EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014PC0003

Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD van xx 2014 tot intrekking van het antidumpingrecht op dicyaandiamide van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009

/* COM/2014/03 final - 2014/0001 (NLE) */

52014PC0003

Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD van xx 2014 tot intrekking van het antidumpingrecht op dicyaandiamide van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 /* COM/2014/03 final - 2014/0001 (NLE) */


TOELICHTING

1.           ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Dit voorstel betreft de toepassing van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap ("de basisverordening"), in het kader van de antidumpingprocedure betreffende de invoer van dicyaandiamide van oorsprong uit de Volksrepubliek China.

Algemene context

Dit voorstel wordt gedaan in het kader van de tenuitvoerlegging van de basisverordening en is het resultaat van een onderzoek dat is uitgevoerd overeenkomstig de materiële en procedurele eisen in de basisverordening.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

Definitieve maatregelen werden ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1331/2007 van de Raad (PB L 296 van 15.11.2007, blz. 1).

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie

Niet van toepassing.

2.           RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Raadpleging van belanghebbende partijen

Partijen die belang hebben bij de procedure werden overeenkomstig de bepalingen van de basisverordening in de loop van het onderzoek in de gelegenheid gesteld hun belangen te verdedigen.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling

Dit voorstel vloeit voort uit de tenuitvoerlegging van de basisverordening.

De basisverordening voorziet niet in een algemene effectbeoordeling, maar bevat wel een uitputtende lijst van factoren die moeten worden beoordeeld.

3.           JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)

Op 15 november 2012 heeft de Commissie een onderzoek geopend naar aanleiding van het feit dat de antidumpingmaatregelen ten aanzien van dicyaandiamide uit de Volksrepubliek China zouden vervallen.

Het bijgevoegde voorstel voor een verordening van de Raad is gebaseerd op de bevindingen volgens welke de dumping waarschijnlijk zal worden voortgezet maar herhaling van schade onwaarschijnlijk is.

Daarom wordt voorgesteld dat de Raad zijn goedkeuring hecht aan bijgevoegd voorstel voor een verordening tot intrekking van de maatregelen, die uiterlijk op 7 februari 2014 moet worden bekendgemaakt.

Rechtsgrondslag

Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap.

Subsidiariteitsbeginsel

Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel

Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel:

de vorm van de maatregel wordt voorgeschreven in de basisverordening en laat geen ruimte voor nationale besluitvorming.

Beschrijving van de wijze waarop de financiële en administratieve lasten voor de Unie, de nationale, regionale en plaatselijke overheden, de marktdeelnemers en de burgers zo veel mogelijk worden beperkt en hoe zij in verhouding staan tot het doel van het voorstel: niet van toepassing.

Keuze van instrumenten

Voorgesteld(e) instrument(en): verordening.

Andere instrumenten zouden ongeschikt zijn, omdat de basisverordening niet in andere mogelijkheden voorziet.

4.           GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.

2014/0001 (NLE)

Voorstel voor een

UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD

van xx 2014 tot intrekking van het antidumpingrecht op dicyaandiamide van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap[1] ("de basisverordening"), en met name artikel 11, leden 2 en 6, en artikel 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie ("de Commissie"), ingediend na raadpleging van het Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

1.           PROCEDURE

1.1.        Geldende maatregelen

(1)       Na een antidumpingonderzoek ("het oorspronkelijke onderzoek") heeft de Raad bij Verordening (EG) nr. 1331/2007[2] een definitief antidumpingrecht ingesteld op 1-cyaanguanidine (dicyaandiamide) van oorsprong uit de Volksrepubliek China ("China" of "het betrokken land") ("de definitieve antidumpingmaatregelen"). De maatregelen bestonden in een ad-valoremrecht van 49,1 %.

1.2.        Verzoek om een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen

(2)       Na de bekendmaking van een bericht van het naderend vervallen van de definitieve antidumpingmaatregelen[3], heeft de Commissie op 14 augustus 2012 op grond van artikel 11, lid 2, van de basisverordening een verzoek om een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen ontvangen. Het verzoek werd ingediend door de onderneming AlzChem AG ("de indiener van het verzoek"), die 100 % van de totale productie van dicyaandiamide in de Unie voor haar rekening neemt.

(3)       Het verzoek werd ingediend omdat het vervallen van de definitieve antidumpingmaatregelen waarschijnlijk zou leiden tot voortzetting van dumping en herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie.

1.3.        Opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen

(4)       Nadat de Commissie na raadpleging van het Raadgevend Comité tot de conclusie was gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal was om een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen te openen, heeft zij op 15 november 2012 door de bekendmaking van een bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie[4] ("het bericht van opening") de opening van een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 2, van de basisverordening aangekondigd.

1.4.        Onderzoek

1.4.1.     Tijdvak van het nieuwe onderzoek en beoordelingsperiode

(5)       Het onderzoek naar de voortzetting van dumping had betrekking op de periode van 1 oktober 2011 tot en met 30 september 2012 (het "tijdvak van het nieuwe onderzoek" of "TNO"). Het onderzoek van de ontwikkelingen die relevant zijn voor de beoordeling van de waarschijnlijkheid van herhaling van schade had betrekking op de periode van 1 januari 2009 tot het einde van het TNO ("de beoordelingsperiode").

(6)       Na de mededeling van de definitieve bevindingen stelde de indiener van het verzoek dat de beoordelingsperiode had moeten aanvangen in 2008, omdat 2009 niet-representatieve bevindingen zou opleveren. In de eerste plaats moet worden opgemerkt dat de Commissie bij de bepaling van de periode die voor het onderzoek van de schade in aanmerking moet worden genomen, over een ruime beoordelingsvrijheid beschikt. In de tweede plaats heeft de indiener van het verzoek dit te laat aangevoerd om de periode nog te kunnen wijzigen. De beoordelingsperiode is in een vroeg stadium bekendgemaakt, en de indiener van het verzoek heeft die toen niet betwist. De periode kan om praktische redenen en omdat een wijziging op basis van de verzamelde gegevens zou indruisen tegen de onpartijdigheid van het onderzoek niet worden veranderd  in een zodanig late fase van de procedure. Het argument werd daarom van de hand gewezen.

1.4.2.     Bij het onderzoek betrokken partijen

(7)       De Commissie heeft de indiener van het verzoek, producenten-exporteurs in het betrokken land, niet-verbonden importeurs, de haar bekende betrokken gebruikers in de Unie en de vertegenwoordigers van het land van uitvoer in kennis gesteld van de opening van het nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen. De belanghebbenden werden in de gelegenheid gesteld om binnen de in het bericht van opening genoemde termijn hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en te verzoeken te worden gehoord.

(8)       Wegens het blijkbaar grote aantal producenten-exporteurs in het betrokken land en niet-verbonden importeurs werd het overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening passend geacht na te gaan of gebruik moest worden gemaakt van een steekproef. Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk was en, zo ja, deze samen te stellen, werd die partijen op grond van artikel 17 van de basisverordening verzocht zich binnen 15 dagen na de opening van het nieuwe onderzoek kenbaar te maken en de in het bericht van opening gevraagde gegevens te verstrekken.

(9)       Er werd contact opgenomen met twaalf bekende producenten-exporteurs in China. Omdat slechts één producent-exporteur uit China de verzochte informatie verstrekte, hoefde er geen steekproef van producenten-exporteurs te worden samengesteld.

(10)     Er werden ongeveer 10 niet-verbonden importeurs van dicyaandiamide in de Unie geïdentificeerd; zij werden verzocht informatie te verstrekken met het oog op de samenstelling van een steekproef. Slechts twee van hen gingen op het verzoek in en waren bereid om aan dit nieuwe onderzoek mee te werken. Het was bijgevolg niet nodig een steekproef samen te stellen voor niet-verbonden importeurs.

(11)     De Commissie heeft alle haar bekende betrokken partijen en alle partijen die zich binnen de in het bericht van opening vermelde termijn kenbaar hadden gemaakt, een vragenlijst toegezonden. Er werden antwoorden ontvangen van de producent in de Unie, de medewerkende producent-exporteur in China, twee niet-verbonden importeurs en één gebruiker in de Unie.

(12)     Er werden aanvullende opmerkingen ontvangen van twee niet-verbonden importeurs/handelaren en drie gebruikers in de Unie.

(13)     De Commissie verzamelde en controleerde alle gegevens die zij nodig achtte om vast te stellen of het waarschijnlijk was dat de dumping zou voortduren en dat opnieuw schade zou ontstaan en om het belang van de Unie te bepalen. Bij de volgende belanghebbenden werd ter plaatse een controle verricht:

a) producent in de Unie:

– AlzChem AG, Trostberg, Duitsland

b) producent-exporteur in China:

– Ningxia Jiafeng Chemicals Co., Ltd. Shizuishan, China

c) niet-verbonden importeur in de Unie:

– Helm AG, Hamburg, Duitsland

d) gebruiker in de Unie:

– Merck Santé S.A.S., Lyon, Frankrijk

2.           BETROKKEN PRODUCT EN SOORTGELIJK PRODUCT

2.1.        Betrokken product

(14)     Het betrokken product in dit nieuwe onderzoek is hetzelfde als dat in het oorspronkelijke onderzoek, namelijk 1-cyaanguanidine (dicyaandiamide) ("DCD") van oorsprong uit de Volksrepubliek China ("het betrokken product"), momenteel ingedeeld onder GN-code 2926 20 00. Het wordt in verscheidene stappen geproduceerd op basis van ongebluste kalk en carbonblack. Dit is een vaste stof in de vorm van een fijn wit kristallijn poeder, dat gewoonlijk reukloos is.

(15)     DCD wordt gewoonlijk als tussenproduct gebruikt voor de productie van uiteenlopende andere chemische tussenproducten, zoals farmaceutica, voor diverse industriële toepassingen, zoals water, pulp en papier, textiel en leder, en voor uiteenlopende epoxytoepassingen. Het is een bouwsteen van de stikstof-koolstof-stikstofketen (NCN-keten), met niche-eindproducten als guanidinenitraat en andere NCN-derivaten.

(16)     Het merendeel van de op de markt van de Unie verkochte DCD is gewone DCD. Slechts een klein deel heeft een kleinere deeltjesgrootte (de zogeheten micro-DCD). De medewerkende Chinese producent-exporteur heeft alleen gegevens over gewone DCD verstrekt.

2.2.        Soortgelijk product

(17)     Eén gebruiker vroeg zich af of DCD uit de Unie en Chinese DCD ongelijke producten zijn, omdat de gewone DCD die door de bedrijfstak van de Unie wordt geproduceerd van betere kwaliteit zou zijn dan die van de Chinese producenten-exporteurs. Hij stelde met name dat het watergehalte van de Chinese DCD aanzienlijk hoger en veranderlijker is dan dat van de in de Unie geproduceerde DCD. De Chinese DCD zou ook een hoger gehalte aan verontreinigingen bevatten.

(18)     Zoals uit het oorspronkelijke onderzoek is uit het nieuwe onderzoek echter gebleken dat er mogelijk wel bepaalde kwaliteitsverschillen zijn, maar dat deze niet in cijfers kunnen worden uitgedrukt en dat zij bovendien niet van invloed zijn op de chemische, fysische en technische basiseigenschappen van de DCD die door de bedrijfstak van de Unie in de Unie wordt verkocht en van het betrokken product, aangezien deze gelijk zijn en zij voor dezelfde toepassingen worden gebruikt.

(19)     Een andere gebruiker stelde dat micro-DCD van de productomschrijving van de antidumpingmaatregelen moet worden uitgesloten omdat de fysische eigenschappen, de toepassingen en de prijs ervan verschillen van die van gewone DCD.

(20)     Uit het onderzoek is echter gebleken dat beide soorten DCD dezelfde chemische, fysische en technische basiseigenschappen hebben. De verdere verwerking van gewone DCD tot micro-DCD behelst een eenvoudig fysisch procedé (malen), maar geen chemisch proces. Hoewel de prijs van micro-DCD hoger is dan die van gewone DCD, hebben beide soorten bovendien dezelfde basistoepassingen en zijn zij in de regel onderling omwisselbaar.

(21)     Bij het nieuwe onderzoek werd net als bij het oorspronkelijke onderzoek vastgesteld dat het betrokken product en de producten die op de binnenlandse markt van China worden vervaardigd en verkocht, alsook de door de producent in de Unie vervaardigde en in de Unie verkochte producten dezelfde fysische en technische basiseigenschappen hebben en voor dezelfde doeleinden worden gebruikt; zij worden derhalve als soortgelijke producten in de zin van artikel 1, lid 4, van de basisverordening beschouwd.

3.           Waarschijnlijkheid van voortzetting van dumping

3.1.        Opmerkingen vooraf

(22)     Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening werd onderzocht of het waarschijnlijk was dat het vervallen van de bestaande maatregelen tot een voortzetting van de dumping zou leiden.

(23)     Zoals in overweging (9) reeds is vermeld, hoefde er geen steekproef van producenten-exporteurs in China te worden samengesteld omdat slechts één onderneming heeft meegewerkt. Deze onderneming was goed voor meer dan 35 % van de invoer van het betrokken product uit China in de Unie in het TNO. Deze onderneming voerde niet uit in het onderzoektijdvak van het oorspronkelijke onderzoek en heeft daarom niet meegewerkt aan het oorspronkelijke onderzoek.

3.2.        Invoer met dumping in het TNO

3.2.1.     Referentieland

(24)     Overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening moest de normale waarde worden vastgesteld op basis van de prijzen of de door berekening vastgestelde waarde in een geschikt derde land met een markteconomie ("het referentieland"), of op basis van de prijs bij uitvoer uit een dergelijk derde land naar andere landen, met inbegrip van de Unie, of, indien zulks niet mogelijk was, op elke andere redelijke grondslag, met inbegrip van de in de Unie werkelijk betaalde of te betalen prijs van het soortgelijke product, indien nodig verhoogd met een redelijke winstmarge.

(25)     Omdat het betrokken product uitsluitend in de Unie en China wordt geproduceerd, heeft de Commissie in het bericht van opening aangegeven dat zij voornemens was de normale waarde te baseren op de werkelijk betaalde of te betalen prijs van het soortgelijke product in de Unie, zoals ook in het oorspronkelijke onderzoek was gebeurd.

(26)     Het soortgelijke product werd door de bedrijfstak van de Unie in representatieve hoeveelheden verkocht. De binnenlandse verkoop van de bedrijfstak van de Unie was echter verliesgevend, maar dicht bij de rentabiliteitsdrempel. Daarom werd de normale waarde gebaseerd op de productiekosten van de bedrijfstak van de Unie, vermeerderd met een redelijk bedrag voor verkoopkosten, algemene kosten en administratiekosten ("VAA-kosten") en winst. De VAA-kosten en de winst werden vastgesteld aan de hand van dezelfde methode als in het oorspronkelijke onderzoek. Overeenkomstig artikel 11, lid 9, werden de productiekosten van de bedrijfstak van de Unie gecorrigeerd voor de aanvullende vervoerskosten vanwege de afstand tussen de productie-eenheden, het ontbreken van rechtstreekse toegang tot grondstoffen (zij moesten van afgelegen productielocaties worden aangevoerd) en de verwijdering van het bijproduct (zwarte kalk). Deze correcties werden ook toegepast in het oorspronkelijke onderzoek.

3.2.2.     Uitvoerprijs

(27)     Alle verkoop voor uitvoer naar de Unie van de medewerkende producent-exporteur geschiedde rechtstreeks aan in de Unie gevestigde onafhankelijke afnemers. Overeenkomstig artikel 2, lid 8, van de basisverordening werd de uitvoerprijs vastgesteld op basis van de werkelijk betaalde of te betalen prijzen.

3.2.3.     Vergelijking

(28)     De normale waarde en de uitvoerprijs werden vergeleken in het stadium af fabriek.

(29)     Om een billijke vergelijking te kunnen maken tussen de normale waarde en de uitvoerprijs van de medewerkende producent-exporteur, werd overeenkomstig artikel 2, lid 10, van de basisverordening door middel van correcties rekening gehouden met verschillen in belastingen en kosten van vervoer, verzekering en krediet die van invloed waren op de prijzen en de vergelijkbaarheid ervan.

3.2.4.     Dumpingmarge

(30)     Zoals bepaald in artikel 2, lid 11, van de basisverordening werd de dumpingmarge vastgesteld door de gewogen gemiddelde normale waarde te vergelijken met de gewogen gemiddelde uitvoerprijs.

(31)     Uit deze vergelijking bleek dat er voor de medewerkende producent-exporteur sprake was van dumping, zij het in veel mindere mate dan de dumpingmarge die was vastgesteld tijdens het oorspronkelijke onderzoek.

3.3.        Ontwikkeling van de invoer indien de maatregelen worden ingetrokken

3.3.1.     Opmerking vooraf

(32)     In aansluiting op de analyse waaruit bleek dat in het TNO invoer met dumping plaatsvond, werd nagegaan hoe waarschijnlijk het was dat voortzetting van dumping zou plaatsvinden indien de maatregelen zouden worden ingetrokken; daarbij werden de volgende elementen onderzocht: de productiecapaciteit en reservecapaciteit in China, het volume en de prijzen van de invoer met dumping uit China, de aantrekkelijkheid van de markt van de Unie voor invoer uit China.

(33)     In dit verband moet worden opgemerkt dat de medewerkende producent-exporteur meer dan 30 % van de totale productiecapaciteit in China in het TNO voor zijn rekening nam. 

3.3.2.     Productiecapaciteit en reservecapaciteit van de Chinese producenten

(34)     Aangezien weinig informatie over de Chinese DCD-industrie openbaar is, zijn de conclusies met betrekking tot de reservecapaciteit hoofdzakelijk gebaseerd op de informatie in het verzoek om een nieuw onderzoek en op de informatie die is verkregen van de enige medewerkende producent (waar mogelijk getoetst met behulp van vrij toegankelijke informatie).

(35)     Op grond hiervan wordt ervan uitgegaan dat de totale geïnstalleerde capaciteit in China tussen 2007 en 2012 is gestegen. De daadwerkelijke productie in het TNO bedroeg echter slechts 80 000 ton, hetgeen erop wijst dat enige reservecapaciteit kan bestaan. De Chinese geïnstalleerde capaciteit in het TNO was groter dan de mondiale vraag naar DCD en de reservecapaciteit kan meer dan het totale verbruik in de Unie tijdens het TNO bedragen, terwijl het binnenlandse Chinese verbruik tijdens het TNO slechts 40 000 ton bedroeg, dat wil zeggen de helft van de daadwerkelijke Chinese productie.

(36)     Met betrekking tot de reservecapaciteit blijkt uit de informatie die tijdens het onderzoek ter plaatse is ingewonnen dat de enige medewerkende producent, die in 2012 meer dan 20 % van de totale geïnstalleerde capaciteit van China voor zijn rekening nam, toestemming heeft gekregen om zijn productiecapaciteit in 2014 met 50 % te vergroten. Verwacht wordt dat deze nieuwe capaciteit onder meer zal dienen voor de eigen productieprocessen van deze producent (intern gebruik van DCD) en de Chinese binnenlandse markt, die in het TNO ongeveer de helft van de DCD-productie van de enige medewerkende producent heeft afgenomen. Uit informatie van de enige medewerkende producent is gebleken dat toekomstige investeringen in capaciteit zullen dienen voor het bevoorraden van onder meer de Chinese binnenlandse markt, die groot is en snel groeit.

(37)     China is bijgevolg in staat grote hoeveelheden voor de uitvoer te produceren, met name nu er geen aanwijzingen zijn dat de binnenlandse markt de gehele reservecapaciteit kan absorberen. 

3.3.3.     Volume en prijzen van de invoer met dumping uit China

(38)     Volgens Eurostatgegevens en gecontroleerde invoergegevens is de invoer uit China sterk gedaald nadat de maatregelen in 2007 waren ingevoerd, maar is hij tussen 2009 en het einde van het TNO weer licht gestegen, zonder evenwel opnieuw het niveau van 2007 te bereiken. Dat komt ook tot uiting in het marktaandeel van de Chinese invoer, dat van 40-45 % in 2007 is gedaald tot 10-15 % in 2009 en aan het eind van het TNO, ondanks de stijging van de Chinese prijzen met 73 %, weer 15-20 %  bedroeg.

3.3.4.     Aantrekkelijkheid van de markt van de Unie

(39)     De markt van de Unie is met ongeveer 18 % van het mondiale DCD-verbruik vrij groot, maar zij is niet noodzakelijk de enige of meest aantrekkelijke markt wat marktaandelen en prijzen betreft (zie overweging (74)). Uit de beschikbare informatie kan namelijk worden afgeleid dat de Chinese producenten een groeiende vraag verwachten van de farmaceutische industrie, bijvoorbeeld in India, die DCD bijvoorbeeld gebruikt als grondstof voor de productie van een geneesmiddel voor de behandeling van suikerziekte (metformine). Die nieuwe vraag zal dus een groot deel van de Chinese reservecapaciteit kunnen opslorpen. Op grond daarvan wordt aangenomen dat de markt van de Unie voor Chinese exporteurs niet de enige aantrekkelijke markt is.

3.3.5.     Conclusie betreffende de waarschijnlijkheid van voortzetting van dumping

(40)     Uit het onderzoek blijkt dat de invoer uit China tijdens het TNO tegen dumpingprijzen op de markt van de Unie bleef komen. Gezien de aanhoudende dumping, het feit dat de markt van de Unie een grote markt is die voor de Chinese exporteurs in het verleden zeer interessant was, en de reservecapaciteit in China, die groter is dan het totale verbruik in de Unie, kan worden geconcludeerd dat de dumping waarschijnlijk zal worden voortgezet indien de maatregelen worden ingetrokken. Het huidige niveau van dumping is echter aanzienlijk lager dan die welke in het oorspronkelijke onderzoek is vastgesteld.

4.           SITUATIE OP DE MARKT VAN DE UNIE

4.1.        Opmerking vooraf

(41)     Omdat de analyse slechts één onderneming betreft, worden de meeste indicatoren met het oog op de vertrouwelijkheid in geïndexeerde vorm of als orde van grootte gepresenteerd.

4.2.        Bedrijfstak van de Unie

(42)     De productie van de producent in de Unie, AlzChem AG, vertegenwoordigt 100 % van de DCD-productie in de Unie. AlzChem AG wordt dan ook geacht de bedrijfstak van de Unie te vormen in de zin van artikel 4, lid 1, en artikel 5, lid 4, van de basisverordening.

4.3.        Verbruik in de Unie

(43)     Het verbruik in de Unie werd vastgesteld op grond van het verkoopvolume van de bedrijfstak van de Unie op de markt van de Unie en van invoergegevens van Eurostat, die zijn getoetst aan andere statistieken. Tijdens de beoordelingsperiode ontwikkelde het zich als volgt:

Tabel 1

|| 2009 || 2010 || 2011 || TNO

Verbruik in de Unie (ton) || 11 042 || 13 712 || 14 338 || 14 146

Index (2009 = 100) || 100 || 124 || 130 || 128

(44)     Naast het hiervoor vermelde verbruik op de vrije markt bedroeg de productie van DCD voor intern gebruik van de bedrijfstak van de Unie tijdens de beoordelingsperiode tussen de 10 en 20 % van de productie in de Unie en ontwikkelde deze zich als volgt:

Tabel 2

|| 2009 || 2010 || 2011 || TNO

Productie voor intern gebruik – Index (2009 = 100) || 100 || 123 || 124 || 127

4.4.        Invoer in de Unie uit China

(45)     Daar slechts één exporteur heeft meegewerkt aan het onderzoek, werd vastgesteld dat de gegevens van Eurostat de beste informatiebron inzake de omvang van de invoer en de prijzen vormden. De gegevens van Eurostat slaan op de EU-27 en zijn getoetst aan andere bronnen, zoals de Chinese uitvoerstatistieken, de gegevensbank die de in artikel 14, lid 6, bedoelde gegevens bevat, en gegevens van de medewerkende importeurs/gebruikers.

(46)     DCD is uit China ingevoerd onder twee douaneregelingen. In de normale regeling waren zowel de normale douanerechten als het antidumpingrecht verschuldigd. Onder de regeling actieve veredeling was geen van deze rechten verschuldigd omdat het materiaal werd gebruikt bij de productie van afgeleide producten die werden uitgevoerd naar landen buiten de Unie. Zoals uit onderstaande tabel blijkt, is de regeling actieve veredeling toegepast op ongeveer twee derde van de invoer in het TNO.

4.4.1.     Omvang en marktaandeel

(47)     Na de instelling van de antidumpingmaatregelen in 2007 is de invoer uit China aanzienlijk gedaald. Het marktaandeel ervan bedroeg  in het TNO ongeveer 15-20 %. In de beoordelingsperiode schommelde het volume van de invoer uit China in het kader van de normale douaneregeling, terwijl de invoer uit China in het kader van de regeling actieve verdeling meer dan verdubbelde. Rekening houdend met beide regelingen nam de invoer in het tijdvak toe, maar bleef deze ver onder de niveaus van vóór de instelling van de maatregelen (meer dan 6 000 ton).

Tabel 3

Invoer uit China || 2009 || 2010 || 2011 || TNO

Volume van de invoer – normale regeling (ton) || 881 || 1 251 || 1 781 || 730

Index (2009 = 100) || 100 || 142 || 202 || 83

Marktaandeel ||  5-10 % ||  5-10 % ||  10-15 % || 5-10 %

Gemiddelde invoerprijs – normale regeling (EUR/ton) || 1 218 || 1 267 || 1 826 || 2 101

Gemiddelde invoerprijs – actieve veredeling (EUR/ton) || 1 677 || 1 463 || 1 674 || 2 069

Volume van de invoer – actieve veredeling (ton) || 676 || 984 || 654 || 1 467

Index (2009 = 100) || 100 || 146 || 97 || 217

Marktaandeel – alle regelingen || 10-15 % || 15-20 % || 15-20 % || 15-20 %

4.4.2.     Prijs

(48)     Zoals uit bovenstaande tabel blijkt, zijn de prijzen van de invoer uit China in de beoordelingsperiode aanzienlijk gestegen.

(49)     De bedrijfstak van de Unie voerde aan dat de ontwikkeling van de prijzen niet kan worden verklaard door de ontwikkeling van de prijzen van de belangrijkste kostenfactoren, namelijk grondstoffen en energie. Hij heeft echter geen enkele alternatieve verklaring of overtuigend bewijs voor die bewering verstrekt. 

4.4.3.     Prijsonderbieding

(50)     Voor de analyse van de prijsonderbieding werden de gewogen gemiddelde prijzen van de bedrijfstak van de Unie bij verkoop aan niet-verbonden afnemers op de markt van de Unie vergeleken met de overeenkomstige gewogen gemiddelde cif-prijzen van de invoer uit China (enkel gewone DCD). De verkoopprijzen van de bedrijfstak van de Unie werden voor met name leveringskosten en commissies gecorrigeerd tot het niveau af fabriek. De cif-prijzen van de uitvoer uit China zijn afkomstig van Eurostat en zijn vergeleken met de gegevensbank die de in artikel 14, lid 6, bedoelde gegevens bevat; invoer die onder de regeling actieve veredeling valt, is daarbij uitgesloten. Die cif-prijzen werden aangepast teneinde rekening te houden met kosten voor de douaneafhandeling, namelijk douanerechten en de kosten na invoer. Prijsonderbieding ten aanzien van de invoer die onder de douaneregeling actieve veredeling valt, wordt geanalyseerd in overweging (83).

(51)     Uit de vergelijking is gebleken dat de invoer van het betrokken product in het TNO de prijzen van de bedrijfstak van de Unie niet onderbood.

4.5.        Invoer uit andere derde landen in de Unie

(52)     Er vond geen noemenswaardige invoer uit andere derde landen plaats.

(53)     In de beoordelingsperiode haalde de invoer uit de VS nooit een marktaandeel van meer dan 2 %. Uit het onderzoek is gebleken dat deze invoer in feite bestond uit gewone DCD die oorspronkelijk in China was vervaardigd en vervolgens in de VS was gemicroniseerd.

Tabel 4

Invoer uit de VS || 2009 || 2010 || 2011 || TNO

Volume van de invoer (ton) || 192 || 237 || 282 || 255

Index (2009 = 100) || 100 || 123 || 147 || 133

Marktaandeel ||  0-2 % ||  0-2 % ||  0-2 % ||  0-2 %

4.6.        Economische situatie van de bedrijfstak van de Unie

(54)     Overeenkomstig artikel 3, lid 5, van de basisverordening omvatte het onderzoek van de gevolgen van de invoer met dumping voor de bedrijfstak van de Unie een beoordeling van alle economische factoren en indicatoren die van invloed waren op de situatie van deze bedrijfstak in de beoordelingsperiode.

4.6.1.     Productie, productiecapaciteit en bezettingsgraad

(55)     De bedrijfstak van de Unie werkte met een geïntegreerde productieketen die niet alleen DCD maar ook producten in eerdere en latere productiestadia omvat. Sinds 2009 is de DCD-productiecapaciteit in de Unie niet veranderd. In de beoordelingsperiode heeft de producent in de Unie zijn productie vooral verhoogd wegens de gestegen vraag op de markt van de Unie, die blijkt uit tabel 1 hierboven.  Sinds 2010 werkte de producent in de Unie nagenoeg op volle capaciteit. Dit was minder het geval in 2009, toen de productie en de verkoop te lijden hadden onder de financiële crisis.

Tabel 5

|| 2009 || 2010 || 2011 || TNO

Productie - Index (2009=100) || 100 || 115 || 113 || 109

Productiecapaciteit - Index (2009=100) || 100 || 100 || 100 || 100

Bezettingsgraad || 86,9 % || 100,2 % || 98,2 % || 95,2 %

4.6.2.     Voorraden

(56)     De producent in de Unie hield gedurende de beoordelingsperiode een kleine voorraad aan; dit werd voor de beoordeling van de situatie van de bedrijfstak van de Unie niet als een belangrijke factor beschouwd.

Tabel 6

|| 2009 || 2010 || 2011 || TNO

Voorraden - Index (2009=100) || 100 || 73 || 88 || 49

4.6.3.     Verkoopvolume, marktaandeel en gemiddelde eenheidsprijzen in de Unie

(57)     De verkoop door de bedrijfstak van de Unie aan niet-verbonden afnemers op de markt van de Unie nam in de beoordelingsperiode met 26 % toe, de verkoopprijzen ervan stegen met 7 %.

(58)     De bedrijfstak van de Unie wist zijn verkoopvolume in de EU te verhogen als gevolg van de in tabel 1 hiervoor gebleken stijging van het verbruik. De bedrijfstak van de Unie behield een zeer groot deel van de markt van de Unie.

Tabel 7

|| 2009 || 2010 || 2011 || TNO

Verkoopvolume - Index (2009=100) || 100 || 121 || 125 || 126

Marktaandeel || 80-85 % || 80-85 % ||  80-85 % || 80-85 %

Verkoopprijs - Index (2009=100) || 100 || 95 || 98 || 107

4.6.4.     Winstgevendheid en kasstroom

(59)     In de beoordelingsperiode verbeterde de winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie aanzienlijk, daar zowel het volume als de prijs van de verkoop aan niet-verbonden afnemers op de markt van de Unie steeg. De forse verbetering van de winstgevendheid is zelfs nog duidelijker als zij wordt vergeleken met de zware verliezen die de bedrijfstak in het oorspronkelijke OT heeft geleden (-20 tot -30 %).

Tabel 8

|| 2009 || 2010 || 2011 || TNO

Winstgevendheid || -10 % tot 0 % || -10 % tot 0 % || -10 % tot 0 % || -5 % tot 0 %

(60)     De winstgevendheid van de interne transacties was vrij goed.

(61)     De kasstroom was in de beoordelingsperiode voortdurend negatief, behalve in het TNO, parallel met de ontwikkeling van de algemene winstgevendheid.

Tabel 9

|| 2009 || 2010 || 2011 || TNO

Kasstroom – Index (2009 = -100) || -100 || -84 || -229 || 174

4.6.5.     Investeringen, rendement van investeringen en vermogen om kapitaal aan te trekken

(62)     Tijdens de beoordelingsperiode investeerde de bedrijfstak van de Unie in de handhaving en optimalisering van de bestaande productie-installaties. In 2009 deed hij een aanzienlijke nieuwe investering die verband houdt met micro-DCD.

Tabel 10

|| 2009 || 2010 || 2011 || TNO

Investeringen - Index (2009=100) || 100 || 50 || 65 || 37

(63)     Het rendement van investeringen bleef in de beoordelingsperiode negatief, parallel met de hierboven genoemde winstgevendheid.

Tabel 11

|| 2009 || 2010 || 2011 || TNO

Rendement van investeringen - Index (2009 = 100) || -100 || -63 || -62 || -10

(64)     De bedrijfstak van de Unie heeft niet gesteld in de beoordelingsperiode moeilijkheden te hebben ondervonden om kapitaal aan te trekken.

4.6.6.     Werkgelegenheid, productiviteit, groei en lonen

(65)     De investeringen in de beoordelingsperiode hebben mede geleid tot een stijging van het aantal gekwalificeerde werknemers. Het gemiddelde loonniveau steeg in de beoordelingsperiode met 15 %.

(66)     De stijging van de werkgelegenheid en de productiviteit weerspiegelen de gestegen productie in 2010.

Tabel 12

|| 2009 || 2010 || 2011 || TNO

Aantal werknemers -  Index (2009 = 100) || 100 || 107 || 104 || 105

Productiviteit (ton per werknemer) - Index (2009 = 100) || 100 || 108 || 108 || 105

Arbeidskosten per werknemer - Index (2009 = 100) || 100 || 112 || 113 || 115

4.6.7.     Omvang van de dumping en herstel van eerdere dumping

(67)     De dumping werd gedurende het TNO voortgezet, zoals beschreven in punt 3.2 hierboven.

(68)     De gevolgen van de omvang van de werkelijke dumpingmarge voor de bedrijfstak van de Unie kunnen, gezien de omvang van de invoer met dumping uit China, niet zo hoog worden geacht. Sinds het oorspronkelijke onderzoek is de situatie van de bedrijfstak van de Unie aanzienlijk verbeterd - hij was goed op weg om te herstellen van de gevolgen van eerdere dumping, met name wat winstgevendheid, verkoop en marktaandeel betreft.

4.6.8.     Conclusie

(69)     Hoewel sommige van de hiervoor genoemde positieve ontwikkelingen van vrij recente datum zijn, wordt geoordeeld dat de situatie van de bedrijfstak van de Unie in de beoordelingsperiode aanzienlijk is verbeterd. Tegen het einde van het TNO waren alle financiële indicatoren positief of nagenoeg positief.

(70)     Door de instelling van de antidumpingmaatregelen in 2007 kon de bedrijfstak van de Unie zich geleidelijk herstellen van de schadelijke gevolgen van de dumping, en zijn potentieel op de markt van de Unie en in derde landen verder benutten. Dat de bedrijfstak van de Unie voordeel heeft gehaald uit de maatregelen, blijkt vooral uit zijn hoge productie en bezettingsgraad en de gestegen verkoopprijzen in de EU en winstgevendheid. Tijdens het TNO bleef aanmerkelijke schade als gevolg van de invoer uit China uit.

(71)     Na mededeling van de bevindingen betoogde de indiener van het verzoek dat het feit dat sommige schade-indicatoren tijdens het oorspronkelijk onderzoek een positieve trend vertoonden, de Commissie niet belet vast te stellen dat destijds aanmerkelijke schade werd geleden. Dit argument moet worden afgewezen. Verordening (EG) nr. 1331/2007 vormde een reactie op verschillende omstandigheden, met name met een minder rendabele bedrijfstak van de Unie. Bovendien verschilt een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van maatregelen wezenlijk van een onderzoek op grond van artikel 5 van de basisverordening. Terwijl dit laatste is toegespitst op de vraag of de dumping schade veroorzaakt aan de interne bedrijfstak, is het eerste een prognose van wat waarschijnlijk zal gebeuren indien de maatregelen komen te vervallen.

5.           Waarschijnlijkheid van herhaling van de schade

(72)     Zoals hiervoor is aangetoond, heeft de bedrijfstak van de Unie in het TNO geen aanmerkelijke schade geleden. Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening werd bijgevolg onderzocht of het waarschijnlijk is dat het vervallen van de maatregelen tot een herhaling van schade zou leiden.

5.1.        Effect van de reservecapaciteit in China

(73)     Uit het onderzoek is gebleken dat er in China een grote productiecapaciteit bestaat (zie overwegingen (34) tot en met (37)). Er zijn echter geen goede redenen om te concluderen dat die reservecapaciteit waarschijnlijk tot aanzienlijke invoer in de Unie zal leiden. 

(74)     De Unie is een van de vele markten waar de Chinese producenten-exporteurs verkopen. Wat de prijzen betreft, blijkt uit gegevens van de bedrijfstak van de Unie en de medewerkende Chinese producent-exporteur en uit de Chinese uitvoerstatistieken dat verschillende niet-EU-markten minstens even aantrekkelijk zijn als die van de Unie.

(75)     De uitvoer van de bedrijfstak van de Unie vond vaak plaats tegen hogere prijzen dan de verkoop in de Unie. Na de mededeling van de bevindingen betoogde de indiener van het verzoek dat zijn hogere uitvoerprijzen niets van doen hadden met de relatieve aantrekkelijkheid van die markten, maar veeleer moesten worden verklaard door het feit dat die verkopen slechts kleine hoeveelheden betroffen. Dit argument moet worden afgewezen, daar de totale afzet van de bedrijfstak van de Unie op de uitvoermarkten in het TNO nog steeds aanzienlijk was (tussen 20 en 30 % van de productie van de bedrijfstak van de Unie). Ook is niet aangetoond dat de verkoop aan klanten aanmerkelijk kleinere hoeveelheden betrof. 

(76)     Ook statistische gegevens over de prijs van de Chinese DCD-uitvoer naar de verschillende markten suggereren niet dat de markt van de Unie veel aantrekkelijker is dan andere exportmarkten. Er bestond reeds een aanzienlijke reservecapaciteit tijdens het TNO, maar deze vertaalde zich niet in een schade veroorzakende prijsstelling van de Chinese exporteurs. Dat de reservecapaciteit nog zal toenemen, wijst er is in dit geval nog niet op dat herhaling van de schade waarschijnlijk is. India is verreweg de grootste DCD-markt ter wereld. Blijkens de Chinese uitvoerstatistieken vertegenwoordigde de Chinese verkoop aan de EU slechts ongeveer 10 % van de verkoop aan India en was de gemiddelde Chinese verkoopprijs per ton in de EU nagenoeg dezelfde als de prijs van Chinese verkopen in India. De gangbare marktprijzen op de belangrijke Indiase markt (die in de beoordelingsperiode met gemiddeld 65 % zijn gestegen) zijn met andere woorden even aanlokkelijk voor de DCD-producenten. Niets wijst erop dat de reservecapaciteit in China zal leiden tot enorme invoer in de Unie. Momenteel kan worden verwacht dat althans een deel van die reservecapaciteit in de nabije toekomst niet zal worden gebruikt. Deze conclusie is gebaseerd op de ontwikkelingen in het verleden, aangezien uit door de indiener van het verzoek verstrekte gegevens blijkt dat hoewel China tussen 2008 en het TNO zijn capaciteit met ongeveer 50 % heeft vergroot, zijn totale productie met slechts ongeveer 20 % is gestegen. Door de indiener van het verzoek gemaakte prognoses tot 2016 tonen aan dat de Chinese capaciteit de wereldwijde vraag ver zal overtreffen, en dus voorlopig niet zal worden benut. De overcapaciteit in het land valt kleiner uit als de prognoses uitgaan van de verkoopgegevens van de medewerkende Chinese producent-exporteur. Hoe dan ook betekent het feit dat de Chinese DCD-productie, anders dan de EU-productie (zie overweging (55)), geen deel uitmaakt van een volledig geïntegreerde productieketen, dat het niet benutten van capaciteit minder duur is.

(77)     Bovendien zal de verzekerde groeiende vraag, met name van de farmaceutische industrie in landen als India (zie overweging (39)), wellicht een groot deel van de Chinese overcapaciteit kunnen absorberen. Verder werd in het onderzoek geconcludeerd dat de DCD-producten van AlzChem aantrekkelijker zijn voor gebruikers in de EU, onder meer wegens de geografische ligging en de betrouwbaarheid van de aanvoer. Dit levert ten aanzien van de belangrijkste gebruikers in de EU, die significante hoeveelheden DCD afnemen, een duidelijk voordeel ten opzichte van de Chinese producenten op. Gelet op deze context is de grote productiecapaciteit in China als zodanig geen reden om te concluderen dat herhaling van de schade waarschijnlijk is. Het enkele feit dat het aandeel van de bedrijfstak van de Unie in de wereldwijde productiecapaciteit is gedaald, kan deze conclusie niet ontkrachten.

5.2.        Effect van de verwachte groei van de markt

(78)     Verschillende partijen vermeldden de verwachte sterke groei van de wereldwijde DCD-markt, die voornamelijk gedreven wordt door beproefde toepassingen in de farmaceutische en landbouwindustrie. De reden hiervoor is de toename van de productie van een geneesmiddel voor de behandeling van suikerziekte, vooral in India. Deze groei komt reeds tot uiting door de stijging van het verbruik in de EU die blijkt uit tabel 1.

(79)     Ook voor de markt van de Unie wordt verdere groei verwacht, zij het in mindere mate. Dit komt omdat een grote geneesmiddelenproducent die wereldwijd verkoopt, in de Unie gevestigd is.

(80)     Na de mededeling van de bevindingen betwistte de indiener van het verzoek de omvang van de groei. Zijn opmerkingen ter zake zijn echter innerlijk tegenstrijdig en verschillende bronnen wijzen op een sterke vraag in de EU en een aanzienlijke wereldwijde groei. Verkoopgegevens van de medewerkende Chinese producent-exporteur wijzen op een snel toenemend verbruik op de Chinese binnenlandse markt. Niets in het dossier staaft de eigenlijke stelling van de indiener van het verzoek, dat de vraag stagneert of zal stagneren.

(81)     Na de mededeling van de bevindingen heeft de indiener van het verzoek ook benadrukt dat hij op markten buiten de EU aan verkoopvolume en marktaandeel heeft ingeboet. In dit verband moet worden opgemerkt dat de bedrijfstak van de Unie op nagenoeg volledige capaciteit heeft gewerkt en slechts verwaarloosbare voorraden had, terwijl het DCD-verbruik in de EU is blijven groeien. Het is dus veeleer omdat de bedrijfstak van de Unie had besloten zich meer op de EU-markt te richten zonder zijn productiecapaciteit substantieel te vergroten, dat hij niet ten volle kon profiteren van de groei van de overige markten. Deze situatie kan echter veranderen als zijn plannen om uit te breiden worden verwezenlijkt. Daarom wordt verwacht dat zelfs indien de invoer van Chinese DCD in de Unie in de nabije toekomst zou blijven groeien, dat niet vanzelf tot een herhaling van de schade zou leiden. Net als de Chinese producenten zal de bedrijfstak van de Unie profiteren van een toename van de wereldwijde vraag.

(82)     In dit verband moet, zoals hierboven reeds is vermeld, ook worden opgemerkt dat de producent in de Unie op de markt zeer goed gezien is, en voor een aantal belangrijke afnemers althans voor bepaalde DCD-toepassingen de voorkeursleverancier lijkt te zijn. Door de kwaliteit en betrouwbaarheid van zijn DCD-producten in de Unie kan hij grote overeenkomsten sluiten met de belangrijkste afnemers in de EU, en dat zal naar verwachting zo blijven, ongeacht of de maatregelen worden ingetrokken of niet. Na de mededeling van de bevindingen heeft een belangrijk gebruiker in de Unie verklaard dat zelfs als de maatregelen zouden worden ingetrokken, hij het betrokken product zou blijven betrekken bij de bedrijfstak van de Unie.

5.3.        Andere overwegingen

(83)     Zoals in de overwegingen (50) en (51) is vermeld, onderboden de prijzen van de Chinese invoer niet de prijzen van de bedrijfstak van de Unie tijdens het TNO. Er was geen sprake van prijsonderbieding in de normale regeling (ongeveer een derde van de invoervolumes). Als ook de regeling actieve veredeling (de andere twee derde van de invoer tijdens het TNO) in aanmerking wordt genomen, was er een zeer laag niveau van prijsonderbieding. Deze situatie verschilde van de aanzienlijke prijsonderbieding die werd vastgesteld in het oorspronkelijke onderzoek; zij is het gevolg van een algemene geleidelijke stijging van de invoerprijzen sinds de maatregelen zijn ingesteld, hoewel deze stijging niet gelijkmatig was.  In feite steeg de cif-prijs aan de grens van de EU van de Chinese invoer van 2009 tot het eind van het TNO met 73 %.

(84)     De bedrijfstak van de EU heeft aangetoond dat hij ook zonder de maatregelen concurrerend blijft, gelet op de aanzienlijke uitvoer (tussen 20 en 30 % van de productie in het TNO) naar landen buiten de EU waar geen maatregelen van kracht zijn en waar hij zonder ondersteuning van antidumpingmaatregelen het hoofd moet bieden aan de Chinese concurrentie. De hieronder blijkende daling van de uitvoer moet worden gezien in samenhang met de toenemende verkoop in de Unie en een onveranderde productiecapaciteit van de bedrijfstak van de Unie, die in beginsel volledig is benut.

Tabel 13

|| 2009 || 2010 || 2011 || TNO

Uitvoervolume - Index (2009=100) || 100 || 105 || 80 || 77

Uitvoerprijs (niet-verbonden) - Index (2009=100) || 100 || 100 || 109 || 125

(85)     In het licht van een opmerking van de bedrijfstak van de Unie werden ook de prijzen van de invoer uit China tijdens de 8 maanden na het TNO geanalyseerd. De bedrijfstak van de Unie had aangevoerd dat de prijzen ten gevolge van de invoer uit China kort na het TNO opnieuw sterk onder druk waren komen te staan. Op grond van artikel 6, lid 1, in samenhang met artikel 11, lid 5, van de basisverordening wordt informatie die betrekking heeft op een na het TNO volgende periode normaal niet in aanmerking genomen. Zelfs als deze informatie wel in aanmerking moest worden genomen, kunnen er in dit stadium echter geen conclusies uit worden getrokken, daar niet duidelijk is of deze gewijzigde prijzen, als zij al worden bevestigd, van blijvende aard zijn. Hoewel de prijzen van het eind van het TNO tot mei 2013 daalden, zijn zij in juni bijvoorbeeld opnieuw met 10 % gestegen.  Aangezien deze prijzen na het TNO aanzienlijk hoger waren dan welke die in het oorspronkelijke onderzoek zijn vastgesteld, is het onwaarschijnlijk dat zij in de nabije toekomst een bedreiging vormen voor de huidige situatie van de bedrijfstak van de Unie, die geen aanmerkelijke schade lijdt.

(86)     Ten slotte wijst niets erop dat intrekking van de maatregelen op korte tot middellange termijn een effect zou hebben op de marktprijzen. Voor een groot deel van de in de Unie verkochte DCD worden contracten met een looptijd van verscheidene jaren gesloten, en voor de gebruikers lijken betrouwbare en regelmatige leveringen door een betrouwbare producent van groot belang te zijn. Bovendien vond twee derde van de invoer tijdens het TNO plaats onder de regeling actieve veredeling, waarbij geen invoer- of antidumpingrechten moeten worden betaald. Kortom, hoewel niet kan worden uitgesloten dat over bepaalde contracten zal worden heronderhandeld en dat de eindprijzen bij invoer kunnen dalen, is het niet waarschijnlijk dat dit een schadeveroorzakend niveau zal bereiken indien de rechten worden ingetrokken.

5.4.        Conclusie over de waarschijnlijkheid van herhaling van schade

(87)     In het licht van het bovenstaande is het niet waarschijnlijk dat de bedrijfstak van de Unie in geval van intrekking van de maatregelen zijn verkopen en productiehoeveelheden en/of de prijzen van DCD zodanig zou moeten verlagen dat zijn winstgevendheid en algemene situatie ernstig zouden worden aangetast.

(88)     Integendeel, gezien de wereldwijde groei van het verbruik, de uit China ingevoerde hoeveelheden, de prijzen daarvan in het TNO en de prijzen op andere markten, wordt verwacht dat, bij ontstentenis van maatregelen, de verkoop van DCD door de bedrijfstak van de Unie sterk zal blijven en zal blijven bijdragen aan zijn activiteiten in de DCD- en de NCN-keten.

(89)     De bedrijfstak van de Unie blijft naar verwachting werken op volle capaciteit, ongeacht of de maatregelen worden ingetrokken of niet. Bovendien heeft de bedrijfstak van de Unie dit jaar de voorbereidende werkzaamheden voor een uitbreidingsprogramma voltooid. In het najaar van 2013 heeft hij in beginsel beslist zijn DCD-productiecapaciteit aanzienlijk te verhogen. De markt, met inbegrip van belangrijke in de EU gevestigde klanten, heeft dit uitbreidingsplan toegejuicht[5].  Het uitbreidingsplan wijst erop dat de bedrijfstak van de Unie de wereldwijde vraag gunstig inschat en dat AlzChem van die groei zou moeten profiteren.

(90)     Zelfs indien de bedrijfstak van de Unie in de nabije toekomst enige prijsdruk ondervindt van de invoer uit China, zullen de gevolgen wat prijzen en winstgevendheid betreft, naar verwachting niet groot zijn, aangezien de bedrijfstak van de Unie een groot marktaandeel heeft, voordelen inzake kwaliteit en betrouwbaarheid van de bevoorrading, en het vermogen om grote contracten te sluiten. Zij bereiken derhalve niet de drempel van "waarschijnlijkheid van schade" in de zin van artikel 11, lid 2, van de basisverordening.

(91)     De Commissie komt tot de conclusie dat het niet waarschijnlijk is dat de bedrijfstak van de Unie opnieuw schade zal lijden als de bestaande maatregelen worden ingetrokken.

6.           BELANG VAN DE UNIE

(92)     Aangezien is geconcludeerd dat herhaling van de schade niet waarschijnlijk is, behoeft het belang van de Unie niet te worden onderzocht.

7.           INTREKKING VAN DE ANTIDUMPINGMAATREGELEN

(93)     Alle partijen zijn in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen op grond waarvan de Commissie wil aanbevelen de bestaande maatregelen in te trekken. Zij konden hierover binnen een bepaalde termijn opmerkingen maken. Wanneer dit gerechtvaardigd was, is rekening gehouden met de standpunten en opmerkingen, maar geen daarvan gaf aanleiding om de bovenstaande conclusies te wijzigen.

(94)     Uit het bovenstaande volgt dat de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op DCD van oorsprong uit China moeten worden ingetrokken en dat de procedure moet worden beëindigd, zoals is bepaald in artikel 11, lid 2, van de basisverordening.

(95)     Gelet op bepaalde omstandigheden die hierboven zijn beschreven, namelijk het bestaan van reservecapaciteit in China en het mogelijke bestaan van onderbieding na het TNO, zal de Commissie toezicht houden op de invoer van het betrokken product teneinde zo nodig snel passende maatregelen te kunnen nemen. Het toezicht is beperkt tot een periode van 2 jaar na de bekendmaking van deze verordening.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het antidumpingrecht op de invoer van 1-cyaanguanidine (dicyaandiamide), momenteel ingedeeld onder GN-code 2926 20 00, van oorsprong uit de Volksrepubliek China, wordt ingetrokken en de procedure met betrekking tot deze invoer wordt beëindigd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

                                                                       Voor de Raad

                                                                       De voorzitter

[1]               PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

[2]               PB L 296 van 15.11.2007, blz. 1.

[3]               PB C 116 van 20.4.2012, blz. 3.

[4]               PB C 349 van 15.11.2012, blz. 10.

[5]               Na de mededeling van de bevindingen heeft de bedrijfstak van de Unie verklaard dat "het besluit om de capaciteit te vergroten zou moeten worden geannuleerd indien verwacht wordt dat de winstgevendheid van AlzChem zal dalen".

Top