EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52012AR1272

Advies van het Comité van de Regio's — De strategie van de Europese Unie voor het Oostzeegebied

OJ C 391, 18.12.2012, p. 11–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

18.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 391/11


Advies van het Comité van de Regio's — De strategie van de Europese Unie voor het Oostzeegebied

2012/C 391/03

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

benadrukt dat de Oostzeestrategie als eerste integrale macroregiostrategie van de EU een goede basis biedt om uit te testen in hoeverre een specifiek op een groter geografisch gebied gerichte aanpak geschikt is om in de praktijk het concurrentievermogen van de EU te versterken en een slimme, duurzame en inclusieve groei te bevorderen;

acht het een goede zaak dat de doelstellingen van de Oostzeestrategie – redding van de zee, verbinding van de regio en vergroting van de welvaart – beter zullen worden afgestemd op die van de Europa 2020-strategie;

wijst erop dat het om de economische samenhang en het concurrentievermogen te versterken nodig is dat onderzoekers, innovatoren en actoren uit het bedrijfsleven hun activiteiten nauwer op elkaar gaan afstemmen. Regio's en universiteiten zouden dan ook overal in de macroregio moeten samenwerken om het Oostzeegebied tot een toonbeeld van een op slimme specialisatie berustende netwerkstructuur te maken;

is van mening dat de aandacht moet blijven uitgaan naar steun voor initiatieven voor duurzame ontwikkeling en naar de ontwikkeling van maatregelen om de werkgelegenheid te bevorderen, de kwalificaties van werknemers te verbeteren en voor meer welvaart en inclusie te zorgen;

onderstreept dat, hoewel het hier in de eerste plaats om een interne strategie van de EU gaat, het toch van buitengewoon groot belang is dat er wordt samengewerkt met derde landen en dan vooral met Rusland, wil de strategie kans van slagen hebben;

wijst erop dat in het kader van de zich steeds intensiverende samenwerking tussen de EU en Rusland in het Oostzeegebied optimaal moet worden geprofiteerd van de structuren die zijn gelegd in verband met de noordelijke dimensie;

betreurt het dat de rol van gemeenten en regio's bij de tenuitvoerlegging van de strategie onderbelicht blijft. Daarom zou zowel in de strategie als in een nieuwe versie van het actieplan expliciet moeten worden gesteld dat het principe van multilevel governance leidraad bij de uitvoering ervan moet zijn;

acht het absoluut noodzakelijk dat de politiek verantwoordelijken zich duidelijk engageren en zich opwerpen als gangmakers, zodat er in alle deelnemende landen voortgang kan worden geboekt bij de tenuitvoerlegging van de strategie;

vindt dat er duidelijkheid moet komen omtrent de bijdrage van de nationale structuurfondsprogramma's aan de verwezenlijking van de Oostzeestrategie, waarbij rekening moet worden gehouden met de verschillen tussen de regio's in één en dezelfde lidstaat en hun specifieke ontwikkelingsbehoeften.

Rapporteur

Pauliina HAIJANEN (FI/EVP), lid van het bestuurscollege van de gemeente Laitila

Referentiedocument

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's betreffende de strategie van de Europese Unie voor het Oostzeegebied

COM(2012) 128 final

I.   BELEIDSAANBEVELINGEN

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

1.

is ingenomen met de op 23 maart 2012 gepubliceerde mededeling van de Europese Commissie en kan zich vinden in de hierin voorgestelde acties: verbetering van de strategische aandachtspunten; afstemming van beleid en financiering;zverduidelijking van de verantwoordelijkheden van verschillende actoren, en bevordering van de communicatie.

2.

Met haar Oostzeestrategie streeft de EU naar een betere coördinatie en samenhang van het beleid tussen de regio's in het gebied om oplossingen te vinden voor de gemeenschappelijke problemen in de macroregio en om de welvaart in het gebied duurzaam te vergroten. In de strategie komen kwesties aan de orde die de afzonderlijke regio's en lidstaten niet in hun eentje kunnen oplossen. Centrale doelstelling is bevordering van de samenwerking en beleidscoördinatie tussen lidstaten, regio's en gemeenten in het Oostzeegebied, de EU en de plaatselijke samenwerkingsverbanden, financiële instellingen en ngo's.

3.

Het Comité heeft in zijn advies over "De bijdrage van lokale en regionale overheden aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie" (CdR 72/2011 fin) aandacht gevraagd voor de mogelijkheden van de Oostzeeregio om te functioneren als een wegbereider voor Europa.

4.

Als eerste integrale macroregiostrategie van de EU biedt de Oostzeestrategie een goede basis om uit te testen in hoeverre een specifiek op een groter geografisch gebied gerichte aanpak geschikt is om in de praktijk het concurrentievermogen van de EU te versterken en een slimme, duurzame en inclusieve groei te bevorderen. De ervaringen die hier zijn opgedaan, zouden m.n. in de discussie die met het oog op de volgende programmeerperiode over het Europese cohesiebeleid wordt gevoerd, actief moeten worden meegenomen.

5.

Het Comité verwijst naar het standpunt van de Commissie op grond waarvan er in het kader van de uitvoering van macroregiostrategieën geen nieuwe regelgeving wordt ontwikkeld, geen nieuwe instellingen worden opgericht en niet wordt voorzien in aanvullende financiering. Maar daarnaast zou er ook een "drieweg JA" moeten zijn: ja voor een gezamenlijk overeengekomen toepassing en monitoring van de op dit moment in de macroregio geldende regels; ja voor het opzetten (onder de verantwoordelijkheid van EU-organen) van een platform, netwerk of territoriaal cluster van regionale en lokale overheden en lidstaten, waarbij ook de stakeholders moeten worden betrokken; ja voor een onderling overeengekomen gebruik van de huidige EU-financieringsinstrumenten ter ontwikkeling en implementatie van macroregiostrategieën.

De raakvlakken van een macroregionale aanpak met de doelstellingen van de Europa 2020-strategie

6.

Het is een goede zaak dat de doelstellingen van de Oostzeestrategie beter zullen worden afgestemd op die van de Europa 2020-strategie. De drie in de mededeling genoemde algemene doelstellingen – redding van de zee, verbinding van de regio en vergroting van de welvaart – sluiten goed aan op de doelstellingen van de Europa 2020-strategie m.b.t. slimme, duurzame en inclusieve groei. Verder is het voor de tenuitvoerlegging van de Europa 2020-strategie van primair belang dat de samenwerking op het gebied van innovatieve activiteiten wordt opgevoerd.

7.

De wijze waarop de in de Europa 2020-strategie voorgestelde vlaggenschipinitiatieven concreet gestalte krijgen, is belangrijk voor de tenuitvoerlegging van de Oostzeestrategie. Van deze vlaggenschipinitiatieven zijn in het bijzonder "De Digitale Agenda" en "De Innovatie-unie" van belang. In het bijgewerkte actieplan zou meer aandacht moeten worden besteed aan de wijze waarop de doelstellingen van deze twee vlaggenschipinitiatieven in het Oostzeegebied beter kunnen worden verwezenlijkt. De Oostzeestrategie van de EU en de in het Oostzeegebied functionerende samenwerkingsverbanden bieden een uitstekende basis voor de ontwikkeling van regionale strategieën op het gebied van onderzoek en innovatie waarbij slimme specialisatie centraal staat.

8.

Zowel de lidstaten als de lokale en regionale actoren zouden zich moeten afvragen hoe de aangepaste doelstelling van de Oostzeestrategie betreffende vergroting van de welvaart via concrete samenwerkingsprojecten in de praktijk kan worden verwezenlijkt. De maatregelen ter verhoging van het werkgelegenheids- en vaardighedenniveau en ter vergroting van de welvaart en participatie zullen in het vervolg duidelijk moeten worden omschreven in het actieplan. Op dit ogenblik bevat het actieplan nog maar heel weinig koppelingen naar de betreffende vlaggenschipinitiatieven van de Europa 2020-strategie.

9.

De in de Europa 2020-strategie genoemde prioriteit "inclusieve groei: voor een economie met veel werkgelegenheid en economische, sociale en territoriale cohesie" zou bij de tenuitvoerlegging van de Oostzeestrategie in aanmerking moeten worden genomen, omdat er nog altijd aanzienlijke verschillen in welvaart en economische prestaties zijn tussen de regio's in het Oostzeegebied. De bevordering van maatregelen ter verbetering van de toestand van het milieu en van de vlaggenschipinitiatieven die duurzame ontwikkeling ondersteunen, verdient onverminderd aandacht.

10.

In de toekomst zal het met het oog op de verwezenlijking van de Europa 2020-doelstellingen nog belangrijker worden om aandacht te besteden aan de synergie tussen de verschillende financieringsprogramma's. Wat betreft het toekomstige programma voor de financiering van onderzoek en innovatie, Horizon 2020, is het belangrijk dat er sprake is van nauwe en geïntegreerde coördinatie met de financiële instrumenten van het cohesiebeleid waarover de lidstaten in het Oostzeegebied beschikken, zodat het regionale perspectief sterker wordt benadrukt en de regio's worden aangemoedigd om hun inspanningen op het gebied van onderzoek en innovatie op te voeren.

11.

De Oostzeestrategie van de EU heeft het lokale en regionale niveau nieuwe mogelijkheden geschonken om het regionale concurrentievermogen te versterken en slimme regionale specialisatie te bevorderen. Regio's en universiteiten zouden dan ook overal in de macroregio moeten samenwerken om het Oostzeegebied tot een toonbeeld van een op slimme specialisatie berustende netwerkstructuur te maken, waarbij men zich concentreert op de voor elke afzonderlijke regio relevante kernproblemen en waarbij het regionale beleid dankzij de netwerkvorming wordt verrijkt met de resultaten van toponderzoek en de nodige kritische massa krijgt. Cruciaal hierbij is de verdere ontwikkeling en versterking van de Triple Helix- en Quadruple Helix-innovatiesystemen, zulks in samenwerking met de academische wereld, de openbare sector, het bedrijfsleven en de burgers in de Oostzeeregio.

12.

De lidstaten in het Oostzeegebied zouden er goed aan doen om onderzoekscentra aan te moedigen, zich bezig te houden met onderzoeksthema's die slimme specialisatie in de eigen regio bevorderen, en hun knowhow in te brengen in een netwerksamenwerking die het hele Oostzeegebied beslaat. Ook derde landen die aan het Oostzeegebied grenzen, zouden moeten worden aangemoedigd om mee te doen met de samenwerking tussen onderzoekers, bijv. als het gaat om milieu- en energiekwesties m.b.t. het gemeenschappelijke bekken.

13.

Om de economische samenhang en het concurrentievermogen te versterken is het nodig dat onderzoekers, innovatoren en actoren uit het bedrijfsleven hun activiteiten nauwer op elkaar gaan afstemmen. Er zal voor gezorgd moeten worden dat het bedrijfsleven en ondernemers en ook universiteiten actiever worden betrokken bij de uitvoering van de strategie.

14.

Lidstaten en derde landen zullen meer moeten gaan samenwerken op het gebied van innovatie en clustervorming, terwijl ook de samenwerking t.a.v. marketing in het Oostzeegebied moet worden bevorderd om meer externe investeerders en toeristen aan te trekken. Dit soort initiatieven zullen, samen met de uitgesproken milieudimensie van de strategie, in aanzienlijke mate bijdragen tot de verwezenlijking van de Europa 2020-doelstellingen in het Oostzeegebied.

15.

Een en ander komt erop neer dat de landen in het Oostzeegebied genoemde kwesties in hun eigen nationale hervormingsprogramma's (NHP's) moeten aanpakken en dat de lokale en regionale overheden nauw betrokken dienen te worden bij de voorbereidende werkzaamheden.

16.

De centrale doelstelling van de Oostzeestrategie is het terugdringen van de verontreiniging in de ergst vervuilde zee van de Europese Unie en het verbeteren van de staat waarin zij verkeert, waardoor kan worden gezorgd voor een harmonische sociaaleconomische ontwikkeling in de Oostzeestaten binnen en buiten de EU.

De externe dimensie van de strategie en het belang van samenwerking

17.

Hoewel het hier in de eerste plaats om een interne strategie van de EU gaat, is het toch van buitengewoon groot belang dat er wordt samengewerkt met derde landen en dan vooral met Rusland, wil de strategie kans van slagen hebben.

18.

In 2011 heeft Rusland op federaal niveau zijn goedkeuring gehecht aan een strategie betreffende het aan het Oostzeegebied grenzende noordwestelijke deel van het land (Strategy on social and economic development of the North-West Federal District until 2020). In deze strategie voor Noordwest-Rusland worden doelstellingen geformuleerd op het gebied van economie, infrastructuur en logistiek. Hopelijk zal deze strategie leiden tot een nauwere strategische samenwerking tussen de Oostzeeregio van de EU en Rusland, vooral op het gebied van milieu, economie, vervoer, energie, toerisme en reddingsoperaties.

19.

Van de structuren die zijn gelegd in verband met de noordelijke dimensie, zou optimaal moeten worden geprofiteerd in het kader van de zich steeds intensiverende samenwerking tussen de EU en Rusland in het Oostzeegebied. In het beleid inzake de Noordelijke dimensie wordt het gehele noordelijke deel van Europa als één geheel beschouwd, waarbij wordt getracht de verschillende samenwerkingsverbanden in het Oostzee- en Barentszzeegebied te coördineren.

20.

Het Comité stelt met genoegen vast dat er in de praktijk op lokaal en regionaal niveau een begin is gemaakt met initiatieven die bedoeld zijn om de concrete samenwerking met vooral Sint-Petersburg en het omringende Leningraddistrict tot ontwikkeling te brengen. Een goed voorbeeld van een dergelijke bottom-upaanpak is het zog. Turku-proces: een gezamenlijk initiatief van de stad Turku, de provincie Zuidwest-Finland, de stad Hamburg en de stad Sint-Petersburg.

Multilevel governance en de rol van gemeenten en regio's bij de tenuitvoerlegging van de strategie

21.

Het is verheugend dat de Commissie in haar mededeling bij het specificeren van de taken en verantwoordelijkheden van de belanghebbenden (nationale contactpunten, coördinatoren van prioritaire gebieden en hoofden van horizontale acties en van vlaggenschipprojecten) rekening houdt met de in het CvdR-advies over de strategie voor het Oostzeegebied (CdR 255/2009 fin) geformuleerde standpunten aangaande het bevorderen van een flexibele maar tegelijk doelgerichte uitvoering en governance van de strategie.

22.

De voorstellen die de Commissie doet om de governancestructuur van de strategie transparanter en efficiënter te maken, zijn een stap in de goede richting, maar het valt te betreuren dat de rol van gemeenten en regio's bij de tenuitvoerlegging van de strategie onderbelicht blijft. Daarom zou zowel in de strategie als in een nieuwe versie van het actieplan expliciet moeten worden gesteld dat het principe van multilevel governance leidraad bij de uitvoering ervan moet zijn.

23.

Of macroregionale strategieën in de verschillende delen van Europa kans van slagen hebben, hangt grotendeels af van de mate waarin de lokale en regionale actoren zich engageren en inzetten voor de realisering van de doelstellingen. Cruciaal is ook in hoeverre de particuliere sector ertoe kan worden bewogen om mee te doen. Verder is het absoluut noodzakelijk dat de politiek verantwoordelijken zich duidelijk engageren en zich opwerpen als gangmakers, zodat er in alle deelnemende landen voortgang kan worden geboekt bij de tenuitvoerlegging van de strategie.

24.

De noodzaak om de actoren op lokaal en regionaal niveau op grotere schaal te betrekken bij de tenuitvoerlegging van de Oostzeestrategie is onverminderd actueel. Hiermee zal rekening moeten worden gehouden als er een nieuwe versie van het actieplan wordt opgesteld en als de rol van de voornaamste actoren nader wordt gepreciseerd. Zo zijn veel van de coördinerende instanties op prioritaire gebieden op dit moment vakdepartementen of andere organen van de centrale overheid. Met name de nationale contactpunten zouden regelmatig contact moeten onderhouden met de lokale en regionale overheden en met de verschillende organisaties.

De financiering en het monitoring- en evaluatiesysteem

25.

Hoewel de Oostzeestrategie pas is goedgekeurd op een moment dat de huidige programmeerperiode reeds van start was gegaan, is men er toch in geslaagd om via de structuurfondsprogramma's tal van projecten ter ondersteuning van de strategie te realiseren. De in het Oostzeegebied uit te voeren programma's voor Europese territoriale samenwerking zijn tot nu toe vooral ter ondersteuning van de maatregelen op lokaal en regionaal niveau het belangrijkste financieringsinstrument geweest.

26.

Voor grensoverschrijdende projecten waarbij veel verschillende actoren betrokken zijn, staan maar weinig financieringsinstrumenten ter beschikking. Wat de benutting van de verschillende financieringsbronnen betreft is het probleem dat de beslissingen over financiering van de verschillende betrokken partners niet gelijktijdig plaatsvinden, waardoor de uitvoering van de projecten aanzienlijke vertraging oploopt. Bij deze beslissingen is maar weinig sprake van coördinatie, terwijl een aantal partners helemaal geen steun krijgt, waardoor de lancering van projecten wordt bemoeilijkt.

27.

Het is een belangrijke stap dat de Commissie de lidstaten in haar ontwerpverordening van oktober 2011 verplicht om bij het opstellen en uitvoeren van de nieuwe structuurfondsprogramma's rekening te houden met een mogelijke macroregiostrategie. Met name het nieuwe programma voor samenwerking tussen de Oostzeestaten zal in overeenstemming moeten zijn met de prioriteiten van de Oostzeestrategie van de EU. De programmeringswerkzaamheden voor de volgende periode zullen direct in het begin van 2014 van start moeten gaan om te voorkomen dat de voorzetting van de projecten onnodig vertraging oploopt.

28.

Er zal duidelijkheid moeten komen omtrent de bijdrage van de nationale structuurfondsprogramma's aan de verwezenlijking van de Oostzeestrategie, waarbij rekening moet worden gehouden met de verschillen tussen de regio's in één en dezelfde lidstaat en hun specifieke ontwikkelingsbehoeften. Met name de bevordering van slimme regionale specialisatie bij activiteiten in het kader van de programma's biedt enorme mogelijkheden voor het verwezenlijken van de doelstellingen van de strategie. Evenzo zullen de partnerschapsovereenkomsten tussen de lidstaten en de Commissie dienen te refereren aan de Oostzeestrategie van de EU.

29.

Het is belangrijk dat er ter bevordering van de samenwerking bij projecten wordt gezorgd voor startkapitaal, zoals door de Commissie in haar mededeling voorgesteld, want op deze wijze kunnen zowel lokale en regionale actoren als vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en zijn organisaties nauwer worden betrokken bij de projectwerkzaamheden.

30.

In de toekomst zal de financiering gericht moeten worden op activiteiten die de strategie direct helpen verwezenlijken en zullen er mogelijkheden moeten worden geschapen om de verschillende financieringsbronnen met elkaar te verenigen. Naast financiering door de overheid dient ook het gebruik van de door verschillende financieringsinstellingen geboden diensten te worden bevorderd en de rol van het bedrijfsleven bij de financiering te worden benadrukt. Wat betreft de nationale projecten die worden gefinancierd via de structuurfondsprogramma's, is het belangrijk dat er technieken worden ontwikkeld die het mogelijk maken meer internationale samenwerkingsactiviteiten onder te brengen in de projecten.

31.

De door de Commissie in haar mededeling voorgestelde indicatoren voor het monitoren van de tenuitvoerlegging van de strategie vinden instemming bij het Comité, al zal het monitoring- en evaluatiesysteem wel zo simpel mogelijk moeten worden gehouden en gebaseerd moeten zijn op indicatoren die een realistisch beeld geven van de met samenwerkingsprojecten in het kader van de strategie behaalde resultaten. Van zijn kant is het Comité bereid om mee te discussiëren over de ontwikkeling en selectie van deze indicatoren.

Verbeteren van de doorgifte van informatie en betrekken van de actoren bij de activiteiten

32.

Bij de tenuitvoerlegging van de macroregionale strategieën is het nodig dat de besluitvorming transparant geschiedt, dat er uitgebreid gegevens worden uitgewisseld en dat er op alle niveaus gemeenschappelijke werkwijzen worden ontwikkeld. Met name de doorgifte van informatie, zowel tussen de lidstaten in het Oostzeegebied als binnen de landen zelf, zal moeten worden verbeterd. Hierdoor wordt bevorderd dat er op bredere schaal betrokkenheid bij de verwezenlijking van de doelstellingen van de strategie ontstaat.

33.

Als er meer informatie over de strategie wordt doorgegeven, zal er ook bij het grote publiek meer bekendheid worden gegeven aan de activiteiten van de EU in het algemeen. De internetpagina's die inmiddels aan de strategie zijn gewijd, en de openbare hoorzittingen waarbij wordt gesproken over aanpassingen van het actieplan, zijn in dit opzicht veelbelovende eerste stappen.

34.

Er zullen door de Commissie systematisch gegevensbestanden over financieringsprogramma's moeten worden aangelegd en gepubliceerd, zodat er zowel op nationaal als op lokaal niveau gericht advies over financiering kan worden gegeven. De uitdaging van dit moment is dat de projectverantwoordelijken moeilijk aan informatie kunnen komen. Kennis over relevante financieringsinstrumenten dient op adequate wijze te worden doorgegeven om te voorkomen dat de betrokkenen moeite hebben om de instrumenten te kiezen die aansluiten op hun eigen behoeften.

Tot besluit

35.

De Oostzeestrategie van de EU heeft de lidstaten, regio's en gemeenten nieuwe mogelijkheden geboden ter versterking van het concurrentievermogen en innovaties op regionaal niveau en ter bevordering van slimme regionale specialisatie. Dankzij de strategie zijn de regionale en lokale actoren ook meer geïnteresseerd en betrokken geraakt bij de samenwerking in het Oostzeegebied en zijn er nieuwe en betere vormen van samenwerking ontwikkeld.

36.

Het Comité zal de tenuitvoerlegging van de Oostzeestrategie actief blijven monitoren op basis van het herziene actieplan dat eind 2012 wordt gepubliceerd, en zijn bevindingen en conclusies, m.n. met het oog op de invulling van de volgende EU-programmeerperiode (2014-2020), naar voren brengen in de bredere discussie over macroregionale strategieën.

Brussel, 10 oktober 2012

De voorzitter van het Comité van de Regio's

Ramón Luis VALCÁRCEL SISO


Top