EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009DC0257

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Een gezamenlijk engagement voor de werkgelegenheid

/* COM/2009/0257 def. */

52009DC0257

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Een gezamenlijk engagement voor de werkgelegenheid /* COM/2009/0257 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 3.6.2009

COM(2009) 257 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Een gezamenlijk engagement voor de werkgelegenheid

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Een gezamenlijk engagement voor de werkgelegenheid

1. INLEIDING

De recessie heeft vooral gevolgen voor mensen: de grootste uitdaging voor de EU op dit moment moet zijn om hoge werkloosheid te voorkomen, het scheppen van banen te stimuleren en de weg vrij te maken voor economische vernieuwing, duurzaam herstel en groei. Dit kan alleen worden bereikt met meer samenwerking tussen alle betrokken partijen, door een betere beleidscoördinatie en door van elkaar te leren, met andere woorden door een gezamenlijk engagement om het juiste beleid en de juiste acties te ontwikkelen en uit te voeren: om duurzame werkgelegenheid in gezonde economische sectoren te behouden en mensen aan productief werk te helpen; om de kwetsbaarste groepen te ondersteunen; en om zich voor te bereiden op de banen en vaardigheden van de toekomst. De maatregelen die nodig zijn om de sociale effecten en de gevolgen voor de werkgelegenheid van de huidige crisis het hoofd te bieden, moeten gepaard gaan met structurele hervormingen om de uitdagingen van de globalisering, de vergrijzing en klimaatverandering aan te pakken.

In de Lissabonstrategie heeft de EU benadrukt hoe het creëren van werkgelegenheid gebaseerd is op een actief werkgelegenheidsbeleid, een gezonde macro-economische context, investeringen in vaardigheden, onderzoek en infrastructuur, betere regelgeving en de bevordering van ondernemerschap en innovatie. De EU heeft snel op de crisis gereageerd met het Europees economisch herstelplan, waarin de nadruk lag op het tegengaan van de effecten van de crisis op de werkgelegenheid; de eerste effecten van het plan zijn al veelbelovend en de sociale vangnetten vervullen hun stabiliserende rol. De herstelmaatregelen van de lidstaten komen in grote lijnen overeen met de hervormingsdoelstellingen van de EU voor de lange termijn (zie bijlage 1).

Aangezien de arbeidsmarkten door de economische recessie blijven verslechteren, zijn echter aanvullende maatregelen nodig. Sinds de Voorjaarsraad zoeken de Europese Commissie, de lidstaten, het Europees Parlement, de sociale partners en de vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties samen naar de beste manieren om de gevolgen van de crisis voor de werkgelegenheid op te lossen.

2. EEN GEZAMENLIJK ENGAGEMENT VOOR DE WERKGELEGENHEID: BELANGRIJKSTE PRIORITEITEN EN ACTIES

Europa moet de recessie niet alleen aanpakken, maar deze aangrijpen om een meer productieve, meer innovatieve, beter gekwalificeerde en koolstofarme economie te worden; een economie met open, op integratie gerichte arbeidsmarkten die tot meer cohesie en gelijkheid in de samenleving leiden, en met werkgelegenheid die een antwoord biedt op de uitdagingen van de vergrijzing, de gelijkheid van mannen en vrouwen en de balans tussen werk en gezinsleven. Dit moet geen eenmalige actie zijn, maar een permanent collectief proces .

De Europese arbeidsmarkten zullen door de crisis drastisch veranderen. Werknemers en bedrijven moeten de nodige middelen krijgen om zich succesvol aan deze veranderende omstandigheden aan te passen: om stabiele werkgelegenheid te behouden, de vaardigheden op alle niveaus te verbeteren, mensen weer aan het werk te krijgen en de voorwaarden voor het creëren van nieuwe werkgelegenheid te bepalen. 'Groene banen' kunnen in de toekomst een cruciaal groeisegment van de arbeidsmarkten van de EU worden: nu al kunnen meer dan 20 miljoen banen in de EU (10% van de totale werkgelegenheid) als 'groen' worden beschouwd, en uit recente cijfers blijkt dat de banen in de sector duurzame energie alleen tussen nu en 2020 kunnen verdubbelen tot 2,8 miljoen[1].

Flexizekerheid blijft de juiste aanpak om de arbeidsmarkten te moderniseren en flexibeler te maken, het concurrentievermogen te vergroten en zich voor te bereiden op herstel; de Commissie verheugt zich over de afspraak tussen de sociale partners, die deel uitmaakt van hun gezamenlijke werkprogramma, om toe te zien op de toepassing van de gemeenschappelijke beginselen inzake flexizekerheid van de EU en daaruit gezamenlijke lessen te trekken.

In de mededeling van de Commissie "Op weg naar Europees herstel"[2] wordt een aantal elementen uiteengezet die de lidstaten kunnen helpen een doeltreffend werkgelegenheidsbeleid op te stellen en uit te voeren. Op basis hiervan zijn tijdens de Voorjaarsraad en de drie workshops over werkgelegenheid die in april 2009 in Madrid, Stockholm and Praag zijn gehouden, drie prioriteiten vastgesteld: werkgelegenheid behouden, banen scheppen en de mobiliteit bevorderen; vaardigheden verbeteren en vraag en aanbod op de arbeidsmarkt op elkaar afstemmen; en de toegang tot de arbeidsmarkt verbeteren. Tot slot heeft tijdens de werkgelegenheidstop van 7 mei een gedachtewisseling over deze prioriteiten plaatsgevonden, waarbij overeenstemming over tien acties werd bereikt[3].

Voortbouwend op deze gezamenlijke activiteiten wordt in de mededeling voorgesteld dat de EU een gezamenlijk engagement voor de werkgelegenheid aangaat, waarbij het doel is de samenwerking tussen de EU en de lidstaten en tussen de sociale partners van de EU onderling te intensiveren met betrekking tot de drie prioriteiten, waarbij de nadruk ligt op concrete acties met steun van alle beschikbare communautaire instrumenten, waaronder het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering. De prioriteiten en acties moeten worden afgestemd op de veranderende arbeidsmarkt en de begrotingssituatie van elke lidstaat, en een zo groot mogelijke toegevoegde waarde van EU-actie bieden bij de ondersteuning van maatregelen van de lidstaten en de sociale partners. Het gezamenlijke engagement moet Europa meer invloed geven op de wijze waarop de internationale gemeenschap wereldwijd streeft naar herstel en duurzame groei. De voortgang van de uitvoering moet door de Commissie, de lidstaten en de sociale partners worden besproken tijdens de tripartiete sociale topconferenties.

2.1. WERKGELEGENHEID BEHOUDEN, BANEN SCHEPPEN EN DE MOBILITEIT BEVORDEREN

Door tijdelijke regelingen voor arbeidstijdverkorting is een aantal lidstaten erin geslaagd werkgelegenheid te behouden, vooral waar deze werden gecombineerd met financiële ondersteuning voor inkomensverlies en opleiding. Deze zijn een belangrijk onderdeel van de flexizekerheidsbeginselen van de EU en van de nationale flexizekerheidstrajecten. Deze regelingen kunnen bedrijven aanzienlijke ontslag- en (her)aanwervingskosten besparen, het verlies van bedrijfsspecifieke kennis en kunde voorkomen, en tegelijkertijd de inzetbaarheid van werknemers verbeteren. Ze moeten tijdelijk en gericht zijn, mogen de arbeidsparticipatie en het concurrentievermogen niet schaden en ook het mkb en werknemers op tijdelijke contracten moeten ervan gebruik kunnen maken.

Om werkgelegenheid te creëren is een gunstig klimaat voor ondernemerschap, innovatie en zelfstandige beroepsactiviteiten nodig en moet het accent meer op de vraagzijde worden gelegd. Een praktijkgerichte cultuur waarin wordt geanticipeerd op bedrijfsherstructureringen en deze in goede banen worden geleid – in samenwerking met bedrijven, werknemers, sociale partners en overheden – kan het concurrentievermogen en de flexibiliteit vergroten en de loopbaan van werknemers veiligstellen en tevens de economische structuur van regio's en gemeenschappen in stand te houden. De Commissie verwelkomt de samenwerking van de sociale partners van de EU op het gebied van herstructureringen, die als basis voor meer bewuste werkwijzen moet dienen. Afspraken tussen de openbare diensten voor de arbeidsvoorziening en de sociale partners kunnen ervoor zorgen dat ontslagen werknemers hulp krijgen bij het zoeken naar een nieuwe baan, bijvoorbeeld in de vorm van een opleiding. De lidstaten kunnen overheidssteun verlenen aan startende bedrijven in ondersteunde regio's of aan startende vrouwelijke ondernemers. Eurofound, de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden, en Cedefop, het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding, zullen worden ingeschakeld om informatie en deskundigheid te verschaffen over het omgaan met veranderingen, alsmede prognoses van de behoefte aan vaardigheden.

Zelfs te midden van de huidige crisis worden veel vacatures in heel Europa niet vervuld doordat het aanbod aan vaardigheden en de vraag op de arbeidsmarkt niet op elkaar aansluiten. Werknemers die hun baan verliezen, moeten meer kansen krijgen om in het buitenland te werken zonder het recht op een werkloosheidsuitkering in het land waar zij wonen te verliezen; deze mogelijkheid bestaat al wel, maar is meestal beperkt tot een periode van drie maanden. De mobiliteit is momenteel eveneens zeer beperkt, ook voor leerlingen en stagiairs, doordat de situatie in de lidstaten sterk verschilt en er te weinig informatie beschikbaar is over de mogelijkheden van mobiliteit. De openbare diensten voor de arbeidsvoorziening spelen in dit verband een belangrijke rol. Een doeltreffende uitvoering van de detacheringsrichtlijn vraagt om meer administratieve samenwerking en de uitwisseling van goede praktijken.

Voorgestelde prioritaire acties

Beter gebruik van regelingen voor arbeidstijdverkorting

- De ontwikkeling van doeltreffende regelingen door de lidstaten met steun van het ESF, om de werkgelegenheid in stand te houden en de effecten van tijdelijke regelingen voor arbeidstijdverkorting en van opleidingen te optimaliseren en tegelijkertijd negatieve spill-overeffecten te vermijden (zie bijlage 2).

Beter anticiperen op herstructureringen en deze in goede banen leiden

- De Commissie heeft een praktische toolkit voor herstructureringen[4] ontwikkeld; deze kan als uitgangspunt dienen voor een uitwisseling van ervaringen tussen alle betrokken partijen en leiden tot de ontwikkeling van beste praktijken om het gemakkelijker te maken op bedrijfsherstructureringen te anticiperen en deze in goede banen leiden, met steun van het ESF;

- Om herstructureringsprocessen soepeler te doen verlopen, kunnen de sociale partners sectorale partnerschappen oprichten, d.w.z. specifieke actieplannen en lastenverdelingsovereenkomsten met regionale en lokale overheden, met ESF-steun. Met steun van de Commissie kunnen dergelijke partnerschappen worden opgericht voor sectoren die in de gehele EU in moeilijkheden zijn, waarbij het voorbeeld van de auto-industrie kan worden gevolgd. Daarnaast kunnen de sociale partners en de lokale overheden, waar mogelijk, convenanten sluiten om werknemers die ontslagen dreigen te worden aan een nieuwe baan te helpen door opleiding, begeleiding en arbeidsbemiddeling: ontslag moet de laatste optie zijn.

Het scheppen van banen stimuleren

- De lidstaten moeten meer doen om een gunstig ondernemersklimaat te scheppen, bijvoorbeeld door de indirecte loonkosten zoals belastingen terug te dringen, te investeren in onderzoek en infrastructuur, de administratieve lasten te verlichten, betere regelgeving te bevorderen en de ontwikkeling van het mkb te stimuleren;

- De lidstaten moeten samen met de sociale partners en met steun van het ESF werklozen en jongeren duurzaam bijstaan bij het opzetten van een eigen bedrijf, bijvoorbeeld door middel van commerciële opleidingen en startkapitaal.

Mobiliteit bevorderen

- De Commissie zal een grootschalige bewustmakings- en voorlichtingscampagne starten over de mogelijkheden voor mobiliteit binnen de EU, op basis van het vacatureportaal Eures[5]. Ook zal een nieuwe ‘Match and Map’-onlinedienst in het leven worden geroepen, met een proefproject dat eind 2009 gereed zal zijn. Het doel is informatie te bieden over vacatures en leer- en opleidingsmogelijkheden om mensen te helpen in heel Europa vacatures te vinden die aansluiten bij hun bekwaamheden;

- De lidstaten worden aangemoedigd het recht op een werkloosheidsuitkering voor werkloze burgers die een baan in een andere lidstaat zoeken, te verlengen tot zes maanden.

2.2. VAARDIGHEDEN VERBETEREN, VRAAG EN AANBOD OP DE ARBEIDSMARKT OP ELKAAR AFSTEMMEN

De welvaart van Europa is afhankelijk van het vermogen concurrerende en duurzame banen te scheppen die door hooggekwalificeerde arbeidskrachten wordt vervuld: een gezamenlijk engagement om de vaardigheden voor iedereen te verbeteren is essentieel, zowel om de gevolgen van de crisis voor de werkgelegenheid op korte termijn aan te pakken als om de weg vrij te maken voor een koolstofarme en concurrerende kenniseconomie.

Onderwijs en opleiding moeten beter worden afgestemd op de behoeften van de arbeidsmarkt: jongeren moeten beschikken over de juiste vaardigheden om de beschikbare arbeidskansen te kunnen benutten en over transversale vaardigheden om zich te kunnen aanpassen aan een snel veranderende arbeidsmarkt. Het gebrek aan erkenning van vaardigheden en competenties die in een niet-formele of informele leeromgeving zijn opgedaan, beperkt de arbeidskansen. De sociale dialoog speelt een belangrijke rol in de definitie, verwerving en erkenning van vaardigheden, vooral in economische sectoren die in opkomst zijn.

Om de kansen op herstel te benutten en sociale innovatie te stimuleren, is het essentieel om te bepalen aan welke vaardigheden nu en in de toekomstig behoefte is, zoals aangegeven in het initiatief 'Nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen'. In een aantal lidstaten zijn raden die zich op sectorniveau bezighouden met werkgelegenheid en vaardigheden, nu al bezig bedrijven, sociale partners en overheden samen te brengen om de toekomstige behoeften vast te stellen; diverse partnerschappen tussen universiteiten en bedrijven hebben als doel de leerplanontwikkeling, het ondernemerschap en de kennisoverdracht te verbeteren. Deze initiatieven moeten de regel worden en als basis voor onderwijs- en opleidingsplannen dienen.

De noodzaak van modernisering van onderwijs en opleiding beperkt zich niet tot het initieel onderwijs. Uit onderzoek blijkt dat bedrijven die hun werknemers niet opleiden, tweemaal zo veel risico lopen failliet te gaan als bedrijven die dit wel doen. Met name het mkb en innovatieve bedrijven hebben vaak gerichte steun nodig, omdat zij met specifieke uitdagingen wat betreft de benodigde vaardigheden te maken hebben en moeilijker financiering kunnen krijgen dan grotere bedrijven . Gezamenlijke financieringsmechanismen van overheden, bedrijven en sociale partners kunnen ertoe bijdragen dat de deelname aan opleiding op peil blijft of toeneemt.

Gezien het beperkte aantal vacatures in de recessie dreigen mensen die nu hun opleiding afmaken, gedurende een bepaalde tijd werkloos of inactief te worden, waardoor ze ook na de crisis mogelijk moeilijker inzetbaar zullen zijn. Doordat het hun vaak aan basisvaardigheden ontbreekt, hebben zij nog meer moeite om een baan te vinden. Jongeren die zich nu op de arbeidsmarkt willen begeven, hebben alle mogelijke steun nodig in de vorm van arbeidsbemiddeling, praktische opleidingen voor specifieke functies of bijscholing om de kerncompetenties te verwerven die nodig zijn voor toekomstig succes op de arbeidsmarkt. Dit kan worden ondersteund door: het leerlingstelsel in bedrijven en in de publieke sector ondanks de crisis in stand te houden en te ontwikkelen met behulp van weloverwogen nationale doelstellingen; meer kansen voor leermobiliteit, onder andere voor leerlingen en voor beroepsonderwijs en -opleiding en voor afgestudeerde stagiairs; en een daadkrachtig beleid om het aantal vroegtijdige schoolverlaters en het aantal jongeren met onvoldoende kerncompetenties terug te dringen. Het EU-programma "Een leven lang leren" moet ook worden ingezet ter ondersteuning van innovatieve acties waarbij wordt nagegaan hoe het aanleren van functiegerichte vaardigheden kan worden verbeterd, en van partnerschappen tussen bedrijven en onderwijsinstellingen.

Voorgestelde prioritaire acties

Vaardigheden verbeteren, een leven lang leren bevorderen

- De Commissie zal de agenda 'Nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen' een hogere prioriteit geven. Zij zal per sector een analyse maken van de nieuwe vaardigheden waaraan behoefte is, onder andere voor een koolstofarme economie. Ook zal zij een handleiding voor opleiding in het mkb verspreiden en nagaan of op EU-niveau bedrijfstakspecifieke raden kunnen worden opgericht waarin bedrijven, sociale partners en overheden worden samengebracht;

- De lidstaten moeten met spoed de beschikbare ESF-steun gebruiken om beter te kunnen voorspellen aan welke vaardigheden in de toekomst behoefte zal zijn en daarop te anticiperen, zodat vraag en aanbod met betrekking tot vaardigheden in de sectoren en industrieën die het meest getroffen worden door de crisis, op elkaar kunnen worden afgestemd. De lidstaten moeten blijven werken aan de kwaliteit en toegankelijkheid van onderwijs en opleiding;

- De lidstaten moeten met de sociale partners samenwerken om de nationale kwalificatiekaders verder te ontwikkelen en te implementeren, op basis van leerresultaten en gekoppeld aan het Europees kwalificatiekader. Dit heeft onder andere betrekking op betere regelingen voor de validering van vaardigheden, die bijvoorbeeld zijn opgedaan door informeel leren, met name in sectoren met een hoge potentiële werkgelegenheidsgroei, zoals de gezondheidszorg en de langdurige zorg;

- De Commissie moet samen met de lidstaten, binnen het nieuwe strategische kader voor onderwijs en opleiding, de doeltreffendheid van "een leven lang leren" verbeteren door flexibele leer- en opleidingstrajecten te bevorderen. De EU heeft onlangs afgesproken dat 15% van de werknemers moet deelnemen aan "een leven lang leren" en dat in 2020 40% van de mensen in de leeftijdsgroep van 30-34 jaar een universitaire opleiding moet hebben afgerond. Om snel resultaat te boeken in de bij- en nascholing van de arbeidskrachten zodat deze benchmarks worden bereikt, worden de lidstaten aangemoedigd nationale doelstellingen vast te stellen op de gebieden waarvoor Europese benchmarks bestaan, rekening houdend met hun individuele behoeften.

Jongeren nu helpen

De lidstaten moeten, met steun van de Commissie, het ESF en eventueel de sociale partners:

- ervoor zorgen dat ten minste vijf miljoen Europese jongeren tussen nu en eind 2010 kunnen deelnemen aan een leerlingstelsel van goede kwaliteit. Ook moeten bedrijven stageplaatsen blijven bieden om de inzetbaarheid van studenten te verbeteren;

- op korte termijn strategieën ontwikkelen om vroegtijdig schoolverlaten tegen te gaan en om ervoor te zorgen dat meer jongeren de bovenbouw van de middelbare school afmaken, aangezien veel landen nog ver verwijderd zijn van de EU-benchmark van maximaal 10% vroegtijdige schoolverlaters. Dit kan onder andere inhouden: maatregelen om leerlingen langer op school te houden; verhoging van de leerplichtige leeftijd ; toelagen voor schoolbezoek; flexibele en alternatieve onderwijstrajecten op scholen en in instellingen voor beroepsonderwijs;

- harder werken aan de 'Nieuwe Start'-doelstelling van de EU voor werkloze jongeren: iedereen moet al op jonge leeftijd de kans krijgen een opleiding te volgen of te werken: voor jongeren van 15-19 jaar maximaal één maand nadat zij werkloos zijn geworden en maximaal twee maanden voor jongeren van 20-24 jaar; jongerenorganisaties steunen bij het organiseren van opleidingen en het bijstaan van vroegtijdige schoolverlaters.

2.3. DE TOEGANG TOT WERK VERBETEREN

Teneinde de sociale gevolgen van de crisis te verminderen en langdurige werkloosheid en inactiviteit te voorkomen, is het van essentieel belang om de arbeidsdeelname, vooral van vrouwen, oudere werknemers en andere groepen die met discriminatie te maken hebben, in stand te houden en te vergroten. Werk is de beste manier om aan uitsluiting te ontkomen: een sociaal Europa begint met een baan – zelfs voor de crisis hadden te veel EU-burgers die aan de arbeidsmarkt zouden kunnen deelnemen geen toegang tot een baan.

De gemeenschappelijke beginselen van de EU voor actieve integratie bieden een geïntegreerd kader om de werkgelegenheid te verhogen, sociale uitsluiting te bestrijden en sociale samenhang te ondersteunen door modernisering van de socialezekerheidssystemen: een snelle tenuitvoerlegging en monitoring van de recente, door de Raad onderschreven Mededeling van de Commissie over actieve inclusie zijn meer dan ooit nodig. In deze tijd van crisis zijn nieuwe vormen van solidariteit nodig. De in de meeste lidstaten reeds aanwezige minimuminkomensregelingen kunnen een belangrijke rol als automatische stabilisatoren vervullen en kunnen indien nodig worden versterkt om de koopkracht van mensen zonder baan te handhaven, in het bijzonder in landen waar de dekking of de duur van werkloosheidsuitkeringen zeer laag is.

Er zijn dringende maatregelen nodig om de overgang naar de arbeidsmarkt succesvol te laten verlopen en de toegang tot werk te verbeteren: verlaging van de werkgeverskosten voor indienstneming, nader onderzoek naar de mogelijkheden tot het creëren van speciale banen voor laagopgeleiden, vermindering van de negatieve prikkels om te werken, verbetering van de structuur van de belastingen en de uitkeringen om werk lonend te maken, waaronder verlaging van de belastingdruk voor tweede verdieners, en stimulering van werklozen om een eigen bedrijf te beginnen, bijvoorbeeld door opleidingen in ondernemerschap of door microkredieten. In landen die nu tengevolge van de crisis met een instroom van terugkerende gastarbeiders worden geconfronteerd, moet een snelle integratie op de arbeidsmarkt worden bevorderd. Aangezien vrouwen vaker dan mannen onzekere arbeidsovereenkomsten hebben of buiten de arbeidsmarkt staan, dienen de maatregelen in het belang van de gelijkheid van mannen en vrouwen te worden versterkt.

Een betere samenwerking tussen de overheden, de openbare en de particuliere diensten voor arbeidsvoorziening, de sociale diensten, de volwasseneneducatie, de sociale partners en maatschappelijke organisaties is dringend noodzakelijk teneinde de mogelijkheden van de kansarmen, waaronder de legale immigranten uit derde landen, om te slagen op de arbeidsmarkt te verbeteren en om ontslagen werknemers en werklozen in een zo vroeg mogelijk stadium te helpen. De lidstaten en met name de openbare diensten voor arbeidsvoorziening moeten eveneens het wederzijds leren versterken om de doeltreffendheid van een actief arbeidsmarktbeleid te verbeteren.

Voorgestelde prioritaire acties

Activering versterken en de toegang tot werk vergemakkelijken

De lidstaten dienen een aanmerkelijk deel van hun ESF-middelen aan te wenden om de doeltreffendheid van hun nationale werkgelegenheidsstelsels en hun actieve arbeidsmarktbeleid te verbeteren, en om maatregelen te nemen om het opzetten van een bedrijf of het zelfstandig ondernemerschap aantrekkelijk te maken. De lidstaten dienen de gemeenschappelijke beginselen van de EU voor actieve integratie metterdaad in te voeren en te volgen. In navolging van deze beginselen en gezien de vele mogelijkheden die de bestaande regels inzake staatssteun bieden, worden de lidstaten opgeroepen:

- de "nieuwe start"-doelstelling van de EU voor werkloze volwassenen te versterken, om te zorgen dat zij binnen drie maanden nadat zij bij de openbare dienst voor arbeidsvoorziening zijn ingeschreven een nieuwe baan, een aanvullende opleiding, een stage of een andere inzetbaarheidsmaatregel krijgen aangeboden;

- de langdurig werklozen te helpen bij de terugkeer naar werk door de indirecte loonkosten te verlagen, bijvoorbeeld door vrijstelling van de socialezekerheidsbijdragen voor zes maanden bij indienstneming van een langdurige werkloze en een verlaagd tarief voor een bepaalde periode daarna;

- de werkgelegenheid voor kwetsbare groepen en oudere werknemers te bevorderen door doelgerichte arbeidsgebonden voordelen en premies bij indiensttreding, onder andere in de sociale economie, en door tegelijkertijd de regelingen voor vervroegde uittreding te ontmoedigen;

- de vraag naar en het aantal laaggeschoolde banen te vergroten, bijvoorbeeld door de invoering van belastingvrijstellingen en andere voordelen zoals dienstencheques voor huishoudelijk werk en zorg;

- met steun van de Commissie de samenwerking en de uitwisseling van ervaringen tussen de openbare en de particuliere diensten voor arbeidsvoorziening te versterken, zodat zij beter kunnen inspelen op de huidige grote instroom van werkzoekenden.

3. BETER GEBRUIKMAKEN VAN HET DE COMMUNAUTAIRE FONDSEN

Een gezamenlijk engagement voor werkgelegenheid moet worden onderbouwd door alle beschikbare communautaire instrumenten. De lidstaten verlenen via het ESF al steun aan vele herstelmaatregelen, die aansluiten bij de belangrijkste prioriteiten en acties van deze Mededeling (zie bijlage 3). Na het aannemen van het Europees herstelplan zijn de Europese instellingen bovendien een aantal wijzigingen in de wetgeving overeengekomen om de rol van het ESF bij het verzachten van de gevolgen van de crisis te versterken. Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling dient eveneens ten volle benut te worden om acties ter bestrijding van de crisis te ondersteunen.

De toegang tot en het gebruik van het ESF zijn vereenvoudigd; het ESF heeft versneld meer voorschotten aan de lidstaten gegeven: er is ongeveer 1,8 miljard euro uitbetaald. De reikwijdte van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is eveneens vergroot en het fonds is nu volledig inzetbaar: bij elke bedrijfssluiting tengevolge van de crisis waarbij meer dan 500 werknemers zijn betrokken, kan nu steun worden verleend; ook de toelatingscriteria zijn vereenvoudigd.

3.1. ALLE BESCHIKBARE FONDSEN INZETTEN ALS ANTWOORD OP DE CRISIS

Het ESF is een zeer effectief hulpmiddel om in mensen te investeren: jaarlijks hebben ongeveer negen miljoen burgers direct voordeel van de steun van het ESF. Er kan nog meer worden gedaan om deze mogelijkheden ten volle te benutten. Door het onverwachte effect van de crisis is een dringende inzet vereist van ESF-middelen die doorgaans geleidelijk over een termijn van negen tot 10 jaar worden verstrekt. Door het beschikbare budget binnen de financiële vooruitzichten van de EU volledig te gebruiken, zal de Commissie ervoor zorgen dat er alleen al in de periode 2009-2010 19 miljard euro voor het ESF beschikbaar is.

De Commissie zal de lidstaten actief ondersteunen om de middelen uit deze fondsen snel in te zetten en daarbij de communautaire regels inzake staatssteun[6] in acht nemen; de Commissie zal een verkorte procedure invoeren wanneer aanpassing van een ESF-programma noodzakelijk is, zodat het proces maximaal een maand duurt, en zal de nationale lidstaten operationele bijstand verlenen. De Commissie roept de lidstaten tevens op de uitgaven te versnellen en de knelpunten in de nationale financieringsstelsels te verminderen, zodat de betalingen van het ESF aan de nationale schatkistrekeningen snel naar de begunstigden van de ESF-programma's kunnen worden overgemaakt. Lidstaten worden ook aangemoedigd om ten volle profijt te trekken van de leningen van de Europese Investeringsbank (EIB) ter versterking van de ESF-uitgaven voor hun snelherstelpakketten.

De betrokkenheid van de sociale partners is van essentieel belang voor het succes van werkgelegenheidsmaatregelen, zoals wordt aangetoond in hun gewaardeerde "Joint recommendations on support to economic recovery by the European Social Fund" (Gezamenlijke aanbevelingen voor steun bij economisch herstel door het Europees Sociaal Fonds). Het ESF biedt hulp: er is 1,2 miljard euro bestemd voor de sociale partners in het ESF voor regio's met een achterstand, uitsluitend voor de opbouw van capaciteit en voor gezamenlijke acties; de sociale partners moeten in samenwerking met de lidstaten ten volle van deze voorziening gebruik maken.

Teneinde het effect van de financiële steun van de EU en de nationale overheden op de belangrijkste prioriteiten en acties die in deze mededeling worden uiteengezet zo groot mogelijk te maken, krijgen de lidstaten hulp om in samenwerking met de sociale partners te voorzien in snelle-reactiepakketten waardoor de financiële steun van het ESF met name kan worden gebruikt om :

- ondernemingen die een herstructurering doormaken en hun werknemers te helpen met onder andere regelingen voor interne cursussen, indien van toepassing in combinatie met voordelen voor het aannemen van langdurig werklozen, en om voordelen bij of verlaging van de kosten van mobiliteit naar regio's met meer banenkansen te bieden (bv. subsidie voor reiskosten);

- het ondernemerschap en het werken als zelfstandige te bevorderen bij onder andere het opzetten van nieuwe bedrijven of het verlagen van de kosten van krediet, om duurzame bedrijfsplannen te ontwikkelen en nieuwe bedrijven te begeleiden, om de bureaucratie te verminderen en de procedures voor het oprichten van bedrijven te vereenvoudigen;

- vaardigheden af te stemmen op de behoeften van de arbeidsmarkt met onder andere hoogkwalitatieve plannen voor opleiding en onderwijs en voor nieuwe opleidingsplannen of vakkenpakketten voor ondernemerschap en een koolstofarme economie, om innovatiegericht wetenschappelijk onderzoek te bevorderen, en om instrumenten, waaronder ict, voor beter zicht en anticipatie op arbeidsmarktbehoeften te ontwikkelen;

- voor jongeren onder andere meer plaatsen, toelagen en leningen voor opleidingen en formeel onderwijs te scheppen, om ondernemingen voordelen te bieden als zij stages en leerplaatsen aanbieden of jongeren aannemen, en om alternatieve opleidingstrajecten voor vroegtijdige schoolverlaters te scheppen;

- voor de kwetsbaarste groepen onder andere in activeringsmaatregelen te kunnen voorzien en om bedrijven voordelen te geven bij indienstneming van moeilijk plaatsbare werknemers, of bij aanpassing van de werkomstandigheden ten behoeve van een beter evenwicht tussen werk en privéleven, en bij speciale voorzieningen (bv. voor oudere of gehandicapte werknemers);

- openbare diensten voor arbeidsvoorziening te helpen bij een groeiend aantal cliënten hun diensten te kunnen blijven aanbieden, om hun medewerkers bij te scholen en om samenwerking met andere betrokken partijen te bevorderen.

3.2. DE FINANCIERING TER BESTRIJDING VAN DE CRISIS VERSNELLEN

De volgende twee versnelde financieringsmogelijkheden zijn voor de lidstaten een aanzienlijke hulp bij de herstelmaatregelen:

- Ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van de snelherstelpakketten, alsmede van de investeringen in het cohesiebeleid in het algemeen, zal de Commissie binnenkort een wijziging van de Structuurfondsenverordening voorstellen, om de lidstaten de mogelijkheid te geven voor de jaren 2009 en 2010 niet te voorzien in nationale medefinanciering . Zonder de verdeling van de financiering tussen de lidstaten of het jaarlijkse maximumbedrag van het financiële kader van de EU voor betalingskredieten te veranderen, moet deze mogelijkheid, waarbij tijdens het verwachte hoogtepunt van de crisis vervroegde vergoeding van uitgaven met een EU-bijdrage van 100% plaatsvindt, de tenuitvoerlegging van projecten versnellen, terwijl de financiële problemen worden verminderd, met name van de lidstaten waar medefinanciering van het ESF een aanzienlijke hoeveelheid van de algehele uitgaven voor werkgelegenheid uitmaakt. De Commissie zal in samenwerking met de lidstaten het effect van de snelle-reactiepakketten nauwlettend volgen door middel van de bestaande jaarlijkse en strategische verslagleggingssystemen van het ESF.

- Teneinde werklozen nieuwe kansen te bieden en de weg naar het ondernemerschap te effenen voor Europa's meest kansarme groepen, waaronder jongeren, zal de Commissie binnenkort een voorstel doen voor een nieuwe EU-voorziening voor microfinanciering ten behoeve van de werkgelegenheid, ter ontwikkeling van micro-ondernemingen en de sociale economie. Door herschikking van 100 miljoen euro uit het bestaande budget, waardoor meer dan 500 miljoen euro zou kunnen worden gemobiliseerd, vergroot deze voorziening, op gezamenlijk initiatief van internationale financiële instellingen en met name van de EIB, het aanbod aan gerichte financiële steun voor nieuwe ondernemers in de huidige tijd van verminderde kredietverlening. Oprichters van micro-ondernemingen kunnen ook steun krijgen voor mentorschap, opleiding, coaching en capaciteitsopbouw, naast rentesubsidie van het ESF.

4. VOORBEREIDING OP DE TOEKOMST

De EU moet de mogelijkheden van de Europese socialemarkteconomie ten volle benutten om sterker uit de crisis te verrijzen, door vast te houden aan haar hervormingsstrategie voor de lange termijn en de Unie te veranderen in een koolstofarme, meer concurrerende, innovatieve economie met open arbeidsmarkten, zodat er een samenleving met meer integratie en betere banen ontstaat. Om dit te bereiken, moet Europa investeren in de vaardigheden en de inzetbaarheid van mensen en zorgdragen voor efficiënte, op integratie gerichte arbeidsmarkten die op de beginselen van flexizekerheid zijn gebaseerd.

Hoewel de gevolgen van de huidige crisis ongekend zijn en er veel banen verloren zijn gegaan, zijn er in de voorafgaande jaren van groei toch nog meer banen bijgekomen. In de afgelopen twaalf jaren heeft de EU bijgedragen tot het verbeteren van het arbeidsmarktbeleid en de arbeidsmarktprestaties, eerst door middel van de Europese werkgelegenheidsstrategie (EWS) en vervolgens in het kader van de Lissabonstrategie: door de vaststelling van gemeenschappelijke doelstellingen, prioriteiten en beste praktijken, door ambitieuze gezamenlijke doelstellingen en door wederzijds leren.

De hoofdverantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van arbeidsmarkt- en sociaal beleid blijft aan de lidstaten voorbehouden; bovendien kan vanwege de verscheidenheid in situaties tussen en in lidstaten een meer gedifferentieerde aanpak nodig zijn. De gedeelde waarden van openheid, solidariteit en kansen voor iedereen, die in het beleid van de verscheidene nationale en EU-instellingen en in de uitgebreide communautaire wetgeving tot uitdrukking komen, hebben de Europese burgers echter aanzienlijke voordelen en een toegevoegde waarde vanuit de EU te bieden.

Het antwoord van de Unie op de crisis moet op deze waarden blijven voortbouwen; de rol van de Unie is nu belangrijker dan ooit tevoren; voor de EU-strategie op het gebied van werkgelegenheid na 2010 zijn betere instrumenten, middelen en methoden nodig, alsmede een duidelijke visie op de voornaamste uitdagingen waarvoor onze samenleving zich gesteld ziet, teneinde Europa en zijn burgers te helpen sterker uit de recessie te komen.

Afstemming van beleid in het kader van de EWS, onder andere door werkgelegenheidsrichtsnoeren en specifieke aanbevelingen per land, is een belangrijk hulpmiddel ter bevordering van op economische groei gerichte hervormingen en werkgelegenheid. Echter, gezien de ervaringen in het verleden en de wereldwijde, strategische, technologische, demografische en milieu-uitdagingen moeten voor de toekomst het beleid en de doelstellingen worden versterkt om de productiviteit, de concurrentie en de sociale gelijkheid nog meer te bevorderen.

De Commissie zal eind 2009 voorstellen doen voor een strategie voor groei en werkgelegenheid na 2010, met inbegrip van de Europese werkgelegenheidsstrategie. De Commissie zal daarbij rekening houden met de lopende besprekingen van de Europese instellingen met alle betrokken partijen, in het bijzonder met betrekking tot de tot nu toe belichte aandachtspunten:

- De drie in deze mededeling beschreven beleidsprioriteiten zijn van evenredig belang voor de toekomstige EWS, aangezien de Europese Unie de kloof overbrugt tussen vermindering van de gevolgen van de crisis en de voorbereiding op herstel. De EWS moet het arbeidsmarktbeleid ondersteunen bij het aanjagen van groei en werkgelegenheid, zij moet de niveaus van vaardigheden aanzienlijk verbeteren en de positieve economische rol van het integratiebeleid ten behoeve van de werkgelegenheid en de financiële duurzaamheid benutten;

- Binnen de vernieuwde EU-strategie voor groei en werkgelegenheid dient de EWS eenvoudiger te zijn, met aangescherpte doelstellingen, teneinde meer samenhang te waarborgen;

- De nationale betrokkenheid dient te worden versterkt; de nationale parlementen, de sociale partners en andere betrokken partijen moeten meer worden betrokken bij het opstellen en aannemen van de hervormingsprogramma's van de lidstaten; door een gerichter gebruik van de structurele fondsen, met name van het ESF, dient de tenuitvoerlegging van het werkgelegenheidsbeleid te worden gesteund;

- De coördinerende functie van de Commissie en de lidstaten in samenwerking met de sociale partners is van essentieel belang om benchmarking en een vergelijking tussen landen te vergemakkelijken.

5. CONCLUSIE

Door een gezamenlijk engagement van de EU voor de in deze mededeling neergelegde prioriteiten zullen de uitdagingen voor de middellange en lange termijn worden aangepakt en zal worden gezorgd voor samenhang tussen deze uitdagingen en de herstelmaatregelen voor de korte termijn.

De Commissie verzoekt de Europese Raad om:

- in te stemmen met de drie prioriteiten inzake het gezamenlijk engagement voor de werkgelegenheid van de EU;

- goedkeuring te verlenen aan het proces voor tenuitvoerlegging door de lidstaten, de Commissie en de sociale partners van de voorgestelde acties bij elke prioriteit, in aanmerking genomen de specifieke situatie per lidstaat;

- goedkeuring te verlenen aan de voorstellen van de Commissie voor een beter gebruik van de communautaire middelen als antwoord op de crisis;

- de aan elke Voorjaarsraad voorafgaande tripartiete sociale top uit te nodigen om de gemaakte vorderingen op het gebied van de opstelling en tenuitvoerlegging van de prioriteiten en acties voor een gezamenlijk engagement te bespreken en te volgen;

- nota te nemen van het voorstel van de Commissie betreffende het volgen van de tenuitvoerlegging van het gezamenlijk engagement van de EU in samenwerking met de lidstaten en de sociale partners, en van de verslaglegging van de gemaakte vorderingen, en van de implicaties daarvan voor de agenda van de Unie na 2010 op de Voorjaarsraad in 2010.

Bijlagen:

1. Recente werkgelegenheidsmaatregelen door de lidstaten

2. Bevordering van tijdelijke arbeidstijdverkorting

3. Beter gebruik van het ESF

[1] Zie http://ec.europa.eu/energy/renewables/studies/doc/renewables/2009_employ_res_report.pdf

[2] COM(2009) 114 van 4.3.2009.

[3] Zie: http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=103&langId=nl&eventsId=173&furtherEvents=yes

[4] Zie http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=103&langId=nl

[5] http://ec.europa.eu/eures/home.jsp?lang=nl&langChanged=true

[6] De Commissie heeft vandaag een richtsnoer inzake verenigbare staatssteun voor opleiding en een richtsnoer inzake verenigbare staatssteun voor kansarme en gehandicapte werknemers – SEC (2009) 719 aangenomen.

Top