EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009AE1192

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 78/660/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft (COM(2009) 83 definitief/2 — 2009/0035 (COD))

OJ C 317, 23.12.2009, p. 67–71 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

23.12.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 317/67


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 78/660/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft

(COM(2009) 83 definitief/2 — 2009/0035 (COD))

(2009/C 317/11)

Rapporteur: de heer PEZZINI

De Raad heeft op 20 maart 2009 besloten om het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 44, lid 1, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap te raadplegen over het:

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 78/660/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft

COM(2009) 83 final/2 – 2009/0035 (COD).

De gespecialiseerde afdeling Interne markt, productie en consumptie, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 22 juni 2009 goedgekeurd; rapporteur was de heer Pezzini.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn op 15 en 16 juli 2009 gehouden 455e zitting (vergadering van 15 juli) onderstaand advies met 144 stemmen vóór en 10 tegen, bij 17 onthoudingen, goedgekeurd.

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1.   Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) benadrukt dat moet worden tegemoetgekomen aan de behoeften van het midden- en kleinbedrijf (mkb) en de ambachtelijke beroepen, zodat zij de talrijke structurele uitdagingen van de huidige complexe samenleving kunnen aangaan. Daarbij moet als onderdeel van de Lissabonstrategie het Europees handvest voor kleine ondernemingen (1) volledig ten uitvoer worden gelegd.

1.2.   Het EESC neemt kennis van het voorstel van de Europese Commissie, waarmee zij beoogt micro-entiteiten vrij te stellen van een aantal administratief-boekhoudkundige verplichtingen, die gezien de structuur van dit soort ondernemingen voor hen vaak zeer belastend zijn en veel te ver gaan. Het EESC verwijst naar de standpunten die het hierover al heeft ingenomen in zijn adviezen CESE 1187/2008 (2) en CESE 1506/2008 (3).

1.3.   Het EESC vindt het belangrijk dat dit voorstel:

bindend is: elke lidstaat is verplicht vrijstellingscriteria voor micro-entiteiten vast te stellen;

flexibel is: de lidstaten kunnen de vrijstellingscriteria binnen gemeenschappelijke grenzen afstemmen op de situatie in eigen land;

eenvoudig is: de wijzigingen moeten eenvoudig kunnen worden omgezet;

transparant is: op de interne markt moet hoe dan ook voor voldoende transparantie worden gezorgd.

1.4.   Het EESC is zich ervan bewust dat de Gemeenschap op dit terrein niet exclusief bevoegd is, maar vindt, om de eenheid op de interne markt te bewaren en geen van de spelers op die markt te discrimineren, dat in toekomstige herzieningen van de vierde en zevende richtlijn vennootschapsrecht vereenvoudigingen automatisch moeten gelden voor alle micro-ondernemingen in de EU, op grond van door elke lidstaat geformuleerde, heldere criteria.

1.5.   In dit verband dringt het EESC erop aan het „denk eerst klein”-beginsel (think small first) toe te passen op basis van een interinstitutioneel akkoord met dezelfde rechtsgrondslagen als het akkoord Beter wetgeven  (4), d.w.z. bestaande uit een reeks duidelijke en transparante communautaire en nationale afspraken over afschaffing/vermindering van de administratieve lasten. Zo kan worden gegarandeerd dat dit beginsel systematisch in acht wordt genomen bij de totstandkoming en uitvoering van wetgeving, met name die welke is bestemd voor kleine en micro-ondernemingen.

1.6.   Voorts vindt het EESC dat de Commissie drie jaar na de inwerkingtreding van het huidige voorstel aan het Europees Parlement, de Raad en het EESC een verslag moet voorleggen over de impact en het functioneren van de vrijstelling voor micro-entiteiten in de lidstaten alsmede over de daadwerkelijke besparingen die dat hun heeft opgeleverd.

2.   Inleiding

2.1.   Sinds het Europees Jaar van het mkb en de ambachtelijke sector (5), de daarop volgende oprichting van het DG XXIII (6) en een aansluitende reeks Europese conferenties (7), spant de Commissie zich aanzienlijk in om aan de behoeften van het mkb en de ambachtelijke beroepen tegemoet te komen en hun in staat te stellen de talrijke economische en structurele uitdagingen van deze tijd aan te gaan. Het EESC heeft in een groot aantal adviezen ook al op de noodzaak hiervan gewezen (8)..

2.2.   Het mkb is vaak onderworpen aan dezelfde regelgeving als grotere ondernemingen. Er wordt zelden gekeken naar hun specifieke boekhoudkundige behoeften. De algemene regelgeving inzake financiële verslaglegging vormt voor hen een zeer grote kostenpost, die een doeltreffend gebruik van kapitaal voor productie en arbeid in de weg kan staan.

2.3.   Als het gaat over financiële verslaglegging en boekhoudkundige controle, is het weliswaar essentieel de jaarrekeningen van vennootschappen te verbeteren en transparanter te maken, maar meer regels ter zake brengen kleine en micro-ondernemingen vaak in grote problemen.

2.4.   Met het oog daarop heeft de Commissie onlangs voorgesteld middelgrote ondernemingen vrij te stellen van bepaalde informatieverplichtingen en de verplichting een geconsolideerde jaarrekening op te stellen (9). Het EESC heeft dat voorstel toegejuicht (10).

2.5.   De communautaire regels brengen hoge administratieve kosten met zich mee die het concurrentievermogen van het Europese bedrijfsleven aantasten. Bovendien is de wetgeving inzake vennootschappen, hun boekhouding en de controle op hun jaarrekeningen niet even snel geëvolueerd als de context waarin zij opereren. De richtlijnen die de kwaliteit van de financiële verslaglegging en boekhoudkundige controle in de EU moeten garanderen, brengen in de praktijk met name voor kleinere ondernemingen hoge administratieve lasten met zich mee.

2.6.   Volgens de schattingen van de Commissie, die vanuit wetenschappelijk en methodologisch oogpunt structuur ontberen, zouden zo'n 5,4 miljoen micro-entiteiten kunnen profiteren van de voorgestelde vrijstelling en zouden de totale lasten van de naleving van de in de richtlijn genoemde administratief-boekhoudkundige verplichtingen circa 6,3 miljard euro per jaar bedragen.

2.7.   Het EESC wijst erop dat de Commissie zich ertoe heeft verbonden de administratieve lasten voor het bedrijfsleven met 25 % te verminderen (11), waarmee het EESC onvoorwaardelijk heeft ingestemd (12).

2.8.   Het EESC heeft in het verleden al geschreven: „Er moet voor worden gezorgd dat alle lidstaten alle richtlijnen op tijd en goed omzetten, en nationale en regionale regeringen en wetgevers moeten ertoe aangezet worden om hun eigen regelgeving te vereenvoudigen indien zij in het verleden strengere eisen hebben opgelegd (goldplating)” (13).

3.   Context

3.1.   In het kader van de vierde fase van het initiatief ter vereenvoudiging van de regelgeving voor de interne markt (SLIM, Simplification of the Legislation on the Internal Market) zijn de eerste en de tweede richtlijn vennootschapsrecht gemoderniseerd.

3.2.   De Europese Raad heeft tijdens zijn bijeenkomst van 8 en 9 maart 2007 onderstreept dat terugdringing van de administratieve lasten een belangrijk middel is om de Europese economie te doen opleven, vooral wegens de voordelen daarvan voor het mkb. Tevens benadrukte de Raad dat een krachtige gezamenlijke inspanning nodig is om die lasten in de EU aanzienlijk te verminderen.

3.3.   De Europese Raad heeft tijdens zijn bijeenkomst van 13 en 14 maart 2008 de Commissie verzocht nieuwe wetgevingsvoorstellen voor „snelle maatregelen” ter vermindering van de administratieve lasten op te stellen (14). Daarbij merkte de Raad vennootschapsrecht, financiële verslaglegging en controle van jaarrekeningen aan als prioritaire actiegebieden.

3.4.   Ook in de Europese Small Business Act  (15), die de Commissie in juni 2008 heeft gepresenteerd en waarover het EESC advies heeft uitgebracht (16), wordt het belang van eenvoudigere regelgeving voor het mkb benadrukt.

3.5.   Een belangrijke maatregel uit het in november 2008 gelanceerde Europees economisch herstelplan is eveneens het verminderen van de lasten voor het mkb en micro-ondernemingen. Zo hoeven die laatste niet langer een jaarrekening te publiceren (17).

3.6.   Het Europees Parlement op zijn beurt heeft zich op 8 december 2008 in een resolutie (18) uitgesproken vóór afschaffing van de verplichtingen inzake financiële verslaglegging voor micro-entiteiten, teneinde hun concurrentievermogen te verbeteren en hun groeipotentieel optimaal te benutten. Het riep de Commissie op met een wetgevingsvoorstel ter zake te komen op grond waarvan de lidstaten micro-ondernemingen kunnen vrijstellen van de vierde richtlijn vennootschapsrecht (78/660/EEG).

3.7.   Richtlijn 78/660/EEG is de afgelopen 20 à 30 jaar verschillende keren gewijzigd (19).

4.   Samenvatting van het Commissievoorstel

4.1.   In navolging van de praktijk in enkele lidstaten stelt de Commissie voor het begrip micro-entiteiten in te voeren en die entiteiten buiten de werkingssfeer van de vierde richtlijn vennootschapsrecht (78/660/EEG) inzake jaarrekeningen te plaatsen. Om daarvoor in aanmerking te komen, moet een onderneming aan 2 van de volgende 3 criteria voldoen:

maximaal 10 werknemers;

een balanstotaal van minder dan 500 000 euro;

een omzet van minder dan 1 000 000 euro.

4.2.   Voor de allerkleinste ondernemingen zijn de kosten van het opstellen van jaarrekeningen bijzonder hoog, terwijl hun financiële situatie voor maar relatief weinig marktpartijen van belang is, aangezien zij doorgaans alleen op plaatselijk of regionaal niveau actief zijn.

4.3.   Door in de richtlijnen inzake financiële verslaglegging een vrijstelling op te nemen, wordt het aan de lidstaten overgelaten om te bepalen aan welke regels micro-entiteiten moeten voldoen.

4.4.   De Commissie heeft dan ook besloten de huidige communautaire wetgeving te wijzigen. Met betrekking tot micro-entiteiten worden verschillende voorstellen gedaan:

hen vrijstellen van de verplichting jaarrekeningen te publiceren;

hen niettemin toestaan om op vrijwillige basis jaarverslagen op te stellen, deze te laten controleren en aan het nationale register te sturen;

de lidstaten de bevoegdheid verlenen om micro-entiteiten niet onder de werkingssfeer van de vierde richtlijn vennootschapsrecht te laten vallen.

5.   Algemene opmerkingen

5.1.   Het EESC onderschrijft de doelstelling van het Commissievoorstel, nl. micro-entiteiten vrijstellen van een aantal administratief-boekhoudkundige verplichtingen die voor hen zeer belastend zijn en die vooral niet in verhouding staan tot hun functioneren en tot de behoeften van de voornaamste gebruikers van financiële informatie.

5.2.   In het bijzonder gezien de huidige economische crisis, die in heel Europa ingrijpende consequenties heeft voor het mkb, vindt het EESC het zeer belangrijk dat de voorgestelde vrijstellingsmaatregelen ten gunste van micro-entiteiten snel (volgens het fast track-model (20)) en in de hele Europese Economische Ruimte worden ingevoerd, flexibel worden toegepast (d.w.z. op de situatie per lidstaat kunnen worden afgestemd) en voor alle Europese natuurlijke en rechtspersonen op transparante wijze gaan gelden.

5.3.   Het Commissievoorstel zou voorts een flinke stimulans vormen voor de bestrijding van de zgn. zwarte economie (moonlight economy), op het belang waarvan het EESC als meermaals heeft gewezen: „Het Comité onderstreept dat zwartwerk zeer nadelig is voor de overheidsfinanciën, wegens de daardoor gederfde inkomsten uit belastingen en sociale premies” (21). Maar waarover het ook schreef: „De prijs die voor eerlijkheid wordt betaald, mag echter niet te hoog zijn. Dan bestaat het gevaar dat zwartwerk hand over hand gaat toenemen” (22).

5.4.   Het EESC kan zich vinden in het vereenvoudigingsvoorstel van de Commissie, dat ervoor zorgt dat de communautaire regelgeving bevorderlijker wordt voor ondernemerschap en innovatie door kleine en micro-ondernemingen. Aldus worden deze ondernemingen concurrerender en kunnen ze meer profiteren van de interne markt.

5.5.   Het EESC is zich ervan bewust dat de Gemeenschap op dit terrein niet exclusief bevoegd is en dat artikel 5 van het Verdrag inzake het subsidiariteitsbeginsel hier van toepassing is, maar vindt, om de eenheid op de interne markt te bewaren en geen van de spelers op die markt te discrimineren, dat in toekomstige algehele herzieningen van de vierde en zevende richtlijn vennootschapsrecht de toepassing van vereenvoudigingen niet aan de lidstaten moet worden overgelaten, maar dat die vereenvoudigingen automatisch moeten gelden voor alle micro-ondernemingen in de EU.

5.6.   Het EESC dringt er bij de Commissie, het Europees Parlement en de Raad op aan om in de aangekondigde algehele herziening van de vierde en zevende richtlijn vennootschapsrecht het „denk eerst klein”-beginsel (think small first) toe te passen op basis van een interinstitutioneel akkoord met dezelfde rechtsgrondslagen als het akkoord Beter wetgeven  (23), d.w.z. bestaande uit een reeks duidelijke afspraken over afschaffing/vermindering van de administratieve lasten.

5.7.   Voorts vindt het EESC dat de Commissie drie jaar na de inwerkingtreding van het huidige voorstel aan het Europees Parlement, de Raad en het EESC een verslag moet voorleggen over de impact en het functioneren van de vrijstelling voor micro-entiteiten in de lidstaten alsmede over de besparingen die dat hun heeft opgeleverd.

Brussel, 15 juli 2009

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Mario SEPI


(1)  Vgl. de Europese Raad van Lissabon van 2000

(2)  PB C 27 van 3 februari 2009, blz. 7

(3)  PB C 77 van 31 maart 2009, blz. 37

(4)  Zie advies CESE uit het Publicatieblad C 182 van 4 augustus 2009, blz. 30, aanbeveling nr. 1, rapporteur Malosse, corapporteur Cappellini

(5)  1983

(6)  Eerst werd een taskforce opgericht onder leiding van Edith Cresson, die later werd omgevormd tot het DG XXIII.

(7)  Avignon 1990, Berlijn 1994, Milaan 1997

(8)  Zie onder meer: PB C 161 van 14 juni 1993, blz. 6; PB C 388 van 31 december 1994, blz. 14; PB C 295 van 7 oktober 1996, blz. 6; PB C 56 van 24 februari 1997, blz. 7; PB C 89 van 19 maart 1997, blz. 27; PB C 235 van 27 juli 1998, blz. 13; PB C 221 van 7 augustus 2001, blz. 1; PB C 374 van 3 december 1998, blz. 4; PB C 116 van 20 april 2001, blz. 20.

(9)  COM(2008) 195 final van 18 september 2008

(10)  PB C 77 van 31 maart 2009, blz. 37, rapporteur Cappellini

(11)  COM(2006) 689, 690 en 691 final van 14 november 2006

(12)  PB C 256 van 27 oktober 2007, blz. 8

(13)  Zie PB C 256 van 27 oktober 2007, blz. 8, par. 4.3.6, en PB C 204 van 9 augustus 2008, blz. 9, par. 6.2

(14)  Conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Brussel van 13 en 14 maart 2008, par. 9

(15)  COM(2008) 394 final van 25 juni 2008

(16)  Publicatieblad C 182 van 4 augustus 2009, blz. 30, rapporteur Malosse, corapporteur Cappellini

(17)  Mededeling van de Commissie aan de Europese Raad, Een Europees economisch herstelplan, COM(2008) 800 final van 26 november 2008, par. 4

(18)  Resolutie van het Europees Parlement van 18 december 2008 betreffende verslagleggingsvoorschriften voor kleine en middelgrote ondernemingen, met name micro-entiteiten

(19)  Om precies te zijn twaalf keer: bij Richtlijn 83/349/EEG, Richtlijn 84/569/EEG, Richtlijn 89/666/EEG, Richtlijn 90/604/EEG, Richtlijn 90/605/EEG, Richtlijn 94/8/EG, Richtlijn 1999/60/EG, Richtlijn 2001/65/EG, Richtlijn 2003/38/EG, Richtlijn 2003/51/EG, Richtlijn 2006/43/EG en Richtlijn 2006/46/EG

(20)  Fast track: om met regelgeving zo snel mogelijk resultaten te boeken, doet de Commissie soms zgn. fast track-voorstellen. Tot nu toe gebeurde dat drie keer. Het eerste fast track-voorstel is door de Raad en het Europees Parlement in november 2007 goedgekeurd (Richtlijn 2007/63/EG) en behelsde de gelijktrekking van bepaalde regels inzake de opstelling van verslagen door onafhankelijke deskundigen bij nationale fusies of splitsingen met de regels uit de Richtlijn grensoverschrijdende fusies (2005/56/EG). In april 2008 deed de Commissie nog twee fast track-voorstellen om de eerste en elfde richtlijn vennootschapsrecht en de richtlijnen financiële verslaglegging te wijzigen.

(21)  Zie PB C 101 van 12 april 1999, blz. 30, rapporteur Giron

(22)  Zie PB C 255 van 14 oktober 2005, blz. 61

(23)  Zie Publicatieblad C 182 van 4 augustus, blz. 30, aanbeveling nr. 1, rapporteur Malosse, corapporteur Cappellini, met name par. 3.2: „Het Comité bevestigt zijn eerder geformuleerde standpunt (PB C 27 van 3 februari 2009, blz. 27) ten aanzien van het principe „Denk eerst klein”, dat bindende werking moet krijgen en in een nader te bepalen vorm moet worden gegoten (gedragscode, interinstitutioneel akkoord, besluit van de Raad) waarbij het Europees Parlement, de Commissie en de Raad worden betrokken. Een interinstitutioneel akkoord dat op dezelfde rechtsgrondslagen is gebaseerd als het akkoord over „Beter wetgeven” uit 2003…”


BIJLAGE

bij het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Onderstaande paragraaf (die deel uitmaakte van het ontwerpadvies) is gewijzigd n.a.v. de goedkeuring door de voltallige vergadering van een wijzigingsvoorstel dienaangaande, maar vóór het behoud van de oorspronkelijke formulering stemde meer dan een kwart van de aanwezige leden:

„2.6.

Volgens de Commissie zouden naar schatting zo'n 5,4 miljoen micro-entiteiten kunnen profiteren van de voorgestelde vrijstelling en zouden de totale lasten van de naleving van de in de richtlijn genoemde administratief-boekhoudkundige verplichtingen circa 6,3 miljard euro per jaar bedragen.”

Stemuitslag: Vóór: 89 Tegen: 40 Onthoudingen: 30


Top