EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52015DC0628

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de uitvoering van Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de Gemeenschap

COM/2015/0628 final

Brussel, 14.12.2015

COM(2015) 628 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de uitvoering van Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad
betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de Gemeenschap


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de uitvoering van Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad
betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de Gemeenschap

1.Inleiding

Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de Gemeenschap 1 stelt minimumnormen vast voor de geharmoniseerde productie van arbeidskrachtenenquêtes in de Europese Unie en haar lidstaten. Deze is in 2002, 2003, 2007 en 2014 gewijzigd 2 .

Artikel 7 van Verordening (EG) nr. 577/98 luidt als volgt:

"Om de drie jaar, en voor het eerst in 2000, legt de Commissie een rapport over de uitvoering van deze verordening aan het Parlement en de Raad voor. Hierin wordt met name een evaluatie gegeven van de kwaliteit van de statistische methoden die de lidstaten denken te gebruiken voor de verbetering van de resultaten of de verlichting van de enquêteprocedures."

Dit is het zesde verslag van de Commissie aan het Parlement en de Raad.

Deel 2 geeft een overzicht van de Europese arbeidskrachtenenquête en de relevantie ervan voor de ondersteuning van het beleid van de Europese Unie.

Deel 3 maakt de balans op van de uitvoering van Verordening (EG) nr. 577/98 in de lidstaten, kandidaat-lidstaten en EVA-landen.

Deel 4 gaat over de huidige initiatieven van het Europees statistisch systeem (ESS) 3 om de kwaliteit van de arbeidskrachtenenquête te verbeteren en deze minder belastend te maken.

2.Overzicht van de arbeidskrachtenenquête

2.1.Algemene beschrijving

De Europese arbeidskrachtenenquête (European Union Labour Force Survey — EU-LFS) is een grote steekproefenquête van ingezetenen in particuliere huishoudens. Deze biedt driemaandelijkse en jaarlijkse arbeidsmarktstatistieken over werkgelegenheid en werkloosheid, alsmede over mensen die buiten de arbeidsmarkt staan. De enquête verzamelt daarnaast meerjarige informatie van speciale modules en biedt input voor modelmatige maandelijkse ramingen van het aantal werklozen en het werkloosheidspercentage.

De nationale bureaus voor de statistiek van de lidstaten zijn verantwoordelijk voor het opstellen van de nationale vragenlijsten, het vaststellen van de steekproef, het afnemen van interviews en het toezenden van de resultaten aan de Commissie (Eurostat) overeenkomstig het door de Commissie bij Verordening (EG) nr. 377/2008 van de Commissie 4 vastgestelde gemeenschappelijke codeerschema.

Eurostat is belast met het toezicht op de uitvoering van Verordening (EG) nr. 577/98, de ondersteuning van de nationale bureaus voor de statistiek, de bevordering van geharmoniseerde begrippen en methoden, en de verspreiding van vergelijkbare nationale en Europese arbeidsmarktstatistieken.

De EU-LFS heeft per kwartaal een steekproefgrootte van 1,3 miljoen personen (1,2 miljoen personen uit de EU-28-landen) tussen 15 en 75 jaar en vindt plaats in 33 landen 5 . Dit maakt de EU-LFS de grootste enquête onder huishoudens in Europa.

2.2.Relevantie

De EU-LFS is de belangrijkste bron van officiële statistieken over de arbeidsmarkt in de Europese Unie. In totaal omvat deze enquête meer dan 100 variabelen over de arbeidssituatie, werkgelegenheidskenmerken, arbeidstijd, opleiding en scholing van personen, elk jaar aangevuld met een thematische speciale module 6 . De EU-LFS is gebaseerd op internationale normen en definities en is daarom ook buiten de Europese Unie relevant, doordat de situatie op de Europese arbeidsmarkt kan worden vergeleken met die in andere gebieden of landen.

De EU-LFS-gegevens worden gebruikt bij enkele belangrijke EU-beleidsinitiatieven. Zo is de EU-LFS een van de belangrijkste gegevensbronnen voor het toezicht op de voortgang die de lidstaten maken met betrekking tot de werkgelegenheidsrichtsnoeren in de context van artikel 148 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 7  en de Europa 2020-strategie van de EU. Drie EU-LFS-indicatoren (de arbeidsparticipatie tussen 20 en 65 jaar, het percentage voortijdige schoolverlaters en het percentage 30- tot en met 34-jarigen met een tertiair opleidingsniveau) worden gebruikt om toezicht te houden op de voortgang inzake twee van de vijf Europa 2020-kerndoelen 8 . Veel andere op de LFS gebaseerde indicatoren worden gebruikt in het gezamenlijk evaluatiekader voor Europa 2020.

Regionale LFS-indicatoren worden gebruikt om de financiële toewijzingen in het kader van het EU-cohesiebeleid te bepalen en om de impact van de cohesiebeleidsprogramma's te plannen, er toezicht op te houden en te evalueren.

Het op de LFS gebaseerde maandelijkse werkloosheidspercentage is een belangrijke conjunctuurindicator. Het is een van de voornaamste Europese economische indicatoren 9 , tevens gebruikt voor het opstellen van voortschrijdende jaargemiddelden van het werkloosheidspercentage voor het scorebord van economische en financiële indicatoren om macro-economische en concurrentiële onevenwichtigheden op te sporen 10 . De EU-LFS levert input voor de nationale rekeningen over werknemers en arbeidstijden, en op andere gebieden die buiten de arbeidsmarkt vallen, zoals onderwijs.

Tot slot is voor onderzoekers in Europa de EU-LFS een van de belangrijkste bronnen van statistische microgegevens. De grote steekproef maakt het mogelijk studies uit te voeren over specifieke groepen op de arbeidsmarkt. De EU-LFS heeft tevens een brede dekking van onder meer demografische, regionale en onderwijsgerelateerde variabelen.

3.Uitvoering van de arbeidskrachtenenquête

3.1.Nauwkeurigheid

De ramingen uit de steekproefenquêtes kunnen twee soorten fouten bevatten: steekproeffouten en niet-steekproeffouten. Samen zijn zij bepalend voor de nauwkeurigheid van de schattingen. Steekproeffouten treden op omdat slechts een subgroep van de gehele bevolking wordt onderzocht. Niet-steekproeffouten zijn alle andere fouten die niet het gevolg zijn van de steekproefname (bijvoorbeeld fouten bij de dekking, meetfouten, verwerkingsfouten en fouten door non-respons).

Wat steekproeffouten betreft, is de grootte van de steekproef de belangrijkste determinant. Naarmate steekproeven groter worden, worden de resultaten ervan nauwkeuriger. De onderstaande tabel geeft de grootte van de ondervraagde steekproef van personen tussen 15 en 75 jaar per kwartaal in elk deelnemend land weer, zowel in absolute cijfers als in een percentage van de totale bevolking in die leeftijdsgroep. Het bemonsteringspercentage 11 varieert van 0,2 % (België, Duitsland, Frankrijk, Kroatië, Italië, Polen, het Verenigd Koninkrijk en Turkije) tot 1,5 % (Malta). In 2014 bedroeg de steekproefgrootte van de driemaandelijkse enquête gemiddeld 1,3 miljoen personen; dit is 0,3 % van de totale bevolking tussen 15 en 75 jaar in de 33 deelnemende landen.

Europese arbeidskrachtenenquête

Bereikte steekproefgrootte en overeenkomstig bereikt percentage van de bevolking tussen 15 en 75 jaar (kwartaalgemiddelde 2014)

Land

Driemaandelijkse steekproefgrootte (in duizendtallen)

Bemonsterings-percentage voor de bevolkingsgroep tussen 15 en 75 jaar (in procent)

Land

Driemaandelijkse steekproefgrootte (in duizendtallen)

Bemonsterings-percentage voor de bevolkingsgroep tussen 15 en 75 jaar (in procent)

EU-28

1 195

0,3

MT

5

1,5

BE

20

0,2

NL

81

0,6

BG

25

0,4

AT

34

0,5

CZ

42

0,5

PL

70

0,2

DK

25

0,6

PT

32

0,4

DE

127

0,2

RO

45

0,3

EE

5

0,5

SI

12

0,8

IE

38

1,1

SK

19

0,5

EL

44

0,5

FI

31

0,8

ES

127

0,4

SE

57

0,8

FR

84

0,2

UK

74

0,2

HR

7

0,2

IS

3

1,3

IT

110

0,2

NO

19

0,5

CY

8

1,2

CH

30

0,5

LV

8

0,5

MK

8

0,5

LT

12

0,6

TR

93

0,2

LU

3

0,6

HU

49

0,6

TOTAAL

1 348

0,3

Officiële enquêtes, zoals de EU-LFS, maken gebruik van kanssteekproeven. Dit maakt het mogelijk steekproeffouten te kwantificeren in termen van betrouwbaarheidsintervallen. De onderstaande tabel geeft de ramingen en 95 %-betrouwbaarheidsintervallen voor de vier belangrijkste indicatoren over de geaggregeerde EU-28-landen weer.

95 %-betrouwbaarheidsinterval van de belangrijkste LFS-indicatoren voor de EU-28 (2014)

Aantal werknemers
(in miljoenen)

Aantal werklozen
(in miljoenen)

Werkloosheidspercentage
(in procent)

Gemiddeld aantal gewerkte uren
(in uren)

218,3 ± 0,5

24,8 ± 0,3

10,2 ± 0,3

36,8 ± 0,1

Deze intervallen komen overeen met de nauwkeurigheidsvereisten van Verordening (EG) nr. 577/98.

Wat niet-steekproeffouten betreft, houden Eurostat en de deelnemende landen regelmatig toezicht op relevante bronnen van niet-steekproeffouten (bijvoorbeeld non-respons). De deelnemende landen doen aan Eurostat jaarlijks verslag over de belangrijkste oorzaken van fouten en lichten toe welke methoden worden toegepast om die op nationaal niveau te verminderen. Een samenvatting wordt gepubliceerd in het jaarlijkse kwaliteitsverslag van de EU-LFS 12 .

In 2014 was deelname aan de EU-LFS in dertien landen verplicht (België, Duitsland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Cyprus, Malta, Oostenrijk, Portugal, Slowakije, Noorwegen en Turkije) en in de overige twintig landen vrijwillig. In landen waar deelname aan de enquête vrijwillig is, ligt het non-responspercentage algemeen hoger dan in landen waar deelname verplicht is 13 .

Deelname aan de EU-LFS en non-responspercentage per land (2014)

Land

Deelname

Non-responspercentage (in procent)

Land

Deelname

Non-responspercentage (in procent)

BE

Verplicht

27,8

MT

Verplicht

23,7

BG

Vrijwillig

23,7

NL

Vrijwillig

42,7

CZ

Vrijwillig

20,6

AT

Verplicht

5,7

DK

Vrijwillig

46,2

PL

Vrijwillig

31,5

DE

Verplicht

2,3

PT

Verplicht

14,8

EE

Vrijwillig

31,3

RO

Vrijwillig

9,5

IE

Vrijwillig

23,9

SI

Vrijwillig

21,3

EL

Verplicht

24,6

SK

Verplicht

11,0

ES

Verplicht

15,2

FI

Vrijwillig

28,0

FR

Verplicht

20,9

SE

Vrijwillig

35,7

HR

Vrijwillig

31,3

UK

Vrijwillig

39,8

IT

Verplicht

11,8

IS

Vrijwillig

21,0

CY

Verplicht

4,2

NO

Verplicht

19,9

LV

Vrijwillig

35,7

CH

Vrijwillig

18,8

LT

Vrijwillig

19,6

MK

Vrijwillig

24,6

LU

Vrijwillig

84,6

TR

Verplicht

9,3

HU

Vrijwillig

17,2

3.2.Tijdigheid en punctualiteit

De tijdigheid van statistieken is gedefinieerd als het tijdsinterval tussen de referentieperiode en het tijdstip waarop de gegevens voor gebruikers beschikbaar zijn. Voor de EU-LFS is dit interval afhankelijk van de tijd die de lidstaten nodig hebben om de enquête uit te voeren, te verwerken en vervolgens de resultaten aan Eurostat toe te zenden, alsmede van de tijd die Eurostat nodig heeft om de resultaten te verwerken, te valideren en te publiceren.

In Verordening (EG) nr. 577/98 is bepaald dat de lidstaten binnen twaalf weken na afloop van het referentiekwartaal gegevens aan Eurostat moeten doen toekomen. Eurostat valideert de nationale gegevensverzamelingen zodra deze zijn ontvangen. De onderstaande tabel toont het interval tussen het einde van het referentiekwartaal en het tijdstip waarop de gegevens voor gebruikers van Eurostat beschikbaar zijn voor de periode 2011-2014 in vergelijking met het laatste jaar waarop het vorige verslag betrekking had (2010).

De tijdigheid van de EU-LFS-gegevens is gedurende de onderzochte periode verbeterd. In 2010 was 13 weken na het einde van het referentiekwartaal 85 % van de gegevensverzamelingen van de lidstaten beschikbaar voor bewerking. Dit percentage is gestegen tot 95 % in 2014.

De punctualiteit van statistieken is gedefinieerd als het tijdsinterval tussen de aangekondigde en de daadwerkelijke publicatiedatum. Sinds enkele jaren kondigt Eurostat de geplande publicatiedata van de belangrijkste kwartaal- en jaarindicatoren van de EU-LFS aan. In de periode 2011-2014 werden alle aangekondigde publicatietermijnen gehaald.

Eurostat is ook van plan de tijdigheid van de verspreiding van de EU-LFS-resultaten te verbeteren door de termijn voor de verschaffing van gegevens aan Eurostat in de toekomst in te korten. De tijdigheid van de EU-LFS-gegevens is ook belangrijk voor de raming van het maandelijkse werkloosheidspercentage. Zodra de nationale gegevens door Eurostat zijn verwerkt, worden zij gebruikt bij de volgende berekening van het maandelijkse werkloosheidspercentage. Het maandelijkse werkloosheidspercentage wordt ongeveer 30 dagen na het einde van de maand gepubliceerd.

3.3.Toegankelijkheid en duidelijkheid

Eurostat verspreidt de EU-LFS-statistieken op verschillende manieren. Het belangrijkste middel is de onlinedatabank van Eurostat, die meer dan 400 tabellen met gedetailleerde EU-LFS-gegevens omvat (resultaten per kwartaal, jaar, type huishouden en speciale module). De indicatoren voor de Europa 2020-kerndoelen worden eveneens gepubliceerd in een specifiek gedeelte van de website 14 . Deze tabellen bevatten alleen de belangrijkste EU-LFS-resultaten. Eurostat kan op verzoek van gebruikers specifieke tabellen met andere combinaties van EU-LFS-variabelen opstellen.

EU-LFS-microgegevens zijn tevens zeer relevant voor wetenschappelijke doeleinden. Deze microgegevens worden opgevraagd door steeds meer onderzoekers van universiteiten, onderzoeksinstituten en nationale bureaus voor de statistiek uit heel Europa en daarbuiten. Sinds 2011 verschaft Eurostat microgegevens gratis. De gegevens zijn toegankelijk onder de voorwaarden die zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 557/2013 van de Commissie 15 , zodat de bescherming van de persoonsgegevens van de respondenten gewaarborgd blijft. De gegevensbestanden, die bestaan uit individuele dossiers, worden geanonimiseerd om onrechtmatige openbaarmaking van persoonsgegevens te voorkomen.

Gedetailleerde documentatie (metagegevens) wordt via verschillende kanalen aan de gebruikers verstrekt. Algemene informatie voor het grote publiek wordt via het EU-LFS-gedeelte van de Eurostat-website verstrekt en een gedetailleerdere toelichting is te vinden op de pagina "Statistics Explained" 16 . Specifieke informatie over de inhoud en kwaliteit van de statistieken wordt verstrekt via een jaarlijkse methodologische publicatie, waarin de kenmerken van de nationale enquêtes worden beschreven, en via een jaarlijks kwaliteitsverslag, waarin de EU-LFS-resultaten worden opgesomd 17 . Daarnaast zijn specifieke metagegevens van de EU-LFS-statistieken via de onlinedatabank van Eurostat beschikbaar. Sinds 2014 wordt de informatie uit de nationale kwaliteitsverslagen van elk deelnemend land online geplaatst.

Landen verbeteren regelmatig hun arbeidskrachtenenquête, wat de methoden of processen betreft. Als deze verbeteringen leiden tot onderbrekingen in de EU-LFS-gegevens, stelt het betrokken nationaal bureau voor de statistiek Eurostat hiervan op de hoogte. Belangrijke onderbrekingen worden gedocumenteerd en vermeld in publicaties van Eurostat 18 . Eurostat publiceert ook een speciale gegevensverzameling, de belangrijkste EU-LFS-indicatoren, waarin eerdere reeksen worden gecorrigeerd voor mogelijke onderbrekingen en incidentele ontbrekende gegevens worden ingevuld.

3.4.Vergelijkbaarheid

De EU-LFS is gebaseerd op een hoge mate van harmonisatie van begrippen, definities, classificaties en methoden. Bij Verordening (EG) nr. 377/2008 is een gemeenschappelijk codeerschema vastgesteld, zodat alle deelnemende landen dezelfde definities van variabelen gebruiken. Er wordt gebruikgemaakt van gemeenschappelijke classificaties (bijvoorbeeld NACE voor economische activiteit en ISCO voor beroepen) en wanneer deze classificaties worden herzien, zorgt Eurostat ervoor dat alle deelnemende landen deze herzieningen gecoördineerd uitvoeren. Bovendien worden in een gemeenschappelijke toelichting gedetailleerde richtsnoeren verstrekt over het doel, de codering en de toepassing door de nationale bureaus voor de statistiek. Methodologische kwesties worden besproken in een specifieke werkgroep, de werkgroep arbeidsmarktstatistieken, die de uitwisseling van ervaringen en gemeenschappelijke werkwijzen tussen alle deelnemende landen bevordert.

Om ervoor te zorgen dat de meting van de werkloosheid in alle deelnemende landen wordt geharmoniseerd, heeft de Commissie bij Verordening (EG) nr. 1897/2000 19 een operationele definitie van werkloosheid vastgelegd, alsmede de bij de formulering van de enquêtevragen over de arbeidssituatie te volgen principes. De definitie van werkloosheid is in overeenstemming met de normen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), die zijn goedgekeurd door de 13e en 14e internationale conferentie van arbeidsstatistici 20 . Dit garandeert dat de EU-LFS-statistieken vergelijkbaar zijn met die uit andere landen, met name die uit de andere OESO-landen.

3.5.Samenhang

De samenhang tussen bevolkingsschattingen op basis van de EU-LFS en uit demografische statistieken is een belangrijk aspect van de totale kwaliteit. Aangezien de EU-LFS een steekproefenquête is, worden de resultaten berekend aan de hand van de antwoorden van een subgroep van de bevolking. De antwoorden worden vervolgens geëxtrapoleerd tot de gehele bevolking. De gegevens voor de bevolking zijn gebaseerd op de beste schattingen op dat moment (uitgesplitst naar geslacht en leeftijdsgroepen voor een grotere nauwkeurigheid van de procedure). In principe zorgt deze extrapolatie voor samenhang tussen de demografische en EU-LFS-statistieken. In uitzonderlijke omstandigheden kunnen zich echter verschillen voordoen. Zo zijn bijvoorbeeld om de tien jaar nieuwe volkstellingsresultaten beschikbaar. Als een nieuwe volkstelling cijfers oplevert die afwijken van eerdere bevolkingsschattingen, moet een eerdere reeks soms worden aangepast. In dat geval kan het herzieningsbeleid voor demografische statistieken en de EU-LFS verschillen in lengte en tijdschema, beperkt door de beschikbaarheid van gedetailleerde informatie over de bevolking voor de tien jaar tussen de tellingen. In veel Europese landen vonden de laatste volkstellingen plaats in 2011 en in ongeveer 20 landen had dit gevolgen voor de LFS. De betrokken landen hebben ermee ingestemd hun gegevens vanaf ten minste het jaar 2010 te herzien om er zodoende voor te zorgen dat er geen breuk zou zijn in de op de EU-LFS-gegevens gebaseerde reeks voor de indicatoren voor de Europa 2020-kerndoelen. Alle nodige herzieningen van EU-LFS-gegevens moeten eind 2015 zijn doorgevoerd.

Wat de samenhang van werkloosheidsramingen betreft, publiceren veel landen ook statistieken over het aantal personen die bij een openbaar arbeidsbureau zijn geregistreerd en op zoek zijn naar werk. De LFS-werkloosheidscijfers en het aantal geregistreerde werkzoekenden verschillen vanwege de uiteenlopende aard van de verzamelde gegevens. De EU-LFS is gebaseerd op een geharmoniseerde methode om huishoudens te bevragen over hun arbeid en beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt. De administratieve bestanden van een openbaar arbeidsbureau omvatten dan weer een volledige lijst van geregistreerde personen die in aanmerking komen voor een werkloosheidsuitkering. Aangezien de registratiecriteria afhangen van het nationale sociale beleid, zijn statistieken over geregistreerde werkzoekenden niet vergelijkbaar tussen de landen, noch in de tijd.

Een ander gebied waarop statistische samenhang belangrijk is, is de werkgelegenheidsraming, die kan worden opgesteld op basis van zowel de LFS als de nationale rekeningen. De ramingen zijn niet noodzakelijkerwijze dezelfde. Dit heeft te maken met verschillende methoden (de begrippen en de dekkingsgraad van de bevolking zijn niet gelijk), maar ook met een verschillende wijze van opstelling van de statistieken. De nationale rekeningen worden opgesteld door alle relevante gegevensbronnen beschikbaar in een land te vergelijken en de gegevens eruit te combineren, waarbij uit elke bron de beste gegevens worden gekozen om tot een allesomvattend resultaat te komen. De nationale rekeningen streven ook naar samenhang tussen werkgelegenheid en productie (bruto binnenlands product). De LFS is in dat proces één van de gegevensbronnen, naast bijvoorbeeld bedrijfsenquêtes, werkgelegenheidsregisters en socialezekerheidsregisters. De werkgroep arbeidsmarktstatistieken heeft zich beziggehouden met de samenhang tussen de LFS en de nationale rekeningen. Daarnaast waakt Eurostat over de verschillen tussen de twee ramingen en verschillende nationale bureaus voor de statistiek hebben de oorzaken en de omvang van de verschillen geanalyseerd. In sommige gevallen hebben zij aansluitingstabellen tussen de twee gegevensverzamelingen gepubliceerd.

Uit de vergelijking tussen de LFS en de nationale rekeningen blijkt dat de LFS zich beter leent voor het meten van de deelname aan de arbeidsmarkt (werkgelegenheids- en werkloosheidspercentage, participatiegraad enz.) en voor het analyseren van de situatie van specifieke sociaaleconomische bevolkingsgroepen (bijvoorbeeld uitgesplitst naar leeftijd, geslacht of onderwijsniveau).

4.Initiatieven tot verdere verbetering van de arbeidskrachtenenquête

4.1.De LFS in een gemoderniseerd systeem van sociale statistieken

Voortbouwend op de mededeling van de Commissie uit 2009 getiteld "De productiemethode voor EU-statistieken: een visie voor de komende tien jaar" 21 is een initiatief ontwikkeld om de Europese sociale statistieken te moderniseren. Dit is vervolgens uitgewerkt tot een concrete strategie, zoals bepaald in het memorandum van Wiesbaden 22 uit 2011. Er is overeengekomen dat de productie van sociale statistieken efficiënter moet worden gemaakt, zonder afbreuk te doen aan de strenge kwaliteitsnormen, door een gemeenschappelijke architectuur voor de Europese sociale statistieken te ontwikkelen.

De modernisering van de sociale statistieken heeft ook gevolgen voor de LFS. Het ESS voert momenteel een allesomvattende beoordeling van alle EU-LFS-variabelen uit om de informatie die in de enquête wordt verzameld, aan te passen aan de huidige en toekomstige behoeften van gebruikers. Zo moeten de herziene IAO-normen voor het meten van werkgelegenheid, werkloosheid en andere vormen van werk, zoals goedgekeurd door de 19e internationale conferentie van arbeidsstatistici 23 (die van 2 tot en met 11 oktober in Genève, Zwitserland, zijn samengekomen), in de EU-LFS worden toegepast.

Binnen dit moderniseringsproces van de Europese sociale statistieken werken Eurostat en de lidstaten ook aan de verdere harmonisering van gegevens uit meerdere enquêtes. Dit moet het uitvoeriger gebruik van de verzamelde informatie mogelijk maken, bijvoorbeeld door informatie uit verschillende gegevensbronnen aan elkaar te koppelen. Om dit doel te bereiken, worden de definities, begrippen en codes geharmoniseerd voor een subreeks variabelen die uit meerdere Europese sociale onderzoeken zijn gehaald.

Voorts voorziet de herziening van de EU-LFS in een betere tijdigheid van de verschaffing van gegevens aan Eurostat, een wijziging van de nauwkeurigheidsvereisten en nadere methodologische werkzaamheden.

Naast de hierboven beschreven praktische wijzigingen moet een modernisering van de sociale statistieken ook zorgen voor wijzigingen in het wettelijk kader. Er wordt momenteel werk gemaakt van een nieuwe kaderverordening voor sociale statistieken betreffende de EU-LFS.

4.2.Uitbreiding van de EU-LFS tot bijkomende kandidaat-lidstaten

Momenteel nemen 33 landen (de 28 EU-lidstaten, twee kandidaat-lidstaten en drie EVA-landen) deel aan de EU-LFS, dit wil zeggen dat zij gegevens verschaffen aan Eurostat overeenkomstig Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad. De deelnemende kandidaat-lidstaten zijn Turkije en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Eurostat werkt nauw samen met de nationale bureaus voor de statistiek van andere kandidaat-lidstaten zodat deze landen vorderingen maken met de naleving van Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad wat betreft de inhoud en kwaliteit van de enquête. Montenegro en de Republiek Servië verschaffen al LFS-gegevens aan Eurostat. Zodra hun nationale enquêtes voldoen aan de vereisten van de Europese regelgeving, zullen de gegevens ervan door Eurostat beschikbaar worden gemaakt.

4.3.Ontwikkeling van nieuwe statistische producten

Statistieken om een beeld te krijgen van de arbeidsmarktdynamiek

Veranderingen in de arbeidssituatie van personen zijn van groot belang voor de statistieken omdat zij bijkomende informatie bieden over de algemene arbeidsmarkttoestand, onder andere over de flexibiliteit of rigiditeit ervan, en over de situatie van specifieke groepen. Dergelijke gegevens over de arbeidsmarktdynamiek bieden bijvoorbeeld de mogelijkheid te analyseren hoeveel mensen werkloos zijn geworden, tot welke groepen zij behoren, en of zij na een bepaalde periode een baan hebben gevonden. Hierdoor wordt het mogelijk vast te stellen welke groepen meer kans hebben op het vinden van een baan en welke groepen meer risico lopen om werkloos te worden of te blijven.

Veranderingen in de arbeidssituatie kunnen worden gemeten door middel van stroomstatistieken. Het is niet eenvoudig met de EU-LFS aan deze gegevensbehoefte te voldoen, aangezien de enquête oorspronkelijk werd opgezet om informatie te verzamelen (bijvoorbeeld het aantal werklozen op een bepaald moment) en niet om stromen vast te leggen door personen in de loop van de tijd te volgen. Hoewel dit belangrijke nieuwe gebied van arbeidsmarktstatistieken gepaard gaat met methodologische problemen, zijn er de afgelopen jaren vorderingen gemaakt. Verwacht wordt dat de publicatie van op EU-LFS-gegevens gebaseerde ramingen van stromen toezicht op de veranderingen op de arbeidsmarkt vanaf eind 2015 mogelijk zal maken.

Herziening van de belangrijkste EU-LFS-indicatoren

De belangrijkste EU-LFS-indicatoren zijn een verzameling van de voornaamste EU-LFS-resultaten die via de onlinedatabank van Eurostat beschikbaar zijn. Zij verschaffen de gebruikers essentiële arbeidsmarktstatistieken. De belangrijkste EU-LFS-indicatoren worden momenteel herzien om de kwaliteit ervan verder te verbeteren. Deze herziening heeft betrekking op de schatting van hoeveel gegevens uit voorgaande jaren moeten worden herzien, de invulling van ontbrekende gegevens, waar mogelijk de verwijdering van onderbrekingen in tijdreeksen en vooral de correctie voor seizoensinvloeden om de vergelijking van kwartalen mogelijk te maken. Aangezien de EU-LFS een driemaandelijkse enquête is, zal dit beleidsmakers en andere belanghebbenden bijkomende mogelijkheden bieden om gebruik te maken van de EU-LFS-gegevens uit verschillende periodes. De eerste publicatie van deze verbeterde reeksen worden in 2016 verwacht.

Bijkomende informatie over de nauwkeurigheid van de EU-LFS-resultaten

Enquêtes zoals de EU-LFS bieden ramingen van indicatoren voor de hele bevolking op basis van een willekeurig geselecteerde steekproef van die bevolking. Het is daarom van belang dat bij een raming informatie over de nauwkeurigheid ervan wordt verstrekt. Dergelijke kwaliteitsindicatoren nemen de vorm van standaardafwijkingen en betrouwbaarheidsintervallen aan. Eurostat en de lidstaten werken momenteel aan de vaststelling van methoden en procedures voor de inschatting van de statistische nauwkeurigheid van de belangrijkste EU-LFS-indicatoren. Deze geharmoniseerde kwaliteitsindicatoren moeten zorgen voor de verbetering van de op de EU-LFS gebaseerde beoordeling van de EU-beleidslijnen voor de arbeidsmarkt.

5.Conclusie

Eurostat houdt toezicht op de naleving van Verordening (EG) nr. 577/98. De Commissie is van oordeel dat de EU-LFS op bevredigende wijze wordt uitgevoerd en dat de lidstaten volledig of bijna volledig aan de regelgeving hieromtrent voldoen. Openstaande kwesties worden met de lidstaten besproken en zo nodig worden gezamenlijk actieplannen opgesteld. De algemene kwaliteit van de EU-LFS is goed.

Het Europees statistisch systeem werkt eraan de processen en methoden van de EU-LFS voortdurend te verbeteren. Er zijn verdere vorderingen gemaakt, ondanks een moeilijke omgeving met geringe middelen en een aanzienlijk beperkte begroting. Er wordt werk gemaakt van de verdere verbetering van de EU-LFS, zowel in het kader van de modernisering van de sociale statistieken als in de vorm van individuele EU-LFS-projecten om de enquête aan te passen aan de behoeften van gebruikers en aan nieuwe problemen. Dit werk zal in de komende jaren gestaag worden voortgezet.

(1) PB L 77 van 14.3.1998, blz. 3.
(2) Verordening (EG) nr. 2104/2002 van de Commissie (PB L 324 van 29.11.2002, blz. 14) en Verordeningen (EG) nr. 1991/2002 (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 1), (EG) nr. 2257/2003 (PB L 336 van 23.12.2003, blz. 6), (EG) nr. 1372/2007 (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 42) en (EU) nr. 545/2014 (PB L 163, 29.5.2014, blz. 10) van het Europees Parlement en de Raad.
(3) Overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de Europese statistiek (PB L 87, 31.3.2009, blz. 164) is het ESS het partnerschap tussen enerzijds de Europese statistische instantie, dit is de Europese Commissie (Eurostat), en anderzijds de nationale bureaus voor de statistiek en andere nationale instanties die in elke lidstaat voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken verantwoordelijk zijn.
(4) PB L 114 van 26.4.2008, blz. 57.
(5) Deelnemende landen zijn de 28 EU-lidstaten, IJsland, Noorwegen, Zwitserland, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Turkije.
(6) De speciale modules in 2011, 2012, 2013 en 2014 waren:2011: Arbeidsparticipatie van mensen met een handicap,2012: Overgang van werk naar pensionering,2013: Arbeidsongevallen en andere werkgerelateerde gezondheidsproblemen,2014: Arbeidsmarktsituatie van migranten en hun directe nakomelingen.
(7) Zie Besluit 2014/322/EU van de Raad van 6 mei 2014 betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten voor 2014 (PB L 165 van 4.6.2014, blz. 49). 
(8) De Europa 2020-kerndoelen: http://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php/Europe_2020_headline_indicators  
(9) http://ec.europa.eu/eurostat/en/web/products-statistical-books/-/KS-81-08-398 (Principal European Economic Indicators — A statistical guide, Eurostat 2009).
(10) Het scorebord voor de procedure bij macro-economische onevenwichtigheden wordt gebruikt om opkomende of aanhoudende macro-economische onevenwichtigheden in een land op te sporen. Dit maakt deel uit van een jaarlijks rapport, waarvan de eerste stap het opstellen van een waarschuwingsmechanismeverslag is. Zie Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25).
(11) Het bemonsteringspercentage is gedefinieerd als de verhouding van de steekproefgrootte (het aantal steekproefeenheden in de steekproef) tot de omvang van de populatie (het totaal aantal steekproefeenheden in de doelpopulatie).
(12) http://ec.europa.eu/eurostat/web/lfs/publications/quality-reporting
(13) De non-responspercentages zijn niet volledig vergelijkbaar. De meeste landen berekenen de non-respons op basis van huishoudens, maar Denemarken, Finland, Zweden, IJsland, Noorwegen en Zwitserland berekenen de non-respons op basis van personen.
(14) http://ec.europa.eu/eurostat/web/europe-2020-indicators/europe-2020-strategy/headline-indicators-scoreboard
(15) PB L 164 van 18.6.2013, blz. 16.
(16) http://ec.europa.eu/eurostat/web/lfs/overview http://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php/EU_labour_force_survey
(17) http://ec.europa.eu/eurostat/web/lfs/publications/quality-reporting  
(18) De documentatie over onderbrekingen in de EU-LFS-gegevensreeksen is beschikbaar op: http://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php/EU_labour_force_survey (hoofdstuk 1).
(19) PB L 228 van 8.9.2000, blz. 18.
(20) De toepassing van de IAO-definities van werkgelegenheid en werkloosheid die onlangs door de 19e internationale conferentie van arbeidsstatistici zijn goedgekeurd, wordt beschreven in deel 4.
(21) COM(2009) 404.
(22) https://www.destatis.de/EN/AboutUs/Events/DGINS/Document_Memorandum.pdf?__blob=publicationFile
(23) http://www.ilo.org/wcmsp5/groups/public/---dgreports/---stat/documents/normativeinstrument/wcms_230304.pdf
Top