This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 51999PC0496
Proposal for a Council Decision on the conclusion of an agreement between the European Community and the Kingdom of Norway on the participation of Norway in the work of the European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction
Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de deelneming van Noorwegen aan de werkzaamheden van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving
Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de deelneming van Noorwegen aan de werkzaamheden van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving
/* COM/99/0496 def. - CNS 99/0203 */
PB C 376E van 28.12.1999, p. 58–60
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de deelneming van Noorwegen aan de werkzaamheden van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving /* COM/99/0496 def. - CNS 99/0203 */
Publicatieblad Nr. C 376 E van 28/12/1999 blz. 0058 - 0060
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de deelneming van Noorwegen aan de werkzaamheden van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (door de Commissie ingediend) TOELICHTING 1. Artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 302/93 van de Raad tot oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voorziet in de openstelling van het Centrum voor deelneming door derde landen. Op 5 april 1995 heeft Noorwegen een verzoek tot deelneming gezonden aan de voorzitter van de raad van bestuur van het Centrum en de raad van bestuur heeft, na overweging, dat verzoek naar de Commissie doorgezonden met de zeer duidelijk gestelde aanbeveling het verzoek in te willigen. 2. In de aanbeveling van de raad van bestuur van het Centrum wordt benadrukt dat de deelneming van Noorwegen het werk van het Centrum ten goede zou komen en wordt ervoor gepleit aan dit land een status toe te kennen die in overeenstemming is met zijn institutionele participatie. 3. Op 18 juli 1997 heeft de Raad richtsnoeren goedgekeurd aan de hand waarvan de Commissie met Noorwegen moest onderhandelen over een overeenkomst. De richtsnoeren bevatten de volgende voorwaarden: "De overeenkomst dient bepalingen te bevatten betreffende de deelneming, inclusief de administratieve deelneming, van Noorwegen aan de werkzaamheden van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, met dien verstande dat het EU-besluitvormingsproces voldoende wordt gevrijwaard. Zij dient eveneens een billijke financiële regeling betreffende de bijdrage van Noorwegen in de financiering van het Centrum te bevatten evenals voorschriften inzake de deelneming van Noorwegen aan de werkzaamheden van Reitox, voorschriften inzake gegevensbeveiliging met betrekking tot Noorwegen, regels betreffende rechtspersoonlijkheid en inzake de voorrechten en immuniteiten van het Centrum in het kader van de betrekkingen met Noorwegen alsook inzake de rechtsbevoegdheid van het Hof van Justitie met betrekking tot Noorwegen." 4. De ontwerpovereenkomst werd ondertekend op 21 juli 1999. De Raad wordt nu verzocht het bijgevoegde voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de deelneming van dit land aan het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, goed te keuren. 5. De geraamde kosten van de bijkomende werkzaamheden in het Centrum worden gecompenseerd door de bijdrage van Noorwegen aan de begroting, waardoor er geen extra lasten voor de begroting van de Unie ontstaan. 99/0203 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de deelneming van Noorwegen aan de werkzaamheden van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 308, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, tweede zin, Gezien het voorstel van de Commissie [1], [1] PB C . Gezien het advies van het Europees Parlement [2], [2] PB C . Overwegende hetgeen volgt: (1) Artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 302/93 van de Raad van 8 februari 1993 tot oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving [3], gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3294/94 [4], bepaalt dat het Centrum open staat voor deelneming door derde landen die het belang van de Gemeenschap en van haar lidstaten bij de doelstellingen en het werk van het Waarnemingscentrum delen; [3] PB L 36 van 12.2.1993, blz. 1. [4] PB L 341 van 30.12.1994, blz. 7. (2) Een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de deelneming van dit land aan het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, waarover de Commissie namens de Gemeenschap heeft onderhandeld, moet worden goedgekeurd, BESLUIT: Artikel 1 De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de deelneming van Noorwegen aan de werkzaamheden van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd. De tekst van de Overeenkomst is aan dit besluit gehecht. Artikel 2 De voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is namens de Europese Gemeenschap de Overeenkomst te ondertekenen en de kennisgeving te doen door middel van de diplomatieke nota bedoeld in artikel 12 van de Overeenkomst. Gedaan te Brussel, op Voor de Raad De Voorzitter Ontwerp Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de deelneming van Noorwegen aan de werkzaamheden van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN, Zich bewust dat internationale samenwerking noodzakelijk is om de dreiging die drugs en drugsverslaving vormen voor de maatschappij, te bestrijden, Wijzend op de zeer nauwe culturele, commerciële, maatschappelijke en geschiedkundige banden tussen de Europese Unie en Noorwegen, en in het bijzonder op de economische, politieke en juridische banden die door de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte tot stand zijn gekomen, Overwegende dat de Europese Gemeenschap bij besluit 90/611/EEG [5] het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen, hierna "het Verdrag van Wenen" genoemd, heeft gesloten en een bevoegdheidsverklaring uit hoofde van artikel 27 [6] daarvan heeft afgelegd; dat Noorwegen het Verdrag van Wenen op 14 november 1994 heeft geratificeerd; [5] PB L 326 van 24. 11. 1990, blz. 56. [6] PB L 326 van 24. 11. 1990, blz. 57. Overwegende dat de Europese Gemeenschap bij Verordening (EEG) nr. 302/93 van de Raad [7], hierna "de Verordening" genoemd, het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, hierna "het Centrum" genoemd, heeft opgericht; [7] PB L 36 van 12. 2. 93, blz.1. Overwegende dat artikel 13 van de Verordening bepaalt dat het Centrum open staat voor deelneming door derde landen die het belang van de Gemeenschap en van haar lidstaten delen; dat Noorwegen een verzoek tot deelneming heeft ingediend; Overwegende dat Noorwegen de voor het Centrum gestelde doelstellingen deelt; Overwegende dat Noorwegen de taakomschrijving, de werkmethode en de prioritaire arbeidsgebieden van het Centrum zoals deze in de Verordening zijn beschreven, onderschrijft; Overwegende dat in Noorwegen een instelling bestaat die met het Europese Netwerk voor informatie over drugs en drugsverslaving kan worden verbonden, HEBBEN BESLOTEN DE VOLGENDE OVEREENKOMST TE SLUITEN: Artikel 1 Noorwegen neemt volledig deel aan de werkzaamheden van het Centrum, volgens de voorwaarden van deze Overeenkomst. Artikel 2 Europees Netwerk voor informatie over drugs en drugsverslaving (Reitox) 1. Noorwegen wordt aangesloten op het Europese Netwerk voor informatie over drugs en drugsverslaving (Reitox). 2. Noorwegen licht het Centrum binnen 28 dagen na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst in over de belangrijkste elementen waaruit zijn nationale informatienet bestaat, met inbegrip van het nationale waarnemingscentrum, en geeft daarbij aan welke andere gespecialiseerde instellingen een nuttige bijdrage tot de werkzaamheden van het Centrum zouden kunnen leveren. 3. Bij een met eenparigheid van stemmen genomen besluit van de leden van de Raad van bestuur wordt in Noorwegen een gespecialiseerd centrum als nationaal contactpunt aangewezen. Artikel 3 Raad van bestuur De Raad van bestuur van het Centrum nodigt een vertegenwoordiger van Noorwegen uit aan zijn vergaderingen deel te nemen. Deze vertegenwoordiger neemt volledig aan de vergaderingen deel, maar heeft geen stemrecht. Bij wijze van uitzondering kan de Raad van bestuur echter uitsluitend de vertegenwoordigers van de lidstaten en van de Europese Commissie bijeenroepen om te vergaderen over onderwerpen die in het bijzonder voor de Gemeenschap en haar lidstaten van belang zijn. De Raad van bestuur zal in een vergadering met de vertegenwoordigers van Noorwegen nadere regelingen met betrekking tot de deelneming van Noorwegen aan de werkzaamheden van het Centrum vaststellen. Artikel 4 Wetenschappelijk Comité De Raad van bestuur van het Centrum nodigt een vertegenwoordiger van Noorwegen uit zonder stemrecht volledig aan de vergaderingen van het Wetenschappelijk Comité deel te nemen. Artikel 5 Begroting Noorwegen betaalt het Centrum een bedrag dat gelijk is aan 5,5% van de subsidie van de Europese Unie, de subsidie aan de nationale contactpunten van het Reitox-netwerk niet inbegrepen. Artikel 6 Bescherming en vertrouwelijkheid van de gegevens 1. Voorzover het Waarnemingscentrum uit hoofde van deze Overeenkomst en overeenkomstig het nationale recht persoonsgegevens, aan de hand waarvan de identificatie van natuurlijke personen niet mogelijk is, aan de Noorse autoriteiten verstrekt, is het gebruik van deze gegevens alleen toegestaan voor het vermelde doel en onder de voorwaarden die de instantie die deze gegevens verstrekt, heeft gesteld. 2. De door het Waarnemingscentrum aan de Noorse autoriteiten verstrekte gegevens over drugs en drugsverslaving mogen worden gepubliceerd onder voorbehoud van naleving van de communautaire en Noorse bepalingen betreffende de verspreiding en de vertrouwelijkheid van informatie. Persoonsgegevens mogen niet worden gepubliceerd of voor het publiek toegankelijk worden gemaakt. 3. De in Noorwegen aangewezen gespecialiseerde centra zijn niet verplicht krachtens de Noorse wetgeving als vertrouwelijk aangemerkte informatie te verstrekken. 4. Met betrekking tot de gegevens die de Noorse autoriteiten het Centrum hebben verstrekt, gelden voor het Centrum de in artikel 6 van de Verordening vastgelegde regels. Artikel 7 Rechtsstatus Het Centrum bezit rechtspersoonlijkheid naar Noors recht en geniet de ruimste rechtsbevoegdheid die naar Noors recht aan rechtspersonen wordt toegekend. Artikel 8 Aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van het Centrum wordt beheerst door de in artikel 16 van de Verordening neergelegde regels. Artikel 9 Hof van Justitie Noorwegen erkent de in artikel 17 van de Verordening vastgelegde bevoegdheid van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen ten aanzien van het Centrum. Artikel 10 Voorrechten Noorwegen kent het Centrum voorrechten en immuniteiten toe die overeenkomen met die welke in het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen zijn vervat. Artikel 11 Personeelsstatuut In afwijking van artikel 12, lid 2, onder a), van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, kunnen Noorse onderdanen die over hun volledige burgerrechten beschikken, op grond van een contract door de directeur van het Centrum in dienst worden genomen. Artikel 12 Inwerkingtreding Deze Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum van ontvangst van de laatste diplomatieke nota ter bevestiging dat de desbetreffende overeenkomstsluitende partij aan de rechtsvoorschriften inzake de inwerkingtreding van de Overeenkomst heeft voldaan. Artikel 13 Geldigheid en beëindiging 1. Deze Overeenkomst wordt voor een onbepaalde tijdsduur gesloten. 2. Elk van de overeenkomstsluitende partijen kan deze Overeenkomst door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de andere partij opzeggen. De Overeenkomst vervalt twaalf maanden na de datum van deze kennisgeving. Verklaring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen De Commissie verzoekt het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving bij de opstelling van de begroting ten volle rekening te houden met de opmerkingen van Noorwegen over de bijdrage van dat land.