EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52012AE0475

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een actieprogramma voor belastingen en douane in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Fiscus) en tot intrekking van Beschikkingen nr. 1482/2007/EG en nr. 624/2007/EG (COM(2011) 706 final — 2011/0341 (COD))

OJ C 143, 22.5.2012, p. 48–50 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

22.5.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 143/48


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een actieprogramma voor belastingen en douane in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Fiscus) en tot intrekking van Beschikkingen nr. 1482/2007/EG en nr. 624/2007/EG

(COM(2011) 706 final — 2011/0341 (COD))

2012/C 143/11

Rapporteur: de heer CASSIDY

De Raad en het Europees Parlement hebben resp. op 20 en 14 december 2011 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig de artikelen 33 en 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te raadplegen over het

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een actieprogramma voor belastingen en douane in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Fiscus) en tot intrekking van Beschikkingen nr. 1482/2007/EG en nr. 624/2007/EG

COM(2011) 706 final - 2011/0341 (COD).

De afdeling Economische en Monetaire Unie, Economische en Sociale Samenhang, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 2 februari 2012 goedgekeurd.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn op 22 en 23 februari 2012 gehouden 478e zitting (vergadering van 22 februari) onderstaand advies uitgebracht, dat met 231 stemmen vóór en 3 tegen, bij 11 onthoudingen, werd goedgekeurd.

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1

Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) onderschrijft in het algemeen het voorstel voor Fiscus. Het wil echter het volgende onder de aandacht brengen:

De nationale belasting- en douanediensten moeten toereikend uitgerust zijn om de uitdagingen van het komende decennium aan te gaan.

De belasting- en douanesector moet kunnen beschikken over een modern en efficiënt IT-systeem. Daartoe behoren zaken als het gemoderniseerde douanewetboek (MCC).

Het EESC zou graag een uitgebreide evaluatie willen zien van de gevolgen voor de begrotingen van de EU en de lidstaten.

De samenvattende begroting voor Fiscus laat ten opzichte van de huidige activiteiten een stijging zien van 9 % van de totale begroting voor de sectoren belastingen en douane. De geplande begroting voor de douane bedraagt 479 622 792 euro (voor de belastingen gaat het om 23 692 892 euro). Dit betekent een stijging van 13 % voor de douane en een daling van 1 % voor de belastingen.

1.2

Het EESC beseft dat de lidstaten er in de werkgroepen van de Raad uiteenlopende meningen op na houden. Het is van belang dat de Commissie kan aantonen dat de lidstaten in vergelijking met de huidige activiteiten fors op de Fiscus-begroting zullen besparen. Volgens het EESC zal de Commissie niet zonder slag of stoot toestemming krijgen van het Parlement voor meer uitgaven uit hoofde van de EU-begroting, zonder informatie over compenserende bezuinigingen op de begrotingen van de lidstaten.

1.3

Het EESC herinnert aan de opmerkingen in zijn advies "Actieprogramma voor de douane" (1), waarin het aandrong op verdere integratie van douanepraktijken, indachtig de doelstellingen van de Lissabonstrategie, daarbij benadrukkend dat deze vorm van integratie bereikt moet worden zonder de douaneadministraties verder te integreren.

1.4

Wezenlijk onderdeel van het nieuwe programma is de verbetering van de opleiding en de doeltreffendheid hiervan voor ambtenaren uit de lidstaten (2).

2.   Inleiding en achtergrond

2.1

Het EU-beleid voor douane en belastingen draagt elk jaar essentieel bij aan hogere inkomsten voor de begrotingen van de EU en de lidstaten. Voorts levert het beleid aanzienlijke voordelen voor de EU-burgers en ondernemingen op, of het nu is door de belemmering van onveilige of illegale invoer, het mogelijk maken van vlotte handel en een sterke interne markt, of door nalevingskosten en de papierwinkel voor grensoverschrijdende ondernemingen terug te dringen.

2.2

Het voorstel voor een verordening (COM(2011) 706 final) is een belangrijke stap voorwaarts in het jaren geleden gelanceerde streven om de acties van de lidstaten op één lijn te brengen en te coördineren ter bescherming van hun financiële belangen en die van de EU: in 2010 waren de douanerechten en aanverwante heffingen goed voor 12,3 % van de EU-begroting. Het nieuwe, door de Commissie in juni 2011 goedgekeurde meerjarig financieel kader 2014-2020 omvat onder andere een nieuwe generatie douane- en Fiscalisprogramma's. Beide programma's hebben mettertijd twee gescheiden, hoewel parallelle, trajecten afgelegd. De meest recente waren Douane 2013 en Fiscalis 2013. Ze worden nu gecombineerd in één programma (Fiscus), een echte vernieuwing in de aanpak van de Commissie.

2.3

Fiscus is niet alleen het resultaat van het "vereenvoudigingsbeleid", om de Commissie te citeren, maar ook de erkenning van het vitale belang van de "samenwerking tussen de belasting- en de douanediensten en andere betrokken partijen ." Het meest positieve element van het programma is de aandacht voor de menselijke factor: douane- en belastingsamenwerking wordt gebaseerd op "networking en competentieontwikkeling" (3). Technische en IT-capaciteitsopbouw is natuurlijk nodig, maar de menselijke factor is van primair belang, een zaak die het EESC zeer op prijs stelt.

2.4

Het Commissieprogramma Fiscus heeft naar verwachting een looptijd van 7 jaar, ingaand op 1 januari 2014. Het budget voor de kosten van het programma voor de gehele duur (2014-2020) bedraagt 777,6 miljoen euro in huidige prijzen: een fors bedrag, waarvan de samenhang met de doelstellingen moeilijk te beoordelen valt. Het programma verstrekt financiële steun voor negen verschillende soorten gezamenlijke gemeenschappelijke acties, in de vorm van subsidies, overheidsopdrachten, of vergoeding van kosten van externe deskundigen.

2.5

De meeste kosten betreffen de opleiding van ambtenaren en gemeenschappelijke IT-initiatieven, maar de subsidies kunnen ook de "kosten dekken van voorbereidende werkzaamheden, toezicht, bewaking, controles en evaluaties" (4). Volgens het EESC betekent dit dat er speciale aandacht uitgaat naar de uitvoering van de gezamenlijke gemeenschappelijke acties , maar het hoopt dat evenveel aandacht wordt besteed aan de uitvoering van nationale acties , ter wille van de uniformiteit.

2.6

De specifieke doelstellingen van het actieprogramma zijn dezelfde als die van de eerdere en huidige programma's. Het EESC heeft zich hierover al uitgesproken en het heeft geen zin een en ander te herhalen, behalve een punt dat meermaals is aangeroerd, maar waarop tot nu toe niet is gereageerd, te weten een regelmatige uitwisseling van informatie tussen douane- en belastingautoriteiten als middel om fraude en/of belastingontwijking te ontdekken  (5).

2.7

In het kader van de eerste pijler - networking - zullen goede praktijken en praktische kennis kunnen worden uitgewisseld. Dit is niet nieuw: de meeste, zo niet alle voorgaande programma's spraken hierover, soms zelfs in exact dezelfde bewoordingen. Om meerdere redenen echter waren eerdere acties op dit vlak niet altijd een groot succes. Zo vormden taalproblemen en uiteenlopende ervaring of achtergrond van de deelnemers grote obstakels. De nieuwe, door Fiscus te geven impuls voor samenwerking tussen diverse overheidsdiensten, moet de uitwisseling van ervaringen en de komst van hoogopgeleide professionals bevorderen. Dat is inderdaad iets wat de EU zou moeten ondersteunen.

2.8

Onder de tweede pijler, zo schrijft de Commissie, "zal worden voorzien in middelen voor de financiering van geavanceerde IT-infrastructuur en -systemen die de belasting- en douanediensten in de Unie in staat zullen stellen zich te ontwikkelen tot volwaardige e-overheden". (6) Ook dit kwam in min of meer dezelfde bewoordingen al in voorgaande programma's ter sprake. Maar de hier met eerdere acties behaalde resultaten stemden helemaal niet tot tevredenheid. Oorzaken waren verschillen in ontwikkeling van de IT-technologieën van de lidstaten, en helaas ook vaak de onwil van enkele (of veel) lidstaten om van werkmethoden of apparatuur te veranderen.

2.9

De onwil van lidstaten om samen te werken vormt het grootste struikelblok voor de ontwikkeling van een solide Europees belastingnetwerk. Deze onwil beperkt zich niet tot IT-technologie, maar komt op dat vlak wel het duidelijkst naar voren. Het EESC heeft die houding in veel van zijn adviezen over fiscale initiatieven bekritiseerd. (7) Het hoopt dat de huidige crisis heeft aangetoond dat geen enkel land zich kan afsluiten voor gebeurtenissen met mondiale gevolgen, en dat samenwerking de enige oplossing is.

2.10

In 2011 heeft een contractant na raadpleging van vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven de tussentijdse resultaten van de twee afzonderlijke programma's Fiscalis-2013 en Douane-2013 geanalyseerd. Door een andere contractant is een studie verricht naar het mogelijke kader voor het toekomstige Fiscus-programma. Uit de tussentijdse resultaten blijkt niet dat er grote obstakels bestaan noch dat er speciale maatregelen nodig zijn om ongewenste effecten te corrigeren.

2.11

Fiscus voegt de twee bestaande programma's voor belastingen en douane samen, hetgeen tegemoetkomt aan het streven van de Commissie naar vereenvoudiging en kostenbesparingen, maar niet ten koste gaat van de activiteiten op beide terreinen.

2.12

De nieuwe verordening vervangt Beschikking nr. 1482/2007/EG tot vaststelling van een communautair programma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de interne markt (Fiscalis-2013) alsook Beschikking nr. 624/2007/EG tot vaststelling van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane-2013). Beide beschikkingen zullen derhalve worden ingetrokken.

2.13

De Commissie heeft omvangrijke raadplegingen gehouden in zowel de douane- als de belastingsector. Daaruit kwam een groot aantal problemen naar voren, die in deel I (douane) en deel II (belastingen) van het werkdocument van de diensten van de Commissie (Effectbeoordeling) zijn samengevat. (8)

2.14

Verder heeft de Commissie met het oog op het nieuwe programma een effectbeoordeling uitgevoerd. Die laat zien dat er nog altijd veel onzekerheid bestaat over de Europese informatiesystemen en de uitwisseling van informatie i.v.m. toekomstige beleidsontwikkelingen. Enkele van deze kwesties kwamen al aan bod in het EESC-advies "Actieprogramma voor de douane". (9) De aanpassingen die nodig zijn om het functioneren van het Fiscalis-programma te verbeteren, zijn in detail beschreven in het EESC-advies "Beter functioneren van de belastingstelsels in de interne markt (Fiscalis 2013)". (10)

2.15

Het EESC kan zich in beginsel vinden in de door de Commissie voorgestelde maatregelen. Het wijst erop dat de moeizame samenwerking tussen verschillende overheidsdiensten, zowel op nationaal als Europees niveau, zich ook op veel andere terreinen voordoet. Vooruitgang wordt slechts langzaam en met veel moeite geboekt. De oorzaken daarvoor zijn velerlei, met als belangrijkste het gebrek aan enthousiasme bij nationale overheden.

2.16

Het EESC staat achter het Commissievoorstel voor meer samenwerking tussen douane- en belastingdiensten. Dat voorstel zou echter slechts de eerste stap moeten vormen op weg naar een georganiseerde samenwerking tussen alle nationale en Europese agentschappen en diensten die betrokken zijn bij de bestrijding van financiële fraude en criminaliteit (witwassen van geld, georganiseerde misdaad, terrorisme, smokkel enz.). Het EESC heeft al vaak voor een dergelijke samenwerking gepleit. (11)

Brussel, 22 februari 2012

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Staffan NILSSON


(1)  PB C 324 van 30.12.2006, blz. 78, par. 1.3.

(2)  Deze opmerking werd gemaakt in par. 1.2 van EESC-advies Verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de interne markt (Fiscalis 2013), PB C 93 van 27.04.2007, blz. 1.

(3)  COM(2011) 706 final, blz. 2, punt 1, derde alinea.

(4)  COM (2011) 706 final, blz. 21, artikel 10, lid 2.

(5)  EESC-adviezen Bestrijding van btw-fraude, PB C 347 van 18.12.2010, blz. 73, en Bevordering van goed bestuur in belastingzaken, PB C 255 van 22.09.2010, blz. 61.

(6)  COM(2011) 706 final, blz. 3, punt 1, derde alinea.

(7)  EESC-adviezen Bestrijding van btw-fraude, PB C 347 van 18.12.2010, blz. 73; Bevordering van goed bestuur in belastingzaken, PB C 255 van 22.09.2010, blz. 61; Belastingontduiking bij invoer, PB C 277 van 17.11.2009, blz. 112; Invordering van schuldvorderingen uit belastingen, PB C 317 van 23.12.2009, blz. 120, en Administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen, PB C 317 van 23.12.2009, blz. 120.

(8)  Werkdocument van de diensten van de Commissie - Effectbeoordeling, SEC(2011) 1318 final.

(9)  PB C 324 van 30.12.2006, blz. 78.

(10)  PB C 93 van 27.04.2007, blz. 1.

(11)  EESC-adviezen Bestrijding van btw-fraude, PB C 347 van 18.12.2010, blz. 73; Bevordering van goed bestuur in belastingzaken, PB C 255 van 22.09.2010, blz. 61; Belastingontduiking bij invoer, PB C 277 van 17.11.2009, blz. 112; Invordering van schuldvorderingen uit belastingen, PB C 317 van 23.12.2009, blz. 120, en Administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen, PB C 317 van 23.12.2009, blz. 120.


Top