This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32024H06982
Council Recommendation of 18 November 2024 assessing the progress made by the participating Member States to fulfil commitments undertaken in the framework of the permanent structured cooperation (PESCO)
Aanbeveling van de Raad van 18 november 2024 ter evaluatie van de voortgang die door de deelnemende lidstaten is gemaakt bij het nakomen van de verbintenissen in het kader van de permanente gestructureerde samenwerking (PESCO)
Aanbeveling van de Raad van 18 november 2024 ter evaluatie van de voortgang die door de deelnemende lidstaten is gemaakt bij het nakomen van de verbintenissen in het kader van de permanente gestructureerde samenwerking (PESCO)
ST/13815/2024/INIT
PB C, C/2024/6982, 19.11.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/6982/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
![]() |
Publicatieblad |
NL C-serie |
C/2024/6982 |
19.11.2024 |
AANBEVELING VAN DE RAAD
van 18 november 2024
ter evaluatie van de voortgang die door de deelnemende lidstaten is gemaakt bij het nakomen van de verbintenissen in het kader van de permanente gestructureerde samenwerking (PESCO)
(C/2024/6982)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 46, lid 6,
Gezien Protocol nr. 10 betreffende de permanente gestructureerde samenwerking, ingesteld bij artikel 42 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Besluit (GBVB) 2017/2315 van de Raad van 11 december 2017 tot instelling van de permanente gestructureerde samenwerking (PESCO) en tot opstelling van de lijst van deelnemende lidstaten (1),
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 4, lid 2, punt d), van Besluit (GBVB) 2017/2315 is bepaald dat de Raad besluiten neemt en aanbevelingen doet ter evaluatie van de bijdragen van de deelnemende lidstaten om te voldoen aan de overeengekomen verbintenissen, volgens het in artikel 6 van dat besluit beschreven mechanisme. |
(2) |
In artikel 6, lid 3, van Besluit (GBVB) 2017/2315 is bepaald dat de Raad op basis van het jaarlijkse door de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (de “hoge vertegenwoordiger”) ingediende verslag over de permanente gestructureerde samenwerking (PESCO) eenmaal per jaar evalueert of de deelnemende lidstaten nog steeds voldoen aan de verdergaande verbintenissen bedoeld in artikel 3 van dat besluit. |
(3) |
In aanhangsel 1 bij de bijlage bij de conclusies van de Raad van 20 november 2020 betreffende de strategische PESCO-evaluatie 2020 is gespecificeerd dat de hoge vertegenwoordiger uiterlijk in juli van elk jaar het jaarlijkse verslag over de uitvoering van de PESCO presenteert, zodat de Raad zijn aanbeveling waarbij de vorderingen van de deelnemende lidstaten met het nakomen van de in het kader van de PESCO aangegane verbintenissen wordt beoordeeld, uiterlijk in november van dat jaar kan aannemen. In punt 16 van de Aanbeveling van de Raad van 6 maart 2018 betreffende een stappenplan voor de uitvoering van de PESCO (2) is bepaald dat het Militair Comité van de Europese Unie (EUMC) aan het Politiek en Veiligheidscomité militair advies en aanbevelingen moet verstrekken, zodat het de beoordeling door de Raad van de vraag of de deelnemende lidstaten de verdergaande verbintenissen nog steeds nakomen, kan opstellen. |
(4) |
In punt 26 van de Aanbeveling van de Raad van 16 november 2021 inzake de volgorde van de nakoming van de verdergaande verbintenissen die in het kader van de PESCO zijn aangegaan en inzake de nadere precisering van de doelstellingen, en tot intrekking van de aanbeveling van 15 oktober 2018 (3) (de “Aanbeveling van 16 november 2021”), is bepaald dat de deelnemende lidstaten hun nationale uitvoeringsplannen (national implementation plans – NIP’s) evalueren en zo nodig actualiseren, en deze uiterlijk op 10 maart 2022, en vervolgens jaarlijks op dezelfde datum, aan het PESCO-secretariaat toezenden in overeenstemming met artikel 3, lid 2, van Besluit (GBVB) 2017/2315, met het oog op het in artikel 6, lid 3, van dat besluit bedoelde beoordelingsproces. Om de twee jaar moeten de NIP’s vergezeld gaan van een politieke verklaring op hoog niveau waarin de deelnemende lidstaten een overzicht kunnen geven van de voornaamste verwezenlijkingen, nationale prioriteiten kunnen aangeven, en hun ervaringen met het plannen en helpen verwezenlijken van alle verdergaande verbintenissen kunnen delen. |
(5) |
In punt 28 van de Aanbeveling van 16 november 2021 is bepaald dat de hoge vertegenwoordiger deze aanbeveling vanaf 2022 in aanmerking moet nemen in het jaarlijkse verslag over de PESCO dat voor de beoordeling van de naleving door elke deelnemende lidstaat van de verdergaande verbintenissen zal worden gebruikt. |
(6) |
Op 23 mei 2023 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2023/1015 (4) vastgesteld, waarin onder meerde deelname van Denemarken aan de PESCO werd bevestigd. |
(7) |
Op 13 november 2023 heeft de Raad zijn aanbeveling (5) ter evaluatie van de voortgang die door de deelnemende lidstaten is gemaakt bij het nakomen van de verbintenissen in het kader van de permanente gestructureerde samenwerking, aangenomen, met daarin aansturing voor de uitvoering van de PESCO alsmede de strategische PESCO-evaluatie, inclusief het doel en het tijdschema ervan. |
(8) |
Op 20 maart 2024 heeft de hoge vertegenwoordiger het jaarverslag over de uitvoering van het strategisch kompas ingediend, waarin wordt benadrukt dat de PESCO een cruciaal kader blijft voor samenwerking op defensiegebied ter vergroting van het vermogen om samen op te treden en te investeren en wordt opgemerkt dat de strategische evaluatie een uitgelezen kans biedt om de PESCO aan de veranderde omgeving aan te passen en geschikt te maken voor het beoogde doel voor de komende jaren. |
(9) |
Op 27 mei 2024 heeft de Raad conclusies over de veiligheid en defensie van de EU goedgekeurd, waarin hij benadrukt dat de PESCO een centraal kader is om de samenwerking op het vlak van defensie tussen de deelnemende lidstaten op Unieniveau te verdiepen, door te zorgen voor een versterking van de operationele paraatheid en interoperabiliteit, de defensie-uitgaven en -investeringen, de vermogensontwikkeling, en de bijdrage van hun strijdkrachten aan de meest veeleisende missies, alsook door bij te dragen tot de opbouw van een gemeenschappelijke strategische cultuur. De Raad geeft ook aansturing voor de lopende strategische PESCO-evaluatie, waarin zowel de verdergaande verbintenissen als de samenwerkingsprojecten aan de orde komen. |
(10) |
Op 31 juli 2024 heeft de hoge vertegenwoordiger bij de Raad het jaarverslag ingediend over de status van de uitvoering van de PESCO (het “jaarverslag”), dat onder meer handelt over de mate waarin elke deelnemende lidstaat zijn verbintenissen is nagekomen in overeenstemming met zijn geactualiseerde en herziene nationale uitvoeringsplan, en dat tevens aanbevelingen presenteert, gebaseerd op de reflectiefase van de strategische evaluatie, voor het aanpassen van de PESCO voor haar tweede fase van 2026 tot en met 2030, om beter te kunnen reageren en presteren in de veranderende veiligheidsomgeving. |
(11) |
De Raad moet derhalve een aanbeveling vaststellen waarin de voortgang wordt beoordeeld die de deelnemende lidstaten hebben geboekt bij het nakomen van de verbintenissen die zij in het kader van de PESCO zijn aangegaan, |
HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:
I. Doel en toepassingsgebied
1. |
Deze aanbeveling heeft tot doel de bijdragen te beoordelen die de deelnemende lidstaten hebben geleverd om te voldoen aan de 20 verdergaande verbintenissen die in het kader van de PESCO zijn aangegaan. De beoordeling is gebaseerd op het jaarverslag dat de hoge vertegenwoordiger op 31 juli 2024 heeft ingediend, en op de door de deelnemende lidstaten in 2024 ingediende nationale uitvoeringsplannen (NIP’s), die vergezeld gingen van politieke verklaringen op hoog niveau. Dit jaar bevat het jaarverslag een hoofdstuk over de strategische evaluatie van de PESCO. |
II. Bevindingen en aanbevelingen
2. |
Het jaarverslag biedt een solide basis om de uitvoeringsstatus van de PESCO te beoordelen, met inbegrip van de mate waarin elke deelnemende lidstaat in overeenstemming met zijn NIP de 20 verdergaande verbintenissen is nagekomen, ook door middel van de PESCO-projecten. |
3. |
De Raad neemt er nota van dat alle deelnemende lidstaten, in overeenstemming met de tweejaarlijkse cyclus, hun NIP’s hebben doen vergezellen van een politieke verklaring op hoog niveau, waarin de belangrijkste verwezenlijkingen worden uiteengezet en melding wordt gemaakt van specifieke nationale prioriteiten en bijdragen aan de nakoming van de verdergaande verbintenissen. De Raad benadrukt het belang van toegespitste NIP’s als basis voor de beoordeling van de vorderingen wat betreft de PESCO, en het belang van de politieke verklaringen als middel voor het waarborgen van de nodige politieke betrokkenheid. |
4. |
De Raad erkent de vooruitgang die de deelnemende lidstaten hebben geboekt met de toepassing van een meer strategische en beleidsgestuurde aanpak in hun NIP’s, die wordt ondersteund met voorbeelden van uitgevoerde concrete maatregelen. Hij benadrukt echter dat verdere inspanningen nodig zijn om het defensiebeleid, de toekomstgerichte strategieën en plannen, en de langetermijndoelen van de deelnemende lidstaten nog beter te laten weerspiegelen in die NIP’s. Dit zal hen helpen bij het formuleren van hun politieke voornemens en visie wat betreft het nakomen van verbintenissen. Deze aanpak zal ook bijdragen aan de politieke zichtbaarheid van het initiatief. |
5. |
De Raad onderstreept dat de PESCO tijdens de verslagleggingsperiode een centraal kader is gebleven om de samenwerking op het vlak van defensie tussen de deelnemende lidstaten te verdiepen op Unieniveau, door te zorgen voor een versterking van de operationele paraatheid en interoperabiliteit, de defensie-uitgaven en -investeringen, de vermogensontwikkeling, en de bijdrage van hun strijdkrachten aan de meest veeleisende missies, alsook door bij te dragen tot de opbouw van een gemeenschappelijke strategische cultuur. |
6. |
De Raad is ingenomen met het feit dat het jaarverslag aanbevelingen bevat die specifiek zijn verbonden met de strategische PESCO-evaluatie, gebaseerd op de resultaten van de reflectiefase van de evaluatie, die is uitgevoerd in overeenstemming met de aanbeveling van de Raad van 13 november 2023. |
Verbintenissen
7. |
In de huidige geopolitieke context is de Raad ingenomen met de versterkte samenwerking binnen het PESCO-kader en met de verbeteringen op alle door de verbintenissen bestreken gebieden. Tegelijkertijd erkent de Raad dat er meer vooruitgang moet worden geboekt om alle verbintenissen na te komen in 2025, het einde van de tweede initiële fase van de PESCO. |
8. |
Daartoe benadrukt de Raad het volgende:
|
9. |
De Raad roept verder elke deelnemende lidstaat op rekening te houden met de bevindingen en aanbevelingen in het jaarverslag, en zijn bijdrage aan de nakoming van alle verdergaande verbintenissen te evalueren en bij te stellen. |
PESCO-projecten
10. |
De Raad neemt nota van het voortgangsverslag van de PESCO-projecten van 16 juli 2024 (6) en verheugt zich over de algemene vooruitgang van de projecten op alle gebieden, waarbij een aanzienlijk aantal projecten inmiddels de uitvoeringsfase heeft bereikt. De Raad neemt er tevens nota van dat gedurende het afgelopen jaar PESCO-projecten resultaten zijn blijven opleveren ondanks vertragingen bij enkele projecten. |
11. |
De Raad onderstreept het belang van PESCO-projecten voor het versterken van de EU-vermogens in de nieuwe geostrategische situatie, waarbij ze blijk geven van veerkracht en aanpassingsvermogen aan de veelzijdige uitdagingen. De Raad merkt op dat de blijvende relevantie van PESCO-projecten wordt bevestigd door een sterk gegroeide mate van deelname van lidstaten in het afgelopen jaar en door een aantal derde landen dat belangstelling heeft getoond om aan specifieke projecten deel te nemen. |
12. |
De Raad benadrukt de noodzaak om in PESCO-verband op verschillende operationele gebieden in te spelen op de gevolgen van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, onder meer via huidige en toekomstige PESCO-projecten. De Raad waardeert dat, met het oog hierop, verschillende lopende projecten zich inspannen om de terugkeer van intensieve oorlogsvoering op het Europese continent het hoofd te bieden, met name op het gebied van indirecte vuurvermogens en medische opleiding voor de landcomponent, strategisch luchtvervoer, controle over het luchtruim, verkenning, surveillance en doelzoekende vermogens voor de luchtcomponent, bescherming van kritieke onderwaterinfrastructuur voor de zeecomponent, en cybertestvoorzieningen voor het cybergebied. |
13. |
De Raad herinnert eraan dat, met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van de strategische evaluatie van de PESCO 2020 (7) van 26 projecten werd verwacht dat ze uiterlijk in 2025 concrete resultaten zouden opleveren of volledige operationele capaciteit (FOC) zouden bereiken. De Raad neemt er nota van dat momenteel de helft van deze projecten naar verwachting deze doelstelling zal halen, met inbegrip van twee projecten die in 2024 al succesvol en met de op te leveren resultaten zijn afgesloten: de operationele kern EUFOR-crisisrespons, die bijdraagt aan het ontwikkelen van mechanismen voor het opmeten van de door de Europese Unie geleide troepenmacht, en het Europees medisch commando, dat als permanent medisch vermogen is opgezet ter ondersteuning van de coördinatie van de militaire medische diensten van de lidstaten. Dit medische vermogen is al ingezet ter ondersteuning van GVDB-missies en -operaties van de EU tijdens de COVID-19-pandemie en heeft Oekraïne bijstand verleend na het begin van Ruslands aanvalsoorlog tegen dat land. |
14. |
De Raad verheugt zich erover dat PESCO-projecten op cyber- en maritiem gebied bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van bredere EU-beleidsmaatregelen die ook het militaire domein ten goede komen, namelijk het EU-beleid inzake cyberdefensie (8) en de maritieme veiligheidsstrategie van de Europese Unie (9). De Raad is er ook mee ingenomen dat de uitvoering van de nieuwe reeks acties die in de Toezegging inzake militaire mobiliteit 2024 zijn overeengekomen, zal worden mogelijk gemaakt door de PESCO-projecten militaire mobiliteit respectievelijk netwerk van logistieke centra in Europa, een voorbeeld van samenwerking tussen PESCO-projecten. |
15. |
De Raad benadrukt dat instellingen, organen en instanties van de EU baat zullen hebben bij de resultaten van PESCO-projecten, waardoor bestaande middelen worden geoptimaliseerd en ze hun algehele doeltreffendheid kunnen verbeteren. In dit verband wordt in verschillende lopende projecten een soortgelijke samenwerking nagestreefd. |
16. |
De Raad benadrukt dat goed onderbouwde voorstellen die voldoende zijn gerijpt en een duidelijke tijdlijn hebben, een essentieel bestanddeel zijn voor het welslagen van PESCO-projecten. Dit werd duidelijk gemaakt door verschillende in mei 2023 goedgekeurde projecten, die reeds vooruitgang boeken, en één project dat vanaf de uitvoeringsfase met toepassing binnen het PESCO-kader is begonnen. |
17. |
In het licht van de oproep tot een zesde reeks PESCO-projectvoorstellen, die in juli 2024 is uitgegaan, benadrukt de Raad dat de nieuwe projecten volledig moeten aansluiten op de EU-prioriteiten voor vermogensontwikkeling 2023, inclusief de vermogensdoelstellingen met een grote impact, en met de uitkomsten van de CARD 2024. De Raad onderstreept dat de in de CARD vastgestelde samenwerkingsmogelijkheden leidend moeten zijn voor de lidstaten, bij nieuwe PESCO-projecten en bij de mogelijke voortzetting en uitbreiding van het toepassingsgebied van de bestaande projecten. Gezien het snel verslechterende dreigingslandschap en de noodzaak om de defensieparaatheid van de Unie met spoed te vergroten en aan het ambitieniveau van de Unie te voldoen, zet de Raad ertoe aan na te denken over nieuwe ambitieuze projecten van strategisch belang, met speciale aandacht voor projecten die de meest kritieke benodigde vermogens van de deelnemende lidstaten aanvullen, ook om de bescherming van de Unie en haar burgers te waarborgen, alsmede projecten ter ondersteuning van de EU RDC en GVDB-missies en -operaties, de paraatheid, en de interoperabiliteit van de strijdkrachten, om de uitvoering van het strategisch kompas voor veiligheid en defensie verder te ondersteunen. |
18. |
De Raad herinnert eraan dat derde staten, in overeenstemming met de uitnodigingsprocedure van Besluit (GBVB) 2020/1639, bij uitzondering kunnen worden uitgenodigd om deel te nemen aan afzonderlijke PESCO-projecten indien ze aan de algemene voorwaarden voldoen. De Raad herhaalt dat hij uitziet naar de toekomstige deelname van het Verenigd Koninkrijk aan het project militaire mobiliteit, zodra de administratieve regeling is afgerond, zoals in Besluit (GBVB) 2022/2244 (10) van de Raad is bepaald. |
III. Strategische PESCO-evaluatie
19. |
De Raad herinnert aan zijn richtsnoeren voor de strategische PESCO-evaluatie in zijn Aanbeveling van 13 november 2023, aan de hand waarvan de deelnemende lidstaten de nakoming van alle PESCO-verbintenissen in de eerste fase zullen beoordelen, en gesprekken zullen voeren en besluiten zullen nemen over nieuwe verbintenissen, met de bedoeling een nieuwe fase op te starten die zich richting Europese integratie op het gebied van veiligheid en defensie beweegt, in overeenstemming met het strategisch kompas. |
20. |
In dit verband is de Raad ingenomen met de succesvolle afronding van de reflectiefase, die heeft plaatsgevonden van november 2023 tot en met mei 2024, en die bestond uit besprekingen tussen de deelnemende lidstaten over de reikwijdte en diepgang van de strategische PESCO-evaluatie, en neemt hij nota van de aanbevelingen in het jaarverslag. |
21. |
In herinnering brengend dat de strategische PESCO-evaluatie moet resulteren in een meer strategische en doeltreffende PESCO na 2025, zal de Raad ter afronding van de besluitvormingsfase toegespitst advies geven over de toekomst van de PESCO in zijn in november 2024 goed te keuren conclusies. |
IV. Volgende stappen
22. |
De deelnemende lidstaten moeten verdere vooruitgang boeken bij de uitvoering van de 20 verdergaande verbintenissen, met het doel ze allemaal in 2025 te verwezenlijken, en de uitvoering van de daarmee verband houdende projecten, rekening houdend met deze aanbeveling. De Raad onderstreept dat de projecten de lidstaten van dienst moeten zijn bij het nakomen van de verdergaande verbintenissen. |
23. |
In het jaarverslag is werd informatie verstrekt over de geboekte vooruitgang bij de nakoming van de verdergaande verbintenissen sinds de start van de PESCO in 2017, waarmee de stand van zaken wat betreft de uitvoering van de PESCO op tafel ligt nu het initiatief het einde van zijn eerste fase in 2025 nadert. De deelnemende lidstaten wordt daarom verzocht de informatie in hun NIP’s van 2024 te valideren en alleen substantiële wijzigingen ten opzichte van het voorgaande jaar door te voeren, waarbij de nadruk blijft liggen op politieke en beleidsgerelateerde zaken die het algemene beeld veranderen of verbeteren. |
24. |
De Raad wijst nogmaals op de richtsnoeren in zijn aanbeveling van 13 november 2023, met name zoals uiteengezet in de punten 20 tot en met 23 daarvan die betrekking hebben op de verbintenissen, projecten, samenhang met andere initiatieven en processen, en het algemeen politiek toezicht; deze blijven geldig. De Raad dringt er bij de deelnemende lidstaten op aan om die richtsnoeren, samen met de daarin vervatte aanbevelingen, op te volgen en verzoekt hen tegelijkertijd om, zo ver als mogelijk is binnen de huidige PESCO-fase, uitvoering te geven aan de uitgangspunten die vervat zullen zijn in de Raadsconclusies over de strategische evaluatie van de PESCO. Dit zal bijdragen aan een goed fundament voor de tweede PESCO-fase, die volgens plan in 2026 van start moet gaan. |
25. |
In dit verband ziet de Raad uit naar de wijziging van de desbetreffende PESCO-rechtshandelingen in 2025 op basis van de richtsnoeren die vervat zullen zijn in zijn geplande conclusies over de strategische evaluatie van de PESCO, goed te keuren in november 2024. |
Gedaan te Brussel, 18 november 2024.
Voor de Raad
De voorzitter
J. BORRELL FONTELLES
(1) PB L 331 van 14.12.2017, blz. 57.
(2) PB C 88 van 8.3.2018, blz. 1.
(3) PB C 464 van 17.11.2021, blz. 1.
(4) Besluit (GBVB) 2023/1015 van de Raad van 23 mei 2023 ter bevestiging van de deelname van Denemarken aan de PESCO en tot wijziging van Besluit (GBVB) 2017/2315 tot instelling van de permanente gestructureerde samenwerking (PESCO) en tot opstelling van de lijst van deelnemende lidstaten (PB L 136 van 24.5.2023, blz. 73).
(5) Aanbeveling van de Raad van 13 november 2023 ter evaluatie van de voortgang die door de deelnemende lidstaten is gemaakt bij het nakomen van de verbintenissen in het kader van de permanente gestructureerde samenwerking (PESCO) (PB C, 14.11.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2023/994/oj).
(6) Voortgangsverslag van de PESCO-projecten van 16 juli 2024 (doc. ST 12340/24).
(7) Conclusies van de Raad betreffende de Strategische PESCO-evaluatie 2020 van 20 november 2020 (doc. ST 13188/20).
(8) Conclusies van de Raad over het cyberdefensiebeleid van de EU van 22 mei 2023 (doc. ST 9618/23).
(9) Conclusies van de Raad over de herziene EU-strategie voor maritieme veiligheid en het bijbehorende actieplan van 24 oktober 2023 (doc. ST 14280/23).
(10) Besluit (GBVB) 2022/2244 van de Raad van 14 november 2022 betreffende de deelname van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland aan het PESCO-project militaire mobiliteit (PB L 294 van 15.11.2022, blz. 22).
ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/6982/oj
ISSN 1977-0995 (electronic edition)