This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32024R1399
Commission Delegated Regulation (EU) 2024/1399 of 10 November 2023 on the conditions for classification, without testing, of solid wood panelling and cladding with regard to their reaction to fire and amending Decision 2006/213/EC
Gedelegeerde Verordening (EU) 2024/1399 van de Commissie van 10 november 2023 betreffende de voorwaarden voor de indeling zonder tests in klassen van materiaalgedrag bij brand van massief houten lambrisering en bekleding en tot wijziging van Beschikking 2006/213/EG
Gedelegeerde Verordening (EU) 2024/1399 van de Commissie van 10 november 2023 betreffende de voorwaarden voor de indeling zonder tests in klassen van materiaalgedrag bij brand van massief houten lambrisering en bekleding en tot wijziging van Beschikking 2006/213/EG
C/2023/7486
PB L, 2024/1399, 22.5.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2024/1399/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
![]() |
Publicatieblad |
NL L-serie |
2024/1399 |
22.5.2024 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2024/1399 VAN DE COMMISSIE
van 10 november 2023
betreffende de voorwaarden voor de indeling zonder tests in klassen van materiaalgedrag bij brand van massief houten lambrisering en bekleding en tot wijziging van Beschikking 2006/213/EG
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (1), en met name artikel 27, lid 5, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/364 van de Commissie (2) is een systeem vastgesteld voor de indeling van bouwproducten in klassen van materiaalgedrag bij brand. Massief houten lambrisering en bekleding behoren tot de bouwproducten waarop die gedelegeerde verordening van toepassing is. |
(2) |
In tabel 2 van de bijlage bij Beschikking 2006/213/EG van de Commissie (3) zijn klassen van materiaalgedrag bij brand vastgesteld voor massief houten lambrisering en bekleding. De in die beschikking vastgestelde voorwaarden voor die producten moeten worden verduidelijkt zodat de toepassing ervan uitdrukkelijk wordt beperkt tot onbehandeld hout. |
(3) |
Uit tests is gebleken dat massief houten lambrisering en bekleding stabiele en voorspelbare prestaties vertoont wat het materiaalgedrag bij brand betreft, op voorwaarde dat het voldoet aan bepaalde voorwaarden met betrekking tot de minimale gemiddelde dichtheid van het hout, de minimumdikte van het profiel en de uiteindelijke toepassing van het product, en dat het hout geen andere behandeling dan het kunstmatig drogen ondergaat. |
(4) |
Massief houten lambrisering en bekleding moet derhalve worden geacht te voldoen aan een bepaalde in Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/364 vastgestelde prestatieklasse voor het materiaalgedrag bij brand zonder dat daarvoor verdere tests nodig zijn. |
(5) |
Met het oog op de rechtszekerheid moet tabel 2 van de bijlage bij Beschikking 2006/213/EG worden geschrapt en vervangen door de tabel in de bijlage bij deze verordening voor massief houten lambrisering en bekleding. |
(6) |
Om fabrikanten, met name kleine en micro-ondernemingen, voldoende tijd te geven om te beoordelen wat de gevolgen van deze verordening voor hun activiteiten zijn, moet deze verordening negentig dagen na de bekendmaking ervan in werking treden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Massief houten lambrisering en bekleding die voldoet aan de in de bijlage opgenomen voorwaarden, wordt geacht aan de in de bijlage vermelde prestatieklassen te voldoen zonder dat hiervoor tests nodig zijn.
Artikel 2
Tabel 2, met inbegrip van de figuren a en b, van de bijlage bij Beschikking 2006/213/EG wordt geschrapt en vervangen door de tabel en de figuren a en b in de bijlage.
Verwijzingen naar tabel 2 en de figuren a en b van de bijlage bij Beschikking 2006/213/EG gelden als verwijzingen naar de tabel en de figuren in de bijlage.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de negentigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 10 november 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 88 van 4.4.2011, blz. 5.
(2) Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/364 van de Commissie van 1 juli 2015 betreffende de indeling van bouwproducten in klassen van materiaalgedrag bij brand overeenkomstig Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 68 van 15.3.2016, blz. 4).
(3) Beschikking 2006/213/EG van de Commissie van 6 maart 2006 tot vaststelling van klassen van materiaalgedrag bij brand voor bepaalde voor de bouw bestemde producten voor houten vloeren en massief houten lambrisering en bekleding (PB L 79 van 16.3.2006, blz. 27).
BIJLAGE
Klassen van materiaalgedrag bij brand voor massief houten lambrisering en bekleding
Product (11) |
Productbeschrijving (5) |
Minimale gemiddelde dichtheid (6) (kg/m3) |
Minimumdikten, totaal/minimum (7) (mm) |
Toestand bij uiteindelijke toepassing (4) |
Klasse (3) |
Lambrisering en bekleding (1) |
Onbehandelde houten elementen met of zonder messing en groef en met of zonder geprofileerd oppervlak |
390 |
9/6 |
Zonder spouw of met gesloten spouw aan de achterzijde |
D — s2, d2 |
12/8 |
D — s2, d0 |
||||
Lambrisering en bekleding (2) |
Onbehandelde houten elementen met of zonder messing en groef en met of zonder geprofileerd oppervlak |
390 |
9/6 |
Met open spouw ≤ 20 mm aan de achterzijde |
D — s2, d0 |
18/12 |
Zonder spouw of met open spouw aan de achterzijde |
||||
Houten stroken (8) |
Onbehandelde houten elementen, gemonteerd op een draagconstructie (9) |
390 |
18 |
Aan alle zijden omringd door lucht (10) |
D — s2, d0 |
Figuur a
Profielen voor massief houten lambrisering en bekleding
Figuur b
Maximaal blootgestelde deel van de houten strook 2n (t + w) + a ≤ 1,10
n |
= |
aantal houten elementen per meter |
t |
= |
dikte van elk houten element, in meter |
w |
= |
breedte van elk houten element, in meter |
a |
= |
blootgesteld deel van de (eventuele) houten draagconstructie, in m2, per m2 houten stroken. |
(1) Mechanisch bevestigd op een dragend latwerk van hout, waarbij de spouw achter de bekleding gesloten is of opgevuld met een ondergrond van ten minste klasse A2 — s1, d0 met een minimumdichtheid van 10 kg/m3 of opgevuld met een ondergrond van cellulose-isolatiemateriaal van ten minste klasse E en met of zonder vochtscherm aan de achterzijde. Het houtproduct wordt zo ontworpen dat het zonder open voegen moet worden gemonteerd.
(2) Mechanisch bevestigd op een dragend latwerk van hout, met of zonder open spouw aan de achterzijde. Het houtproduct wordt zo ontworpen dat het zonder open voegen moet worden gemonteerd.
(3) Klasse als bedoeld in tabel 1 van de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/364 van de Commissie.
(4) Bij een open spouw aan de achterzijde van het product is ventilatie mogelijk, bij een gesloten spouw niet. De ondergrond achter de spouw moet ten minste van klasse A2 — s1, d0 zijn met een minimumdichtheid van 10 kg/m3. Bij een afgesloten spouw van ten hoogste 20 mm en met verticale houten elementen mag de ondergrond ten minste van klasse D — s2, d0 zijn.
(5) Alle soorten voegen mogelijk, bv. stootvoegen, messing-en-groefverbindingen. Onbehandeld hout is een houten materiaal dat niet is gecoat en geen andere behandeling dan kunstmatige droging (fysisch, chemisch, impregneren of andere behandelingen) heeft ondergaan.
(6) Geconditioneerd overeenkomstig EN 13238.
(7) Zoals te zien op figuur a. Het geprofileerde deel van de blootgestelde zijde van het paneel mag niet groter zijn dan 20 % van het effen deel, of 25 % indien gemeten aan zowel de blootgestelde als de niet-blootgestelde zijde van het paneel. Bij stootvoegen geldt de grotere dikte voor het raakvlak van de voegen.
(8) Rechthoekige houten elementen, met of zonder afgeronde hoeken, horizontaal of verticaal op een draagconstructie gemonteerd en aan alle zijden in contact met de lucht, hoofdzakelijk dicht bij andere bouwelementen gebruikt, zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde van een gebouw.
(9) Het maximaal blootgestelde deel (alle zijden van rechthoekige houten elementen en de houten draagconstructie) mag niet groter zijn dan 110 % van het totale effen deel, zie figuur b hieronder.
(10) Andere bouwelementen die zich op minder dan 100 mm van de houten strook bevinden (exclusief de draagconstructie) moeten ten minste van klasse A2 — s1, d0 zijn; op een afstand van 100 tot 300 mm is dat ten minste van klasse B — s1, d0 en op een afstand van meer dan 300 mm is dat ten minste van klasse D — s2, d0.
(11) Ook van toepassing op stootborden.
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2024/1399/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)