EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52011DC0568
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT, THE COUNCIL, THE EUROPEAN ECONOMIC AND SOCIAL COMMITTEE AND THE COMMITTEE OF THE REGIONS Communication on EU Policies and Volunteering: Recognising and Promoting Cross-border Voluntary Activities in the EU
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Mededeling over EU-beleid en vrijwilligerswerk: erkenning en bevordering van grensoverschrijdend vrijwilligerswerk in de EU
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Mededeling over EU-beleid en vrijwilligerswerk: erkenning en bevordering van grensoverschrijdend vrijwilligerswerk in de EU
/* COM/2011/0568 definitief */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Mededeling over EU-beleid en vrijwilligerswerk: erkenning en bevordering van grensoverschrijdend vrijwilligerswerk in de EU /* COM/2011/0568 definitief */
1.
Inleiding
Vrijwilligerswerk genereert menselijk en
sociaal kapitaal. Het biedt een weg naar integratie en betaald werk en is een
belangrijke factor ter verbetering van de sociale samenhang. En bovenal
vertaalt vrijwilligerswerk de fundamentele waarden van rechtvaardigheid,
solidariteit, inclusie en burgerschap waarop Europa gebaseerd is in concrete
actie. Vrijwilligers helpen de Europese samenleving vorm te geven, en
vrijwilligers die buiten hun eigen land actief zijn, helpen mee aan de opbouw
van een Europa van de burgers[1].
Vrijwilligerswerk houdt direct verband met veel beleidsterreinen van de
Europese Unie, zoals een leven lang leren, plattelandsontwikkeling en sport, en
voegt een waardevolle dimensie toe aan de betreffende programma's van de
Europese Unie. Om al deze en nog andere redenen is het jaar
2011 uitgeroepen tot het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk ter
bevordering van actief burgerschap[2].
Het Europees Jaar geeft de Europese Commissie gelegenheid de balans op te maken
van het vrijwilligerswerk in de Europese Unie en de bijdrage daarvan aan de
samenleving. Ook biedt het Jaar de Commissie de mogelijkheid na te gaan wat de
Europese Unie en de lidstaten kunnen doen om vrijwilligerswerk te
vergemakkelijken en te bevorderen, met name in grensoverschrijdende situaties. In aansluiting op deze mededeling zal vóór het
einde van 2012 een verslag over de resultaten van het jaar worden voorgelegd
aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité
en het Comité van de Regio's.
1.1.
Definitie en beschikbare gegevens
Ieder land heeft zijn eigen opvattingen,
definities en tradities wat vrijwilligerswerk betreft. Vrijwilligerswerk wordt
gedefinieerd als alle typen vrijwillige activiteit, formeel of informeel.
Vrijwilligers werken uit vrije wil, uit eigen keuze en eigen beweegredenen en
zonder financiële voordelen na te streven. Vrijwilligerswerk is een uiting van
solidariteit en een van de manieren waarop individuele burgers en verenigingen
menselijke, sociale of milieuproblemen en behoeften kunnen identificeren en
aanpakken. Vrijwilligerswerk wordt vaak verricht ter ondersteuning van
non-profitorganisaties of een gemeenschapsinitiatief[3]. Een onderzoek in opdracht van de Commissie
kwam tot de schatting dat in 2010 ongeveer 100 miljoen Europeanen
vrijwilligerswerk verricht hebben. Achter dit
totaalcijfer gaat een grote verscheidenheid schuil wat betreft de deelname aan
vrijwilligerswerk in de EU[4]. In veel lidstaten in de EU zijn volwassenen
van 30-50 jaar het meest actief in vrijwilligerswerk, hoewel de aantallen
jongere en oudere vrijwilligers in de hele EU toenemen. Vrijwilligerswerk speelt een rol in veel
verschillende sectoren. Het belangrijkste werkterrein
voor vrijwilligerswerk is sport, gevolgd door sociale zorg, welzijn en
gezondheid. Andere sectoren zijn justitie,
cultuur, onderwijs, jeugdwerk, actie op het gebied van milieu en klimaat,
consumentenbescherming, humanitaire hulp, ontwikkelingsbeleid en gelijke
kansen. Vrijwilligerswerk heeft ook een belangrijk
effect over de grenzen heen. Grensoverschrijdend
vrijwilligerswerk kan van groot belang zijn voor onderwijs, werkgelegenheid en
burgerschap. Het kan ook bijdragen tot meer
wederzijds begrip en de ontwikkeling van een sterkere Europese identiteit.
1.2.
Uitdagingen voor vrijwilligerswerk
Op basis van een onderzoek van acht
industrielanden door de Johns Hopkins University[5] en de ervaring met het Europees Jaar 2011
tot nu toe hebben wij de volgende potentiële obstakels voor vrijwilligerswerk
(met name in een grensoverschrijdende context) geïdentificeerd: ·
Het ontbreken van een duidelijk wettelijk kader: Bijna een op de vijf lidstaten heeft geen duidelijk wettelijk kader en
duidelijke regels voor vrijwilligers en vrijwilligerswerk. ·
Het ontbreken van nationale strategieën voor het
bevorderen van vrijwilligerswerk: Er dienen nationale
strategieën inzake vrijwilligerswerk ontwikkeld te worden die de volgende
aspecten bestrijken: opleiding, verlof, sociale zekerheid, recht op
werkloosheidsuitkeringen op basis van grensoverschrijdend vrijwilligerswerk,
onderdak en vergoeding van gemaakte kosten. ·
Financiële beperkingen:
Vrijwilligers werken onbetaald, maar dat betekent niet dat er geen kosten zijn.
Organisaties die gebaseerd zijn op de inzet van vrijwilligers hebben vaak
moeite duurzame financiering te verkrijgen, en de concurrentie om de
beschikbare fondsen is hevig. ·
Het aanbod sluit niet aan op de vraag: De toenemende trend van professionalisering van de vrijwillige sector
leidt tot een zekere wanverhouding tussen de behoeften van de betreffende organisaties
en de wensen en ambities van nieuwe vrijwilligers. Vrijwilligers zijn vaak
alleen beschikbaar voor kortlopende projecten terwijl de organisaties mensen
nodig hebben die zich voor de langere termijn kunnen en willen vastleggen. ·
Onvoldoende erkenning:
De bij vrijwilligerswerk verworven vaardigheden worden vaak onvoldoende erkend
en naar waarde geschat. ·
Fiscale belemmeringen: De
lidstaten passen uiteenlopende fiscale regimes toe op het inkomen/de toelagen
van vrijwilligers en op de vergoeding van tijdens het vrijwilligerswerk
gemaakte onkosten. Vrijwilligers kunnen dus te maken krijgen met fiscale
belemmeringen als zij over grenzen heen werkzaam zijn. ·
Onvoldoende gegevens:
Beter vergelijkbare gegevens over vrijwilligerswerk in de lidstaten kunnen helpen
"beste praktijken" te identificeren en de beleidsvorming te
verbeteren. De lidstaten hebben in 2006 enige vooruitgang
geboekt ten aanzien van deze punten toen zij zich ertoe verplichtten samen te
werken bij het wegnemen van obstakels die direct of indirect de mobiliteit van
burgers van de EU voor onderwijs- en opleidingsdoeleinden, met inbegrip van
vrijwilligerswerk, belemmeren[6].
Maar er is nog veel te doen. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan
het bevorderen van een context voor vrijwilligerswerk die gelijke kansen biedt
ten aanzien van toegankelijkheid en deelname voor en door iedereen.
1.3.
De toegevoegde waarde van vrijwilligerswerk
Vrijwilligerswerk draagt bij tot de
"Europa 2020"-groeistrategie[7],
met name tot het doel van 75% arbeidsparticipatie in 2020, door mensen te
helpen nieuwe vaardigheden te verwerven en zich aan te passen aan veranderingen
op de arbeidsmarkt. Het bovengenoemde onderzoek van de Johns Hopkins University
kwam tot de conclusie dat de vrijwilligerssector tot 5% van het bruto binnenlands
product kan bijdragen[8].
Dit kan zeer belangrijk zijn in perioden van economische problemen en
bezuinigingen. Ook de solidariteit wordt bevorderd door vrijwilligerswerk,
wanneer mensen leren zich aan te passen aan technologische ontwikkelingen, globalisering
en vergrijzing. Vrijwilligerswerk draagt rechtstreeks bij tot
de centrale doelstellingen van het EU-beleid, zoals sociale integratie,
werkgelegenheid, onderwijs, ontwikkeling van vaardigheden en burgerschap. De
positieve effecten worden bevestigd door nieuwe indicatoren die sociale cohesie
meten, en door de tevredenheid, de betrokkenheid, de actieve houding en het
welzijn van vrijwilligers[9].
Dit geldt ook voor vrijwilligerswerk op kennisintensieve terreinen, zoals
onderwijs en onderzoek, en ook in internationale samenwerking. De actieve betrokkenheid van de Europese Unie
bij kwesties in verband met vrijwilligerswerk levert aanwijsbare voordelen op.
Dat is vooral duidelijk bij het bevorderen van grensoverschrijdend
vrijwilligerswerk en de mobiliteit van vrijwilligers in de Europese Unie. Meer
in het algemeen kan de Europese Unie een katalysator voor beleidsontwikkeling
inzake vrijwilligerswerk zijn in de komende jaren; overeenkomstig het
subsidiariteitsbeginsel zou deze beleidsontwikkeling op het niveau van de
lidstaten plaatsvinden, in het licht van nationale prioriteiten en de algemene
strategische doelstellingen van de Europese Unie voor het komende decennium. In het volgende hoofdstuk wordt uiteengezet
hoe de Commissie momenteel de sector vrijwilligerswerk ondersteunt en hoe zij
in de toekomst de genoemde problemen aan wil pakken.
2.
Europees beleid en Vrijwilligerswerk
2.1.
Mogelijkheden voor
EU-financiering van vrijwilligerswerk
De Europese instellingen hebben sinds lang
erkend dat vrijwilligersorganisaties, die mensen in staat stellen iets terug te
doen voor hun gemeenschappen en mogelijkheden bieden voor participatie van
burgers in een bredere Europese context, van wezenlijk belang zijn. De EU biedt
dan ook financieringsmogelijkheden voor vrijwilligers en vrijwilligerswerk in
het kader van de volgende programma's: In het "Jeugd
in actie"-programma[10]
biedt de Europese Vrijwilligersdienst (EVS) jongeren van 18-30 jaar de
gelegenheid om voor een periode van maximaal 12 maanden vrijwilligerswerk te
verrichten in een ander land. Afgezien van het nut voor lokale gemeenschappen
biedt de EVS vrijwilligers de mogelijkheid nieuwe vaardigheden te verwerven,
talen te leren en andere culturen te ontdekken. De Europese
Vrijwilligersdienst stelde Costica (27), een visueel gehandicapte Roemeen, in
staat vier en een half maanden als vrijwilliger te werken in de IRHOV-school voor visueel gehandicapte kinderen te
Luik, België. Costica leidde computer-, sport- en culturele workshops voor
kinderen en kon door deze ervaring zijn persoonlijke, sociale en professionele
vaardigheden verder ontwikkelen. Tegelijkertijd betekende Costica een
belangrijke steun voor zijn gastheren, doordat hij een rolmodel voor de
kinderen en een inspiratie voor de ouders en de medewerkers van de school
vormde. Vrijwilligerswerk in de EVS is dus een manier om actief te zijn in de
samenleving en solidariteit onder jonge Europeanen te betuigen, en
tegelijkertijd de eigen inzetbaarheid te verhogen. Het "Europa voor de
burgers"-programma[11]
van de EU ondersteunt een reeks van activiteiten en organisaties die het
Europese burgerschap bevorderen, bijvoorbeeld door "jumelage" van
gemeenten. In dit programma wordt bijzondere aandacht besteed aan de
bevordering van vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk is zelfs een van de
prioriteiten van het programma voor 2011. Het
"Handvest van de Europese plattelandsgemeenschappen" (Charter of
European Rural Comunities, CERC), dat is gefinancierd door het "Europa
voor de burgers"-programma, is een samenwerkingsverband tussen 27 kleine
plattelandsgemeenten, een uit elke lidstaat. De activiteiten van CERC zijn
gericht op het creëren van gelegenheden om "elkaar aan de keukentafel te
ontmoeten", en Europese burgers in staat te stellen grensoverschrijdende
contacten op individueel niveau te leggen, waarbij thema's besproken worden en
samengewerkt wordt op terreinen als participatie in lokale democratie, de rol
van jongeren in plaatselijk bestuur en het welzijn van ouderen. Deze
activiteiten zijn sterk afhankelijk van de ondersteuning van vrijwilligers die
helpen bij de organisatie van CERC-evenementen en het vinden van onderdak voor
gasten uit het buitenland. Het programma "Een leven lang
leren"[12]
omvat het Grundtvig-programma, dat de deelname van Europese burgers aan
vrijwilligerswerkprojecten in een ander Europees land bevordert, waardoor zij
kunnen leren en hun eigen kennis en ervaring over de grenzen heen kunnen delen. Het Museum
van Manchester en het Museum van schone kunsten in Boedapest hebben een Grundtvig Senior Volunteer Project ontwikkeld dat gericht is
op inclusie van mensen van 50 jaar en ouder. Het centrale element van het
project was een uitwisselingsprogramma: zes vrijwilligers uit beide musea
bezochten het andere museum om daar als vrijwilliger te werken. Dit project
heeft een platform gecreëerd voor het uitwisselen van "beste
praktijken" tussen musea in verschillende Europese landen die met
vrijwilligers werken. Naast de programma's die rechtstreeks
betrekking hebben op vrijwilligers en vrijwilligerswerk biedt de EU ook een
reeks van financieringsprogramma's waarvan ook vrijwilligers op de terreinen
voedseldistributie, sociale uitsluiting en discriminatie,
gendergelijkheid, drugspreventie, hulp voor slachtoffers van misdrijven[13], volksgezondheid,
consumentenbescherming en actie op het gebied van milieu en klimaat gebruik
kunnen maken. De
Commissie is voornemens meer te doen aan bewustmaking van betrokken partijen en
van de burgers in het algemeen met betrekking tot verschillende
financieringsprogramma's waarvan gebruikgemaakt kan worden ten behoeve van
vrijwilligers en vrijwilligerswerk. Dit zal waarborgen dat de
financieringsmogelijkheden voor de sector vrijwilligerswerk volledig benut
worden.
2.2.
De maatschappelijke dimensie van vrijwilligerswerk
2.2.1.
Vrijwilligerswerk als een uiting van Europees
burgerschap
Vrijwilligerswerk houdt nauw verband met de
algemene politieke doelstellingen van de Commissie het bewustzijn van het
burgerschap van de Unie te versterken en de burgers centraal te stellen bij de
ontwikkeling van EU-beleid[14].
Vrijwilligerswerk kan een aanvulling vormen op de rechten van burgers en hun
actieve rol in de samenleving bevorderen. Dit geldt met name voor
grensoverschrijdend vrijwilligerswerk, dat mogelijkheden biedt voor
intercultureel leren en de ontwikkeling van een Europese identiteit. Daarnaast is vrijwilligerswerk een element van
sociale innovatie dat de creativiteit van mensen kan mobiliseren om oplossingen
te ontwikkelen en beter gebruik te maken van schaarse middelen[15]. De
Commissie zal de sector vrijwilligerswerk blijven ondersteunen door haar
financieringsprogramma's en door de EU-cohesiebeleidsprogramma's op
verschillende beleidsterreinen. Zij zal in
de context van het Europees jaar van de burgers (2013) voortbouwen op
initiatieven die grensoverschrijdend vrijwilligerswerk bevorderen.
2.2.2.
Vrijwilligers zijn een bindende factor in de
samenleving
Vrijwilligerswerk bevordert sociale cohesie en
sociale inclusie. Vrijwilligerswerk gaat over delen en anderen helpen, en
ontwikkelt op die manier solidariteit. Vrijwilligerswerk verhoogt de tolerantie
ten aanzien van kansarme groepen in de samenleving en helpt racisme en
vooroordelen terug te dringen. Ook biedt vrijwilligerswerk nieuwe
leermogelijkheden voor ouderen en gehandicapten en stelt hen in staat mee te
helpen onze samenleving vorm te geven. Tegelijkertijd
kan vrijwilligerswerk het begrip tussen de generaties verbeteren als jongeren
en ouderen samenwerken en elkaar ondersteunen. Op individueel niveau kan vrijwilligerswerk
burgers helpen sociale vaardigheden te verwerven, een nuttige rol te vervullen
en (opnieuw) een plaats te vinden in de samenleving. Op het niveau van de
samenleving als geheel kan het een instrument zijn om mensen, en met name
kansarme groepen, meer invloed op en zeggenschap over hun eigen leven te geven. Vrijwilligerswerk op milieugebied speelt een
belangrijke rol bij het beschermen en verbeteren van het milieu voor huidige en
toekomstige generaties en verhoogt het bewustzijn van milieuproblemen en de
waarschijnlijkheid dat milieuvriendelijke praktijken zullen worden toegepast[16]. De
Britse Trust for Conservation Volunteers (BTCV) bijvoorbeeld werkt ieder jaar
met meer dan 300 000 vrijwilligers en in Slowakije vertegenwoordigt
vrijwilligerswerk ten behoeve van het milieu 13,3% van het totaal van het
vrijwilligerswerk[17]. Met het oog op de bewustmaking en het
aanpakken van het probleem van maritiem afval in onze zeeën en oceanen
organiseert de internationale Surfrider Foundation elk jaar de
"Initiatives océanes", de grootste mobilisatie van eco-burgers in
Europa, waarbij meer dan 40 000 vrijwilligers deelnemen aan meer dan
1 000 activiteiten voor het schoonmaken van stranden, meren, rivieren en
de zeebodem in Europa en de rest van de wereld[18]. De
Commissie zal eventueel voorstellen doen die specifiek gericht zijn op
vrijwilligerswerk in het kader van de werkgelegenheidsstrategie van de EU en de
bestrijding van armoede en sociale uitsluiting, en in de context van het
initiatief "Nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen" van de Commissie.
2.2.3.
Onderwijs en vrijwilligerswerk
Vrijwilligerswerk kan de vorm aannemen van
hetzij gestructureerde leeractiviteiten (niet-formeel leren), waaraan de
vrijwilliger bewust deelneemt, of van niet formeel geplande en
ongestructureerde leeractiviteiten (informeel leren). In beide gevallen wordt
het leerproces gewoonlijk niet gecertificeerd. Erkenning van vrijwilligerswerk
als een vorm van leren is dan ook een prioriteit van de actie van de EU op het
terrein van onderwijs en opleiding. Op basis van door de Raad in 2004
goedgekeurde beginselen[19]
heeft het Europese Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding
(Cedefop) "Europese richtsnoeren voor de validering van niet-formeel en
informeel leren" gepubliceerd, aan de hand waarvan
certificeringspraktijken ontwikkeld kunnen worden die ook rekening houden met
de vrijwillige sector. Mobiliteit voor leerdoeleinden is een van de
manieren waarop burgers hun recht van vrij verkeer binnen de EU kunnen
uitoefenen. Grensoverschrijdend vrijwilligerswerk is een voorbeeld van
leermobiliteit. De
Commissie werkt aan een voorstel voor een aanbeveling van de Raad betreffende
validering van niet-formeel en informeel leren dat ook rekening houdt met de
dimensie vrijwilligerswerk. Op
praktisch niveau kunnen werkervaring als vrijwilliger en door vrijwilligerswerk
verworven vaardigheden genoteerd worden in Europass-documenten[20] en deze ervaringen en vaardigheden zullen ook worden opgenomen in het
toekomstige "European Skills Passport".
2.2.4.
Jeugd en vrijwilligerswerk
De actieve participatie van jongeren in de
samenleving kan door vrijwilligerswerk worden gestimuleerd. Als jongeren goed
geïnformeerd zijn over vrijwilligerswerk en daar positieve ervaringen mee
hebben, zullen zij waarschijnlijk hun leven lang actief blijven en zelf ook
weer jongeren inspireren om zulk werk te doen. De Commissie heeft vrijwilligerswerk voor
jongeren geselecteerd als een van de prioriteiten voor het proces van
samenwerking inzake jeugdbeleid dat in 2001 gelanceerd is, en ook voor de
latere open coördinatiemethode ten aanzien van jeugdzaken. Binnen de nieuwe
EU-strategie voor jongeren is vrijwilligerswerk erkend als een van de
belangrijkste beleidsterreinen voor de Europese jongeren[21]. De aanbeveling van de Raad betreffende de
mobiliteit van jonge vrijwilligers beoogt de samenwerking tussen organisatoren
van vrijwilligerswerk in de lidstaten te bevorderen. Maatschappelijke
organisaties en overheidsinstanties worden uitgenodigd om vrijwilligerswerk
verder te ontwikkelen en deze activiteiten open te stellen voor jongeren uit
andere EU-landen[22]. Jeugdvrijwilligerswerk
ondersteunt ook het "Jeugd in beweging"-kerninitiatief[23] van de
Europa 2020-strategie, in het kader waarvan jongeren centraal staan in de
EU-visie van een economie gebaseerd op kennis, innovatie, hoge niveaus van
onderwijs en vaardigheden, inclusieve arbeidsmarkten en actieve betrokkenheid
bij de samenleving. In 2012
zullen de lidstaten verslag uitbrengen aan de Commissie over de
tenuitvoerlegging van de EU-strategie voor jongeren en van de aanbeveling
betreffende de mobiliteit van jonge vrijwilligers in de EU. Op basis daarvan
zal de Commissie voorstellen voor verdere ontwikkeling formuleren.
2.2.5.
Sport en vrijwilligerswerk
Artikel 165 van het
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie roept de EU op om rekening
te houden met op vrijwilligerswerk berustende structuren bij het bevorderen van
de Europese sport. De lidstaten hebben
in 2002 de belangrijke bijdrage van vrijwilligerswerk aan sport en de
economische waarde daarvan erkend in de "Verklaring van Aarhus over
vrijwilligerswerk in de sport”. Vrijwilligerswerk
was ook een van de centrale thema's in het Witboek over sport 2007 van de
Commissie, waarin werd vastgesteld dat vrijwilligerswerk in de sportsector
sociale samenhang en inclusie versterkt, de democratie op lokaal niveau en het
burgerschap bevordert, en mogelijkheden biedt voor niet-formeel onderwijs[24]. In mei 2011 heeft de Raad in zijn resolutie
betreffende een EU-werkplan voor sport verklaard dat vrijwilligerswerk een van
de prioritaire thema's voor samenwerking op EU-niveau moet zijn. De sportsector kan
meer vrijwilligers mobiliseren dan enige andere sector.
In de meeste lidstaten zouden sportverenigingen niet kunnen bestaan
zonder vrijwilligerswerk. De verschillen
tussen de lidstaten zijn echter aanzienlijk, en in sommige is het vrijwilligerswerk
in de sport van weinig betekenis[25]. Lidstaten met een hoog niveau van vrijwilligerswerk
in de sport hebben meestal een sterk ontwikkelde vrijwilligerswerkcultuur en
passende structuren, maar ook ondersteuning door de overheid[26]. In het kader van de voorbereidende actie op het gebied van sport (2010)
financiert de Commissie vier proefprojecten betreffende vrijwilligerswerk en
sport.
2.2.6.
Vrijwilligerswerk als een uiting van
maatschappelijk verantwoord ondernemen
Zowel de private
als de publieke sector kunnen, als een aspect van maatschappelijk verantwoord
ondernemen, een belangrijke rol spelen bij het bevorderen van
vrijwilligerswerk. Door te investeren in vrijwilligerswerk door hun werknemers
doen zij niet alleen goed werk in de lokale gemeenschap, maar verbeteren zij
ook hun reputatie en image, creëren zij teamgeest, verbeteren zij de
tevredenheid van werknemers, en verhogen zij de productiviteit, terwijl hun
werknemers/ambtenaren gelegenheid krijgen nieuwe vaardigheden te ontwikkelen. In 2011 heeft de Commissie een aantal initiatieven gelanceerd om haar
personeel te stimuleren vrijwilligerswerk te doen. Deze initiatieven omvatten
intranet-webresources voor personeel met informatie over mogelijkheden om
vrijwilligerswerk te doen, goede praktijken en praktische richtsnoeren voor
personeelsleden die geïnteresseerd zijn in vrijwilligerswerk[27].
2.2.7.
De betrekkingen van de EU met derde landen en
vrijwilligerswerk
2.2.7.1.
Bevordering van de mobiliteit van vrijwilligers uit
derde landen in de EU
De wederzijdse voordelen van vrijwilligerswerk
die voortvloeien uit de komst van vrijwilligers uit derde landen naar de EU
dienen eveneens erkend te worden. In dat verband creëert Richtlijn 2004/114/EG
van de Raad[28]
een referentiekader voor gemeenschappelijke minimumvoorwaarden voor toelating
en verblijf van vrijwilligers uit derde landen, die losgekoppeld zijn van de
toestand van de arbeidsmarkt in het gastland. De uitvoering van deze bepalingen
is facultatief voor de lidstaten. In 2011 zal de Commissie een verslag publiceren over de toepassing van
Richtlijn 2004/114/EG en zal zij eventueel aanpassingen voorstellen.
2.2.7.2.
Humanitaire hulp en vrijwilligerswerk
De Europeanen zijn van mening dat
vrijwilligers vooral een belangrijke rol spelen op het terrein van solidariteit
en humanitaire hulpverlening, en de Europese Commissie neemt de opvattingen van
de Europese burgers serieus: op basis van artikel 214 van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie werkt de Commissie aan de
oprichting van een Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening,
dat zal dienen als een raamwerk voor gezamenlijke bijdragen van Europese
vrijwilligers aan de humanitaire hulpverleningsoperaties van de Europese Unie[29]. Dit nieuwe lichaam zal vrijwilligers uit verschillende lidstaten de
mogelijkheid geven om samen aan een gemeenschappelijk project betreffende
humanitaire hulpverlening van de EU te werken, als een concrete uiting van hun
solidariteit met mensen die deze hulp nodig hebben. Dit initiatief zal naar
verwachting ook nieuwe mogelijkheden helpen creëren voor de deelname van
Europese burgers, met name jongeren. De uitzending van Europese vrijwilligers
is ook gericht op het versterken van lokale capaciteiten, een terrein waar
vrijwilligerswerk een wezenlijk verschil kan maken. De steun van vrijwilligers
bij voorbereiding op natuurrampen en herstelactiviteiten zal met name bijdragen
tot het leggen van de fundamenten voor duurzame ontwikkelingsprocessen in
verband met de pre- en postcrisisoperaties van de EU op het terrein van
humanitaire hulpverlening. In 2011 financiert de Commissie proefprojecten
die gericht zijn op het selecteren, opleiden en uitzenden van de eerste
vrijwilligers van het Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire
hulpverlening. Op basis van de resultaten van deze proeffase, van de evaluaties
en raadplegingen en de effectbeoordeling op basis van de jarenlange ervaring
van nationale en internationale organisaties zal de Commissie in 2012 een
voorstel formuleren voor een verordening houdende oprichting van het Europees
vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening.
2.2.7.3.
Ontwikkelingsbeleid en vrijwilligerswerk
Vrijwilligers kunnen een belangrijke rol
spelen bij ontwikkelingssamenwerking, hetzij als individuele vrijwilligers,
hetzij in het kader van activiteiten van maatschappelijke organisaties. In
het algemeen gesproken verbetert vrijwilligerswerk de doelmatigheid van de
activiteiten van deze organisaties en bevestigt het hun non-profitkarakter. De Commissie ondersteunt individuele
vrijwilligers niet rechtstreeks, maar wel indirect door gebruik te maken van de
wettelijke en financiële instrumenten van de EU om projecten van
maatschappelijke organisaties te ondersteunen. Deze groepen leveren een steeds
belangrijkere bijdrage aan het ontwerpen van het ontwikkelingsbeleid in de ontwikkelingslanden,
met name door meer verantwoordelijkheid op zich te nemen voor het terugdringen
van armoede. De Commissie steunt in belangrijke mate op maatschappelijke
organisaties bij de uitvoering van het algemene ontwikkelingsbeleid van de EU,
maar het is aan deze organisaties zelf te besluiten of zij al dan niet gebruik
willen maken van de diensten van vrijwilligers of van betaalde beroepskrachten,
zowel in Europa als in de rest van de wereld.
3.
Conclusies: hoe nu verder
Vrijwilligerswerk
maakt deel uit van ons sociale weefsel. Het ondersteunt de fundamentele waarden
van inclusie en burgerschap. Daarom benadrukt de Europese Commissie het belang
van vrijwilligerswerk tijdens het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk 2011.
De Commissie werkt met alle betrokken partijen samen om ervoor te zorgen dat
het Europees Jaar ook op de lange termijn een wezenlijk effect heeft. In de loop van het
Europees Jaar zullen de volgende conclusies aangevuld en verder ontwikkeld
worden: ·
Vrijwilligerswerk creëert menselijk en sociaal
kapitaal, biedt integratietrajecten en werkgelegenheid, en is een belangrijke
factor voor de verbetering van de sociale cohesie. De bijdrage van
vrijwilligers aan de vormgeving van de samenleving en hulp aan mensen in nood
is een zeer zichtbare uiting van Europees burgerschap. ·
Dit potentieel kan verder ontwikkeld worden in het
kader van de "Europa 2020"-strategie voor groei. Vrijwilligers vormen
een belangrijke hulpbron in de economie en de samenleving, maar mogen niet
worden beschouwd als een alternatief voor betaalde werknemers. ·
Door grensoverschrijdend vrijwilligerswerk te
bevorderen, in samenwerking met lidstaten en door middel van haar
financieringsprogramma's, draagt de EU bij tot de mobiliteit en het
intercultureel leren van haar burgers en versterkt zij hun Europese identiteit. Beleidsaanbevelingen aan de lidstaten Overeenkomstig het
subsidiariteitsbeginsel is de Commissie niet van plan één bepaald model van
vrijwilligerswerk te promoten of de vrijwilligerswerkculturen op lokaal en
regionaal niveau te harmoniseren. De Commissie beveelt lidstaten echter wel aan
beter gebruik te maken van het potentieel van vrijwilligerswerk, op de volgende
manieren: ·
In landen waar een kader voor vrijwilligerswerk nog
ontbreekt en de desbetreffende traditie en cultuur nog weinig ontwikkeld is,
zou het creëren van wettelijke kaders een impuls kunnen geven aan de
ontwikkeling van vrijwilligerswerk. ·
Onderzoek en verzameling van gegevens over
vrijwilligerswerk zou op nationaal niveau aangemoedigd moeten worden. In deze context
is het gebruik van het Manual on the Measurement of Volunteer Work van de IAO
en van het United Nations Handbook on Non-Profit Organisations aan te bevelen. ·
Erkenning van de competenties en vaardigheden die
zijn verworven door niet-formele leerervaringen in het kader van
vrijwilligerswerk is essentieel, als een motiverende factor voor de
vrijwilligers en als brug tussen vrijwilligerswerk en onderwijs. ·
De lidstaten dienen nog bestaande obstakels die de
deelname aan (met name grensoverschrijdend) vrijwilligerswerk direct of
indirect belemmeren, weg te nemen. ·
De lidstaten wordt verzocht nationale regelingen
voor vrijwilligerswerk ook open te stellen voor grensoverschrijdend
vrijwilligerswerk, teneinde bij te dragen tot de ontwikkeling van
vrijwilligerswerk in de Europese Unie. Concrete acties ter erkenning en
bevordering van vrijwilligerswerk op EU-niveau: De EU zal zorgen voor een follow-up voor de
langere termijn van het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk en zal de
dialoog met de belanghebbende partijen op de verschillende beleidsterreinen in
verband met vrijwilligerswerk voortzetten. ·
De Commissie zal een voorstel doen betreffende
oprichting van een Europees Vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening
in 2012. ·
EU-financieringsprogramma's op verschillende
beleidsterreinen zullen meer gericht worden op vrijwilligers en
grensoverschrijdend vrijwilligerswerk bevorderen. ·
De Commissie zal het gemakkelijker maken voor
EU-burgers en belanghebbenden een overzicht te krijgen van de verschillende
financieringsprogramma's die door vrijwilligers en ten behoeve van
vrijwilligerswerk benut kunnen worden. ·
De Commissie is bereid verder mogelijkheden te
onderzoeken om de link tussen vrijwilligerswerk en gezondheid/welzijn te
versterken, met name met het oog op de vergrijzing van de samenleving. ·
Op basis van de rapporten van de lidstaten over de
tenuitvoerlegging van de aanbeveling betreffende de mobiliteit van jonge
vrijwilligers in 2012 zal de Commissie voorstellen voor verdere ontwikkeling
doen. ·
De Commissie zal eventueel voorstellen doen die
specifiek gericht zijn op vrijwilligerswerk, in het kader van de
werkgelegenheidsstrategie van de EU en de bestrijding van armoede en sociale
uitsluiting, en in de context van het initiatief "Nieuwe vaardigheden voor
nieuwe banen" van de Commissie. ·
De Commissie werkt aan een voorstel voor een
aanbeveling van de Raad betreffende de validering van niet-formeel en informeel
leren, met inbegrip van de erkenning van door vrijwilligerswerk verworven
competenties. ·
Het toekomstige "European Skills
Passport" zal individuen de mogelijkheid geven de vaardigheden en competenties die zij door vrijwilligerswerk
verwerven officieel vast te leggen. ·
De
Commissie zal ervoor zorgen dat het komende Europees Jaar van de burgers (2013)
een passende vrijwilligerswerkdimensie omvat, die met name grensoverschrijdend
vrijwilligerswerk bevordert. [1] Verslag
over het EU-burgerschap 2010 "Het wegnemen van belemmeringen voor de
rechten van EU-burgers", COM(2010) 603 definitief van 27.10.2010. [2] Beschikking
van de Raad van 27 november 2009 over het Europees Jaar van het
vrijwilligerswerk ter bevordering van actief burgerschap (2011) van
27.11.2009, PB L 17 van 22.1.2010, blz. 43-49. [3] Idem. [4] "Volunteering
in the European Union" (GHK 2010). [5] "Volunteering in the European Union" (GHK 2010). [6] Aanbeveling
van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 over transnationale
mobiliteit in het onderwijs en de beroepsopleiding in de Europese Gemeenschap:
Europees handvest voor kwaliteit bij mobiliteit, doc. 2006/961/EG. [7] Mededeling
van de Commissie. Europa 2020: Een strategie voor slimme, duurzame en
inclusieve groei", (COM(2010) 2020 definitief van 3 maart 2010. [8] "Measuring
Civil Society and Volunteering" (Johns
Hopkins University 2007). [9] Cf. S.
Hossenfelder, On the problem of measuring happiness (February 3, 2011). Beschikbaar op SSRN: http://ssrn.com/abstract=1754423
waarin ook verwezen wordt naar het onderzoek van de Internationale Commissie
voor meting van economische prestaties en sociale vooruitgang, die in 2008 is
opgericht door de Franse president, en de nieuwe benadering van het Britse
nationale bureau voor de statistiek inzake het meten van het welzijn van
burgers. [10] Besluit
nr. 1719/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 (PB
L 327 van 24.11.2006, blz. 30). [11] Besluit
nr. 1904/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 (PB
L 378 van 27.12.2006, blz. 32). [12] Besluit
nr. 1720/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november
2006 (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 45). [13] Meer dan
20 000 vrijwilligers werken voor organisaties voor slachtofferhulp
in Europa (Een betere rechtspositie voor slachtoffers in de EU, COM(2011) 274
definitief van 18.5.2011, blz. 5). [14] "Politieke
richtsnoeren voor de volgende Commissie (2009-2014)" (2009). [15] "Empowering
people, driving change: Social innovation in the European Union" (BEPA
2010). Ondersteund door het zevende kaderprogramma voor
onderzoek. De Europese Commissie wil de oprichting ondersteunen van een
"Sociaal Platform" voor innovatieve sociale diensten dat ook de rol
van vrijwilligerswerk in de dienstensector zou moeten bespreken. [16] Vrijwilligerswerk en milieu: http://community.cev.be/download/130/434/Fact_sheet_DG_ENV_environment.pdf [17] CSVnet
– National Coordination Body of Voluntary Support Centres, 2009: "Brief
compendium of the research: Volunteering across Europe. Organisations,
promotion, participation", blz. 17. [18] Initiatives océanes
press kit 2011: http://www.surfrider.eu/fileadmin/documents/io11/dp/20110228_DP-IO2011_EN.pdf [19] Conclusies
van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het
kader van de Raad bijeen, over gemeenschappelijke Europese beginselen voor de
identificatie en validatie van niet-formeel en informeel leren (mei 2004). [20] Beschikking
nr. 2241/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende een enkel
communautair kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en
competenties (Europass) (PB L 390 van 31.12.2004, blz. 6). [21] Een
EU-strategie voor jongeren - Investeringen en empowerment - Een vernieuwde open
coördinatiemethode om op de uitdagingen en kansen voor jongeren in te spelen,
COM(2009) 200 definitief van 27.4.2009. [22] Aanbeveling
van de Raad over mobiliteit van jonge vrijwilligers in de Europese Unie, 2008/C
319/03 van 13.12.2008. [23] "Jeugd
in beweging" - een initiatief om jongeren ten volle te betrekken bij het
realiseren van slimme, duurzame en inclusieve groei in de Europese Unie, COM
(2010) 477 definitief van 15.9.2010. [24] Witboek
over sport, COM(2007) 391 definitief van 11.7.2007. [25] "Volunteering
in the European Union" (GHK 2010), blz. 216. [26] "Volunteering
in the European Union" (GHK 2010), blz. 214-215, waar ook verwezen wordt
naar de inkomsten van sportorganisaties. [27] Zie http://myintracomm.ec.europa.eu/serv/en/Volunteering/. Daarnaast organiseert
het personeel van de Commissie ook caritatieve acties als de Schuman Trophy, de
"Shoebox for the homeless"-campagne, de Cancer Support Group, de
EU-delegatie van ATD Quart Monde en de onlangs opgerichte vereniging GIVE
EUR-HOPE. [28] Richtlijn
2004/114/EG van de Raad van 13 december 2004 betreffende de voorwaarden voor de
toelating van onderdanen van derde landen met het oog op studie,
scholierenuitwisseling, onbezoldigde opleiding of vrijwilligerswerk;
PB L 375 van 23.12.2004, blz. 12. [29] Hoe uitdrukking
geven aan de solidariteit van de EU-burger via vrijwilligerswerk: eerste
beschouwingen over een Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire
hulpverlening, COM(2010) 683 definitief van 23.11.2010.