EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52005DC0432

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering en evaluatie van de communautaire activiteiten ten behoeve van de consument in de periode 2002-2003 uit hoofde van het bij Besluit nr. 283/1999/EG vastgestelde algemene kader

/* COM/2005/0432 def. */

52005DC0432

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering en evaluatie van de communautaire activiteiten ten behoeve van de consument in de periode 2002-2003 uit hoofde van het bij Besluit nr. 283/1999/EG vastgestelde algemene kader /* COM/2005/0432 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 16.9.2005

COM(2005)432 definitief

.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de uitvoering en evaluatie van de communautaire activiteiten ten behoeve van de consument in de periode 2002-2003 uit hoofde van het bij Besluit nr. 283/1999/EG vastgestelde algemene kader

INHOUDSOPGAVE

1. Inleiding 3

2. Bescherming van de gezondheid en veiligheid van de consument 3

3. Bescherming van de economische belangen van de consument 6

4. Voorlichting en opvoeding van de consument 8

5. Europese consumentenorganisaties 9

6. Specifieke projecten 10

7. Conclusie 10

BIJLAGE 11

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de uitvoering en evaluatie van de communautaire activiteiten ten behoeve van de consument in de periode 2002-2003 uit hoofde van het bij Besluit nr. 283/1999/EG vastgestelde algemene kader (Voor de EER relevante tekst)

INLEIDING

Bij Besluit 283/1999/EG van 25 januari 1999 wordt een “algemeen kader voor activiteiten om de belangen van de consumenten te bevorderen en hen te voorzien van een hoog beschermingsniveau in de periode 1999-2003” vastgesteld[1]. Dit verslag geeft een overzicht van de uitvoering van het algemene kader in 2002/2003, aangezien om redenen van administratieve doelmatigheid aan de verslagleggingsverplichtingen van dit besluit tweejaarlijks wordt voldaan. Dit verslag omvat de resultaten van de in 2004 verrichte evaluaties van een aantal acties om beter inzicht te krijgen in de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de uitgevoerde acties[2]. De totale vastleggingskredieten (inclusief de EVA-bijdrage) voor 2002 bedroegen ongeveer 22,5 miljoen euro en 23 miljoen euro voor 2003. In 2002 werd meer dan 95 % van de kredieten gebruikt[3], in 2003 meer dan 99 % (zie bijlage).

Bescherming van de gezondheid en veiligheid van de consument

De uitgaven op het gebied van wetenschappelijk advies betreffen de vergoedingen voor de wetenschappelijke comités[4] en de voorbereidende wetenschappelijke studies. In 2002/2003 vonden in totaal 540 vergaderingen (werkgroepen en plenaire vergaderingen) plaats, waarbij 381 verslagen en wetenschappelijke adviezen werden goedgekeurd[5]. De kosten daarvan bedroegen ongeveer 1,7 miljoen euro.

Het Voedsel- en Veterinair Bureau (VVB) voert controles ter plekke uit van de nationale controlesystemen in de voedsel-, veterinaire en fytosanitaire sectoren van de lidstaten en derde landen die naar de EU uitvoeren. De uitgaven voor de deelname van nationale deskundigen aan de inspecties van het VVB bedroegen in totaal 475.000 euro. De ontwikkeling en het onderhoud van een computersysteem voor de programmering, de planning, het beheer en de follow-up van de VVB-inspecties kostten 112.880 euro[6].

Gegevens over de blootstelling aan chemische stoffen via consumentenproducten zijn noodzakelijk om de potentiële risico’s van consumentenproducten te beoordelen. Het ‘Europees informatiesysteem over de risico’s van chemische stoffen die vrijkomen uit consumentenproducten/-artikelen’ en de ‘CHEMTest’-projecten ontwikkelen methoden en instrumenten voor dergelijke beoordelingen, rekening houdend met het type product, het bijzonder gebruik, de consumentensubgroep, de duur van het gebruik, het type contact, enz.[7]. De uitgaven hiervoor bedragen ongeveer 3 miljoen euro, inclusief onderzoek naar de percepties van de consument van de risico’s in verband met chemische stoffen.

Een bedrag van 200.000 euro werd gereserveerd voor de technische ondersteuning bij de evaluatie van risico’s ingevolge kennisgevingen van gevaarlijke producten via het RAPEX-systeem. Dit werd gebruikt voor de beoordeling van de blootstelling van de consumenten aan organische tinverbindingen, voor een analyse van de veiligheidsnormen voor ladders en voor de technische evaluatie van een balpen die blijkbaar betrokken was bij een dodelijk ongeval.

Het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) van de Gemeenschap evalueerde en valideerde testmethoden voor de detectie van BSE/TSE (400.0000 euro). De uitgaven voor de monitoring van in de handel gebrachte, genetisch gemodificeerde levensmiddelen of diervoeders, voor de ontwikkeling van detectie- en bemonsteringsmethoden, voor de verlening van wetenschappelijke steun voor internationale onderhandelingen en voor de organisatie van een conferentie over GGO’s en risicoperceptie door het GCO bedroegen in totaal ongeveer 1 miljoen euro. De ontwikkeling van methoden voor de detectie van semicarbazide in levensmiddelen en van passende indicatoren voor het illegaal gebruik van nitrofurazon in dierlijke producten kostte 774.225 euro. Er werden een ringonderzoek en een validatie van methoden ter bepaling van de aanwezigheid van mycotoxinen in levensmiddelen en diervoeders uitgevoerd om ervoor te zorgen dat toekomstige wettelijke grenswaarden naar behoren kunnen worden gecontroleerd (450.000 euro).

416.000 euro werd uitgetrokken voor de voorbereidende werkzaamheden voor een communautair referentielaboratorium inzake analysemethoden voor de toelating van toevoegingsmiddelen[8]. Een evaluatie van de geschiktheid van de EU-laboratoria voor de classificatie en de detectie van diervoedermonsters die verwerkte dierlijke eiwitten bevatten, kostte 53.000 euro. De resultaten[9] werden gebruikt voor de opstelling van Richtlijn 2003/126/EG van de Commissie. Het GCO begon een onderzoek naar een mogelijk verband tussen het gebruik van haarkleurmiddelen en blaaskanker (920.000 euro).

Het systeem voor snelle uitwisseling van informatie (RAPEX) zorgt voor de snelle overdracht van gegevens tussen de nationale autoriteiten over producten die een onmiddellijk risico voor de gezondheid van de consumenten kunnen vormen. In 2002 en 2003 werden de werkzaamheden voor een nieuw uitwisselingssysteem voor voedingsproducten en niet-voedingsproducten voltooid[10]. De kosten voor het bestaande en het nieuwe systeem bedroegen in totaal ongeveer 700.000 euro, inclusief opleidingscursussen voor ambtenaren van de lidstaten.

Om producenten en distributeurs te helpen bij de kennisgeving van gevaarlijke producten in het kader van de richtlijn inzake algemene productveiligheid werden richtsnoeren in verband met de kennisgevingscriteria, een standaardformulier en een standaardprocedure ontwikkeld. Er werd een proef uitgevoerd om voor het coherent gebruik daarvan in de gehele EU te zorgen (60.000 euro). Er werden omvangrijke consumentenonderzoeken uitgevoerd (1,5 miljoen euro) met betrekking tot het gebruik en het begrip van door de producenten verstrekte veiligheidsinformatie, instructies en waarschuwingssymbolen voor producten die het vaakst bij consumentenongevallen betrokken zijn. Dit moet bijdragen tot de vaststelling van prioriteiten voor de verbetering van de eisen inzake veiligheidsetikettering.

Er werd een studie (194.060 euro) uitgevoerd met het oog op de vaststelling van de meest kosteneffectieve aanpak voor een EU-wijd systeem voor de verzameling van gegevens over dienstengerelateerde ongevallen en risico’s. Er werd een evaluatie verricht van de doeltreffendheid van maatregelen ter voorkoming van ongevallen op kermissen en in pretparken (96.500 euro). Er werd ook een beroep op technische expertise gedaan om gegevens te verzamelen over de risico’s van potentieel gevaarlijke sporten en vrijetijdsactiviteiten. Het resultaat (44.460 euro) bevestigde het gebrek aan kennis over dienstengerelateerde letsels en de noodzaak van communautaire actie[11]. Een evaluatie van de technische richtsnoeren van Aanbeveling 86/666/EEG betreffende brandbeveiliging in hotels leidde tot voorstellen voor herziene richtsnoeren. Er was technische bijstand nodig voor de bijwerking van de inventaris van de nationale voorschriften voor de brandbeveiliging in hotels[12]. De totale kosten bedroegen 120.000 euro.

Richtlijn 96/23/EG[13] inzake residuen in levende dieren en dierlijke producten schrijft de opstelling van een jaarlijks controleverslag voor. Er werd een gegevensbank voor de presentatie van de nationale gegevens over de bemonstering en het testen van residuen ontwikkeld (99.884 euro) om de input voor dit verslag te verbeteren. Een verslag voor de herziening van Verordening 258/97/EG betreffende nieuwe voedingsmiddelen[14] kostte 10.000 euro. Er werd een gegevensbank inzake levensmiddelenadditieven ontwikkeld, die 39.730 euro kostte[15].

Bescherming van de economische belangen van de consument

Om de rechtspraak inzake consumentenrechten[16] makkelijker toegankelijk te maken werd een gegevensbank met oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten[17] opgezet. De kosten voor de gegevensverzameling, analyse en IT-ondersteuning daarvoor bedroegen 902.689 euro. Er werd een evaluatie (kosten: 150.000 euro) van de toepassing van Richtlijn 98/6/EG inzake prijsaanduidingen in de lidstaten uitgevoerd voor een verslag voor de Raad en het Europees Parlement[18]. De uitgaven voor een elektronisch instrument voor de snelle uitwisseling van informatie over misleidende marketingpraktijken in het kader van het International Consumer Protection Enforcement Network bedroegen in totaal 79.515 euro.

Uit een onderzoek naar de kosten en provisies voor grensoverschrijdende betalingen in de retail banking-sector in de gehele EU, dat werd uitgevoerd om na te gaan of aan Richtlijn 97/5[19] werd voldaan, bleek dat de kosten en provisies voor grensoverschrijdende overmakingen afnamen, maar dat veel banken niet voldeden aan de verplichtingen inzake de voorlichting van de consument (550.000 euro). Uit een onderzoek bij verstrekkers van hypotheekleningen naar de kennis en de doeltreffendheid van de vrijwillige gedragscode betreffende voorlichting in de precontractuele fase voor woningkredieten bleek dat slechts in geringe mate aan de code werd voldaan[20] (370.172 euro).

In 2003 werd een enquête gehouden naar de attitudes van de consument ten aanzien van de verhaalsmogelijkheden (441.772 euro). Uit de resultaten blijkt dat de meeste consumenten nooit een probleem hebben met de producten en diensten die zij kopen. De bekendheid met de mogelijkheid tot buitengerechtelijke beslechting van geschillen verschilt zeer sterk van land tot land[21]. Tijdens een workshop werd gesproken over de kennisgevingscriteria en de toepassing van de Aanbevelingen 98/275/EG en 2001/310/EG van de Commissie inzake alternatieve geschillenbeslechting (25.950 euro).

Het Europees Buitengerechtelijk Netwerk (EBG-netwerk) vergemakkelijkt de grensoverschrijdende toegang tot de organen voor alternatieve geschillenbeslechting. Er werden nationale infobalies opgericht in 15 lidstaten, Noorwegen en IJsland; de kosten daarvan bedroegen bijna 2 miljoen euro. Een evaluatie van het netwerk (159.500 euro) leidde tot de conclusie dat er sterke redenen zijn voor een voortgezette financiële ondersteuning, maar dat de doelstellingen duidelijker moeten worden omschreven. In juni 2003 werd overeenstemming bereikt over een fusie van het EBG-netwerk met het netwerk van Europese bureaus voor consumentenvoorlichting. Een evaluatie van de begrotingsgevolgen van een fusie kwam tot de conclusie dat een ‘één loket’-netwerk de consumenten ten goede zal komen en schaalvoordelen mogelijk zal maken, en dat de toekenning van de middelen op de behoeften en de activiteiten moet zijn gebaseerd. In december 2003 startten de werkzaamheden voor een gemeenschappelijk, op het web gebaseerd dossierbehandelingssysteem voor de netwerken (€103.000).

De uitgaven voor onderzoeken naar de attitudes van de consumenten ten aanzien van financiële diensten bedroegen in totaal 1.168.068 euro. Uit de resultaten[22] blijkt dat de consumenten zich vrij machteloos voelen en bezorgd zijn over de eerbiediging van hun rechten. Kwalitatief onderzoek bevestigde dat de grensoverschrijdende vraag naar en het grensoverschrijdende aanbod van financiële diensten zeer zeldzaam blijven. Een enquête naar de euro (500.000) bevestigde dat de consumenten geen problemen hebben met het gebruik daarvan, maar dat de perceptie van een door de euro teweeggebrachte inflatie algemeen is[23]. Een inventaris/analyse van vereenvoudigde of gestandaardiseerde financiële diensten kostte 418.920 euro[24]. Een inventaris (150.000 euro) van nationale maatregelen om excessieve schuldproblemen van consumenten aan te pakken toonde aan dat de reikwijdte voor een EU-actie beperkt is en dat grensoverschrijdende gevallen van overmatige schuldenlast zeldzaam zijn.

Ongeveer 1 miljoen euro werd besteed voor de voorbereiding van wetsvoorstellen betreffende oneerlijke handelspraktijken en administratieve en justitiële samenwerking op het gebied van consumentenbescherming. De desbetreffende werkzaamheden omvatten een vergelijkende analyse van nationale wetgeving over eerlijke handelspraktijken, een voorafgaande effectbeoordeling van opties voor de harmonisatie daarvan en onderzoeken naar de attitudes van consumenten en bedrijven ten aanzien van grensoverschrijdend winkelen. Nationale deskundigen en belanghebbenden kwamen bijeen om de belangrijkste aspecten van de voorstellen te bespreken[25]. Er werd steun verleend aan door het Griekse voorzitterschap georganiseerde evenementen in verband met nationale ervaringen op het gebied van de grensoverschrijdende handhaving van de voorschriften inzake consumentenbescherming. Een opiniepeiling (464.482 euro) onderzocht het vertrouwen van de consumenten in grensoverschrijdend winkelen[26]. 379.400 euro werd besteed voor de ontwikkeling van indexen voor consumententevredenheid om de besluitvorming van de EU op het gebied van de consumentenbescherming te ondersteunen en om zinvolle vergelijkingen van de tevredenheid van de consumenten met producten en diensten tussen sectoren, lidstaten en in de tijd te kunnen maken. Er werd een financiële bijdrage van 173.835 euro geleverd voor een studie naar de prijzen van consumentengoederen op de interne markt[27]. Een effectbeoordeling van het actieplan voor het consumentenbeleid 1999-2001 (115.000 euro) diende als input voor de beleidsontwikkeling.

In 2003 werd een enquête gehouden naar het vertrouwen van de consument in elektronische handel en trustmarks bij e-winkelen (381.416 euro)[28]. Een bedrag van 145.400 euro werd gebruikt voor de analyse van het gebruik van trustmarks in e-handel en de succescriteria daarvan. Er werd een bijdrage geleverd aan een conferentie van het Ierse voorzitterschap over het vertrouwen van de consument in on-line-transacties en aan een conferentie van het Italiaanse voorzitterschap over de perspectieven voor een consumentenbeleid.

Opiniepeilingen over diensten van algemeen belang in 2002/2003 toonden aan dat de consumenten tevreden zijn met toegang, prijs, kwaliteit, informatie, contractuele voorwaarden, klantendienst en klachtenbehandeling voor een aantal diensten, waaronder mobiele en vaste telefonie, elektriciteit, gas- en watervoorziening, postdiensten, stadsvervoer en spoordiensten. De totale kosten bedroegen 444.084 euro. In 2003 verstrekte een kwalitatieve studie (kosten: 690.567 euro) nadere informatie[29].

De uitgaven voor de ondersteuning van activiteiten in verband met het verbintenissenrecht (studies, workshops) bedroegen in totaal 266.000 euro[30].

Er werd opdracht gegeven voor de opstelling van verslagen over de inachtneming van de consumentenbelangen bij de herziening van de verordening inzake concentratiecontrole en de richtsnoeren betreffende horizontale concentraties, en over de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de consumentenbelangen[31].

Voorlichting en opvoeding van de consument

De website over het gezondheids- en consumentenbeleid[32] werd in 2002/2003 herzien. Het aantal bezoeken bereikte in oktober 2003 een piek met 2.774.321 hits. Uit een onderzoek bleek dat de bezoekers in hoge mate tevreden zijn met de site. Het aantal abonnees op de dagelijkse ‘What’s New’-e-mailservice nam over een periode van twee jaar met 50% toe. De ‘Consumer Voice Newsletter’[33] werd regelmatig naar meer dan 10.000 abonnees gestuurd. De totale uitgaven voor de technische ondersteuning van de website, de e-maildienst en de nieuwsbrief bedroegen ongeveer 1 miljoen euro. Een bedrag van 72.500 euro werd uitgegeven voor gedrukte publicaties.

De nationale opvoedingscampagnes op het gebied van voedselveiligheid werden eind 2002 afgesloten. Uit een evaluatie (200.000 euro) bleek dat de meeste campagnes relevant waren voor de nationale behoeften en effectief in termen van output. Zij bleken echter niet effectief te zijn voor de versterking van het bewustzijn van het belang van voedselveiligheid en de stimulering van een publiek debat. Dit was hoofdzakelijk te wijten aan de lage budgetten en het ontbreken van gekwantificeerde doelstellingen. Het leermateriaal ‘Euro: spelend leren’ voor kwetsbare consumenten werd positief geëvalueerd in termen van strategie, ontwerp en distributie[34].

Er werd een evaluatie van de EU-wetgeving inzake de etikettering van levensmiddelen en van de behoeften en eisen van de consumenten in verband met de etikettering van en de informatie over voedingsproducten uitgevoerd om te bekijken of wetgevende of andere aanpassingen nodig zijn (140.000 euro)[35].

In plaats van de organisatie van de Europese wedstrijd voor de jonge consument in 2002 (574.500 euro) werden in 2003 560.000 exemplaren van een Europese consumentenagenda, een schoolagenda met informatie over consumentenrechten, vervaardigd en in middelbare scholen verspreid. De kosten bedroegen ongeveer 1.250.000 euro. De ontwikkeling van interactieve leermiddelen op internet (825.000 euro) is bedoeld om leermateriaal over consumentenrechten voor volwassenenonderwijs te verstrekken.

Het netwerk van Europese bureaus voor consumentenvoorlichting bestaat uit 15 bureaus in 13 lidstaten[36]. Zij informeren en ondersteunen de consumenten bij de indiening van grensoverschrijdende klachten. De EU-bijdrage voor het netwerk bedroeg in totaal bijna 5 miljoen euro in 2002/2003. Uit een evaluatie van het netwerk in 2003 (184.405 euro) bleek dat minder dan de helft van de klachten een echt grensoverschrijdend karakter heeft. Er wordt aanbevolen dat duidelijkere doelstellingen worden vastgesteld en dat exclusief aandacht wordt besteed aan grensoverschrijdende kwesties met een duidelijke EU-dimensie. De financiering moet meer prestatie- en vraaggericht zijn. Een fusie met het EBG-netwerk zal tot een doeltreffendere dienstverlening leiden en zal kosteneffectiever zijn.

Workshops met deskundigen van consumentenverenigingen over de consumentenbeschermingsaspecten van de EU-wetgeving over chemische stoffen[37] kostten 85.915 euro. Ter verbetering van het organisatievermogen werd het personeel van consumentenverenigingen opgeleid in management, public relations/lobbying en EU-consumentenwetgeving (280.223 euro). Een bedrag van ongeveer 160.000 euro werd besteed voor de oprichting van een gegevensbank om de communicatie met en tussen consumentenorganisaties te vergemakkelijken, en als bijdrage aan door het Spaanse voorzitterschap georganiseerde seminars over kwesties in verband met de consumentenvertegenwoordiging.

EUROPESE CONSUMENTENORGANISATIES

In 2003 en 2004[38] werden subsidies voor exploitatiekosten toegekend aan de Europese vereniging voor de coördinatie van consumentenvertegenwoordiging in normalisatie (ANEC) en het Europees Bureau van consumentenverenigingen (BEUC). De Europese Consumentenassociatie (AEC) ontving steun in 2002, maar slaagde er niet in een levensvatbare vertegenwoordiger van de consumentenbelangen op Europees niveau te worden.

Specifieke projecten

In 2002 en 2003 werden in totaal 44 specifieke projecten medegefinancierd[39]. De voornaamste begunstigden waren nationale consumentenorganisaties en andere ngo’s. Het aantal aanvragen, het aantal goedgekeurde projecten en het totale toegekende bedrag hebben zich gestabiliseerd. De gemiddelde omvang van de projecten nam af en de administratieve kosten namen toe (inclusief ongeveer 50.000 euro voor externe deskundigen). Uit een evaluatie van 97 in 1999-2001 gefinancierde specifieke projecten blijkt dat de projecten weliswaar een groot aantal doelen en multiplicatoren hebben bereikt, maar toch vooral hebben bijgedragen tot een grotere knowhow van de projectorganisatoren, tot een bredere publieke erkenning en tot een betere netwerkcapaciteit. De potentiële effecten op de consumenten of het niveau van consumentenbescherming konden niet worden gemeten of waren schaars. Er wordt aanbevolen om de aandacht meer te richten op de beleidsdoelstellingen van de EU, de transparantie te vergroten en de projectresultaten beter te verspreiden.

Conclusie

De uitgaven waren in 2002 en 2003 meer beleidsgestuurd dan in 1999-2001. Dit was grotendeels te danken aan de duidelijke doelstellingen en de meer coherente aanpak van de strategie voor het consumentenbeleid 2002-2006. De acties voor de opbouw van een kennisbasis voor beleidsvorming namen in belang toe. De inspanningen om de doeltreffendheid van het netwerk van Europese bureaus voor consumentenvoorlichting en het Europees buitengerechtelijk netwerk te verbeteren leidden tot een besluit om beide netwerken tot een enkele structuur te fuseren en hun activiteiten meer te richten op grensoverschrijdende consumentenproblemen. Evaluaties en kritische beoordelingen leidden tot een wezenlijke heroriëntering van de voorlichtings- en opvoedingsacties. Zij zullen worden geëvalueerd om na te gaan of zij een beter effect sorteren. Specifieke projecten lijken doeltreffender te zijn als middel voor de ondersteuning van nationale consumentenorganisaties dan als beleidsinstrument. Er moet grotere prioriteit worden toegekend aan nieuwe instrumenten voor de ondersteuning van consumentenverenigingen zoals acties inzake capaciteitsopbouw.

BIJLAGE

Tabel 1: Totale bedragen van de vastleggingen in 2002/2003 krachtens Besluit 283/1999/EG in euro’s

2002 | 2003 |

Acties van de Commissie (art. 2a)* | 16.240.612 | 17.883.792 |

Europese organisaties (art. 2b) | 1.995.394 | 2.265.290 |

Specifieke projecten (art. 2c) | 2.748.841 | 2.794.705 |

TOTAAL vastleggingen | 20.984.847 | 22.943.787 |

(* inclusief subsidies voor evenementen van het voorzitterschap van de Raad en administratieve kredieten)

[1] Publicatieblad L34 van 9.2.1999, blz. 1.

[2] Zie ook COM(2003)42 over de uitvoering en de evaluatie van dergelijke activiteiten in de periode 1999-2001.

[3] Een bedrag van ongeveer 1.000.000 euro werd in november 2002 met goedkeuringvan de begrotingsautoriteit naar andere communautaire activiteiten overgeschreven(begrotingsonderdeel B5304)

[4] Bij Besluit 97/404/EG en Besluit 97/579/EG van de Commissie opgerichte wetenschappelijke comités. In mei 2003 werden de verantwoordelijkheden in verband met levensmiddelengerelateerde aangelegenheden overgedragen aan de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid.

[5] Zie http://europa.eu.int/comm/food/committees/scientific/index_en.htm

[6] Zie http://europa.eu.int/comm/food/fvo/index_en.htm

[7] Zie http://europa.eu.int/comm/consumers/cons_safe/prod_safe/chem_risks/index_en.htm

[8] Zoals voorgeschreven in Verordening (EG) nr. 1831/2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding, PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29-43.

[9] De resultaten zijn te vinden op

http://europa.eu.int/comm/food/food/biosafety/bse/bse50_en.pdf

[10] Zie wekelijkse overzichten van kennisgevingen op http://europa.eu.int/comm/food/food/rapidalert/index_en.htm en http://europa.eu.int/comm/consumers/cons_safe/prod_safe/gpsd/rapex_en.htm

[11] Zie http://europa.eu.int/comm/consumers/cons_safe/serv_safe/reports/index_en.htm

[12] Zie http://europa.eu.int/comm/consumers/cons_safe/serv_safe/fire_safe/index_en.htm

[13] Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan,PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10-32.

[14] PB L 43 van 14.2.1997, blz. 1-6.

[15] Te publiceren op http://europa.eu.int/comm/food/food/chemicalsafety/additives/index_en.htm

[16] Richtlijn 93/13/EEG, PB L 95 van 21.4.1993, blz. 29.

[17] Zie http://europa.eu.int/comm/consumers/cons_int/safe_shop/unf_cont_terms/index_en.htm

[18] Te publiceren op http://europa.eu.int/comm/consumers/cons_int/safe_shop/price_ind/index_en.htm

[19] PB L 43 van 14.2.1997, blz. 25.

[20] Zie http://europa.eu.int/comm/consumers/cons_int/fina_serv/loans/index_en.htm

[21] Resultaten op http://europe.eu.int:comm:consumers:redress:reports_studies:index_en.htm

[22] De resultaten zijn te vinden op:http://europa.eu.int/comm/consumers/cons_int/fina_serv/cons_experiences/index_en.htm

[23] De resultaten staan op http://europa.eu.int/comm/consumers/cons_int/fina_serv/euro/index_en.htm

[24] De resultaten worden in 2005 verwacht.

[25] De resultaten zijn te vinden op http://europa.eu.int/comm/consumers/cons_int/safe_shop/fair_bus/green_papcomm/studies/index_en.htm en http://europa.eu.int/comm/consumers/topics/facts_en.htm

[26] De resultaten zijn te vinden op http://europa.eu.int/comm/consumers/topics/facts_en.htm

[27] Zie http://europa.eu.int/comm/internal_market/score/docs/score13/score13-printed_en.pdf enhttp://europa.eu.int/comm/internal_market/score/docs/score13/prices-paper_en.pdf

[28] De resultaten zijn te vinden op http://europa.eu.int/comm/consumers/topics/facts_en.htm

[29] De resultaten zijn te vinden op http://europa.eu.int/comm/consumers/cons_int/serv_gen/cons_satisf/index_en.htm

[30] Zie http://europa.eu.int/comm/consumers/cons_int/safe_shop/fair_bus_pract/cont_law/index_en.htm

[31] Zie http://europa.eu.int/comm/consumers/reports/reports_en.htm

[32] Zie http://europa.eu.int/comm/dgs/health_consumer/index.htm

[33] Zie http://europa.eu.int/comm/dgs/health_consumer/library/pub/index_en.html

[34] Evaluatie van het voorlichtingsprogramma voor de Europese burger ‘De euro,één munt voor Europa’

[35] Zie http://europa.eu.int/comm/food/food/labellingnutrition/foodlabelling/comm_legisl_en.htm

[36] Zie http://europa.eu.int/comm/consumers/redress/compl/euroguichet/index_en.htm

[37] Zie http://europa.eu.int/comm/consumers/cons_safe/prod_safe/chem_risks/index_en.htm

[38] De in 2002-2003 toegekende exploitatiesubsidies omvatten 939.065 euro en 1.172.790 euro voor BEUC, 940.887 euro en 1.092.500 euro voor ANEC en 75.442 euro voor AEC.

[39] Van de 54 in 2002 ontvangen aanvragen werden 22 specifieke projecten goedgekeurd en 20 medegefinancierd voor een totaal bedrag van 2.748.841 euro; van de 65 in 2003 ontvangen aanvragen werden 22 medegefinancierd voor een totaal bedrag van 2.794.705 euro.

Top