This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52006XC0314(01)
Communication from the Commission pursuant to Article 4 of Directive 2000/84/EC of the European Parliament and of the Council of 19 January 2001 on summer-time arrangements
Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2000/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 januari 2001 betreffende de zomertijd
Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2000/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 januari 2001 betreffende de zomertijd
PB C 61 van 14.3.2006, p. 2–2
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
14.3.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 61/2 |
Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2000/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 januari 2001 betreffende de zomertijd
(2006/C 61/02)
Overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2000/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 januari 2001 betreffende de zomertijd (1) is de Commissie verplicht iedere vijf jaar een mededeling bekend te maken met de kalender met de begin- en einddata van de zomertijd. Ten tijde van de bekendmaking van de richtlijn is er een eerste mededeling gedaan voor de jaren 2002 tot en met 2006 (2).
Voor de jaren 2007 tot en met 2011 zijn het begin en het einde van de zomertijd vastgesteld op respectievelijk de volgende data om 1 uur 's morgens wereldtijd:
— |
in 2007: zondag 25 maart en 28 oktober |
— |
in 2008: zondag 30 maart en 26 oktober |
— |
in 2009: zondag 29 maart en 25 oktober |
— |
in 2010: zondag 28 maart en 31 oktober |
— |
in 2011: zondag 27 maart en 30 oktober. |
(1) PB L 31 van 2.2.2001, blz. 21.
(2) PB C 35 van 2.2.2001, blz. 7.