EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 51995IE0797

ADVIES VAN HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE over "Eenvoudig taalgebruik"

OJ C 256, 2.10.1995, p. 8–11 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

51995IE0797

ADVIES VAN HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE over "Eenvoudig taalgebruik"

Publicatieblad Nr. C 256 van 02/10/1995 blz. 0008


Advies over "Eenvoudig taalgebruik"

(95/C 256/03)

Het Economisch en Sociaal Comité heeft op 29 maart 1995 besloten, overeenkomstig de bepalingen van artikel 23, lid 3 van het Reglement van Orde, een advies op te stellen over "Eenvoudig taalgebruik".

De Afdeling voor sociale aangelegenheden, gezinsvraagstukken, onderwijs en cultuur, die met de voorbereiding van de desbetreffende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 15 juni 1995 goedgekeurd. Rapporteur was mevrouw Guillaume.

Het Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn 327e Zitting (vergadering van 5 juli 1995) het volgende advies uitgebracht, dat met algemene stemmen is goedgekeurd.

1. Inleiding

1.1. Het debat over het Verdrag van Maastricht heeft laten zien dat de Europese burgers de EU niet langer klakkeloos accepteren.

1.1.1. Doeltreffende communicatie is van essentieel belang om tegemoet te komen aan de aspiraties van de burgers. Dit houdt in dat jargon moet worden vermeden. Hoewel D-G X een algemene verantwoordelijkheid heeft, is de Commissie als college verantwoordelijk voor de vaststelling van politieke prioriteiten op het gebied van informatie- en communicatiebeleid; een stuurgroep van hooggeplaatse vertegenwoordigers uit alle D-G's staat in voor een geïntegreerde aanpak van het informatiebeleid.

1.2. Er moet worden gereorganiseerd. De Commissie moet duidelijk en snel aangeven welk standpunt zij inneemt. Eenvoudig taalgebruik is van essentieel belang voor een meer "open" Gemeenschap.

2. Opmerkingen

2.1. Zou het beter zijn om in officiële documenten eenvoudige taal te gebruiken ?

2.1.1. De mensen zouden officiële documenten beter kunnen begrijpen. Vertalen zou gemakkelijker, sneller en goedkoper worden. Maar het allerbelangrijkste is dat de vijandigheid ten opzichte van de Europese idealen en principes zou afnemen wanneer de Europese burger zich meer op zijn gemak zou voelen met de Europese Instellingen, met de regels en de mensen die het in Europa voor het zeggen hebben. Europese documenten zouden dan werkelijk bevorderlijk zijn voor de eensgezindheid en samenhang binnen Europa. In dit verband kan onderscheid worden gemaakt tussen wetteksen en "politieke" teksten. De eerste mogen ingewikkeld zijn, maar dienen wel nauwkeurig te worden geformuleerd; de laatste bevatten een boodschap die voor iedere burger duidelijk moet zijn. Het Verdrag betreffende de Europese Unie schiet op beide punten tekort. Het is van vitaal belang dat alle komende Verdragsherzieningen zowel wettelijk als politiek gezien begrijpelijk zijn.

2.2. Kan in officiële documenten wel eenvoudige taal worden gebezigd ?

2.2.1. Dat is zeker mogelijk. Maar ambtenaren en vele anderen kunnen vaak moeilijk afstand doen van hun gewoonte om jargon, juridische taal en ongenuanceerde terminologie (bijv. verkeerd gebruik van het woord "migranten") te gebruiken. De lange traditie op het gebied van formeel taalgebruik en de onuitroeibare neiging om voorbeelden te volgen, maken dat automatisch moeilijke woorden en lange zinnen worden gebruikt. Dit is echter nergens voor nodig. Voorbeelden van documenten met eenvoudig taalgebruik zijn als bijlage bij dit advies gevoegd.

2.3. Is het officieel beleid om zo veel mogelijk "gewone" taal te gebruiken ?

2.3.1. Ja; toen Jacques Delors nog voorzitter van de Commissie was, sprak hij het Europees Parlement op 10 juni 1992 als volgt toe : "... wij moeten de eenvoud uitvinden, wat moet leiden tot een collectieve zelfanalyse, te beginnen bij de Commissie zelf, die een wat lichtere pen moet hanteren en helderder moet formuleren ...; het zoeken naar compromissen op het niveau van de Raad levert te ingewikkelde en soms zelfs onbegrijpelijke teksten op".

2.3.2. In de Conclusies van de Top van Birmingham van 16 oktober 1992 staat te lezen dat "de communautaire wetgeving eenvoudiger en duidelijker" moet worden.

2.3.3. Op 8 juni 1993 keurde de Raad een Resolutie goed over de redactionele kwaliteit van ontwerp-richtlijnen en verordeningen, met als algemene doelstelling, de communautaire wetgeving toegankelijker te maken. De Raad is er echter niet in geslaagd, deze resolutie zelf in eenvoudige taal te schrijven. De tekst van deze resolutie is als bijlage A bij dit advies gevoegd; bijlage B is dezelfde resolutie, maar dan in gewone woorden.

2.4. Hoe EU-teksten er in eenvoudige taal uit zouden zien, kan het Comité aan de hand van veel voorbeelden illustreren.

2.4.1. Hieronder volgt een Raad-definitie van het begrip "financiële instelling" : "een onderneming die geen kredietinstelling is en waarvan de hoofdwerkzaamheid bestaat in het verrichten van een of meer van de werkzaamheden die zijn opgenomen onder de nummers 2 tot en met 12 en onder nummer 14 van de lijst in de bijlage bij Richtlijn 89/646/EEG, alsmede een verzekeringsonderneming waaraan overeenkomstig Richtlijn 79/267/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 90/619/EEG, vergunning is verleend, voor zover zij activiteiten verricht die onder Richtlijn 79/267/EEG vallen; deze omschrijving omvat ook de bijkantoren in de Gemeenschap van financiële instellingen met hoofdkantoor buiten de Gemeenschap;" ().

"Vertaling"

2.4.2. Indien de gewone burger niet de beschikking heeft over de genoemde drie Richtlijnen, zal hij bovenstaande definitie onmogelijk kunnen begrijpen.

3. Conclusie

3.1. De Commissie zou positieve stappen moeten ondernemen om de Resolutie van de Raad uit 1993 in praktijk te brengen. Het Comité heeft aangetoond dat het officieel beleid is om eenvoudige taal te gebruiken. Het heeft laten zien dat het mogelijk is, officiële documenten en wetgeving in eenvoudige taal te schrijven. Dit moet nu alleen nog maar daadwerkelijk worden toegepast. De Europese burgers snakken naar duidelijke en eenvoudig geschreven Europese documenten. Laten we dat dan ook doen !

Brussel, 5 juli 1995.

De voorzitter

van het Economisch en Sociaal Comité

C. FERRER

() PB nr. L 166/79 - 91/308/EEG van 28. 6. 1991.

BIJLAGE A bij het advies van het Economisch en Sociaal Comité

RAAD

RESOLUTIE VAN DE RAAD

van 8 juni 1993

betreffende de redactionele kwaliteit van de communautaire wetgeving

(93/C 166/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

Gezien de conclusies van het Voorzitterschap van de Europese Raad van Edinburgh van 11 en 12 december 1992, waarin wordt gepleit voor praktische maatregelen om de communautaire wetgeving duidelijker en eenvoudiger te maken,

Overwegende dat er richtsnoeren moeten worden vastgesteld waarin criteria voor de beoordeling van de redactionele kwaliteit van de communautaire wetgeving worden bepaald,

Overwegende dat deze richtsnoeren bindend noch volledig zijn en ten doel hebben de communautaire wetgeving zo duidelijk, eenvoudig, beknopt en bevattelijk mogelijk te maken,

Overwegende dat deze richtsnoeren als leidraad moeten dienen voor alle instanties die betrokken zijn bij de opstelling van teksten in het kader van de Raad, zowel in de Raad zelf als in het Comité van Permanente Vertegenwoordigers en vooral in de werkgroepen; dat de Juridische Dienst van de Raad wordt verzocht van deze richtsnoeren gebruik te maken om de Raad en diens organen redactionele suggesties te doen,

NEEMT DE VOLGENDE RESOLUTIE AAN :

De algemene doelstelling, namelijk de communautaire wetgeving toegankelijker te maken, moet niet alleen worden bereikt door systematisch tot codificatie over te gaan, maar ook door bij de opstelling van Raadsbesluiten de onderstaande richtsnoeren als toets te hanteren :

1. Het besluit moet duidelijk, eenvoudig, beknopt en ondubbelzinnig worden geformuleerd; overmatig gebruik van afkortingen, "communautair jargon" of te lange zinnen moet worden vermeden.

2. Onduidelijke verwijzingen naar andere teksten, alsmede te veel verwijzingen over en weer die de tekst moeilijk te begrijpen maken, moeten worden vermeden.

3. De bepalingen van het besluit moeten samenhangend zijn; een zelfde term moet een zelfde begrip uitdrukken.

4. De rechten en verplichtingen van degenen op wie het besluit van toepassing is, moeten duidelijk worden omschreven.

5. Het besluit moet een standaardstructuur hebben (hoofdstukken, afdelingen, artikelen, leden).

6. In de overwegingen moet het beschikkend gedeelte in eenvoudige bewoordingen worden gemotiveerd.

7. Niet-regelgevende bepalingen (wensen, politieke verklaringen) moeten worden vermeden.

8. Inconsequenties ten opzichte van bestaande besluiten zijn uit den boze, evenals overbodige herhalingen van deze besluiten. Elke wijziging, verlenging of intrekking van een besluit moet duidelijk worden aangegeven.

9. Een besluit waarmee een vorig besluit wordt gewijzigd, mag geen autonome inhoudelijke bepalingen bevatten, maar uitsluitend bepalingen die rechtstreeks in het te wijzigen besluit worden opgenomen.

10. De datum van inwerkingtreding van het besluit, alsmede de eventueel noodzakelijke overgangsbepalingen, moeten duidelijk ziijn.

BIJLAGE B bij het advies van het Economisch en Sociaal Comité

"Vertaling" in eenvoudige taal :

"DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

RESOLUTIE VAN DE RAAD

van 8 juni 1993

betreffende de redactionele kwaliteit van de communautaire wetgeving"

(93/C 166/01)

DE RAAD BESLUIT HET VOLGENDE :

RICHTSNOEREN VOOR HET OPSTELLEN VAN WETTEKSTEN

1. Communautaire wetgeving moet zo worden gesteld dat zij, voor zover mogelijk, door iedereen kan worden begrepen;

1. De wettekst moet duidelijk en eenvoudig worden geformuleerd. Er mag geen jargon worden gebruikt. Woorden, zinnen en paragrafen moeten kort zijn;

2. Communautaire wetgeving moet systematisch en regelmatig worden geherformuleerd, zodat alle wetgeving over een bepaald onderwerp bij elkaar wordt gebracht;

2. Verwijzingen moeten nauwkeurig zijn. Verwijzingen over en weer mogen alleen waar nodig worden gebruikt;

3. Onderstaande richtsnoeren moeten worden toegepast bij het opstellen van communautaire wetteksten;

3. De wetten moeten samenhangend zijn; een zelfde term moet een zelfde idee uitdrukken, zowel in een nieuwe wet als in vergelijking met bestaande wetten;

4. Communautaire wetteksten moeten altijd aan deze richtsnoeren worden getoetst.

4.

5. Er moet een standaard-opmaak voor teksten worden gebruikt;

6.

7. Wetten mogen alleen voor regelgeving worden gebruikt. Wensen en politieke verklaringen moeten achterwege worden gelaten, maar doelstellingen mogen worden vermeld;

8.

9. Wanneer een bestaande wet wordt gewijzigd, dient zo mogelijk een geheel nieuwe tekst te worden geleverd, en niet een tekst die alleen naast de oude kan worden gelezen.

10. De datum waarop een nieuwe wet in werking treedt, moet duidelijk worden vermeld.

Top