EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008PC0057

Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit nr. 1855/2006/EG tot vaststelling van het programma Cultuur (2007-2013)

/* COM/2008/0057 def. - COD 2008/0024 */

52008PC0057

Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit nr. 1855/2006/EG tot vaststelling van het programma Cultuur (2007-2013) /* COM/2008/0057 def. - COD 2008/0024 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 07.2.2008

COM(2008) 57 definitief

2008/0024 (COD)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Besluit nr. 1855/2006/EG tot vaststelling van het programma Cultuur (2007-2013)

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. Op 12 december 2006 hebben het Europees Parlement en de Raad Besluit nr. 1855/2006/EG tot vaststelling van het programma Cultuur voor de periode 2007-2013 goedgekeurd. Dit programma is erop gericht de transnationale mobiliteit van de culturele actoren te bevorderen, het transnationaal verkeer van artistieke en culturele werken aan te moedigen en de interculturele dialoog te stimuleren.

2. Om deze doelstellingen te bereiken, worden in het programma drie acties voorgesteld om specifieke activiteiten te ondersteunen. Initiatiefnemers van projecten die voor een subsidie in aanmerking willen komen, moeten reageren op een oproep tot het indienen van voorstellen, aan de hand waarvan de Commissie zal besluiten welke voorstellen zij voor subsidie selecteert; als uitvoeringsmaatregelen van het programma moeten deze subsidies volgens een speciale procedure op interinstitutioneel niveau worden verleend.

3. Overeenkomstig artikel 202 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap verleent de Raad, in de besluiten die hij neemt, de Commissie de bevoegdheden ter uitvoering van de regels die hij stelt en kan hij de uitoefening van deze bevoegdheden aan bepaalde voorwaarden onderwerpen.

4. Deze voorwaarden staan bekend als "comitologie". Het gaat erom dat er verplicht een comité wordt geraadpleegd over de uitvoeringsmaatregelen die in het basisbesluit worden vastgelegd, en wel voordat deze door de Commissie worden goedgekeurd. Dit comité bestaat uitsluitend uit vertegenwoordigers van de lidstaten. Het wordt voorgezeten door de Commissie.

5. Er zijn verschillende procedures voor comitéraadpleging. Deze zijn vastgelegd in Besluit nr. 1999/468/EG van de Raad tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden, zoals gewijzigd bij Besluit nr. 2006/512/EG van de Raad. Het basisbesluit waarin de uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie zijn vastgelegd, kan voorzien in toepassing van deze verschillende procedures bij de vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen.

6. Het comitologiebesluit garandeert het Europees Parlement tevens een "recht van controle" op de toepassing van de wetgeving die volgens de medebeslissingsprocedure tot stand is gekomen. Dit recht van controle biedt het Europees Parlement de mogelijkheid bezwaar te maken tegen door de Commissie beoogde maatregelen als het van mening is dat deze verder reiken dan het toepassingsgebied van het basisbesluit en dat dit de medebeslissingsbevoegdheden van het Parlement in het gedrang zou kunnen brengen.

7. Het Europees Parlement krijgt één maand de tijd om een ontwerpmaatregel te bestuderen voordat de Commissie formeel een besluit erover neemt. Deze termijn gaat in op de dag waarop de definitieve ontwerpuitvoeringsmaatregel aan het Europees Parlement wordt toegezonden, nadat het comité een officieel advies erover heeft uitgebracht.

8. Besluit nr. 1855/2006/EG tot vaststelling van het programma Cultuur bepaalt dat de Commissie de voor de uitvoering van het programma vereiste maatregelen vaststelt volgens de door het comitologiebesluit voorgeschreven procedures.

9. Bij de onderhandelingen over het programma had de wetgever duidelijk afgebakend welke selectiebesluiten aan het comité moeten worden voorgelegd. De in de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG bedoelde beheersprocedure moest betrekking hebben op meerjarige samenwerkingsprojecten. Voor de overige selectiebesluiten hoefde de comitologieprocedure niet te worden toegepast. De Commissie had toegezegd in dat geval het programmacomité en het Europees Parlement onmiddellijk te informeren over alle selectiebesluiten die niet onder de beheersprocedure zouden vallen. Deze afspraak is vastgelegd in een verklaring van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement.

10. De afspraak was gebaseerd op de aard van de acties van het programma, die een relatief groot aantal deelnemers betreffen die voor hun activiteiten grotendeels afhankelijk zijn van EU-steun. De subsidies worden voornamelijk toegekend aan projecten met een beperkte duur en een looptijd die niet samengaat met lange besluitvormingsprocedures, die bovendien kleine bedragen betreffen en bestemd zijn voor culturele organisaties voor hun exploitatiekosten. In dit geval heeft comitologie slechts een beperkte meerwaarde en brengt zij bovendien een onevenredige belasting voor het beheer van het programma met zich mee. Derhalve berustte de afspraak op een interinstitutionele consensus dat de procedures moesten worden vereenvoudigd, zodat er sneller besluiten konden worden genomen ten gunste van potentiële deelnemers.

11. In de formulering van Besluit nr. 1855/2006/EG komt weliswaar de wens van de wetgever met betrekking tot de selectiebesluiten die aan het comité van beheer moeten worden voorgelegd duidelijk naar voren, maar zijn de bedoelingen van de wetgever niet goed weergegeven: alle overige maatregelen, waaronder selectiebesluiten, zijn namelijk onderworpen aan de raadplegingsprocedure van de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG en niet aan de onmiddellijke inkennisstelling van het programmacomité en het Europees Parlement door de Commissie.

12. Derhalve geldt voor de raadpleging van het programmacomité de beheersprocedure voor de selectiebesluiten die uitdrukkelijk worden genoemd in artikel 8, lid 2, van Besluit nr. 1855/2006/EG, dat wil zeggen meerjarige samenwerkingsprojecten. Daarentegen bepaalt artikel 8, lid 3, van hetzelfde besluit dat bij alle overige selectiebesluiten de raadplegingsprocedure wordt gevolgd.

13. Deze formulering van Besluit nr. 1855/2006/EG brengt ernstige problemen voor de uitvoering van de acties en maatregelen van het programma met zich mee.

14. Het feit dat selectiebesluiten aan de raadplegingsprocedure worden onderworpen, betekent namelijk dat de goedkeuring daarvan twee tot drie maanden langer duurt. De kandidaten moeten dus langer op een besluit over hun voorstel wachten. De betrokken projecten moeten meestal op korte termijn van start gaan. Langere termijnen kunnen dus tot vertraging in de toekenning van subsidie leiden, waardoor veel projecten niet meer uitvoerbaar zijn. Bovendien zijn deze langere termijnen in strijd met het beginsel van eenvoud en nabijheid in de uitvoering van het programma en hebben deze daarom een directe impact op de doeltreffendheid ervan.

15. Er zijn tijdelijke oplossingen bedacht om de termijnen die het gevolg zijn van stelselmatige raadpleging van het programmacomité en het daaruit voortvloeiende recht van controle, te verkorten. Het programmacomité heeft ermee ingestemd zijn reglement van orde te wijzigen zodat de raadplegingstermijnen voor selectiebesluiten die onder de raadplegingsprocedure vallen, korter worden. Het comité volgt voortaan de schriftelijke procedure en heeft vijf dagen om een oordeel te geven over de selectiebesluiten die hem worden voorgelegd. Parallel hieraan heeft het Europees Parlement ingestemd met een tijdelijke regeling voor de dossiers waarvoor al een afspraak tussen de Commissie en het Parlement was gemaakt, die de termijnen voor het recht van controle tijdens de vorige zomerperiode heeft teruggebracht van één maand tot vijf dagen.

16. Hoewel deze ad-hocregelingen en tijdelijke oplossingen de meest dringende problemen hebben opgelost, blijkt uit ervaring dat het belangrijk is een permanente oplossing te vinden om programmadeelnemers duidelijkheid te geven over de termijn waarbinnen de subsidie wordt verleend.

17. Om het probleem dat de selectiebesluiten aan de raadplegingsprocedure moeten worden onderworpen definitief op te lossen, is een technische wijziging van Besluit nr. 1855/2006/EG vereist. De huidige raadplegingsprocedure zal worden geschrapt en op basis van een verklaring van de Commissie worden vervangen door de onmiddellijke inkennisstelling van het programmacomité en het Europees Parlement door de Commissie van de selectiebesluiten die zij goedkeurt.

18. Dit voorstel tot wijziging van Besluit nr. 1855/2006/EG is geïnspireerd op de primaire bedoeling van de wetgever bij de onderhandelingen over dit besluit.

19. Het voorstel tot wijziging van Besluit nr. 1855/2006/EG zal het dus mogelijk maken de termijnen voor subsidieverlening met twee tot drie maanden te verkorten, hetgeen betekent dat de activiteiten en maatregelen van het programma doeltreffend kunnen worden uitgevoerd. Het programmacomité en het Europees Parlement zullen onmiddellijk van de selectiebesluiten op de hoogte worden gesteld. Tot slot zal deze wijziging bijdragen tot de vereenvoudiging en de evenredigheid van de procedures, doordat deze sneller en doeltreffender worden in het belang van de ontvangers van de subsidies.

20. Drie andere besluiten van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van programma's op het gebied van onderwijs, jeugd en burgerschap bevatten vergelijkbare bepalingen betreffende de opsplitsing van de selectieprocedures in een beheersprocedure en een raadplegingsprocedure en kennen dezelfde problemen bij de uitvoering van de selectiebesluiten. Parallel aan dit wijzigingsvoorstel wordt een vergelijkbare herziening van deze basisbesluiten voorzien.

2008/0024 (COD)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Besluit nr. 1855/2006/EG tot vaststelling van het programma Cultuur (2007-2013)

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 151, lid 5, eerste streepje,

Gezien het voorstel van de Commissie[1],

Gelet op het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[2],

Gezien het advies van het Comité van de Regio's[3],

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag[4],

Overwegende hetgeen volgt:

21. Bij Besluit nr. 1855/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad[5] is het programma Cultuur voor de periode 2007-2013 vastgesteld.

22. In artikel 8, lid 3, van Besluit nr. 1855/2006/EG wordt bepaald dat andere voor de uitvoering van het programma noodzakelijke maatregelen dan die bedoeld in lid 2, worden vastgesteld volgens de in artikel 9, lid 3, van dat besluit bedoelde procedure, met andere woorden volgens de raadplegingsprocedure die is vastgesteld bij Besluit 1999/468/EG van de Raad tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden[6].

23. Deze formulering van Besluit nr. 1855/2006/EG brengt onder andere met zich mee dat selectiebesluiten die niet worden genoemd in artikel 8, lid 2, onderworpen zijn aan de raadplegingsprocedure en het recht van controle van het Europees Parlement.

24. Deze selectiebesluiten hebben hoofdzakelijk betrekking op projecten met een beperkte duur en een looptijd die niet samengaat met lange besluitvormingsprocedures en waarmee geen politiek gevoelige beslissingen gemoeid zijn.

25. Door deze procedure duurt het twee tot drie maanden langer voordat subsidies aan de kandidaten kunnen worden verleend. Dit leidt tot grote vertraging voor de ontvangers van de subsidies, brengt een onevenredige belasting voor het beheer van het programma met zich mee en biedt geen meerwaarde gezien de aard van de subsidies.

26. Besluit nr. 1855/2006/EG moet derhalve worden gewijzigd, zodat de selectiebesluiten sneller en doeltreffender kunnen worden uitgevoerd.

BESLUITEN:

Artikel 1

In artikel 8 van Besluit nr. 1855/2006/EG wordt het volgende lid 2 bis ingevoegd:

"2 bis. Als de Commissie uit hoofde van dit besluit andere besluiten tot toekenning van subsidie goedkeurt dan die bedoeld in lid 2, stelt zij deze besluiten zonder bijstand van een comité vast."

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De voorzitter De voorzitter

[1] PB C [...] van [...], blz. [...].

[2] PB C [...] van [...], blz. [...].

[3] PB C [...] van [...], blz. [...].

[4] PB C [...] van [...], blz. [...].

[5] PB L 378 van 27.12.2006, blz. 22.

[6] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. Besluit gewijzigd bij Besluit nr. 2006/512/EG (PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11).

Top