook voor EIB-financieringsverrichtingen op grond van het in artikel 2, lid 1, onder b), bedoelde mandaat voor leningen aan de particuliere sector.".

4)    Aan artikel 10 wordt de volgende derde alinea toegevoegd:

"Het in artikel 2, lid 1, onder b), bedoelde risico voor de Uniebegroting dat aan EIB-financieringsverrichtingen verbonden is op grond van het mandaat voor leningen aan de particuliere sector, wordt beprijsd en de inkomsten uit de risicobeprijzing worden betaald aan het Garantiefonds.".

5)    Artikel 11, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

a)    in punt b) wordt de volgende zin toegevoegd:

"b)    Indicatoren voor projecten die een strategisch antwoord bieden voor het aanpakken van onderliggende oorzaken van migratie worden door de EIB ontwikkeld.";

b)    het volgende punt j) wordt toegevoegd:

"j)    Een beoordeling van de bijdrage van EIB-financieringsverrichtingen bij het geven van een strategisch antwoord op het aanpakken van onderliggende oorzaken van migratie. ".

6)    Artikel 20 wordt vervangen door:

"De Commissie dient uiterlijk op 31 december 2021 bij het Europees Parlement en de Raad een afsluitend evaluatieverslag over de toepassing van dit besluit in."

7)    De bijlagen I, II en III worden vervangen door de tekst van de bijlagen I, II en III bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.    KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

   1.1.    Benaming van het voorstel/initiatief

   1.2.    Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur

   1.3.    Aard van het voorstel/initiatief

   1.4.    Doelstelling(en)

   1.5.    Motivering van het voorstel/initiatief

   1.6.    Duur en financiële gevolgen

   1.7.    Beheersvorm(en)

2.    BEHEERSMAATREGELEN

   2.1.    Regels inzake het toezicht en de verslagen

   2.2.    Beheers- en controlesysteem

   2.3.    Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

3.    GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

   3.1.    Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

   3.2.    Geraamde gevolgen voor de uitgaven 

   3.2.1.    Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

   3.2.2.    Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

   3.2.3.    Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader

   3.3.    Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit nr. 466/2014/EU van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie

1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur 6  

Titel 01 - Economische en financiële zaken

ABB-activiteit: Internationale economische en financiële zaken

1.3.Aard van het voorstel/initiatief

 Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie 

 Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie 7

X Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie

 Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie

1.4.Doelstelling(en)

1.4.1.De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie

De algemene doelstelling van de EIB-activiteit buiten de Unie krachtens het externe mandaat is het externe beleid van de Unie te ondersteunen door relevante investeringsprojecten in partnerlanden te financieren door middel van een combinatie van de EU-begrotingsgarantie met de eigen middelen van de EIB.

Via haar financieringsverrichtingen buiten de Unie onder de EU-garantie moet de EIB de duurzame economische, maatschappelijke en ecologische ontwikkeling van partnerlanden van de Unie en hun partnerschap met de Unie ondersteunen.

De algemene doelstellingen die met EIB-financieringsverrichtingen in het kader van het mandaat worden nagestreefd, zijn de volgende:

a) ontwikkeling van de lokale particuliere sector, met name steun aan het mkb;

b) ontwikkeling van sociale, economische en milieu-infrastructuur;

c) beperking van en aanpassing aan de klimaatverandering;

d) strategische respons om onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken.

1.4.2.Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteiten

Specifieke ABM-doelstelling nr. 2: "Het verbeteren van het profiel, de externe vertegenwoordiging en de betrekkingen van de EU met de EIB en de EBWO, andere internationale financiële instellingen, met inbegrip van het verbeteren van de reputatie van de EU op relevante economische fora, met het oog op een nauwere afstemming van hun strategieën en activiteiten op de externe prioriteiten van de EU".

Betrokken ABM/ABB-activiteit(en)

Titel 01.03 – Internationale economische en financiële zaken

1.4.3.Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)

Bij de voorbereiding van dit besluit heeft de Commissie een effectbeoordeling gemaakt die bij het voorstel van de Commissie was gevoegd.

Aangezien dit voorstel tot wijziging van Besluit nr. 466/2014/EU alleen is bedoeld om de EU-Garantie uit te breiden en de plafonds op te trekken, dient het te worden vrijgesteld van het vereiste om een effectbeoordeling te maken.

1.4.4.Resultaat- en effectindicatoren

Sinds 2012 heeft de EIB een kader ontwikkeld om de resultaten en effecten van de EIB-verrichtingen te meten door middel van de operationele monitoring van een reeks indicatoren. Het Results Measurement (ReM) Framework (raamwerk voor resultaatmeting) 8 verbetert de beoordeling vooraf van de verwachte projectresultaten en stelt de EIB beter in staat verslag uit te brengen over de daadwerkelijk behaalde resultaten. Het ReM-kader dient om te laten zien hoe de EIB-leningen outputs genereren, die op hun beurt resultaten opleveren en uiteindelijk leiden tot effecten die aansluiten bij de doelstellingen van het mandaat van de bank.

Daarnaast wordt de vooruitgang bij het behalen van specifieke en operationele doelstellingen van het voorstel gemonitord via kernindicatoren die hierna in het deel "Regels inzake het toezicht en de verslagen" zijn vermeld.

[Wat betreft de financiering van projecten ten behoeve van klimaatactie:

Volgens de EIB-klimaatnormen, die de EIB-doelstellingen inzake toegevoegde waarde bepalen, moet alle EIB-financiering zijn afgestemd op het EU-klimaatbeleid. Meer bepaald spant de EIB zich voor het volgende:

   Haar leningportfolio klimaatvriendelijker maken door projecten voor beperking van klimaatverandering in uiteenlopende sectoren te bevorderen en te stimuleren dat energie-efficiënte oplossingen in de gefinancierde projecten worden opgenomen.

   Overwegingen inzake klimaatrisico's volledig integreren in de projectcyclus en aanpassingsprojecten of projecten met aanpassingscomponenten en -maatregelen te bevorderen, met het oog op duurzaamheid op lange termijn.

   De CO2-voetafdruk van door de EIB gefinancierde investeringsprojecten analyseren en daarover verslag doen via het onderdeel in het EIB-jaarverslag over de jaarlijkse geaggregeerde broeikasgasemissies en besparingen.

   De kernprestatie-indicatoren van de Klimaatactie 2009 opnemen in het werkprogramma, waarbij het jaarstreefcijfer voor kredietverschaffing momenteel ten minste 25% bedraagt. Dit percentage is gebaseerd op een coherent samenstel van definities met betrekking tot klimaatactieprojecten.

   Bij haar besluitvorming over financiering de waarde van CO2 - zowel financieel als economisch - laten meewegen in voorwaarden en procedures.

   Zorgen voor meer transparantie en verantwoording, bewustmaking van en samenwerking rond klimaatvraagstukken met andere instellingen, met inbegrip van monetaire financiële instellingen, bilaterale financiële instellingen ("mutual reliance"), ngo's, de Europese Commissie en de academische wereld.

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

In artikel 19 van Besluit nr. 466/2014/EU is bepaald: "De Commissie dient uiterlijk op 31 december 2016, in samenwerking met de EIB, bij het Europees Parlement en de Raad een tussentijds evaluatieverslag over de toepassing van dit besluit in, in voorkomend geval vergezeld van een voorstel tot wijziging ervan. Het tussentijds verslag wordt gebaseerd op een onafhankelijke externe evaluatie en de bijdrage van de EIB.

Dit verslag bevat met name de volgende informatie:

a)    een beoordeling van de toepassing van het toewijzingsbeleid;

b)    een beoordeling van de rapportage door de EIB en in voorkomend geval passende aanbevelingen ter verbetering van die rapportage;

c)    een beoordeling van het KMR, de prestatie-indicatoren en -criteria inbegrepen, en de bijdrage die deze aan het verwezenlijken van de doelstellingen van dit besluit hebben geleverd;

d)    een uitvoerige beschrijving van de criteria die bij de aanbeveling betreffende de volledige of gedeeltelijke vrijmaking van het facultatieve aanvullende bedrag [in aanmerking zijn genomen]."

Met het oog daarop is een onafhankelijke externe evaluatie uitgevoerd door een externe consultant, waarin ook een bijdrage van de EIB is verwerkt. Het verslag van de Commissie geeft een beschrijving van de beoordeling door de Commissie van de uitkomsten van de externe evaluatie en vat de bevindingen samen.

1.5.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de EU

De EIB-financieringsverrichtingen buiten de Unie vormen een zeer zichtbaar en doeltreffend instrument ter ondersteuning van het externe optreden van de Unie. De belangrijkste voordelen van een EIB-optreden in de betrokken landen zijn, naast de financiële bijdrage, onder meer de overdracht van deskundigheid aan projectpromotoren en de toepassing van de milieunormen, maatschappelijke normen en aanbestedingsnormen van de EU op de door de EIB gefinancierde investeringsprojecten. Daarbij komt nog dat de EIB de uit de EU-garantie voortvloeiende financiële voordelen en haar aantrekkelijke fundingkosten volledig aan de eindbegunstigden doorgeeft in de vorm van concurrerende rentetarieven.

Dankzij de EU-garantie biedt het mandaat de nodige politieke en financiële EU-steun voor EIB-kredietverlening in landen en aan investeringsprojecten die, als gevolg van het grote risico, anders niet zouden kunnen voldoen aan EIB-standaardrichtsnoeren en -criteria.

1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan, is meegenomen in het kader van de effectbeoordeling, die als grondslag diende voor Besluit nr. 466/2014/EU.

Bovendien wordt in het besluit geëist dat de Commissie jaarlijks verslag uitbrengt over externe EIB-activiteiten waarbij de EU-begrotingsgarantie speelt. Jaarlijks dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de uitvoering van externe EIB-activiteiten. Het laatste jaarverslag dat is ingediend, is dat over het kalenderjaar 2015 9 . Het omvat:

   een beoordeling van EIB-financieringsverrichtingen per project, sector, land en regio;

   een beoordeling van de meerwaarde, de geraamde outputs, uitkomsten en het ontwikkelingseffect van de EIB-financieringsverrichtingen, uitgaande van het jaarverslag van het raamwerk voor resultaatmeting (ReM);

   een beoordeling van de bijdrage die EIB-financieringsverrichtingen leverden aan de verwezenlijking van het externe beleid van de Unie en de strategische doelstellingen ervan;

   een beoordeling van het financiële voordeel dat aan de begunstigden van EIB-financieringsverrichtingen is doorgegeven;

   een beoordeling van de kwaliteit van EIB-financieringsverrichtingen;

   nadere informatie over de uitwinning van de EU-garantie;

   informatie over de omvang van de financiering met betrekking tot klimaatverandering en biodiversiteit;

   een beschrijving van de samenwerking met de Commissie en andere Europese en internationale financiële instellingen, daaronder begrepen de medefinanciering;

   informatie over de follow-up van het functioneren van het memorandum van overeenstemming tussen de EIB en de Europese Ombudsman.

1.5.4.Samenhang en eventuele synergie met andere relevante instrumenten

EIB-financieringsverrichtingen zullen een aanvulling vormen op de activiteiten die in het kader van de instrumenten voor buitenlandse hulp worden ontplooid. Om het externe beleid van de Unie ten aanzien van elke specifieke regio nog krachtiger te ondersteunen, zal de samenhang tussen de EIB-prioriteiten en de Uniebeleidslijnen worden versterkt. Een en ander is verwezenlijkt door de vaststelling en de actualisering van de regionale technische operationele richtsnoeren (RTOG's) na de vaststelling van Besluit nr. 466/2014/EU. De Commissie heeft, samen met EDEO en de EIB, deze richtsnoeren in mei 2015 geactualiseerd.

Deze RTOG's willen een steviger kader bieden voor dialoog en samenwerking tussen de EIB en de Commissie. EIB-financieringsverrichtingen kunnen, waar passend, op nuttige wijze worden gecombineerd met steun uit de EU-begroting in de vorm van medefinancieringssubsidies, risicokapitaal, risicodeling of technische bijstand voor projectvoorbereiding en -uitvoering of verbetering van het toezichts- en regelgevingskader.

1.6.Duur en financiële gevolgen

X Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur 

X    Voorstel/initiatief is van kracht vanaf 1.1.2014 tot en met 31.12.2020

De EIB kan vanaf 2014 tot en met 2020 financieringsverrichtingen ondertekenen.

X    Financiële gevolgen van 2014 tot niet bepaald.

1.7.Beheersvorm(en) 10  

X Direct beheer door de Commissie

Opmerkingen

In het verlengde van de bestaande bepalingen moet de EIB investeringsprojecten financieren overeenkomstig haar eigen regels en procedures. De EIB en de Commissie moeten de garantieovereenkomst en terugvorderingsovereenkomst waarin de nadere bepalingen en procedures zijn vastgelegd, wijzigen.

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

EIB-financieringsverrichtingen onder EU-garantie worden door de EIB beheerd en gemonitord in overeenstemming met de eigen regels en procedures van de EIB, welke onder meer in passende audit-, controle- en toezichtmaatregelen voorzien.

Bovendien moet de Raad van Bewind van de EIB, waarin de Commissie is vertegenwoordigd door een bewindvoerder en een plaatsvervanger, elke EIB-financieringsverrichting goedkeuren en erop toezien dat het beheer van de EIB plaatsvindt in overeenstemming met de statuten ervan en met de algemene richtlijnen die door de Raad van Gouverneurs zijn vastgesteld.

In het bestaande tripartiete akkoord tussen de Commissie, de Rekenkamer en de EIB is nader uiteengezet volgens welke regels de Rekenkamer haar audits van de financieringsverrichtingen van de EIB onder de EU-garantie dient uit te voeren.

Regelmatige verslagen worden opgesteld overeenkomstig de eisen van Besluit nr. 466/2014/EU. De Commissie brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van het mandaat door de EIB. De verslaglegging over de resultaten is gebaseerd op een passend samenstel van indicatoren (het EIB-raamwerk voor resultaatmeting (ReM)) voor (waar mogelijk) de hele portefeuille, of voor een hele sector. Het ReM helpt bij het selecteren van solide projecten waarvan, op basis van concrete resultaten, wordt uitgemaakt of zij stroken met de EU-prioriteiten en waarbij de betrokkenheid van de EIB een meerwaarde biedt. Tijdens de projectbeoordelingsfase worden resultaatindicatoren vastgesteld met uitgangswaarden en streefcijfers voor indicatoren voor de verwachte economische, sociale en ecologische uitkomsten van de verrichting. De daadwerkelijk behaalde resultaten worden gedurende de gehele projectduur aan deze gespecificeerde prestatiebenchmarks getoetst en op twee belangrijke momenten wordt daarover gerapporteerd: bij de voltooiing van het project en drie jaar na de voltooiing van het project ("post-voltooiing") voor rechtstreekse verrichtingen; aan het einde van de investeringsperiode en aan het einde van de levensduur van private-equityfondsen, en aan het einde van de toewijzingsperiode voor via intermediairs verstrekte leningen. Deze indicatoren betreffen de volgende thema's: i) ondertekend bedrag per regio; ii) uitbetaald bedrag per regio; iii) vooruitgang bij het behalen van een evenwichtige verdeling van activiteiten per land; iv) overzicht van de activiteiten voor de verschillende doelstellingen; v) volume van leningen op het gebied van klimaatverandering in vergelijking met de voorgenomen financiering en gevolgen voor absolute en relatieve reducties van broeikasgassen; vi) aantal projecten waarvan het klimaatrisico is beoordeeld; vii) aantal en bedrag van verrichtingen gecombineerd met EU-subsidies, en viii) aantal en bedrag van verrichtingen die medegefinancierd zijn met andere internationale financiële instellingen (IFI's).

Voorts verschaft de EIB de Commissie alle statistische, financiële en boekhoudkundige gegevens over de financieringsverrichtingen onder de EU-garantie die de Commissie nodig heeft om haar rapportageverplichtingen na te komen of om aan verzoeken van de Rekenkamer te voldoen, alsmede een accountantsverklaring betreffende de in het kader van de financieringsverrichtingen uitstaande bedragen.

De Commissie dient tegen 31 december 2021 bij het Europees Parlement en de Raad een afsluitend evaluatieverslag over de toepassing van dit besluit in.

2.2.Beheers- en controlesysteem

2.2.1.Mogelijke risico's

Het risico voor de EU-begroting is verbonden met de begrotingsgarantie die de Unie aan de EIB afgeeft voor haar verrichtingen in derde landen. De garantie biedt een alomvattende dekking voor alle betalingen die niet door de EIB ontvangen worden in het kader van verrichtingen op nationaal of subnationaal niveau en dekt alleen het politieke risico voor andere verrichtingen met risicodeling tussen de Unie en de EIB.

In het voorstel wordt het totale plafond voor de EIB-financieringsverrichtingen onder de EU-garantie opgetrokken door het in het besluit vermelde optionele bedrag van 3 miljard EUR te activeren. Ook wordt in het wijzigingsbesluit van de Commissie voorgesteld om het totale plafond met 2,3 miljard EUR te verhogen voor EIB-financieringsverrichtingen aan de particuliere sector ten behoeve van projecten ter ondersteuning van vluchtelingen en/of gastgemeenschappen. In dit verband zal dit mandaat de alomvattende garantie genieten - en niet alleen de garantie voor politieke risico's. Deze alomvattende garantie geldt voor EIB-financieringsverrichtingen aan de particuliere sector als onderdeel van het strategische antwoord voor de aanpak van onderliggende oorzaken van migratie.

Daarom zal het totale plafond in de periode 2014-2020 toenemen van 27 miljard EUR tot 32,3 miljard EUR.

Hoe dan ook is de Uniegarantie beperkt tot 65% van het totale bedrag aan uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en vermeerderd met alle daarmee verband houdende bedragen.

De begrotingspost ("p.m.") betreffende de begrotingsgarantie voor de EIB-leningen aan derde landen zal pas worden geactiveerd indien door de EIB daadwerkelijk een beroep wordt gedaan op de garantie die niet volledig door het Garantiefonds kan worden gedekt. Hoewel het onwaarschijnlijk is dat er een dergelijk beroep gedaan wordt op de begroting (d.w.z. buiten de activa het Garantiefonds), blijkt uit de opmerkingen bij de begrotingsonderdeel welke financieringsbehoeften zouden kunnen ontstaan in het geval van een EIB-verzoek tot uitkering betreffende een door de EU-garantie gedekte wanbetaling.

In 2015 en in de eerste helft 2016 is een beroep gedaan op het Garantiefonds om wanbetalingen voor leningen in Syrië te dekken. In de jaarlijkse verslagen van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende door de algemene begroting gedekte garanties worden landenrisico-indicatoren geanalyseerd en wordt aangeven hoe het wanbetalingsrisico evolueert. Het verslag verschaft informatie over de kwantitatieve aspecten van het risico dat door de EU-begroting wordt gedekt. De kwaliteit van de risico's hangt echter af van het soort verrichting en de status van de leningnemers. De risicobeoordeling in dit verslag is gebaseerd op de informatie over de economische en financiële situatie, ratings en andere feiten die bekend zijn over de landen die gegarandeerde leningen hebben ontvangen.

2.2.2.Informatie over het opgezette interne controlesysteem

De Commissie is verantwoordelijk voor het beheer van de EU-garantie. EIB-financieringsverrichtingen in het kader van het voorgenomen wijzigingsbesluit worden uitgevoerd overeenkomstig het standaardreglement van de EIB en goede bancaire praktijken. De EIB en de Commissie gaan een overeenkomst aan waarin de nadere bepalingen en procedures met betrekking tot de tenuitvoerlegging van het voorgenomen besluit worden vastgelegd. Zie ook reeds het deel "Regels inzake het toezicht en de verslagen".

2.2.3.Raming van de kosten en baten van de controles en beoordeling van het verwachte foutenrisico

N.v.t.

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

De verantwoordelijkheid voor het treffen van fraudebestrijdingsmaatregelen berust in de eerste plaats bij de EIB, die op haar financieringsverrichtingen de EIB-beleidslijn ter voorkoming van corruptie, fraude, collusie, dwang, witwassen van geld en terrorismefinanciering bij activiteiten van de Europese Investeringsbank dient toe te passen. De EIB heeft beleidslijnen aangenomen ten aanzien van zwak gereguleerde, niet-transparante en niet-coöperatieve rechtsgebieden.

De EIB is vastbesloten om voor al haar activiteiten een strikt beleid aan te houden ten aanzien van belastingfraude, belastingontduiking en schadelijke fiscale praktijken, ook bij leningen verschaft via financiële intermediairs. Zij monitort voortdurend de vooruitgang die bij internationale normen ter zake wordt geboekt, om haar voortrekkersrol onder de internationale financiële instellingen te handhaven in de strijd tegen deze schadelijke fiscale praktijken en om ervoor te zorgen dat haar beleid ten aanzien van zwak gereguleerde, niet-transparante en niet-coöperatieve jurisdicties gelijke tred houdt met belangrijke ontwikkelingen.

Het AML-CFT-raamwerk van de EIB-groep, dat in 2014 is bijgewerkt en bekendgemaakt op de EIB-website, legt de belangrijkste beginselen vast inzake witwassen en terrorismefinanciering (AML/CFT) en de daarmee samenhangende integriteitsaspecten bij activiteiten van de EIB-groep en zet in op het voorkomen dat de EIB-groep bij zijn bestuursorganen, medewerkers en tegenpartijen wordt geassocieerd met of gebruikmaakt van witwassen, terrorismefinanciering of andere criminele activiteiten.

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

Bestaande begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen

Rubriek van het meerjarig financieel kader:

Begrotingsonderdeel

Type
uitgaven

Bijdrage

Nummer
[…][Rubriek ………………………...……………]

GK/NGK 11

van EVA-landen 12

van kandidaat-lidstaten 13

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement

4

01.0305 EU-garantie voor EIB-leningen

en leninggaranties voor verrichtingen in

derde landen

01.0306 Voorziening van het Garantie-

fonds

GK/NGK

NEEN

NEEN

NEEN

NEEN

NEEN

NEEN

NEEN

NEEN

3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

in miljoen euro (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarig financieel
kader

Nummer

Rubriek 4

DG: ECFIN

Jaar

2014 14

Jaar
2015

Jaar
2016

Jaar
2017

Jaren

2018-2020

TOTAAL

Beleidskredieten

Nummer begrotingsonderdeel: 01 0305

Vastleggingen

(1)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Betalingen

(2)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Nummer begrotingsonderdeel: 01 0306

Aanvullende verbintenissen

(1a)

-

-

-

-

+ 4

+ 32

+ 79

+ 115

Extra betalingen

(2 a)

-

-

-

-

+ 4

+ 32

+ 79

+ 115

Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten 15  

Nummer begrotingsonderdeel

(3)

TOTAAL kredieten
voor DG <…….>

Vastleggingen

= 1+1a+3

-

-

-

-

Betalingen

= 2+2a

+3

-

-

-

-

+ 4

+ 32

+ 79

+ 115






TOTAAL beleidskredieten

Vastleggingen

(4)

-

-

-

-

+ 4

+ 32

+ 79

+ 115

Betalingen

(5)

-

-

-

-

+ 4

+ 32

+ 79

+ 115

TOTAAL uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten

(6)

TOTAAL kredieten
van RUBRIEK 4
van het meerjarig financieel kader

Vastleggingen

= 4+6

-

-

-

-

+ 4

+ 32

+ 79

+ 115

Betalingen

= 5+6

-

-

-

-

+ 4

+ 32

+ 79

+ 115





Rubriek van het meerjarig financieel
kader

5

"Administratieve uitgaven". Er zijn geen bijkomende administratieve uitgaven

in miljoen euro (tot op drie decimalen)

Jaar
N

Jaar
N+1

Jaar
N+2

Jaar
N+3

Invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

DG: <…….>

Personele middelen

Andere administratieve uitgaven

TOTAAL DG <….>

Kredieten

TOTAAL kredieten
van RUBRIEK 5
van het meerjarig financieel kader
 

(totaal vastleggingen = totaal betalingen)

in miljoen euro (tot op drie decimalen)

Jaar
2014

Jaar
2015

Jaar
2016

Jaar
2017

Jaren

2018-2020

TOTAAL

TOTAAL kredieten
voor RUBRIEK 1 tot en met 5
van het meerjarig financieel kader
 

Vastleggingen

-

-

-

-

+ 4

+ 32

+ 79

+ 115

Betalingen

-

-

-

-

+ 4

+ 32

+ 79

+ 115

3.2.2.Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

X    Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Vastleggingskredieten, in miljoen euro (tot op drie decimalen)

Vermeld doelstellingen en outputs

Jaar
2014

Jaar
2015

Jaar
2016

Jaar
2017

Jaren

2018-2020

TOTAAL

OUTPUTS

Soort 16

Gem. kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Totaal aantal

Totale kosten

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2

Verbeteren van het profiel, de externe vertegenwoordiging en de betrekkingen van de EU met de EIB en de EBWO, andere internationale financiële instellingen en relevante economische fora die gericht zijn op het nauwer afstemmen van hun strategieën en activiteiten op de externe prioriteiten van de EU

-

-

-

-

+ 4

+ 32

+ 79

+ 115

Subtotaal specifieke doelstelling nr. 2

-

-

-

-

+ 4

+ 32

+ 79

+ 115

TOTALE KOSTEN

-

-

-

-

+ 4

+ 32

+ 79

+ 115

De geraamde gevolgen voor de beleidskredieten kunnen als volgt worden samengevat:

• 01 0305 - "EU-garantie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen"

De begrotingspost ("p.m.") betreffende de begrotingsgarantie voor de EIB-leningen aan derde landen zal pas worden geactiveerd indien op de garantie daadwerkelijk een beroep wordt gedaan en dit niet volledig door het Garantiefonds kan worden gedekt.

• 01 0306 – "Voorziening van het Garantiefonds"

Overeenkomstig de Garantiefondsverordening (Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad) zijn stortingen in het Garantiefonds vereist. Conform die verordening wordt het voorzieningsbedrag voor de leningen bepaald op basis van het uitstaande bedrag aan het einde van het jaar. Aan het begin van jaar "n" wordt het te storten bedrag berekend: dit is het verschil tussen het streefbedrag (9% van het uitstaande bedrag) en de waarde van de nettoactiva van het Fonds aan het einde van jaar "n-1". Dit voorzieningsbedrag wordt in jaar "n" in de ontwerpbegroting van jaar "n+1" opgenomen en aan het begin van jaar "n+1" in één keer overgemaakt uit begrotingsonderdeel 01 0306 01 12.

Het Garantiefonds dekt ook macro-financiële bijstand (MFB) en Euratom-leningen, die buiten het toepassingsgebied van het voorgenomen besluit vallen. Bij de bepaling van de geraamde benodigde begrotingsmiddelen wordt daarom rekening gehouden met zowel de bestaande aangegane verrichtingen als de mogelijke nieuwe verrichtingen in het kader van deze beide activiteiten. De daadwerkelijk jaarlijks benodigde middelen voor de voorziening van het Garantiefonds in 2014-2020 zullen uiteindelijk afhangen van het feitelijke tempo waaraan ondertekeningen, uitkeringen en terugbetalingen van leningen op de drie activiteiten plaatsvinden, alsmede van de ontwikkeling van de activa van het Garantiefonds.

Onderstaande tabel toont de geraamde externe activiteiten onder het Garantiefonds voor de periode 2014-2026 (aantal ondertekeningen en uitkeringen van leningen).

Prognose uitstaand bedrag (32,3 miljard EUR) in de periode 2014-2026 met betrekking tot EIB-, MFB- en Euratom-leningen

TOTAAL UITSTAAND BEDRAG (EIB + MFB + EURATOM)

Eind 2014

Eind 2015

Eind 2016

Eind 2017

Eind 2018

Eind 2019

Eind 2020

Eind 2021

Eind 2022

Eind 2023

Eind 2024

Eind 2025

Eind 2026

Uitstaande bedragen

26,353

28,451

30,744

32,730

35,198

36,654

37,713

38,278

37,981

36,841

34,568

32,562

30,320

De daling van het uitstaande bedrag vanaf 2021 houdt verband met het feit dat geen prognoses beschikbaar zijn voor de volgende periode van het EIB-mandaat.

3.2.3.Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader

X    Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarig financieel kader

De geraamde bijkomende begrotingsbehoeften zijn hiervoor vermeld in het deel "Geraamde gevolgen voor de uitgaven" (115 miljoen EUR over de periode 2018-2020) en zullen worden gedekt door herschikking binnen Rubriek 4 of, in laatste instantie, door een beroep te doen op de niet-toegewezen marge.

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

X    Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

   voor de eigen middelen 

X    voor de diverse ontvangsten

in miljoen euro (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:

Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten

Gevolgen van het voorstel/initiatief 17

Jaar
N

Jaar
N+1

Jaar
N+2

Jaar
N+3

invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Artikel ………….

Voor de diverse ontvangsten die worden "toegewezen", vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

Als het Garantiefonds boven zijn streefbedrag uitkomt, wordt het overschot naar het algemene begrotingsonderdeel teruggeboekt.

De methode voor het berekenen van de geraamde gevolgen voor de ontvangsten is hierboven nader beschreven in het deel "Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten" over het functioneren van het Garantiefonds.

(1) COM(2016) 385 van 7.6.2016.
(2) Evaluatie van het Garantiefonds, beschikbaar op: http://ec.europa.eu/dgs/economy_finance/evaluation/completed/index_en.htm
(3) Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).
(4) Besluit (EU) 2016/590 van de Raad van 11 april 2016 betreffende de ondertekening namens de Europese Unie van de Overeenkomst van Parijs, die is aangenomen in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (PB L 103 van 19.4.2016, blz. 1)
(5) "EIB Climate Strategy – Mobilising finance for the transition to a low-carbon and climate-resilient economy", door de EIB aangenomen op 22.9.2015.
(6) ABM: activity-based management; ABB: activity-based budgeting.
(7) In de zin van artikel 54, lid 2, onder a) of b), van het Financieel Reglement.
(8) http://www.eib.org/projects/cycle/monitoring/rem.htm
(9) SWD(2016) xxx final van xx.xx.2016.
(10) Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html
(11) GK = gesplitste kredieten, NGK = niet-gesplitste kredieten.
(12) EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
(13) Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.
(14) Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.
(15) Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(16) Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bijv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen enz.).
(17) Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25% aan inningskosten.
Top

Brussel, 14.9.2016

COM(2016) 583 final

BIJLAGE

Regionale plafonds

bij

Voorstel voor een Besluit van het Europees Parlement en de Raad

tot wijziging van Besluit nr. 466/2014/EU tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie


REGIONALE PLAFONDS

A. Pretoetredingslanden: 9 679 000 000 EUR, waarvan 9 239 000 000 EUR onder het algemene mandaat en 440 000 000 EUR onder het mandaat voor leningen aan de particuliere sector.

B. Nabuurschaps- en partnerschapslanden: 18 374 000 000 EUR, uitgesplitst in de volgende subplafonds:

i) Middellandse Zeelanden: 12 366 000 000 EUR, waarvan 10 506 000 000 EUR onder het algemene mandaat en 1 860 000 000 EUR onder het mandaat voor leningen aan de particuliere sector.

ii) Oost-Europa, zuidelijke Kaukasus en Rusland: 6 008 000 000 EUR;

C. Azië en Latijns-Amerika: 3 785 000 000 EUR, uitgesplitst in de volgende subplafonds:

i) Latijns-Amerika: 2 543 000 000 EUR;

ii) Azië: 1 040 000 000 EUR;

iii) Centraal-Azië: 202 000 000 EUR;

D. Zuid-Afrika: 462 000 000 EUR.

De bestuursorganen van de EIB kunnen, na raadpleging van de Commissie, besluiten binnen het totale vaste plafond een bedrag van ten hoogste 20 % van de subregionale maxima binnen de regio's, en van ten hoogste 20 % van de regionale plafonds tussen de regio's, opnieuw toe te wijzen. Het totale bedrag van 2 300 000 000 EUR dat in de punten A en B is gereserveerd onder het mandaat voor leningen aan de particuliere sector, mag niet worden gewijzigd.

Top

Brussel, 14.9.2016

COM(2016) 583 final

BIJLAGE

Potentieel in aanmerking komende regio's en landen

bij

Voorstel voor een Besluit van het Europees Parlement en de Raad

tot wijziging van Besluit nr. 466/2014/EU tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie


POTENTIEEL IN AANMERKING KOMENDE REGIO'S EN LANDEN

A. Pretoetredingslanden

1. Kandidaat-lidstaten

Albanië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Montenegro, Servië, Turkije

2. Potentiële kandidaat-lidstaten

Bosnië en Herzegovina, Kosovo

B. Nabuurschaps- en partnerschapslanden

1. Middellandse Zeelanden

Algerije, Egypte, Jordanië, Libanon, Libië, Marokko, Palestina, Syrië, Tunesië

2. Oost-Europa, zuidelijke Kaukasus en Rusland

   Oost-Europa: Belarus, Republiek Moldavië, Oekraïne

   Zuidelijke Kaukasus: Armenië, Azerbeidzjan, Georgië

   Rusland

C. Azië en Latijns-Amerika

1. Latijns-Amerika

Argentinië, Bolivia, Brazilië, Colombia, Costa Rica, Cuba, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Uruguay, Venezuela

2. Azië

Afghanistan, Bangladesh, Bhutan, Cambodja, China, India, Indonesië, Iran, Irak, Laos, Maleisië, Maldiven, Mongolië, Myanmar/Birma, Nepal, Pakistan, de Filipijnen, Sri Lanka, Taiwan, Thailand, Vietnam, Jemen

3. Centraal-Azië

Kazachstan, Kirgizië, Oezbekistan, Tadzjikistan, Turkmenistan

D. Zuid-Afrika

   Zuid-Afrika

Top

Brussel, 14.9.2016

COM(2016) 583 final

BIJLAGE

In aanmerking komende regio's en landen

bij

Voorstel voor een Besluit van het Europees Parlement en de Raad

tot wijziging van Besluit nr. 466/2014/EU tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie


IN AANMERKING KOMENDE REGIO'S EN LANDEN

A. Pretoetredingslanden

1. Kandidaat-lidstaten

Albanië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Montenegro, Servië, Turkije

2. Potentiële kandidaat-lidstaten

Bosnië en Herzegovina, Kosovo

B. Nabuurschaps- en partnerschapslanden

1. Middellandse Zeelanden

Algerije, Egypte, Jordanië, Libanon, Libië, Marokko, Palestina, Tunesië

2. Oost-Europa, zuidelijke Kaukasus en Rusland

   Oost-Europa: Belarus, Republiek Moldavië, Oekraïne

   Zuidelijke Kaukasus: Armenië, Azerbeidzjan, Georgië

   Rusland

C. Azië en Latijns-Amerika

1. Latijns-Amerika

Argentinië, Bolivia, Brazilië, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Uruguay, Venezuela

2. Azië

Bangladesh, Bhutan, Cambodja, China, India, Indonesië, Irak, Laos, Maleisië, Maldiven, Mongolië, Myanmar/Birma, Nepal, Pakistan, de Filipijnen, Sri Lanka, Thailand, Vietnam, Jemen

3. Centraal-Azië

Kazachstan, Kirgizië, Tadzjikistan, Turkmenistan, Oezbekistan

D. Zuid-Afrika

Zuid-Afrika

Top