This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32023R2616
Commission Delegated Regulation (EU) 2023/2616 of 15 September 2023 amending Regulation (EU) 2021/821 of the European Parliament and of the Council as regards the list of dual-use items
Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2616 van de Commissie van 15 september 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2021/821 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de lijst van producten voor tweeërlei gebruik
Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2616 van de Commissie van 15 september 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2021/821 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de lijst van producten voor tweeërlei gebruik
PB L, 2023/2616, 15.12.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2023/2616/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
Publicatieblad |
NL Serie L |
2023/2616 |
15.12.2023 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2023/2616 VAN DE COMMISSIE
van 15 september 2023
tot wijziging van Verordening (EU) 2021/821 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de lijst van producten voor tweeërlei gebruik
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2021/821 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot instelling van een Unieregeling voor controle op de uitvoer, de tussenhandel, de technische bijstand, de doorvoer en de overbrenging van producten voor tweeërlei gebruik (1), en met name artikel 17, lid 1, punt a),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens Verordening (EU) 2021/821 moeten producten voor tweeërlei gebruik aan een doeltreffende controle worden onderworpen bij uitvoer uit of doorvoer door de Unie, of bij levering aan een derde land als gevolg van tussenhandeldiensten welke worden verleend door een tussenhandelaar die een ingezetene van de Unie is, of die in de Unie gevestigd is. |
(2) |
De gemeenschappelijke lijst van producten voor tweeërlei gebruik die in de Unie aan controle worden onderworpen, is vastgesteld in bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821. Besluiten over de aan een dergelijke controle onderworpen producten worden genomen in het kader van internationaal overeengekomen vergunningsregelingen voor producten voor tweeërlei gebruik. |
(3) |
De lijst van producten voor tweeërlei gebruik in bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821 moet regelmatig worden bijgewerkt, zodat aan de verplichtingen inzake internationale veiligheid wordt voldaan, de transparantie wordt gewaarborgd en het concurrentievermogen van de marktdeelnemers wordt behouden. De in het kader van de internationale regelingen inzake non-proliferatie en uitvoercontrole goedgekeurde controlelijsten zijn in 2022 gewijzigd; daarom moet bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821 overeenkomstig artikel 17, lid 1, punt a), van die verordening dienovereenkomstig worden gewijzigd. Teneinde raadpleging door instanties voor uitvoercontrole en door marktdeelnemers te vergemakkelijken, moet bijlage I bij die verordening worden vervangen. |
(4) |
Om ervoor te zorgen dat zo snel mogelijk volledig aan de verplichtingen inzake internationale veiligheid wordt voldaan, moet deze verordening op de dag na die van de bekendmaking ervan in werking treden. |
(5) |
Verordening (EU) 2021/821 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 september 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
BIJLAGE
"BIJLAGE I
IN ARTIKEL 3 VAN DEZE VERORDENING BEDOELDE LIJST VAN PRODUCTEN VOOR TWEEËRLEI GEBRUIK
De in deze bijlage opgenomen lijst van producten voor tweeërlei gebruik is een technische implementatie van internationaal overeengekomen vergunningsregelingen voor producten voor tweeërlei gebruik, waaronder de Australiëgroep (1), het "Missile Technology Control Regime" (MTCR) (2), de Groep van Nucleaire Exportlanden (3), het Wassenaar Arrangement (4), en het Verdrag inzake chemische wapens (Chemical Weapons Convention — CWC) (5).
INHOUD
Deel I |
Algemene opmerkingen, acroniemen en afkortingen, en definities |
Deel II — Categorie 0 |
Nucleaire goederen, installaties en materialen |
Deel III — Categorie 1 |
Speciale materialen en aanverwante apparatuur |
Deel IV — Categorie 2 |
Materiaalverwerking |
Deel V — Categorie 3 |
Elektronica |
Deel VI — Categorie 4 |
Computers |
Deel VII — Categorie 5 |
Telecommunicatie en "informatiebeveiliging" |
Deel VIII — Categorie 6 |
Sensoren en lasers |
Deel IX — Categorie 7 |
Navigatie en vliegtuigelektronica |
Deel X — Categorie 8 |
Zeewezen en schepen |
Deel XI — Categorie 9 |
Ruimtevaart en voortstuwing |
DEEL I
Algemene opmerkingen, acroniemen en afkortingen, en definities
ALGEMENE OPMERKINGEN BIJ BIJLAGE I
1. |
Voor de controle op de uitvoer van goederen die zijn ontworpen of aangepast voor militair gebruik, zij verwezen naar de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen (6) en de desbetreffende lijst(en) van aan vergunningsplicht onderworpen militaire goederen van de afzonderlijke EU-lidstaten. Verwijzingen in deze bijlage naar de "lijst militaire goederen" hebben betrekking op deze lijsten. |
2. |
De doelstelling van de controles op de uitvoer van de goederen, vermeld in deze bijlage, mag niet worden omzeild door de uitvoer van niet aan vergunningsplicht onderworpen goederen (met inbegrip van fabrieken) die één of meer aan vergunningsplicht onderworpen onderdelen bevatten, als deze onderdelen het voornaamste element van de goederen vormen en gemakkelijk kunnen worden verwijderd of voor andere doeleinden worden aangewend.
|
3. |
Met goederen worden in deze bijlage zowel nieuwe als gebruikte goederen bedoeld. |
4. |
In sommige gevallen zijn stoffen vermeld met naam en CAS-nummer. Onder de lijst vallen stoffen met dezelfde structuurformule (met inbegrip van hydraten, isotopisch gemerkte vormen of alle mogelijke stereo-isomeren), ongeacht naam of CAS-nummer. De CAS-nummers zijn vermeld om een bepaalde stof of een bepaald mengsel gemakkelijker te kunnen identificeren, ongeacht de nomenclatuur. CAS-nummers kunnen niet als eenduidige identificatienummers gebruikt worden, omdat sommige vormen van de op de lijst vermelde stoffen andere CAS-nummers hebben, en ook mengsels die een op de lijst voorkomende stof bevatten, andere CAS-nummers kunnen hebben. |
NUCLEAIRE TECHNOLOGIENOOT (NTN)
(Te lezen in samenhang met sectie E van categorie 0.)
De "technologie" die rechtstreeks samenhangt met goederen die in categorie 0 vallen, valt onder de bepalingen van categorie 0.
"Technologie" voor de "ontwikkeling", de "productie" of het "gebruik" van aan vergunningsplicht onderworpen goederen is ook aan vergunningsplicht onderworpen als deze technologie wordt toegepast op niet aan vergunningsplicht onderworpen goederen.
Het verlenen van een uitvoervergunning voor goederen houdt tevens in dat de uitvoer naar dezelfde eindgebruiker van de minimaal noodzakelijke "technologie" voor installatie, bediening, onderhoud en reparatie van de goederen is toegestaan.
Vergunningsregelingen voor overdracht van "technologie" zijn niet van toepassing op informatie die "voor iedereen beschikbaar" is, en op "fundamenteel wetenschappelijk onderzoek".
ALGEMENE TECHNOLOGIENOOT (ATN)
(Te lezen in samenhang met sectie E van de categorieën 1 tot en met 9.)
De uitvoer van "technologie" die "noodzakelijk" is voor de "ontwikkeling", "productie" of het "gebruik" van in de categorieën 1 tot en met 9 bedoelde goederen, is onderworpen aan de op de categorieën 1 tot en met 9 van toepassing zijnde bepalingen.
"Technologie" die "noodzakelijk" is voor de "ontwikkeling", de "productie" of het "gebruik" van aan vergunningsplicht onderworpen goederen is ook aan vergunningsplicht onderworpen als deze technologie wordt toegepast op niet aan vergunningsplicht onderworpen goederen.
De vergunningsplicht geldt niet voor de minimaal noodzakelijke "technologie" voor installatie, bediening, onderhoud of reparatie van niet onder de vergunningsplicht vallende goederen of op de goederen waarvan de uitvoer is toegestaan.
Noot : |
Deze bepaling laat de controlestatus van de in 1E002.e., 1E002.f., 8E002.a. en 8E002.b. bedoelde "technologie" onverlet. |
De vergunningsplicht voor de overdracht van "technologie" is niet van toepassing op informatie die "voor iedereen beschikbaar" is, op "fundamenteel wetenschappelijk onderzoek" en op de voor octrooiaanvragen noodzakelijke minimuminformatie.
NUCLEAIRE PROGRAMMATUURNOOT (NPN)
(Deze noot heeft voorrang boven het bepaalde in sectie D van categorie 0.)
Sectie D van categorie 0 heeft geen betrekking op "programmatuur" die de minimaal noodzakelijke "objectcode" is voor de installatie, de bediening, het onderhoud (controle) of de reparatie van goederen waarvan de uitvoer is toegestaan.
Het verlenen van een uitvoervergunning voor goederen houdt tevens in dat de uitvoer naar dezelfde eindgebruiker van de minimaal noodzakelijke "objectcode" voor de installatie, de bediening, het onderhoud (controle) of de reparatie van de goederen is toegestaan.
Noot : |
De Nucleaire programmatuurnoot laat de controlestatus van de in categorie 5, deel 2 ("Informatiebeveiliging") bedoelde "programmatuur" onverlet. |
ALGEMENE PROGRAMMATUURNOOT (APN)
(Deze noot heeft voorrang boven het bepaalde in sectie D van de categorieën 1 tot en met 9.)
De categorieën 1 tot en met 9 van deze lijst zijn niet van toepassing op "programmatuur" die:
a. |
algemeen voor het publiek verkrijgbaar is doordat de "programmatuur":
|
b. |
"voor iedereen beschikbaar" is, of |
c. |
de minimaal noodzakelijke "objectcode" voor de installatie, de bediening, het onderhoud (controle) of de reparatie van goederen waarvan de uitvoer is toegestaan.
|
ALGEMENE NOOT "INFORMATIEBEVEILIGING" (ANIB)
Producten of functies ten behoeve van "informatiebeveiliging" moeten worden beoordeeld aan de hand van de bepalingen in categorie 5, deel 2, ook indien het onderdelen, "programmatuur" of functies van andere producten betreft.
REDACTIONELE CONVENTIES IN HET PUBLICATIEBLAD VAN DE EUROPESE UNIE
In overeenstemming met de regels uiteengezet in de Interinstitutionele schrijfwijzer voor in het Nederlands gepubliceerde teksten in het Publicatieblad van de Europese Unie:
— |
worden decimalen van gehele getallen gescheiden door een komma, |
— |
en worden gehele getallen ingedeeld in blokken van drie cijfers die van elkaar worden gescheiden door een dunne spatie. |
In deze bijlage wordt de hierboven beschreven praktijk aangehouden.
IN DEZE BIJLAGE GEBRUIKTE ACRONIEMEN EN AFKORTINGEN
Voor acroniemen en afkortingen die als gedefinieerde term gebruikt worden, zie "Definities van in deze bijlage gebruikte termen".
ACRONIEMEN EN AFKORTINGEN |
|
ABEC |
Annular Bearing Engineers Committee |
ABMA |
American Bearing Manufacturers Association |
ADC |
Analoog-digitaalomzetters |
AGMA |
American Gear Manufacturers Association |
AHRS |
Stand- en koersreferentiesysteem |
AISI |
American Iron and Steel Institute |
ALE |
Atomaire-lagenepitaxie |
ALU |
Logische rekeneenheid |
ANSI |
American National Standards Institute |
APP |
Aangepast piekvermogen |
APU |
Hulpaggregaat |
ASTM |
American Society for Testing and Materials |
ATC |
Luchtverkeersleiding |
BJT |
Bipolaire junctietransistors |
BPP |
Beam Parameter Product |
BSC |
Base Station Controller |
CAD |
Computerondersteund ontwerpen |
CAS |
Chemical Abstracts Service |
CCD |
Ladinggekoppelde componenten |
CDU |
Visualisatie- en bedieningsinrichtingen |
CEP |
Circular error probable (50 %-trefkanscirkel) |
CMM |
Coördinatenmeetmachines |
CMOS |
Componenten met metaaloxide veldeffecttransistoren |
CNTD |
Thermische ontleding met beheerste nucleatie |
CPLD |
Complexe programmeerbare logische bouwsteen |
CPU |
Centrale verwerkingseenheid |
CVD |
Chemische afzetting uit de dampfase |
CW |
Chemische oorlogsvoering |
CW (voor lasers) |
Continugolf |
DAC |
Digitaal-analoogomzetter |
DANL |
Gemiddeld ruisniveau |
DBRN |
Navigatiesystemen met als referentie een gegevensbestand |
DDS |
Directe digitale synthesizer |
DMA |
Dynamisch-mechanische analyse |
DME |
Instrument voor het aangeven van afstand |
DMOSFET |
Gediffundeerde metaaloxide-halfgeleider-veldeffecttransistor |
DS |
Gerichte stolling |
EB |
Exploding Bridge |
EB-PVD |
Elektronenstraalverdampen |
EBW |
Exploding Bridge Wire |
ECAD |
Elektronisch computerondersteund ontwerpen |
ECM |
Electro-Chemical Machining |
EDM |
Vonkerosie |
EFI |
‹Exploding foil›-ontstekingen |
EIRP |
Effectief isotroop uitgestraald vermogen |
EMP |
Elektromagnetische puls |
ENOB |
Effectief aantal bits |
ERF |
Elektrorheologisch afwerkingsprocedé |
ERP |
Effectief uitgestraald vermogen |
ESD |
Elektrostatische ontlading |
ETO |
Emitter Turn-Off Thyristor |
ETT |
Electrical Triggering Thyristors |
EU |
Europese Unie |
EUV |
Extreem ultraviolet |
FADEC |
Digitale elektronische motorregelapparatuur welke volledig zelfstandig in de motorregeling kan ingrijpen |
FFT |
Snelle Fourier-transformatie |
FPGA |
Door de gebruiker te programmeren ‹gate array› |
FPIC |
Door de gebruiker te programmeren ‹interconnect› |
FPLA |
Door de gebruiker te programmeren ‹logic array› |
FPO |
Drijvendekommabewerking |
FWHM |
Brandpuntsvlak met een halfwaardebreedte |
GAAFET |
‹Gate-All-Around›-veldeffecttransistor |
GLONASS |
Wereldwijd satellietnavigatiesysteem |
GNSS |
Wereldwijd satellietnavigatiesysteem |
gps |
Wereldwijd plaatsbepalingssysteem |
GSM |
Wereldwijd systeem voor mobiele communicatie |
GTO |
Uitschakelbare thyristor |
HBT |
Heterobipolaire transistors |
HDMI |
High-Definition Multimedia Interface |
HEMT |
Transistor met hoge elektronenmobiliteit |
ICAO |
Internationale Burgerluchtvaartorganisatie |
IEC |
Internationale Elektrotechnische Commissie |
IED |
Geïmproviseerde explosieven |
IEEE |
Institute of Electrical and Electronic Engineers |
IFOV |
Momenteel gezichtsveld |
IGBT |
Bipolaire transistors met geïsoleerde poort |
IGCT |
Integrated Gate Commutated thyristor |
IHO |
Internationale Hydrografische Organisatie |
ILS |
Instrumentlandingssysteem |
IMU |
Traagheidsmetingseenheid |
INS |
Traagheidsnavigatiesysteem |
IP |
Internetprotocol |
IRS |
Inertieel referentiesysteem |
IRU |
Inertiële referentie-eenheid |
ISA |
Internationale standaard-atmosfeer |
ISAR |
Radarmodus met omgekeerde kunstmatig ingestelde apertuur |
ISO |
Internationale organisatie voor normalisatie |
ITU |
Internationale Telecommunicatie-unie |
JT |
Joule-Thomson |
LIDAR |
Lichtdetectie- en afstandsbepaling |
LIDT |
Schadegrens veroorzaakt door lasers |
LOA |
Lengte over alles |
LRU |
Line Replaceable Unit |
LTT |
Light Triggering Thyristor |
MLS |
Microgolflandingssysteem |
MMIC |
Monolithisch geïntegreerde microgolfschakeling |
MOCVD |
Chemische afzetting van organometaaldamp |
MOSFET |
Metaaloxide-halfgeleider-veldeffecttransistor |
MPM |
Microgolfvermogensmodules |
MRF |
Magnetorheologisch afwerkingsprocedé |
MRF |
Minimum resolvable feature size |
MRI |
Magnetic resonance imaging (beeldvorming door middel van magnetische resonantie) |
MTBF |
Mean time between failures (gemiddeld storingsvrij interval) |
MTTF |
Mean time to failure (gemiddeld interval vóór storing) |
NA |
Numerieke apertuur |
NDT |
Non-destructive test (niet-destructief onderzoek) |
NEH |
Netto equivalente hoeveelheid |
NIJ |
Nationaal Instituut voor Justitie |
OAM |
Bediening, beheer en onderhoud |
OSI |
Open Systems Interconnection |
PAI |
Polyamide-imiden |
PAR |
Precisienaderingsradar |
PCL |
Passieve lokalisering |
PDK |
Process Design Kit |
PIN |
Persoonlijk identificatienummer |
PMR |
Particuliere mobiele radio |
PVD |
Physical Vapour Deposition (fysieke afzetting uit de dampfase) |
ppm |
parts per million (delen per miljoen) |
QAM |
Quadrature-Amplitude-Modulation (kwadratuuramplitudemodulatie) |
QE |
Kwantumefficiëntie |
RAP |
Reactive Atom Plasma-technologie (reactief atomair plasma) |
RF |
Radiofrequentie |
rms |
Root mean square (kwadratisch gemiddelde) |
RNC |
Radio Network Controller |
RNSS |
Regionaal satellietnavigatiesysteem |
ROIC |
Read-out Integrated Circuit (geïntegreerde schakeling voor het uitlezen) |
S-FIL |
Step and Flash Imprint Lithography |
SAR |
Synthetic Aperture Radar (radarmodus met kunstmatig ingestelde apertuur) |
SAS |
Synthetic Aperture Sonar |
SC |
Single Crystal (eenkristal) |
SCR |
Gestuurde halfgeleidergelijkrichters |
SFDR |
Spurious Free Dynamic Range (Storingsvrij dynamisch bereik) |
SHPL |
Super High Powered Laser |
SLAR |
Side-looking airborne radar (zijwaarts stralende radarmodus in vliegtuigen) |
SOI |
Silicon-on-Insulator |
SQUID |
Superconducting Quantum Interference Device |
SRA |
Shop replaceable assembly (in de werkplaats vervangbaar moduul) |
SRAM |
Static Random Access Memory |
SSB |
Single sideband (enkelzijband) |
SSR |
Secundaire surveillanceradar |
SSS |
Side Scan Sonar |
TIR |
Total Indicated Reading (totale meetklokuitslag) |
TVR |
Transmitting Voltage Response |
u |
Atomaire massa-eenheid |
UPR |
Unidirectional positioning repeatability (herhaalbaarheid van de unidirectionele positionering) |
UTS |
Ultimate tensile strength (eindtreksterkte) |
UV |
Ultraviolet |
VJFET |
Verticale junctie-veldeffecttransistor |
VOR |
Very High Frequency Omni-directional Range |
WHO |
Wereldgezondheidsorganisatie |
WLAN |
Wireless Local Area Network (draadloos lokaal netwerk) |
DEFINITIES VAN IN DEZE BIJLAGE GEBRUIKTE TERMEN
De definitie van termen tussen enkele aanhalingstekens ("…") wordt gegeven in een technische noot bij de betrokken post.
De definitie van de termen tussen dubbele aanhalingstekens ("…") luidt als volgt:
NB : |
Na elke gedefinieerde term wordt tussen haakjes verwezen naar de betrokken categorie(ën). |
"Nauwkeurigheid" (2 3 6 7 8) (gewoonlijk uitgedrukt in mate van onnauwkeurigheid): de maximale positieve of negatieve afwijking van een aangegeven waarde ten opzichte van een erkende norm of zuivere waarde.
"Actieve vluchtregelsystemen" (7): actieve vluchtregelsystemen die ongewenste bewegingen of structurele belastingen van het "vliegtuig" of de raket voorkomen door de onafhankelijke verwerking van signalen van meerdere sensoren waarna preventieve commando’s voor automatische regeling worden gegeven.
"Actieve pixel" (6): het kleinste (afzonderlijke) element van de halfgeleider-"array" dat nog een foto-elektrische overdrachtsfunctie vervult bij blootstelling aan elektromagnetische straling (licht).
"Aangepast piekvermogen" (4): een aangepaste pieksnelheid waarbij "digitale computers" drijvendekommaoptellingen en -vermenigvuldigingen van 64 bit of meer uitvoeren, die wordt uitgedrukt in gewogen TeraFLOPS (‹Weighted TeraFLOPS (WT)›), in eenheden van 1012 aangepaste drijvendekommabewerkingen per seconde.
NB : |
Zie categorie 4, Technische noot. |
"Vliegtuigen" (1 6 7 9): luchtvaartuigen met vaste, draaibare of roterende vleugel(helikopter) of verticaal opstijgende luchtvaartuigen (met kantelende rotor of vleugel).
NB: |
Zie ook "civiele vliegtuigen". |
"Luchtschip" (9): een door een motor aangedreven luchtvaartuig dat in de lucht wordt gehouden door een massa aan gas (gewoonlijk helium, voordien waterstof) dat lichter is dan lucht.
"Inclusief alle compensaties" (2): nadat alle uitvoerbare maatregelen waarover de fabrikant beschikt om alle systematische instelfouten voor het betrokken werktuigmachinemodel of alle meetfouten voor de betrokken coördinaten-meetmachine tot een minimum te beperken, bekeken zijn.
"Door de ITU toegewezen" (3 5): toewijzing van de frequentiebanden overeenkomstig de huidige uitgave van het Radioreglement van de ITU voor primaire, toegelaten en secundaire diensten.
NB : |
Extra en alternatieve toewijzingen vallen hier niet onder. |
"Hoekafwijking" (2): het maximale verschil tussen de aangegeven hoekpositie en de feitelijke, zeer nauwkeurig gemeten hoekpositie nadat de houder van het werkstuk op de tafel uit zijn oorspronkelijke positie is weggedraaid.
"Angle random walk" (7): de foutenontwikkeling bij hoekversnellingsmeting in tijd door witte ruis in de snelheid van de hoekbeweging (IEEE STD 528-2001).
"APP" (4): ("Adjusted Peak Performance") "Aangepast piekvermogen".
"Asymmetrisch algoritme" (5): cryptografisch algoritme waarin voor encryptie andere wiskundige sleutels worden gebruikt dan voor decryptie.
NB : |
Voor sleutelbeheer worden gewoonlijk "asymmetrische algoritmen" gebruikt. |
"Authentificatie" (5): verificatie van de identiteit van een gebruiker, programma of apparaat, vaak als voorwaarde voor toegang tot bronnen in een informatiesysteem. Dit omvat een verificatie van de oorsprong of inhoud van een bericht of andere informatie en alle aspecten van toegangscontrole waarbij geen encryptie van bestanden of tekst betrokken is, behalve wanneer deze rechtstreeks verband houdt met de bescherming van wachtwoorden, persoonlijke identificatienummers (PIN-codes) of vergelijkbare informatie ter voorkoming van toegang zonder toestemming.
"Gemiddeld uitgangsvermogen" (6): de totale outputenergie van een "laser" in joules, gedeeld door de periode waarin een reeks opeenvolgende pulsen wordt uitgezonden, in seconden. Voor een reeks gelijkmatig verdeelde pulsen is het gelijk aan het totale uitgangsvermogen van de "laser" in een enkele puls, in joules, vermenigvuldigd met de pulsfrequentie van de "laser", in Hertz.
"Voortplantingsvertragingstijd van de basispoort" (3): de waarde van de voortplantingsvertragingstijd die overeenkomt met die van de basispoort binnen een "monolithische geïntegreerde schakeling". Deze kan voor een bepaalde "familie" van "monolithische geïntegreerde schakelingen" gespecificeerd zijn als de voortplantingsvertragingstijd per typerende poort binnen die "familie" of als de typerende voortplantingsvertragingstijd per poort binnen die "familie".
NB: 1: |
De "voortplantingsvertragingstijd van de basispoort" moet niet worden verward met de in/uitgangsvertragingstijd van een complexe "monolithische geïntegreerde schakeling". |
NB: 2: |
Een "familie" bestaat uit alle geïntegreerde schakelingen waarop alle onderstaande elementen zijn toegepast als fabricagemethoden en -specificaties, met uitzondering van hun respectieve functies:
|
"Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek" (ATN NTN): experimenteel of theoretisch werk dat hoofdzakelijk wordt gedaan om nieuwe kennis te verkrijgen over de fundamentele beginselen van verschijnselen of waarneembare feiten, en dat in eerste instantie niet is gericht op een bepaald praktisch doel of oogmerk.
"Bias" (versnellingsmeters) (7): het gemiddelde uitgangssignaal van een versnellingsmeter over een bepaalde tijd, gemeten onder gespecificeerde werkingsomstandigheden dat geen correlatie heeft met een aanzetversnelling of -rotatie. "Bias" wordt uitgedrukt in graden of in meter per secondekwadraat (m/s2). (IEEE STD 528-2001) (Micrograden = 1 × 10–6 graden).
"Bias" (gyroscopen) (7): het gemiddelde uitgangssignaal van een gyroscoop over een bepaalde tijd, gemeten onder gespecificeerde werkingsomstandigheden dat geen correlatie heeft met een aanzetrotatie of -versnelling. "Bias" wordt typisch uitgedrukt in graden per uur (graden/u). (IEEE STD 528-2001).
"Biologische stoffen" (1): pathogenen of toxinen, geselecteerd of aangepast (zoals een wijziging van de zuiverheid, houdbaarheid, virulentie, verspreidingskenmerken, of weerstand tegen UV-straling) om menselijke of dierlijke slachtoffers, schade aan uitrusting of aan gewassen, en aantasting van het milieu te veroorzaken.
"Axiale slag" (2): axiale verplaatsing tijdens één omwenteling van de hoofdspil, gemeten in een vlak loodrecht op de stelplaat van de spil aan een punt dat grenst aan de omtrek van de stelplaat van de spil. (Referentie: ISO 230/1 1986, paragraaf 5.63).
"CEP" (7) ("Circular Error Probable"): bij normale cirkelvormige spreiding de straal van de cirkel die 50 % bestrijkt van de afzonderlijke metingen die worden verricht, of de straal van de cirkel waarbinnen er 50 % kans is om te worden gelokaliseerd.
"Chemische laser" (6): een "laser" waarin de geëxciteerde stof wordt geproduceerd door de door een chemische reactie voortgebrachte energie.
"Chemisch mengsel" (1): een vast, vloeibaar of gasvormig product dat bestaat uit twee of meer bestanddelen die niet samen reageren onder de omstandigheden waarin het mengsel is opgeslagen.
"Luchtstroom-beheerste antitorsie of richtingsregelsystemen" (7): systemen die gebruikmaken van lucht die over aerodynamische vlakken wordt geblazen om de door deze oppervlakken gegenereerde krachten te verhogen en te beheersen.
"Civiele vliegtuigen" (1 3 4 7): die types "vliegtuigen" die als zodanig zijn aangeduid in gepubliceerde overzichten van luchtwaardigheidsbewijzen van de civiele luchtvaartautoriteiten van een of meer EU-lidstaten of "deelnemende staten" aan het "Wassenaar Arrangement" voor het vliegen van commerciële binnenlandse en buitenlandse lijnen of voor wettig civiel, privé of zakelijk gebruik.
NB : |
Zie ook "vliegtuigen". |
"Communicatiekanaalbesturingseenheid" (4): de fysieke verbinding die de stroom synchrone of asynchrone digitale informatie bestuurt. Deze bestaat uit een samenstelling die in de computer- of telecommunicatieapparatuur kan worden geïntegreerd teneinde toegang tot de communicatie te verschaffen.
"Compensatiesystemen" (6): bestaan uit de primaire scalaire sensor, een of meer referentiesensoren (bv. vector-"magnetometers"), en programmatuur om de starlichaamrotatieruis van het platform te reduceren.
"Composiet" (1 2 6 8 9): een "matrix" en één of meer toegevoegde fasen bestaande uit deeltjes, whiskers, vezels of iedere combinatie daarvan, aanwezig voor een specifiek doel of voor specifieke doelen.
"III/V-verbindingen" (3 6): polykristallijne, binaire of complexe monokristallijne producten bestaande uit elementen uit de groepen IIIA en VA van het periodieke systeem van Mendelejev (galliumarsenide, galliumaluminiumarsenide, indiumfosfide enz.).
"Contourbesturen" (2): twee of meer "numeriek bestuurde" bewegingen volgens instructies die de eerstvolgende vereiste positie en de vereiste voedingssnelheden naar die positie specificeren. Deze snelheden worden in afhankelijkheid van elkaar gevarieerd, zodat een gewenste contour wordt verkregen. (Referentie: ISO/DIS 2806-1980).
"Kritische temperatuur" (1 3 5): de "kritische temperatuur" (ook wel overgangstemperatuur genoemd) van een bepaald "supergeleidend" materiaal is de temperatuur waarbij de gelijkstroomweerstand van het materiaal nul wordt.
"Cryptografische activatie" (5): een specifieke techniek om cryptografisch vermogen te activeren of mogelijk te maken, via een mechanisme dat door de fabrikant van het product wordt toegepast, waarbij dit mechanisme uniek is voor:
1. |
een enkel exemplaar van het item, of |
2. |
een klant, voor meerdere exemplaren van het item. |
Technische noten:
1. |
Technieken en mechanismen voor "cryptografische activatie" kunnen de vorm aannemen van hardware, "programmatuur" of "technologie". |
2. |
Mechanismen voor "cryptografische activatie" kunnen bijvoorbeeld een vergunningssleutel op basis van een serienummer of een authentificatie-instrument, zoals een digitaal ondertekend certificaat, zijn. |
"Cryptografie" (5): de tak van wetenschap die zich bezighoudt met de grondbeginselen, middelen en methoden voor het omzetten van gegevens teneinde de inhoud daarvan te verbergen, te voorkomen dat deze inhoud ongemerkt wordt gewijzigd of zonder toestemming wordt gebruikt. "Cryptografie" is beperkt tot het omzetten van gegevens met gebruikmaking van één of meer "geheime parameters" (bv. cryptovariabelen) of aanverwante sleutels.
Noten:
1. |
Tot "cryptografie" worden niet gerekend: technieken van "vaste" gegevenscomprimering of -codering. |
2. |
"Cryptografie" omvat ook decryptie. |
Technische noten:
1. |
Een "geheime parameter" is een constante of sleutel die voor anderen geheim wordt gehouden of slechts binnen een groep bekend wordt gemaakt. |
2. |
"Vast": het coderings- of comprimeringsalgoritme kan geen parameters van buitenaf ontvangen (bv. cryptografische of sleutelvariabelen) noch gewijzigd worden door de gebruiker. |
"CW-laser" (6): een "laser" die langer dan 0,25 seconden een nominaal constante energie voortbrengt.
"Respons op cyberincidenten" (4): de uitwisseling van noodzakelijke informatie over een incident op het gebied van cyberbeveiliging met individuen of organisaties die verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren of coördineren van maatregelen met het oog op de aanpak van het incident op het gebied van cyberbeveiliging.
"Navigatiesystemen met als referentie een gegevensbestand" ("DBRN-systemen") (7): systemen die gebruikmaken van verschillende bronnen van eerder gemeten gegevens die aan een geografische referentie zijn toegewezen, welke zijn geïntegreerd om onder dynamische omstandigheden accurate navigatie-informatie te verstrekken. De gegevensbronnen omvatten bathymetrische kaarten, sterrenkaarten, zwaartekrachtkaarten, magnetische kaarten of 3-D digitale terreinkaarten.
"Verarmd uranium" (0): uranium met een gehalte aan de uranium-235-isotoop dat lager is dan in de natuur voorkomt.
"Ontwikkeling" (ATN NTN Alle) bestrijkt alle fasen voorafgaand aan serieproductie, zoals: ontwerp, ontwerponderzoek, ontwerpanalyse, ontwerpideeën, assemblage en testen van prototypen, proefproductieplannen, ontwerpgegevens, het vertalen van ontwerpgegevens in een product, ontwerp van configuraties, integratieontwerp, opmaak.
"Diffusielassen" (1 2): het in de vaste fase (‹solid-state›) met elkaar verbinden van tenminste twee aparte metalen tot één stuk met een bindingssterkte tenminste gelijk aan die van het zwakste materiaal, waarbij het voornaamste mechanisme bestaat uit interdiffusie van atomen over het oppervlak heen.
"Digitale computer" (4 5): een apparaat dat, in de vorm van één of meer discrete variabelen, alle volgende functies kan verrichten:
a. |
gegevens opnemen; |
b. |
gegevens of opdrachten in onuitwisbare of wijzigbare (beschrijfbare) geheugens opslaan; |
c. |
gegevens met behulp van een opgeslagen veranderbare reeks opdrachten verwerken, en |
d. |
gegevens afgeven. |
NB : |
Onder veranderen van een opgeslagen reeks opdrachten wordt mede verstaan het vervangen van onuitwisbare geheugenelementen, doch hieronder valt niet het in fysieke zin wijzigen van bedrading of onderlinge verbindingen. |
"Digitale overbrengsnelheid" (def): de totale bitsnelheid van de informatie die direct wordt overgebracht op ieder type medium.
NB : |
Zie ook "totale digitale overbrengsnelheid". |
"Verloopsnelheid" (gyroscopen) (7): de component van de gyroscoopuitvoer die functioneel onafhankelijk is van de invoerrotatie. Wordt uitgedrukt als hoeksnelheid. (IEEE STD 528-2001).
"Effectieve gram" (0 1) (van "speciale splijtstoffen"):
a. |
voor plutoniumisotopen en uranium-233: het gewicht van de isotoop in gram; |
b. |
voor uranium dat 1 % of meer verrijkt is in de isotoop uranium-235: het gewicht van het element in gram, vermenigvuldigd met het kwadraat van de verrijking, uitgedrukt in decimalen als gewichtsverhouding; |
c. |
voor uranium dat minder dan 1 % verrijkt is in de isotoop uranium-235: het gewicht van het element in gram, vermenigvuldigd met 0,0001. |
"Elektronische samenstelling" (2 3 4): een aantal elektronische componenten (bijvoorbeeld "schakelelementen", "discrete onderdelen", geïntegreerde schakelingen enz.) die onderling verbonden zijn om één of meer specifieke functies te vervullen en die als een eenheid vervangbaar en gewoonlijk demonteerbaar zijn.
NB: 1: |
Een "schakelelement" is een enkelvoudig actief of passief functioneel deel van een elektronische schakeling, bijvoorbeeld één diode, één transistor, één weerstand, één condensator enz. |
NB: 2: |
Een "discreet onderdeel" is een afzonderlijk omhuld "schakelelement" met eigen uitwendige aansluitingen. |
"Energetische materialen" (1): stoffen of mengsels die chemisch reageren waarbij energie vrijkomt die noodzakelijk is voor de beoogde toepassing ervan. "Springstoffen", "pyrotechnische middelen" en "stuwstoffen" zijn subklassen van energetische materialen.
"Eindeffectors" (2): grijpers, "actieve gereedschapseenheden" en alle andere gereedschappen die zijn verbonden met de grondplaat aan het uiteinde van de manipulatiearmen van een "robot".
NB: |
Een "actieve gereedschapseenheid" is een voorziening die beweegkracht of procesenergie op het werkstuk overbrengt of waarnemingen daarvan verzorgt. |
"Equivalente dichtheid" (6): de massa van een optisch element per optische oppervlakte-eenheid geprojecteerd op het optisch oppervlak.
"Equivalente normen" (1): vergelijkbare nationale of internationale normen die door een of meer EU-lidstaten of "deelnemende staten" aan het "Wassenaar Arrangement" worden erkend en van toepassing zijn op de betrokken vermelding.
"Springstoffen" (1): stoffen in vaste, vloeibare of gasvorm of mengsels van stoffen die moeten detoneren als primaire, aanjaag- of hoofdlading in koppen, bij sloopwerkzaamheden of bij andere toepassingen.
"Digitale elektronische motorregelsystemen welke volledig zelfstandig in de motorregeling kunnen ingrijpen" ("FADEC-systemen") (9) (‹full authority digital engine control systems›): digitale elektronische regelsystemen voor gasturbinemotoren die autonoom kunnen ingrijpen in de motorregeling over het hele werkbereik van de motor vanaf de gevraagde motorstart tot het gevraagde stilleggen van de motor, zowel in normale omstandigheden als in het geval van storingen.
"Stapel- en continuvezelmateriaal" (0 1 8 9). Dit omvat:
a. |
continue "monofilamenten"; |
b. |
continu "garens"; en "‹rovings›"; |
c. |
"banden", weefsels en onregelmatig gelaagde matten en gevlochten banden; |
d. |
op lengte gesneden vezels, stapelvezels en samenhangende vezeldekens; |
e. |
whiskers, hetzij monokristallijn hetzij polykristallijn, ongeacht hun lengte; |
f. |
aromatische polyamidepulp. |
"Geïntegreerde schakeling van het filmtype" (3): een reeks "schakelelementen" en metallieke doorverbindingen, die gevormd zijn door afzetting van een dikke of dunne laag op een isolerend "substraat".
NB : |
Een "schakelelement" is een enkelvoudig actief of passief functioneel deel van een elektronische schakeling, bijvoorbeeld één diode, één transistor, één weerstand, één condensator enz. |
"‹Fly-by-light›-systeem" (7): een primair digitaal vluchtregelsysteem dat terugkoppeling gebruikt voor de controle van het "vliegtuig" tijdens de vlucht, waarbij de opdrachten aan de effectors/aandrijvers optische signalen zijn.
"‹Fly-by-wire›-systeem" (7): een primair digitaal vluchtregelsysteem dat terugkoppeling gebruikt voor de controle van het "vliegtuig" tijdens de vlucht, waarbij de opdrachten aan de effectors/aandrijvers elektrische signalen zijn.
"‹Focal plane array›" (6 8): een lineaire of tweedimensionale vlakke laag of combinatie van vlakke lagen met afzonderlijke detectorelementen, met of zonder uitlees-elektronica, die in het brandvlak "‹focal plane›" worden geplaatst.
NB : |
Stapels afzonderlijke detectorelementen of detectoren met twee, drie of vier elementen vallen hier niet onder, op voorwaarde dat in het element geen tijdvertraging en integratie plaatsvindt. |
"Fractionele bandbreedte" (3 5): de "momentele bandbreedte" gedeeld door de centrale frequentie, uitgedrukt in procenten.
"‹Frequency hopping›" (5 6): een vorm van "spread spectrum" waarbij de zendfrequentie van één enkel communicatiekanaal wordt verschoven in een willekeurige of pseudowillekeurige reeks discrete stappen.
"Frequentiewisseltijd" (3): de tijd (d.w.z. vertraging) welke benodigd is om van de oorspronkelijke gespecificeerde uitgangsfrequentie over te schakelen naar of te komen binnen:
a. |
± 100 Hz van een uiteindelijke gespecificeerde uitgangsfrequentie van minder dan 1 GHz, of |
b. |
± 0,1 ppm (deel per miljoen) van een uiteindelijke gespecificeerde uitgangsfrequentie van 1 GHz of meer. |
"Brandstofcel" (8): een elektrochemische inrichting die chemische energie rechtstreeks in gelijkstroom (DC) omzet door van een externe bron afkomstige brandstof te verbruiken.
"Samensmeltbaar" (vernetbaar) (1): in staat zijn om door verhitting, straling, katalyse enz., te vernetten of verder te polymeriseren, dan wel zonder pyrolyse (verkoling) te smelten.
"‹Gate-All-Around›-veldeffecttransistor" ("GAAFET") (3): een halfgeleidercomponent met één of meerdere geleidingskanaalelementen, voorzien van een gemeenschappelijke gatestructuur die alle geleidingskanaalelementen omhult en de stroom daarin regelt.
NB : |
Deze definitie omvat op nanovellen of nanodraden gebaseerde veldeffecttransistors en transistors met een omhullende gate, en andere op "GAAFET" berustende structuren van halfgeleiderkanaalelementen. |
"Hard selectors" (5): gegevens of gegevensgroepen die bij een individu horen (bv. achternaam, voornaam, e-mailadres, woonadres, telefoonnummer of lidmaatschappen).
"Geleidingssysteem" (7): systemen waarin de meting en berekening van de positie en snelheid van een voertuig (navigatie) worden gecombineerd met de berekening en verzending van opdrachten naar de vluchtregelsystemen van het voertuig om de baan te corrigeren.
"Hybride geïntegreerde schakeling" (3): elke willekeurige combinatie van geïntegreerde schakelingen, "schakelelementen" of "discrete onderdelen" die onderling verbonden zijn om één of meer specifieke functies te vervullen en met alle volgende kenmerken:
a. |
met tenminste één niet-omhuld element; |
b. |
onderling verbonden met gebruikmaking van kenmerkende productiemethoden voor geïntegreerde schakelingen; |
c. |
als eenheid vervangbaar, en |
d. |
gewoonlijk niet demonteerbaar. |
NB: 1: |
Een "schakelelement" is een enkelvoudig actief of passief functioneel deel van een elektronische schakeling, bijvoorbeeld één diode, één transistor, één weerstand, één condensator enz. |
NB: 2: |
Een "discreet onderdeel" is een afzonderlijk omhuld "schakelelement" met eigen uitwendige aansluitingen. |
"Beeldverbetering" (4): het verwerken van elders verkregen informatiedragende beelden met behulp van algoritmen, zoals tijdcompressie, filteren, extractie, selectie, correlatie, convolutie of transformatie tussen domeinen (bv. de snelle Fouriertransformatie (‹fast Fourier transform›) of de Walsh-transformatie (‹Walsh transform›)). Hieronder zijn niet begrepen algoritmen die slechts lineaire of draaiende omzettingen op een enkel beeld toepassen, zoals verschuivingen, extractie van specifieke kenmerken, registratie of het vals kleuren.
"Immunotoxine" (1): een samenvoeging van een celspecifieke monoklonale antistof en een "toxine" of een "subeenheid van een toxine" die zieke cellen selectief aantast.
"Voor iedereen beschikbaar" (ATN NTN APN): "technologie" of "programmatuur" die zonder beperkingen aan de verdere verspreiding daarvan beschikbaar zijn gesteld. (Auteursrechtelijke beperkingen hebben niet tot gevolg dat "technologie" of "programmatuur" niet langer "voor iedereen beschikbaar" is.)
"Informatiebeveiliging" (APN ANIB 5): alle middelen en functies ter verzekering van de toegankelijkheid, geheimhouding of integriteit van gegevens of communicaties, zonder inbegrip van de middelen en functies die zijn bedoeld als beveiliging tegen storingen. Het begrip omvat o.a. "cryptografie", "cryptografische activatie", "cryptanalyse", bescherming tegen confidentiële uitstralingen en computerbeveiliging.
Technische noot:
"Cryptanalyse": de analyse van een cryptografisch systeem of de in- en uitvoer daarvan om daaraan vertrouwelijke variabelen of gevoelige gegevens te ontlenen, met inbegrip van niet-gecodeerde tekst.
"Momentele bandbreedte" (3 5 7): de bandbreedte waarover het uitgangsvermogen binnen 3 dB constant blijft zonder bijstelling van andere werkparameters.
"Isolatie" (9): de isolatie van de onderdelen van een raketmotor, d.w.z. omhulling, straalpijp, inlaten en afdichtingen van de omhulling, waaronder gevulkaniseerd of half-gevulkaniseerd samengesteld rubber plaatmateriaal dat een isolerend of hittebestendig materiaal omvat. Isolatie kan ook zijn aangebracht in de vorm van moffen of flappen om spanningen te ontlasten.
"Binnenbekleding" (9): de hechtlaag tussen de vaste stuwstof en de omhulling of isolerende bekleding. Doorgaans een op vloeibare polymeren gebaseerde dispersie van hittebestendige of isolerende materialen, bijvoorbeeld polybutadieen met hydroxy-eindgroep (HTPB) met koolstof als vulmateriaal of een andere polymeer waaraan hardingsmiddelen zijn toegevoegd, waarmee het inwendige van een omhulling wordt gespoten of bestreken.
"Interleaved-analoog-digitaalomzetter (ADC)" (3): toestellen met meerdere ADC-eenheden die dezelfde analoge input op verschillende tijdstippen bemonsteren, zodat bij het samenvoegen van de outputs de analooginput doeltreffend is bemonsterd en op een hogere bemonsteringsnelheid is omgezet.
"Intrinsieke magnetische gradiëntmeter" (6): één enkel waarnemingselement voor de gradiënt van magnetische velden en bijbehorende elektronica waarvan de afleeswaarde een maat is van de gradiënt van het magnetisch veld.
NB : |
Zie ook "magnetische gradiëntmeter". |
"Inbraakprogrammatuur" (4 5): ‹intrusion software›, "programmatuur" die speciaal is ontworpen of aangepast om opsporing door "bewakingshulpmiddelen" te voorkomen of om "beschermende tegenmaatregelen" van een computer of apparaat met netwerkcapaciteit te omzeilen en die één van de volgende functies verricht:
a. |
het onttrekken van gegevens of informatie uit een computer of apparaat met netwerkcapaciteit of het wijzigen van systeem- of gebruikersgegevens, of |
b. |
het wijzigen het normale executiepad van een programma of proces om de uitvoering van buitenaf geleverde instructies mogelijk te maken. |
Noten:
1. |
"Inbraakprogrammatuur" omvat niet het volgende:
|
2. |
Apparaten met netwerkcapaciteit omvatten mobiele apparaten en slimme meters. |
Technische noten:
1. |
"Bewakingshulpmiddelen": "programmatuur" of hardwareapparaten die het systeemgedrag of de processen die op een apparaat worden uitgevoerd, bewaken. Dit omvat antivirus (AV)-producten, producten voor eindpuntbeveiliging, producten voor persoonlijke veiligheid (PSP: Personal Security Products), inbraakdetectiesystemen (IDS: Intrusion Detection Systems), inbraakpreventiesystemen (IPS: Intrusion Prevention Systems) of firewalls. |
2. |
"Beschermende tegenmaatregelen": technieken die zijn ontworpen om te zorgen voor de veilige uitvoering van programmacode, zoals preventie van gegevensuitvoering, Data Execution Prevention DEP), willekeurige adresruimte-indeling (ASLR: Address Space Layout Randomisation) of ‹sandboxing›. |
"Geïsoleerde levende culturen" (1): levende culturen met inbegrip van culturen waarvan de organismen zich in een ruststadium bevinden en levende culturen in gedroogde preparaten.
"Isostatische persen" (2): apparatuur, geschikt voor het onder druk brengen van een gesloten holte door middel van een bepaalde stof (een gas, een vloeistof, vaste deeltjes enz.) teneinde te bereiken dat binnen de holte op een werkstuk of materiaal gelijke druk in alle richtingen wordt uitgeoefend.
"Laser" (0 1 2 3 5 6 7 8 9): een product dat zowel in de ruimte als in de tijd coherent licht produceert dat wordt versterkt door de gestimuleerde emissie van straling.
NB : |
|
"Bibliotheekprogramma’s" (1) (parametrische technische gegevensbestanden): een verzameling technische gegevens, waarvan de raadpleging de prestaties van relevante apparatuur of systemen kan verhogen.
"Lichter-dan-luchttoestellen" (9): ballonnen of "luchtschepen" die voor het creëren van lift gebruikmaken van hete lucht of andere gassen die lichter zijn dan lucht, bijvoorbeeld helium of waterstof.
"Lineariteit" (2) (gewoonlijk gemeten als non-lineariteit): de maximale positieve of negatieve afwijking van het feitelijke kenmerk (gemiddelde van naar boven en naar beneden gemeten waarden) van een rechte lijn die zo is geplaatst dat de maximale afwijkingen gelijk worden gemaakt en geminimaliseerd.
"Lokaal netwerk" (4 5): een datacommunicatiesysteem dat alle onderstaande eigenschappen combineert:
a. |
het stelt een willekeurig aantal onafhankelijke "datatoestellen" in staat, rechtstreeks met elkaar in verbinding te staan, en |
b. |
het is beperkt tot een geografisch betrekkelijk klein gebied (bijvoorbeeld een kantoorgebouw, een fabriek, een universiteitscomplex of een magazijn). |
NB : |
Een "datatoestel" is een apparaat voor het zenden of ontvangen van reeksen digitale informatie. |
"Magnetische gradiëntmeters" (6): deze zijn ontworpen voor het opsporen van de ruimtelijke variaties van magnetische velden van bronnen buiten het instrument. Zij bestaan uit verscheidene "magnetometers" en bijbehorende elektronica waarvan de afleeswaarde een maat is van de gradiënt van het magnetisch veld.
NB : |
Zie ook "intrinsieke magnetische gradiëntmeter". |
"Magnetometers" (6): deze zijn ontworpen voor het opsporen van magnetische velden van bronnen buiten het instrument. Zij bestaan uit één enkel sensorelement voor het waarnemen van magnetische velden en bijbehorende elektronica waarvan de afleeswaarde een maat is van het magnetisch veld.
"Materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6 " (0): koper, roestvast staal, aluminium, aluminiumoxide, aluminiumlegeringen, nikkel of legeringen met 60 of meer gewichtspercenten nikkel en gefluoreerde koolwaterstofpolymeren.
"Matrix" (1 2 8 9): een in hoofdzaak continue fase die de ruimte tussen deeltjes, whiskers of vezels vult.
"Meetonzekerheid" (2): de kenmerkende parameter die specificeert binnen welk bereik rond de uitvoerwaarde de juiste waarde van de te meten variabele ligt met een betrouwbaarheidsniveau van 95 %. Deze omvat de ongecorrigeerde systematische afwijkingen, de ongecorrigeerde speling en de willekeurige afwijkingen. (Referentie: ISO 10360-2).
"Microcomputer-microschakeling" (3): een "monolithische geïntegreerde schakeling" of "multichip geïntegreerde schakeling" met een logische rekeneenheid (ALU), die in staat is om vanuit een intern geheugen algemene opdrachten uit te voeren op basis van gegevens opgeslagen in het interne geheugen.
NB : |
Het interne geheugen kan worden uitgebreid met een extra geheugen. |
"Microprocessor-microschakeling" (3): een "monolithische geïntegreerde schakeling" of "multichip geïntegreerde schakeling" met een logische rekeneenheid (ALU), die in staat is om vanuit een extern geheugen een reeks algemene opdrachten uit te voeren.
NB: 1: |
De "microprocessor-microschakeling" bevat gewoonlijk geen toegankelijkheid van het interne geheugen voor de gebruiker, hoewel op de "chip" aanwezig geheugen kan worden gebruikt voor uitvoering van de logische functie. |
NB: 2: |
Hieronder vallen tevens "chip sets" die zijn ontworpen om samen de functie van een "microprocessor-microschakeling" te leveren. |
"Micro-organismen" (1 2): bacteriën, virussen, mycoplasma’s, rickettsiae, chlamydiae of schimmels, natuurlijk, versterkt of gemodificeerd, in de vorm van "geïsoleerde levende culturen" of als materiaal met inbegrip van levend materiaal dat opzettelijk met dergelijke culturen is geïnoculeerd of besmet.
"Raketten" (1 2 3 6 7 9): complete raketsystemen en systemen voor onbemande luchtvaartuigen die een nuttige lading van tenminste 500 kg kunnen vervoeren over een afstand van ten minste 300 km.
"Monofilament" (1) of filament: de kleinste maat vezel, gewoonlijk enkele μm (micrometer) in diameter.
"Monolithische geïntegreerde schakeling" (3): een combinatie van passieve en/of actieve "schakelelementen" welke:
a. |
wordt gevormd door middel van diffusie, implanteren of opdampen in of op één enkel halfgeleidend stukje materiaal, een zogenaamde "chip"; |
b. |
wordt beschouwd als een ondeelbaar iets, en |
c. |
de functie(s) uitvoert van een schakeling. |
NB : |
Een "schakelelement" is een enkelvoudig actief of passief functioneel deel van een elektronische schakeling, bijvoorbeeld één diode, één transistor, één weerstand, één condensator enz. |
"Monolithisch geïntegreerde microgolfschakeling" ("MMIC") (3 5): een "monolithische geïntegreerde schakeling" die werkzaam is op microgolf- of millimetergolffrequenties.
"Monospectrale beeldsensoren" (6): deze zijn geschikt voor het vergaren van beeldgegevens van één afzonderlijke spectrumband.
"Multichip geïntegreerde schakeling" (3): twee of meer "monolithische geïntegreerde schakelingen", verbonden op een gemeenschappelijk "substraat".
"Meerkanalen-analoog-digitaalomzetter (ADC)" (3): toestellen waarin meer dan één ADC is geïntegreerd en die zo zijn ontworpen dat elke ADC een aparte analoge input heeft.
"Multispectrale beeldsensoren" (6): deze zijn geschikt voor het gelijktijdig of serieel vergaren van beeldgegevens van twee of meer afzonderlijke spectrumbanden. Sensoren met meer dan twintig afzonderlijke spectrumbanden worden ook wel hyperspectrale beeldsensoren genoemd.
"Natuurlijk uranium" (0): uranium met dezelfde isotopensamenstelling als in de natuur voorkomt.
"Netwerktoegangsbesturingseenheid" (4): een fysieke verbinding met een gedistribueerd schakelnetwerk. Deze verbinding maakt gebruik van een gemeenschappelijk medium dat steeds met dezelfde "digitale overbrengsnelheid" werkt en voor de transmissie gebruikmaakt van ‹arbitration› (bijvoorbeeld ‹token› of ‹carrier sense›). Geheel onafhankelijk selecteert de eenheid aan haar geadresseerde gegevenspakketten of gegevensgroepen (bv. IEEE 802). Deze bestaat uit een samenstelling die in de computer- of telecommunicatieapparatuur kan worden geïntegreerd teneinde toegang tot de communicatie te verschaffen.
"Kernreactor" (0): een volledige reactor die in staat is om een beheerste zichzelf onderhoudende kettingreactie van kernsplijting te handhaven. Een "kernreactor" omvat de delen in of rechtstreeks bevestigd aan het reactorvat, de uitrusting die het vermogensniveau in de kern regelt, alsmede de onderdelen die gewoonlijk het primaire koelmiddel van de reactorkern bevatten, daarmee in rechtstreeks contact komen of dit reguleren.
"Numerieke besturing" (2): de automatische besturing van een proces, uitgevoerd door een apparaat dat gebruikmaakt van numerieke gegevens die gewoonlijk worden ingevoerd tijdens de voortgang van het proces. (Referentie ISO 2382:2015).
"Objectcode" (APN): een door apparatuur uitvoerbare vorm van een geschikte expressie van één of meer processen ("broncode" (brontaal)) die door een programmeersysteem is gecompileerd.
"Bediening, beheer en onderhoud" ("OAM") (5): de uitoefening van één of meer van de volgende taken:
a. |
instelling of beheer van één van het volgende:
|
b. |
monitoren of beheren van de gebruiksomgeving of prestaties van een product, of |
c. |
beheersverslagen of auditgegevens ter ondersteuning van een of meer van de taken die worden omschreven in punt a of punt b. |
Noot : |
"Bediening, beheer en onderhoud" ("OAM") omvat niet één van de volgende taken of de daarmee samenhangende sleutelbeheersfuncties:
|
"Optische geïntegreerde schakeling" (3): een "monolithische geïntegreerde schakeling" of "hybride geïntegreerde schakeling" die één of meer delen bevat die zijn ontworpen om als een fotosensor of foto-emitter te werken of om één of meer optische of elektro-optische functies te vervullen.
"Optisch schakelen" (5): bepaling van de route of schakelen van optische signalen zonder omzetting in elektrische signalen.
"Totale stroomdichtheid" (3): het totale aantal ampèrewikkelingen in de spoel (d.w.z. de som van het aantal wikkelingen vermenigvuldigd met de maximale stroom die door elke wikkeling wordt gevoerd), gedeeld door de totale doorsnede van de spoel (met inbegrip van de supergeleidende draden, de metalen matrix waarin de supergeleidende draden zijn ingebed, het omgevende materiaal, eventuele koelkanalen enz.).
"Deelnemende staat" (7 9): een staat die deelneemt aan het "Wassenaar Arrangement". (Zie www.wassenaar.org)
"Piekvermogen" (6): het hoogste vermogensniveau dat tijdens de "pulsduur" wordt bereikt.
"Persoonlijk netwerk" (5): een datacommunicatiesysteem dat alle onderstaande eigenschappen combineert:
a. |
het stelt een willekeurig aantal onafhankelijke of onderling verbonden "datatoestellen" in staat, rechtstreeks met elkaar in verbinding te staan, en |
b. |
het is beperkt tot communicatie tussen toestellen in de onmiddellijke fysieke nabijheid van een persoon of toestelbeheerder (bv. één kamer, één kantoor of voertuig). |
Technische noten:
1. |
Een "datatoestel" is een apparaat voor het zenden of ontvangen van reeksen digitale informatie. |
2. |
Het "lokale netwerk" strekt zich verder uit dan het geografische gebied van het "persoonlijke netwerk". |
"Door opwerking verkregen" (1): het toepassen van ieder procedé dat tot doel heeft het gehalte van de betrokken isotoop te doen toenemen.
"Voornaamste deel" (4): zoals toegepast in categorie 4, een deel is een "voornaamste deel" wanneer de vervangingswaarde hoger is dan 35 % van de totale waarde van het systeem waarvan het deel uitmaakt. De waarde van een deel is de prijs die door de fabrikant of door degene die het systeem heeft geïntroduceerd voor het deel is betaald. De totale waarde is de normale internationale verkoopprijs bij verkoop aan een niet-gelieerde partij af fabriek of bij bevestiging van de verzending.
"Productie" (ATN NTN Alle): hieronder vallen alle productiestadia, zoals: bouw, productie, engineering, fabricage, integratie, assemblage (monteren), inspectie, testen, kwaliteitsborging.
"Productieapparatuur" (1 7 9): gereedschap, mallen, kalibers, mandrellen, matrijzen, bevestigingsmiddelen, uitlijnmiddelen, testapparatuur, andere apparatuur en componenten daarvoor, beperkt tot datgene dat speciaal is ontworpen of aangepast voor de "ontwikkeling" of voor een of meer fasen van de "productie".
"Productiefaciliteiten" (7 9): "productieapparatuur" en speciaal ontworpen "programmatuur", samengesteld tot installaties voor de "ontwikkeling" of voor een of meer fasen van de "productie".
"Programma" (6): een reeks opdrachten voor het volbrengen van een handeling in een vorm, of om te zetten in een vorm, die voor de uitvoering door een elektronische computer geschikt is.
"Pulscompressie" (6): codering en verwerking van een radarsignaalpuls met een lange duur tot een kortstondige puls, met behoud van de voordelen van een hoge pulsenergie.
"Pulsduur" (6) (van een "laser"): de tijd tussen de halfvermogenspunten op de voor- en achterkant van één "laser" puls.
"Gepulseerde laser" (6): een "laser" met een "pulsduur" korter dan of gelijk aan 0,25 seconden.
"Kwantumcryptografie": (5) een groep technieken voor het opstellen van een gemeenschappelijke encryptiesleutel door meting van de kwantummechanische eigenschappen van een fysisch systeem (met inbegrip van de fysische eigenschappen die expliciet beheerst worden door kwantumoptica, de kwantumveldtheorie en de kwantumelektrodynamica).
"Radar ‹frequency agility›" (6): iedere techniek waarbij de draaggolffrequentie van een gepulseerde radarzender in een pseudo-willekeurige volgorde van puls tot puls of van de ene groep pulsen tot de volgende groep kan veranderen met een hoeveelheid gelijk aan of groter dan de bandbreedte van de puls.
"Radar ‹spread spectrum›" (6): iedere modulatietechniek voor het spreiden van energie afkomstig van een signaal met een relatief smalle frequentieband over een veel bredere frequentieband, met gebruikmaking van willekeurige of pseudo-willekeurige codering.
"Stralingsgevoeligheid" (6): stralingsgevoeligheid (mA/W) = 0,807 × (golflengte in nm) × kwantumefficiëntie (QE).
Technische noot:
QE wordt meestal in procenten uitgedrukt; voor deze formule wordt de QE echter uitgedrukt als een decimaal cijfer kleiner dan één, bv. 78 % is 0,78.
"Onvertraagde verwerking" (‹real time processing›) (6): het verwerken van gegevens door een computersysteem dat afhankelijk van de beschikbare middelen een bepaalde prestatie levert binnen een gewaarborgde responsietijd als reactie op een externe gebeurtenis, ongeacht de belasting van het systeem.
"Herhaalbaarheid" (7): de nauwkeurigheid van overeenstemming tussen herhaalde metingen van dezelfde variabele onder dezelfde gebruiksomstandigheden wanneer zich tussen metingen veranderingen in de omstandigheden of perioden zonder gebruik voordoen. (Referentie: IEEE STD 528-2001 (standaardafwijking van 1 sigma)).
"Noodzakelijk" (ATN 3 5 6 7 9): met betrekking tot "technologie" wordt hieronder verstaan uitsluitend dat deel van de "technologie" dat in het bijzonder verantwoordelijk is voor het bereiken of te boven gaan van de onder de controle vallende prestatieniveaus, kenmerken of functies. Verschillende producten kunnen dergelijke "noodzakelijke" "technologie" gemeen hebben.
"Stoffen voor oproerbeheersing" (1): stoffen die, onder de verwachte gebruiksomstandigheden van het gebruik voor oproerbeheersing, bij mensen snel sensoriële irritatie of fysiek onvermogen veroorzaken, welke effecten echter korte tijd na beëindiging van de blootstelling verdwijnen.
Technische noot:
Traangassen zijn een subklasse van "stoffen voor oproerbeheersing".
"Robot" (2 8): een manipulatiemechanisme, dat kan zijn van een type dat een continu pad aflegt of van een type dat van punt naar punt gaat, eventueel voorzien van "sensoren", en dat alle volgende kenmerken heeft:
a. |
multifunctioneel; |
b. |
geschikt voor het positioneren of oriënteren van materialen, onderdelen, gereedschappen of speciale elementen door middel van regelbare bewegingen in de driedimensionale ruimte; |
c. |
met drie of meer servomechanismen met open of gesloten lus, waarbij inbegrepen kunnen zijn stappenmotoren, en |
d. |
met "toegankelijkheid van het programma voor de gebruiker" door middel van de leer-en-terugspeelmethode (teach/playback) of door middel van een elektronische computer die een programmeerbare logische regeleenheid kan zijn (PLC), d.w.z. zonder mechanische interventie. |
NB : |
Bovenstaande definitie slaat niet op de volgende toestellen:
|
"Roving" (1): een bundel (normaal 12-120) van ongeveer evenwijdige "strengen".
NB : |
"Streng": een bundel "monofilamenten" (normaal meer dan 200) die ongeveer parallel lopen. |
"Rondloopnauwkeurigheid" (‹run-out›) (2): radiale verplaatsing tijdens één omwenteling van de hoofdspil gemeten in een vlak loodrecht op de hartlijn van de spil aan een punt op het te testen uitwendige of inwendige omwentelingsoppervlak. (Referentie: ISO 230-1:1986, paragraaf 5.61).
"Bemonsteringssnelheid" (3) van een analoog-digitaalomzetter (ADC): het maximale aantal monsters dat gedurende een periode van één seconde bij het analoogoutput wordt gemeten, behalve voor overbemonsterende ADC’s. Voor overbemonsterende ADC’s wordt de outputwoordsnelheid als "bemonsteringssnelheid" genomen. "Bemonsteringssnelheid", doorgaans uitgedrukt in megasamples per seconde (MSPS) of gigasamples per seconde (GSPS), kan ook worden aangeduid als conversiesnelheid, doorgaans uitgedrukt in Hertz (Hz).
"Satellietnavigatiesysteem" (5 7): een systeem dat bestaat uit grondstations, een constellatie van satellieten, en ontvangers, dat het mogelijk maakt om op basis van signalen die van de satellieten worden ontvangen, de locatie van ontvangers te bepalen. Het omvat wereldwijde satellietnavigatiesystemen (GNSS) en regionale satellietnavigatiesystemen (RNSS).
"Schaalfactor" (gyroscoop of versnellingsmeter) (7): de verhouding tussen de uitvoerverandering en de te meten invoerverandering. De schaalfactor wordt gewoonlijk gegeven als de hellingshoek van de rechte lijn die volgens de kleinste kwadraten-methode past bij de invoer-uitvoergegevens, verkregen door cyclische variatie van de invoer over het ingangstraject.
"Signaalanalysatoren" (3): instrumenten, geschikt voor het meten en afbeelden van de basiseigenschappen van de individuele frequentiecomponenten van meervoudige-frequentiesignalen.
"Signaalverwerking" (3 4 5 6): het verwerken van elders verkregen informatiedragende signalen met behulp van algoritmen, zoals tijdcompressie, filteren, extractie, selectie, correlatie, convolutie of transformatie tussen domeinen (bv. de snelle Fouriertransformatie (‹fast Fourier transform›) of de Walsh-transformatie (‹Walsh transform›)).
"Programmatuur" (APN Alle): een verzameling van één of meer "programma’s" of "microprogramma’s", vastgelegd op enig tastbaar medium.
NB: |
"Microprogramma": een reeks elementaire instructies die in een speciaal geheugen wordt bewaard en waarvan de uitvoering wordt gestart door de invoer van de bijbehorende verwijsopdracht in het instructieregister. |
"Broncode" (of brontaal) (6 7 9): een geschikte expressie van één of meer processen, die door een programmeersysteem kan worden omgezet in een door apparatuur uitvoerbare vorm ("objectcode" (of doeltaal)).
"Ruimtevaartuig" (9): actieve en passieve satellieten en ruimtesondes.
"Platform van het ruimtevaartuig" (9): apparatuur die de ondersteunende infrastructuur van het "ruimtevaartuig" vormt en ruimte biedt voor de "nuttige lading van het ruimtevaartuig".
"Nuttige lading van het ruimtevaartuig" (9): apparatuur die is gekoppeld aan het "platform van het ruimtevaartuig" en ontworpen is voor een taak in de ruimte (bv. communicatie, observatie, wetenschappelijk onderzoek).
"Voor gebruik in de ruimte gekwalificeerd(e)"(3 6 7) (producten): producten die zijn ontworpen, vervaardigd of gekwalificeerd na geslaagde testen om te opereren op hoogten van meer dan 100 km boven het aardoppervlak.
NB : |
De vaststelling door middel van testen dat een specifiek product "voor gebruik in de ruimte gekwalificeerd" is, impliceert niet dat andere producten van dezelfde productie of modellenserie "voor gebruik in de ruimte gekwalificeerd" zijn indien zij niet individueel getest zijn. |
"Speciale splijtstoffen" (0): plutonium-239, uranium-233, "uranium verrijkt in de isotopen 235 of 233", en elk materiaal dat het voorgaande bevat.
"Specifieke modulus" (0 1 9): Youngs modulus in pascal, gelijk aan N/m2 gedeeld door het soortelijk gewicht in N/m3, gemeten bij een temperatuur van (296 ± 2) K ((23 ± 2) °C) en een relatieve vochtigheid van (50 ± 5) %.
"Specifieke treksterkte" (0 1 9): de breeksterkte in pascal, gelijk aan N/m2 gedeeld door het soortelijk gewicht in N/m3, gemeten bij een temperatuur van (296 ± 2) K ((23 ± 2) °C) en een relatieve vochtigheid van (50 ± 5) %.
"Gyroscopen met draaimassa" (7): gyroscopen die gebruikmaken van een continu roterende massa voor het waarnemen van de hoekbeweging.
"Spread spectrum" (5): de techniek waarbij de energie in een communicatiekanaal met een relatief smalle band wordt gespreid over een veel breder energiespectrum.
"Spread spectrum" radar (6): zie "Radar ‹spread-spectrum›".
"Stabiliteit" (7): standaardafwijking (1 sigma) van de miswijzing van een bepaalde parameter van de ijkwaarde, gemeten bij stabiele temperatuuromstandigheden. Deze kan worden uitgedrukt als een functie van de tijd.
"Staten die (geen) partij zijn bij het Verdrag inzake chemische wapens" (1): staten waarvoor het Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de productie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens (niet) in werking is getreden. (Zie www.opcw.org)
"Stationair" (9) wijst op werkingsomstandigheden van de motor, waarbij de parameters ervan, zoals stuwkracht/vermogen, omwentelingen per minuut en andere niet betekenisvol schommelen, wanneer de omgevingstemperatuur van de lucht en de luchtdruk aan de inlaat van de motor constant zijn.
"Toestel voor suborbitale vluchten" (9): een toestel met een compartiment voor het vervoer van personen of goederen dat is ontworpen om:
a. |
boven de stratosfeer te vliegen; |
b. |
een niet-orbitale baan af te leggen, en |
c. |
in behouden toestand met de personen of goederen aan boord op de aarde terug te keren. |
"Substraat" (3): een laag basismateriaal met of zonder een onderlinge verbindingsstructuur waarop of waarin "discrete onderdelen" of geïntegreerde schakelingen of beide aanwezig kunnen zijn.
NB: 1: |
Een "discreet onderdeel" is een afzonderlijk omhuld "schakelelement" met eigen uitwendige aansluitingen. |
NB: 2: |
Een "schakelelement" is een enkelvoudig actief of passief functioneel deel van een elektronische schakeling, bijvoorbeeld één diode, één transistor, één weerstand, één condensator enz. |
"Onafgewerkte substraten" (3 6): monolithische verbindingen met afmetingen die geschikt zijn voor de productie van optische elementen zoals spiegels of optische vensters.
"Subeenheid van toxine" (1): een structureel en functioneel losstaand bestanddeel van een hele "toxine".
"Superlegeringen" (2 9): legeringen op basis van nikkel, kobalt of ijzer, met een levensduur voordat spanningsbreuk optreedt van meer dan 1 000 uur bij een spanning van 400 MPa en een eindtreksterkte van meer dan 850 MPa, bij 922 K (649 °C) of hoger.
"Supergeleidend" (1 3 5 6 8): materialen, d.w.z. metalen, legeringen of verbindingen waarvan de elektrische weerstand nul kan worden, d.w.z. dat zij een oneindige elektrische geleidbaarheid kunnen bereiken en zeer grote stromen kunnen geleiden zonder joule-opwarming.
NB : |
De "supergeleidende" toestand van elk afzonderlijk materiaal wordt gekenmerkt door een "kritische temperatuur", een kritisch magnetisch veld, dat een functie is van de temperatuur, en een kritische stroomdichtheid, die echter een functie is van zowel het magnetisch veld als de temperatuur. |
"Super High Power Laser" (SHPL) (6): een "laser" die geschikt is voor het afgeven van (het totaal of een gedeelte van) de uitgangsenergie van meer dan 1 kJ binnen 50 ms of met een gemiddeld of CW-(continugolf)vermogen van meer dan 20 kW.
"Superplastisch vormen" (1 2): een vervormingsproces waarbij warmte wordt gebruikt om voor metalen die gewoonlijk weinig rek (minder dan 20 %) hebben bij de breeksterktegrens als bepaald bij kamertemperatuur door middel van een conventionele trekproef, tijdens het verwerken minstens tweemaal hogere rekwaarden te bereiken dan genoemde waarden.
"Symmetrisch algoritme" (5): cryptografisch algoritme waarin voor encryptie dezelfde sleutel gebruikt wordt als voor decryptie.
NB: |
"Symmetrische algoritmen" worden vaak voor vertrouwelijke gegevens gebruikt. |
"Band" (1): een materiaal dat bestaat uit in elkaar gevlochten of in één richting liggende "monofilamenten", "strengen", "‹rovings›", "linten" of "garens" enz., gewoonlijk geïmpregneerd met hars.
NB: |
"Streng": een bundel "monofilamenten" (normaal meer dan 200) die ongeveer parallel lopen. |
"Technologie" (ATN NTN Alle): specifieke informatie die nodig is voor de "ontwikkeling", de "productie" of het "gebruik" van een product. De informatie is in de vorm van "technische gegevens" of "technische bijstand".
NB: 1: |
"Technische bijstand" kan zijn in de vorm van instructie, vaardigheden, opleiding, praktijkkennis, advies e.d. en kan gepaard gaan met de overdracht van "technische gegevens" . |
NB: 2: |
"Technische gegevens" kunnen o.m. bestaan uit blauwdrukken, tekeningen, schema’s, modellen, formules, tabellen, technische ontwerpen en specificaties, handboeken en instructies, in geschreven vorm of vastgelegd op andere media of apparaten zoals schijf, magneetband, leesgeheugens (ROM’s). |
"Driedimensionale geïntegreerde schakelingen" (3): een verzameling met elkaar geïntegreerde halfgeleiderplaatjes of actieve matrijzen, met halfgeleider-viaverbindingen die volledig door een interposer, substraat, plaatje of laag heen gaan om onderlinge verbindingen tussen matrijzen te leggen. Een interposer is een tussenlaag die elektrische verbindingen mogelijk maakt.
"Kantelspil" (2): een spil met gereedschap die gedurende het bewerkingsproces de hoek van zijn hartlijn ten opzichte van een andere as kan wijzigen.
"Reactietijdconstante" (6): de tijd vanaf het toepassen van een lichtprikkel totdat de stroomtoename een waarde heeft bereikt van 1-1/e maal de eindwaarde (d.w.z. 63 % van de eindwaarde).
"Tijd tot stationair werkende toestand is bereikt" (6) (ook de responstijd van de gravimeter genoemd): de tijd waarin de storende effecten van de door het platform veroorzaakte versnellingen (hoogfrequent geluid) worden verminderd.
"Schoepuiteindeversterking" (9): een stationaire ring (vast of gesegmenteerd) aan de binnenkant van het turbinehuis van een motor of een onderdeel aan het buitenste schoepuiteinde van het turbineblad dat in hoofdzaak dient als gasafdichting tussen stationaire en roterende onderdelen.
"Totale vluchtregeling" (7): een geautomatiseerde regeling van de toestandsvariabelen en de vliegbaan van een "vliegtuig" om te voldoen aan de doelstellingen van een missie, waarbij wordt gereageerd op real-time veranderingen in de gegevens betreffende doelstellingen, gevaren of andere "vliegtuigen".
"Totale digitale overbrengsnelheid" (5): het aantal bits, met inbegrip van regelcodering, organisatorische bits enz., dat per tijdseenheid wordt overgebracht tussen overeenkomstige apparatuur in een digitaal transmissiesysteem.
NB: |
Zie ook "digitale overbrengsnelheid". |
"Lint" (1): een bundel "monofilamenten", die gewoonlijk ongeveer parallel lopen.
"Toxinen" (1 2): toxinen in de vorm van opzettelijk geïsoleerde preparaten of mengsels, ongeacht de wijze van bereiding, anders dan toxinen die als contaminant aanwezig zijn in andere materialen zoals pathologische monsters, gewassen, levensmiddelen of culturen van "micro-organismen".
"Afstembaar" (6): het vermogen van een "laser" om binnen een gebied van verschillende "laser"-overgangen bij elke golflengte een continuvermogen op te wekken. Een laser die slechts kan werken op een beperkt aantal vaste golflengten ‹line selectable› wekt discrete golflengten op binnen één "laser"-overgang en wordt niet beschouwd als "afstembaar".
"Herhaalbaarheid van de unidirectionele positionering" ("unidirectional positioning repeatability") (2): de laagste van de waarden R↑ en R↓ (voorwaarts en achterwaarts), zoals omschreven in punt 3.21 van ISO 230-2:2014 of nationale equivalenten, van een individuele as van een werktuigmachine.
"Onbemande luchtvaartuigen" ("UAV") (9): luchtvaartuigen zonder menselijke aanwezigheid aan boord die kunnen opstijgen en zonder onderbreking gecontroleerde vluchten kunnen uitvoeren en navigatie kunnen aanhouden.
"Uranium verrijkt in de isotopen 235 of 233" (0): uranium dat de isotopen 235 of 233 of beide bevat in een zodanige hoeveelheid, dat de verhouding tussen de som van de hoeveelheden van deze isotopen en de hoeveelheid van de isotoop 238 groter is dan de verhouding tussen de hoeveelheden van de isotoop 235 en de isotoop 238 in natuurlijk uranium (isotoopverhouding: 0,71 %).
"Gebruik" (ATN NTN Alle): bediening, installatie (met inbegrip van installatie ter plaatse), onderhoud (controle), reparatie, revisie en opknappen.
"Toegankelijkheid van het programma voor de gebruiker" (6): de mogelijkheid voor de gebruiker om "programma’s" in te voegen, te veranderen of te vervangen anders dan door middel van:
a. |
een fysieke wijziging in de bedrading of andere onderlinge verbindingen, of |
b. |
het instellen van functiekeuzen, het inbrengen van parameters daarbij inbegrepen. |
"Vaccin" (1): een medisch preparaat volgens een farmaceutische formule waarvoor een vergunning is afgegeven of waarvoor een vergunning voor het in de handel brengen of voor klinische proeven is afgegeven door de regelgevende instanties van hetzij het land waar het wordt gefabriceerd, hetzij het land waar het wordt gebruikt, en dat strekt tot stimulering van een beschermende immuunrespons ter voorkoming van ziekten in de mens of het dier aan wie of waaraan het wordt toegediend.
"Elektronische vacuümelementen" (3): elektronische toestellen die werkzaam zijn op basis van de interactie van een elektronenstraal met een elektromagnetische golf die zich voortplant in een vacuümschakelaar of interageert met een radiofrequentievacuümtrilholte. "Elektronische vacuümelementen" omvatten klystrons, lopende golfbuizen en afgeleiden daarvan.
"Bekendmaking van kwetsbaarheden" (4): het identificeren, rapporteren of communiceren van een kwetsbaarheid aan, of het analyseren van een kwetsbaarheid met, individuen of organisaties die verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren of coördineren van maatregelen met het oog op het oplossen van de kwetsbaarheid.
"Garen" (1): een bundel getwijnde "strengen".
NB : |
"Streng": een bundel "monofilamenten" (normaal meer dan 200) die ongeveer parallel lopen. |
DEEL II
Categorie 0
CATEGORIE 0 — NUCLEAIRE GOEDEREN, INSTALLATIES EN MATERIALEN
0A
Systemen, apparatuur en onderdelen
0A001
"Kernreactoren" en speciaal ontworpen en gebouwde uitrusting en onderdelen ervan, als hieronder:
a. |
"kernreactoren"; |
b. |
metalen vaten, of belangrijke speciaal vervaardigde onderdelen ervan, met inbegrip van het deksel van een reactordrukvat, die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd als omhulsel van de kern van een "kernreactor"; |
c. |
bedieningsapparatuur, speciaal ontworpen of vervaardigd om splijtstof in een "kernreactor" aan- of af te voeren; |
d. |
regelstaven, d.w.z. staven die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd voor de beheersing van het splijtingsproces in een "kernreactor", de draag- of ophangconstructies daarvoor, mechanismen voor het besturen van de regelstaven en buizen voor het geleiden van de regelstaven; |
e. |
drukpijpen, d.w.z. buizen die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd om dienst te doen als houder van zowel de splijtstofelementen en het primaire koelmiddel in een "kernreactor"; |
f. |
buizen (of samenstellen van buizen) van zirkoniummetaal of zirkoniumlegeringen die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd voor gebruik als splijtstofstaven in een "kernreactor", in hoeveelheden van meer dan 10 kg;
|
g. |
koel- of circulatiepompen, d.w.z. pompen die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd voor het doen circuleren van het primaire koelmiddel van "kernreactoren"; |
h. |
"inwendige delen van kernreactoren" die speciaal ontworpen of vervaardigd zijn voor gebruik in een "kernreactor", met inbegrip van draagconstructies voor de reactorkern, brandstofkanalen, calandriabuizen, hitteschilden, keerschotten, roosterplaten van de reactorkern en diffusorplaten; Technische noot: In 0A001.h. wordt onder "inwendige delen van kernreactoren" verstaan: iedere grote structuur binnen een reactorvat die één of meer functies heeft, zoals ondersteuning van de kern, handhaving van de brandstofuitlijning, sturing van het primaire koelmiddel, het verschaffen van stralingsschermen voor het reactorvat, en de geleiding van instrumenten in de kern. |
i. |
warmtewisselaars als hieronder:
|
j. |
neutrondetectoren, speciaal ontworpen of vervaardigd voor het bepalen van de niveaus van de neutronenflux in de kern van een "kernreactor"; |
k. |
"externe hitteschilden" die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd voor gebruik in een "kernreactor" ter vermindering van warmteverlies en ter bescherming van het insluitingsvat. Technische noot: In 0A001.k. betekent "externe hitteschilden" grote structuren die over het reactorvat zijn geplaatst en die warmteverlies van de reactor verminderen en de temperatuur binnen het insluitingsvat verlagen. |
0B
Test-, inspectie- en productieapparatuur
0B001
Fabrieken voor de scheiding van isotopen van "natuurlijk uranium", "verarmd uranium", of "speciale splijtstoffen" en speciaal daarvoor ontworpen of vervaardigde uitrusting en onderdelen, als hieronder:
a. |
installaties, speciaal ontworpen voor de scheiding van isotopen van "natuurlijk uranium", "verarmd uranium" of "speciale splijtstoffen" als hieronder:
|
b. |
gascentrifuges en samenstellingen en onderdelen, speciaal ontworpen of aangepast voor gebruik in gascentrifuges, als hieronder: Technische noot: In 0B001.b. betekent "materiaal met een hoge sterkte/dichtheidsverhouding" :
|
c. |
speciaal voor gasdiffusiescheidingsinstallaties ontworpen of vervaardigde uitrusting en onderdelen, als hieronder:
|
d. |
speciaal voor aerodynamische scheidingsprocessen ontworpen of vervaardigde uitrusting en onderdelen, als hieronder:
|
e. |
speciaal voor scheidingsprocessen met behulp van chemische uitwisselaars ontworpen of vervaardigde uitrusting en onderdelen, als hieronder:
|
f. |
speciaal voor scheidingsprocessen met behulp van ionenwisselaars ontworpen of vervaardigde uitrusting en onderdelen, als hieronder:
|
g. |
uitrusting en onderdelen, speciaal ontworpen of vervaardigd voor scheidingsprocessen op basis van lasers door middel van isotopenscheiding met atomaire-damplasers, als hieronder:
|
h. |
uitrusting en onderdelen, speciaal ontworpen of vervaardigd voor scheidingsprocessen op basis van lasers door middel van isotopenscheiding met moleculaire lasers, als hieronder:
|
i. |
speciaal voor plasmascheidingsprocessen ontworpen of vervaardigde uitrusting en onderdelen, als hieronder:
|
j. |
speciaal voor elektromagnetische scheidingsprocessen ontworpen of vervaardigde uitrusting en onderdelen, als hieronder:
|
0B002
Speciaal voor isotoopscheidingsinstallaties als bedoeld in 0B001 ontworpen of vervaardigde hulpsystemen voor uitrusting en onderdelen vervaardigd van of beschermd door "materiaal dat bestand is tegen corrosie door UF6
", als hieronder:
a. |
voedingsautoclaven, ovens of systemen voor het doorvoeren van UF6 naar het verrijkingsproces; |
b. |
desublimatoren of koelvallen die gebruikt worden om het UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen voor verder transport na verhitting; |
c. |
opvangsystemen voor verarmd en verrijkt uranium om UF6 in containers op te slaan; |
d. |
liquefactors of stollingsstations die worden gebruikt om UF6 uit het verrijkingsproces te verwijderen door UF6 samen te persen, af te koelen en om te zetten in vloeibare of vaste vorm; |
e. |
speciaal ontworpen stelsels van pijpen en ‹headers› om het UF6 te hanteren binnen de gasdiffusie-, centrifuge- of aerodynamische cascades; |
f. |
vacuümsystemen en -pompen als hieronder:
|
g. |
UF6-massaspectrometers/ionenbronnen speciaal ontworpen of vervaardigd om on-linemonsters te kunnen nemen van UF6-gasstromen, met alle volgende eigenschappen:
|
0B003
Fabrieken voor de omzetting van uranium en speciaal daarvoor ontworpen of vervaardigde uitrusting, als hieronder:
a. |
systemen voor de omzetting van uraniumertsconcentraten in UO3; |
b. |
systemen voor de omzetting van UO3 in UF6; |
c. |
systemen voor de omzetting van UO3 in UO2; |
d. |
systemen voor de omzetting van UO2 in UF4; |
e. |
systemen voor de omzetting van UF4 in UF6; |
f. |
systemen voor de omzetting van UF4 in uraniummetaal; |
g. |
systemen voor de omzetting van UF6 in UO2; |
h. |
systemen voor de omzetting van UF6 in UF4; |
i. |
systemen voor de omzetting van UO2 in UCl4. |
0B004
Fabriek voor de productie of concentratie van zwaar water, deuterium en deuteriumverbindingen en speciaal ontworpen en gebouwde uitrusting en onderdelen ervan, als hieronder:
a. |
installaties voor de productie van zwaar water, deuterium of deuteriumverbindingen, als hieronder:
|
b. |
uitrusting en onderdelen, als hieronder:
|
0B005
Fabrieken, speciaal ontworpen voor de vervaardiging van splijtstofelementen voor "kernreactoren" en speciaal ontworpen of vervaardigde uitrusting daarvoor.
Technische noot:
Speciaal ontworpen of vervaardigde uitrusting voor de vervaardiging van splijtstofelementen voor "kernreactoren" omvat uitrusting die:
1. |
in de regel in rechtstreeks contact komt met de productiestroom van nucleair materiaal of deze rechtstreeks verwerkt of reguleert; |
2. |
zorgt voor de afdichting van het nucleaire materiaal in de splijtstofstaaf; |
3. |
de goede staat van de bekleding of van de afdichting van de splijtstofstaaf controleert; |
4. |
de eindbehandeling van de afgesloten splijtstof controleert, of |
5. |
wordt gebruikt voor het samenstellen van reactorelementen. |
0B006
Fabrieken voor het opwerken van bestraalde splijtstofelementen van "kernreactoren" en speciaal daarvoor ontworpen of vervaardigde uitrusting en onderdelen.
Noot : |
0B006 omvat:
|
0B007
Fabrieken voor de omzetting van plutonium en speciaal daarvoor ontworpen of vervaardigde uitrusting, als hieronder:
a. |
systemen voor de omzetting van plutoniumnitraat in plutoniumoxide; |
b. |
systemen voor de productie van plutoniummetaal. |
0C
Materialen
0C001
"Natuurlijk uranium" of "verarmd uranium" of thorium in de vorm van metaal, legering, chemische verbinding of concentraat en elk materiaal dat het voorgaande bevat;
Noot : |
0C001 heeft geen betrekking op:
|
0C002
"Speciale splijtstoffen"
Noot: |
0C002 heeft geen betrekking op vier "effectieve gram" of minder, indien in een afgesloten gedeelte van een meetelement in instrumenten. |
0C003
Deuterium, zwaar water (deuteriumoxide) en andere deuteriumverbindingen, en mengsels en oplossingen die deuterium bevatten, waarin de isotoopverhouding van deuterium tot waterstof groter is dan 1:5 000.
0C004
Grafiet met een zuiverheid beter dan 5 ppm "boorequivalent" en met een dichtheid groter dan 1,50 g/cm3 voor gebruik in een "kernreactor", in hoeveelheden groter dan 1 kg.
NB: |
ZIE OOK 1C107. |
Noot 1: |
Wat betreft de uitvoercontrole, bepalen de bevoegde autoriteiten van de EU-lidstaat waar de exporteur is gevestigd of de uitvoer van grafiet dat aan bovenstaande specificaties voldoet al dan niet bestemd is voor gebruik in "kernreactoren". 0C004 heeft geen betrekking op niet voor gebruik in een "kernreactor" bestemd grafiet met een zuiverheid beter dan 5 ppm "boorequivalent" en met een dichtheid groter dan 1,50 g/cm3. |
Noot 2 : |
In 0C004 wordt "boorequivalent" (BE) gedefinieerd als de som van BEZ voor onzuiverheden (met uitzondering van BEkoolstof aangezien koolstof niet wordt beschouwd als een onzuiverheid), met inbegrip van boor, waarbij geldt:
BEZ (ppm) = CF × concentratie van element Z in ppm;
en zijn σΒ en σΖ de doorsneden voor de vangst van thermische neutronen (in barn) voor respectievelijk natuurlijk voorkomend boor en element Z; en zijn AB en AZ de atoommassa’s van respectievelijk natuurlijk voorkomend boor en element Z. |
0C005
Speciaal vervaardigde verbindingen of poeders voor de fabricage van membranen voor gasdiffusie die bestand zijn tegen corrosie door UF6 (bv. nikkel of legeringen met 60 gewichtspercent of meer aan nikkel, aluminiumoxide en volledig gefluoreerde koolwaterstofpolymeren), met een zuiverheidsgraad van 99,9 gewichtspercent of meer, met een gemiddelde korrelgrootte van minder dan 10 μm, gemeten volgens Standard B330 van de ASTM en met een zeer uniforme deeltjesgrootte.
0D
Programmatuur
0D001
"Programmatuur", speciaal ontworpen of aangepast voor de "ontwikkeling", de "productie" of het "gebruik" van goederen, bedoeld in deze categorie.
0E
Technologie
0E001
"Technologie" overeenkomstig de nucleaire technologienoot voor de "ontwikkeling", de "productie" of het "gebruik" van goederen, bedoeld in deze categorie.
DEEL III
Categorie 1
CATEGORIE 1 — SPECIALE MATERIALEN EN AANVERWANTE APPARATUUR
1A
Systemen, apparatuur en onderdelen
1A001
Onderdelen vervaardigd van gefluoreerde verbindingen, als hieronder:
a. |
afdichtingen, pakkingen, afdichtingsmiddelen of flexibele brandstoftanks (‹fuel bladders›), welke voor meer dan 50 gewichtspercenten bestaan uit enig materiaal als bedoeld in 1C009.b. of 1C009.c., speciaal ontworpen voor gebruik in de ruimte of in "vliegtuigen"; |
b. |
niet gebruikt; |
c. |
niet gebruikt. |
1A002
"Composieten" of laminaten, als volgt:
NB : |
ZIE OOK 1A202, 9A010 EN 9A110. |
a. |
gemaakt van één van de volgende materialen:
|
b. |
gemaakt van een metaal-"matrix" of koolstof-"matrix" en één of meer van de volgende materialen:
|
Noot 1 : |
1A002 heeft geen betrekking op "composieten" of laminaten gemaakt van met epoxyhars geïmpregneerd koolstof-"stapel- of continuvezelmateriaal" voor de reparatie van structuren of laminaten van "civiele vliegtuigen" met de volgende eigenschappen:
|
Noot 2 : |
1A002 heeft geen betrekking op halffabricaten die speciaal zijn ontworpen voor zuiver civiele toepassingen, als hieronder:
|
Noot 3 : |
1A002.b.1. heeft geen betrekking op halffabricaten die maximaal tweedimensionaal geweven filament bevatten en speciaal ontworpen zijn voor de volgende toepassingen:
|
Noot 4 : |
1A002 heeft geen betrekking op eindproducten die speciaal ontworpen zijn voor een specifieke toepassing. |
Noot 5 : |
1A002.b.1. heeft geen betrekking op mechanisch verhakseld, vermalen of gesneden "stapel- of continuvezelmateriaal" van koolstof met een lengte van 25,0 mm of minder. |
1A003
Producten vervaardigd van on"smeltbare" aromatische polyimiden in de vorm van film, vellen, band of lint, met een of meer van de onderstaande eigenschappen:
a. |
een dikte groter dan 0,254 mm, of |
b. |
bekleed of gelamineerd met koolstof, grafiet, metalen of magnetische substanties. |
Noot : |
1A003 heeft geen betrekking op producten bekleed of gelamineerd met koper die zijn ontworpen voor de productie van elektronische gedrukte schakelingen. |
NB : |
Voor "smeltbare" aromatische polyimiden in eender welke vorm, zie 1C008.a.3. |
1A004
Beschermings- en detectieapparatuur en onderdelen daarvan die niet onder de lijst militaire goederen vallen, als hieronder:
NB : |
ZIE OOK DE LIJST MILITAIRE GOEDEREN, 2B351 EN 2B352. |
a. |
Volgelaatsmaskers, filterbussen en decontaminatieapparatuur daarvoor, die zijn ontworpen of aangepast met het oog op bescherming tegen één of meer van de onderstaande stoffen, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
Technische noot: Voor de toepassing van 1A004.a. geldt:
|
b. |
beschermingspakken, -handschoenen en -schoenen die speciaal zijn ontworpen of aangepast met het oog op bescherming tegen een of meer van de onderstaande stoffen:
|
c. |
detectieapparatuur die speciaal is ontworpen of aangepast voor de detectie of identificatie van één of meer van de onderstaande stoffen, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
|
d. |
elektronische apparatuur die ontworpen is voor de automatische opsporing of identificatie van "springstoffen"resten dan wel het vaststellen van hun aanwezigheid, waarbij 'sporendetectie'technieken worden gebruikt (bv. akoestische oppervlaktegolven, ionenmobiliteitspectrometrie, massaspectrometrie). Technische noot: Voor de toepassing van 1A004.d. wordt onder "sporendetectie" verstaan: het vermogen om minder dan 1 ppm gas of 1 mg vaste of vloeibare stof te detecteren.
|
Noot : |
1A004 heeft geen betrekking op:
|
Technische noten:
1. |
1A004 omvat uitrusting en bestanddelen die zijn geïdentificeerd, met succes zijn getoetst aan nationale normen of waarvan op een andere manier de doeltreffendheid is bewezen, wat betreft de detectie van of de bescherming tegen "radioactief materiaal", "biologische stoffen", stoffen voor chemische oorlogvoering, "simulanten" of "stoffen voor oproerbeheersing", zelfs wanneer die uitrusting of bestanddelen gebruikt worden in civiele industriesectoren, zoals de mijnbouw, steengroeven, de landbouw, de farmaceutische, medische, diergeneeskundige, milieu-, afvalbeheer- en voedingsindustrie. |
2. |
"Simulanten" zijn stoffen of materialen die bij opleiding, onderzoek, tests of evaluaties worden gebruikt in de plaats van toxische (chemische of biologische) stoffen. |
3. |
Voor de toepassing van 1A004 is "radioactief materiaal" het materiaal dat is geselecteerd of aangepast om zo veel mogelijk menselijke of dierlijke slachtoffers, schade aan uitrusting of aan gewassen, of aantasting van het milieu te veroorzaken. |
1A005
Kogelvrije kleding en onderdelen daarvoor, als hieronder:
NB : |
ZIE OOK DE LIJST MILITAIRE GOEDEREN. |
a. |
zachte kogelvrije kleding die niet is vervaardigd volgens militaire normen of specificaties of gelijkwaardige normen of specificaties, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen; |
b. |
harde kogelvrije kleding die ballistische bescherming biedt welke gelijk is aan of minder is dan niveau IIIA (NIJ 0101.06, juli 2008), of "gelijkwaardige normen". |
NB : |
Voor "stapel- of continuvezelmateriaal" dat gebruikt wordt voor de vervaardiging van kogelvrije kleding, zie 1C010. |
Noot 1 : |
1A005 heeft geen betrekking op kogelvrije kleding en beschermende kleding die de gebruiker bij zich heeft voor zijn eigen bescherming. |
Noot 2 : |
1A005 heeft geen betrekking op kogelvrije kleding die bestemd is om uitsluitend frontale bescherming te bieden tegen door niet-militaire explosieven veroorzaakte luchtverplaatsingen of scherven. |
Noot 3 : |
1A005 heeft geen betrekking op lichaamspantsering die is ontworpen om uitsluitend bescherming te bieden tegen messen, priemen, naalden of stompe voorwerpen. |
1A006
Apparatuur als hieronder, die speciaal is ontworpen of aangepast voor het demonteren van geïmproviseerde explosiemiddelen (Improvised Explosive Devices, IED’s), als hieronder, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen en toebehoren:
NB : |
ZIE OOK DE LIJST MILITAIRE GOEDEREN. |
a. |
op afstand bediende voertuigen; |
b. |
"disruptoren". Technische noot: Voor de toepassing van 1A006.b. zijn "disruptoren" toestellen die speciaal zijn ontworpen om de ontploffing van een explosiemiddel te voorkomen door het afschieten van een vloeibaar, vast of versplinterend projectiel. |
Noot : |
1A006 heeft geen betrekking op apparatuur die door de operator wordt meegevoerd. |
1A007
Apparatuur en toestellen als hieronder, die speciaal zijn ontworpen om explosieve ladingen en middelen die "energetische materialen" bevatten, op elektrische wijze tot ontploffing te brengen:
NB : |
ZIE OOK DE LIJST MILITAIRE GOEDEREN, 3A229 EN 3A232. |
a. |
ontstekingsmechanismen met explosieve detonator die zijn ontworpen voor het starten van explosieve detonatoren als bedoeld in 1A007.b.; |
b. |
elektrisch gestarte explosieve detonatoren, als hieronder:
|
Technische noten:
1. |
De woorden "initiator" en "ontsteker" worden soms gebruikt in de plaats van het woord "detonator". |
2. |
Voor de toepassing van 1A007.b. maken alle bedoelde detonatoren gebruik van een kleine elektrische geleider (‹bridge›, ‹bridge wire› of ‹foil›) die explosief verdampt wanneer er een snelle, elektrische hogestroomstoot doorheen wordt geleid. Bij het "non-slapper"-type brengt de exploderende geleider een chemische ontploffing op gang in een daarmee in aanraking zijnd brisant materiaal, bijvoorbeeld PETN (pentaerytritoltetranitraat). Bij "slapper"-detonatoren wordt een "flyer" of "slapper" door de explosieve verdamping van de elektrische geleider over een spleet gedreven en de schok van de "slapper" op een springstof brengt een chemische ontploffing op gang. Bij sommige constructies wordt de ‹slapper› door een magnetisch veld gestart. Met de uitdrukking ‹exploding foil›-detonator worden zowel EB-detonatoren als ‹slapper›-detonatoren bedoeld. |
1A008
Explosieve ladingen, middelen en componenten, waaronder:
a. |
"gevormde ladingen" met alle hiernavolgende eigenschappen:
|
b. |
ladingen voor directionele explosies met alle hiernavolgende eigenschappen, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
|
c. |
slagsnoer met springstoflading van meer dan 64 g/m; |
d. |
cutters, en andere ladingen voor directionele explosies dan die bedoeld in 1A008.b., alsmede snij-explosieven met een netto equivalente hoeveelheid (NEH) van meer dan 3,5 kg. |
Technische noot:
Voor de toepassing van 1A008.a. wordt onder "gevormde ladingen" verstaan: explosieve ladingen die zodanig zijn gevormd dat zij het effect van een explosie kunnen sturen.
1A102
Opnieuw verzadigde, door pyrolyse verkregen koolstof-koolstofcomponenten bestemd voor ruimtelanceervoertuigen, bedoeld in 9A004, of sonderingsraketten, bedoeld in 9A104.
1A202
Composiete structuren, met uitzondering van de in 1A002 bedoelde composieten, in buisvorm, met beide volgende eigenschappen:
NB : |
ZIE OOK 9A010 EN 9A110. |
a. |
een binnendiameter van 75-400 mm, en |
b. |
vervaardigd van "stapel en continuvezelmateriaal" als bedoeld in 1C010.a. of b of 1C210.a. of met koolstof-‹prepreg›-materiaal als bedoeld in 1C210.c. |
1A225
Geplatineerde katalysatoren, speciaal ontworpen of vervaardigd voor het bevorderen van de waterstofisotoopuitwisseling tussen waterstof en water voor het terugwinnen van tritium uit zwaar water of voor de productie van zwaar water.
1A226
Specifieke pakkingen die kunnen worden gebruikt voor de scheiding van zwaar water van gewoon water, met beide volgende eigenschappen:
a. |
vervaardigd van plaatgaas van fosforbrons (chemisch behandeld ter verbetering van de bevochtigingsgraad), en |
b. |
ontworpen voor gebruik in vacuüm-distillatietorens. |
1A227
Hoge densiteit stralingafschermende ramen (van loodglas of ander materiaal) met alle hiernavolgende eigenschappen en speciaal ontworpen kozijnen daarvoor:
a. |
een "koude zone" groter dan 0,09 m2; |
b. |
een dichtheid groter dan 3 g/cm3, en |
c. |
een dikte van 100 mm of meer. |
Technische noot:
In 1A227 wordt onder "koude zone" verstaan: de kijkzone van het raam die is blootgesteld aan het laagste stralingsniveau in de constructietoepassing.
1B
Test-, inspectie- en productieapparatuur
1B001
Apparatuur voor de vervaardiging of de inspectie van "composieten" of laminaten als bedoeld in 1A002 of "stapel- of continuvezelmateriaal" als bedoeld in 1C010, als hieronder, en speciaal ontworpen onderdelen en toebehoren daarvoor:
NB : |
ZIE OOK 1B101 EN 1B201. |
a. |
Continuvezelwindmachines waarvan de bewegingen voor het gericht opbrengen, wikkelen en winden van vezelmateriaal "in het primaire vlak" in drie of meer "servogestuurde" richtingen zijn gecoördineerd en geprogrammeerd, speciaal ontworpen voor de vervaardiging van "composieten" of laminaten uit "stapel of continuvezelmateriaal"; |
b. |
"bandlegmachines" waarvan de bewegingen voor het gericht opbrengen en leggen van banden "in het primaire vlak" in vijf of meer "servogestuurde" richtingen zijn gecoördineerd en geprogrammeerd, speciaal ontworpen voor de vervaardiging van "composieten" voor vliegtuigen en "raketten";
Technische noot: Voor de toepassing van punt 1B001.b. hebben "bandlegmachines" de capaciteit om een of meer "filamentbanden" met een breedte van ten hoogste 25,4 mm en ten hoogste 304,8 mm op te brengen en om afzonderlijke lagen "filamentbanden" tijdens het opleggen af te snijden of herstarten. |
c. |
weef- en vlechtmachines welke in verscheidene richtingen en dimensies kunnen werken met inbegrip van aanpassings- of wijzigingsuitrustingen, speciaal ontworpen of aangepast voor het weven, dooreenvlechten of omvlechten van vezelmateriaal voor "composieten"; Technische noot: Voor de toepassing van punt 1B001.c. houdt de techniek van het dooreenvlechten tevens breien in. |
d. |
apparatuur speciaal ontworpen of aangepast voor de vervaardiging van versterkingsvezels, als hieronder:
|
e. |
apparatuur voor het door middel van de heetsmeltmethode vervaardigen van de ‹prepregs› bedoeld in 1C010.e.; |
f. |
inspectieapparatuur welke gebruikmaakt van niet destructieve technieken (NDT), welke speciaal is ontworpen voor "composieten", als hieronder:
|
g. |
"lintlegmachines" waarvan de bewegingen voor het gericht opbrengen en leggen van linten "in het primaire vlak" in twee of meer "servogestuurde" richtingen zijn gecoördineerd en geprogrammeerd, speciaal ontworpen voor de vervaardiging van "composieten" voor vliegtuigen en "raketten". Technische noot: Voor de toepassing van 1B001.g. hebben "lintlegmachines" de capaciteit om een of meer "filamentbanden" met een breedte van ten hoogste 25,4 mm op te brengen en om afzonderlijke lagen "filamentbanden" tijdens het opleggen af te snijden of te herstarten. |
Technische noten:
1. |
Voor de toepassing van 1B001 moet onder "in het primaire vlak servogestuurde" richting worden verstaan, de door een computer"programma" gestuurde ruimtelijke positie van de eindeffector (d.w.z. het uiteinde) ten opzichte van het werkstuk, nodig om bij een correcte oriëntatie en richting de beoogde werking te verkrijgen. |
2. |
Voor de toepassing van 1B001 is een "filamentband" één ononderbroken breedte van gedeeltelijk of geheel met hars geïmpregneerd band, lint of vezel. Geheel of gedeeltelijk met hars geïmpregneerde "filamentbanden" omvatten met droog poeder bedekte banden die bij verhitting hechten. |
1B002
Apparatuur ontworpen voor het vervaardigen van metaallegeringspoeder of uit deeltjes bestaand materiaal, met alle volgende eigenschappen:
a. |
speciaal ontworpen om contaminatie te voorkomen, en |
b. |
speciaal ontworpen voor gebruik in één van de in 1C002.c.2. bedoelde procedés. |
NB : |
ZIE OOK 1B102. |
1B003
Gereedschap, matrijzen, stempels of klemmen voor het "superplastisch vormen" of "diffusielassen" van titaan of aluminium of legeringen daarvan, speciaal ontworpen voor het vervaardigen van één of meer:
a. |
constructies voor lucht- of ruimtevaart, |
b. |
motoren voor "vliegtuigen" of ruimtevaartuigen, of |
c. |
speciaal ontworpen onderdelen voor de in 1B003.a. bedoelde constructies of de in 1B003.b. bedoelde motoren. |
1B101
Apparatuur, met uitzondering van de onder 1B001 bedoelde apparatuur voor de "productie" van composieten, als hieronder, en speciaal ontworpen onderdelen en toebehoren daarvoor:
NB : |
ZIE OOK 1B201. |
Noot : |
De in 1B101 bedoelde onderdelen en toebehoren omvatten onder meer matrijzen, doornen, stempels, klemmen en gereedschappen voor het persen van voorvormstukken, of het harden, gieten, sinteren of binden van composieten, laminaten en producten daarvan. |
a. |
continuvezelwindmachines of vezelpositioneringsmachines (‹fibre placement machines›), waarvan de bewegingen voor het gericht opbrengen, wikkelen en winden van vezelmateriaal in drie of meer richtingen kunnen worden gecoördineerd en geprogrammeerd, ontworpen voor de vervaardiging van "composieten" of laminaten uit "stapel of continuvezelmateriaal", alsmede besturingseenheden voor het coördineren en het programmeren daarvan; |
b. |
bandlegmachines, waarvan de bewegingen voor het gericht opbrengen en leggen van banden en vellen in twee of meer richtingen kunnen worden gecoördineerd en geprogrammeerd, ontworpen voor de vervaardiging van "composieten" voor casco’s en andere delen van vliegtuigen en "raketten"; |
c. |
apparatuur, als hieronder, ontworpen of aangepast voor de "productie" van "stapel- of continuvezelmateriaal":
|
d. |
apparatuur, ontworpen of aangepast voor speciale oppervlaktebehandeling van vezels of voor het vervaardigen van de ‹prepregs› en ‹preforms›, bedoeld in 9C110.
|
1B102
Andere metaalpoeder-"productieapparatuur" dan die bedoeld in 1B002 en onderdelen, als hieronder:
NB : |
ZIE OOK 1B115.b. |
a. |
metaalpoeder-"productieapparatuur", bruikbaar voor de "productie" in een gecontroleerde omgeving van sferische, sferoïdale of vernevelde materialen als bedoeld in 1C011.a., 1C011.b., 1C111.a.1., 1C111.a.2. of in de lijst militaire goederen; |
b. |
speciaal ontworpen onderdelen van "productieapparatuur" als bedoeld in 1B002 of 1B102.a. |
Noot: |
1B102 omvat:
|
1B115
Andere apparatuur dan die bedoeld in 1B002 en 1B102, voor de productie van stuwstoffen en bestanddelen daarvan, als hieronder, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
a. |
"productieapparatuur" voor de "productie", het hanteren of het keuren van vloeibare stuwstoffen of bestanddelen daarvan, als bedoeld in 1C011.a., 1C011.b., 1C111 of in de lijst militaire goederen; |
b. |
"productieapparatuur" voor de "productie", het hanteren, mengen, harden, gieten, persen, machinaal bewerken, spuitgieten of keuren van vaste stuwstoffen of bestanddelen daarvan, als bedoeld in 1C011.a., 1C011.b., 1C111 of in de lijst militaire goederen.
|
Noot 1: |
Zie lijst militaire goederen voor apparatuur speciaal ontworpen voor de "productie" van militaire goederen. |
Noot 2: |
1B115 heeft geen betrekking op apparatuur voor de "productie", het hanteren en het keuren van boorcarbide. |
1B116
Speciaal ontworpen spuitmonden (sproeikoppen) voor de "productie" van pyrolytisch gevormde materialen op een as, mal of ander substraat van voorlopergassen die ontleden bij temperaturen van 1 573 K (1 300 °C) tot 3 173 K (2 900 °C) en een druk van 130 Pa tot 20 kPa.
1B117
Niet-continumengers met alle hiernavolgende eigenschappen, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
a. |
ontworpen of aangepast voor het mengen onder vacuüm bij een druk van nul tot 13,326 kPa; |
b. |
met de mogelijkheid om de temperatuur van de mengkamer te regelen; |
c. |
een totale inhoud van 110 liter of meer, en |
d. |
ten minste één excentrisch geplaatste meng- of kneedas. |
Noot: |
In 1B117.d. verwijst de term "meng- of kneedas" niet naar deagglomeratoren of mesassen. |
1B118
Continumengers met alle hiernavolgende eigenschappen, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
a. |
ontworpen of aangepast voor het mengen onder vacuüm bij een druk van nul tot 13,326 kPa; |
b. |
met de mogelijkheid om de temperatuur van de mengkamer te regelen; |
c. |
met één of meer van de volgende eigenschappen:
|
1B119
Luchtstraalmolens die gebruikt kunnen worden om de stoffen, genoemd in 1C011.a., 1C011.b., 1C111 of in de lijst militaire goederen, te malen of te stampen, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor.
1B201
Continuvezelwindmachines, uitgezonderd machines als bedoeld in 1B001 of 1B101, en bijbehorende apparatuur, als hieronder:
a. |
continuvezelwindmachines met alle volgende eigenschappen:
|
b. |
besturingseenheden voor het coördineren en programmeren van de in 1B201.a. bedoelde draadwindmachines; |
c. |
zeer nauwkeurige spillen voor de in 1B201.a. bedoelde draadwindmachines. |
1B225
Elektrolytische cellen voor de productie van fluor met een capaciteit van meer dan 250 g fluor per uur.
1B226
Elektromagnetische isotopenscheiders, ontworpen voor of uitgerust met enkelvoudige of meervoudige ionenbronnen die een totale ionenbundelstroom van 50 mA of meer kunnen leveren.
Noot : |
1B226 omvat tevens scheiders:
|
1B228
Kolommen voor de cryogene distillatie van waterstof met alle volgende eigenschappen:
a. |
ontworpen om te werken bij een interne temperatuur van 35 K (- 238 °C) of lager; |
b. |
ontworpen om te werken bij een interne druk van 0,5-5 MPa; |
c. |
vervaardigd van:
|
d. |
met een binnendiameter van 30 cm of meer en een "nuttige lengte" van 4 m of meer. |
Technische noot:
In 1B228 betekent "nuttige lengte" de actieve hoogte van het verpakkingsmateriaal in een kolom van het gestapelde type of de actieve hoogte van de platen van het interne contactorgaan in een kolom van het plaattype.
1B230
Pompen, geschikt voor de circulatie van geconcentreerde of verdunde oplossingen van de katalysator kaliumamide in vloeibare ammoniak (KNH2/NH3), met alle volgende eigenschappen:
a. |
luchtdicht (d.w.z. hermetisch afgesloten); |
b. |
met een capaciteit van meer dan 8,5 m3/uur, en |
c. |
één van de volgende eigenschappen:
|
1B231
Tritiuminstallaties of -fabrieken, en apparatuur daarvoor, als hieronder:
a. |
installaties of fabrieken voor het produceren, terugwinnen, extraheren, concentreren of behandelen van tritium; |
b. |
apparatuur voor tritiuminstallaties of -fabrieken, als hieronder:
|
1B232
Turbo expanders of turbo-expansie/compressiesets met beide volgende eigenschappen:
a. |
ontworpen om te werken met een uitstroomtemperatuur van 35 K (- 238 °C) of lager, en |
b. |
ontworpen voor een doorvoer van waterstofgas van 1 000 kg/h of meer. |
1B233
Installaties of fabrieken voor het scheiden van lithiumisotopen en systemen en apparatuur daarvoor, als hieronder:
a. |
installaties of fabrieken voor het scheiden van lithiumisotopen; |
b. |
apparatuur voor de scheiding van lithiumisotopen op basis van het kwik-lithiumamalgaamproces, als hieronder:
|
c. |
ionenwisselsystemen die speciaal zijn ontworpen voor het scheiden van lithiumisotopen en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen; |
d. |
chemische uitwisselsystemen (gebruikmakend van kroonethers, cryptanden of ‹lariat ethers› (kroonethers met zijketens of soortgelijke structuren)), speciaal ontworpen voor het scheiden van lithiumisotopen en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. |
1B234
Brisante insluitingsvaten, -kamers of -containers en andere soortgelijke insluitingsinrichtingen die zijn ontworpen voor het testen van brisante springstoffen of explosiemiddelen, met beide volgende eigenschappen:
NB : |
ZIE OOK DE LIJST MILITAIRE GOEDEREN. |
a. |
ontworpen om een explosie gelijkstaand aan 2 kg trinitrotolueen (TNT) of meer in te sluiten, en |
b. |
heeft ontwerpelementen of -eigenschappen die directe of vertraagde overdracht van diagnostische of metingsinformatie mogelijk maken. |
1B235
Doelelementen en -onderdelen voor de productie van tritium, als volgt:
a. |
doelelementen bestaande uit of bevattende lithium, verrijkt in de lithium-6-isotoop, speciaal ontworpen voor het produceren van tritium door middel van bestraling, waaronder aanvoering in een kernreactor; |
b. |
onderdelen, speciaal ontworpen voor de doelelementen als bedoeld in 1B235.a. |
Technische noot:
Bij onderdelen, speciaal ontworpen voor doelelementen voor de productie van lithium, kunnen zijn inbegrepen lithiumpellets, tritiumgetters en speciaal bedekte hulzen.
1C
Materialen
Technische noot:
Metalen en legeringen:
behoudens andersluidende bepalingen wordt in 1C001 tot en met 1C012 onder "metalen" en "legeringen" verstaan, ruwe of onbewerkte vormen en halffabricaten, als hieronder:
Ruwe of onbewerkte vormen:
anoden, kogels, staven (met inbegrip van gekerfde proefstaven en draadmetaal), knuppels, blokken, blooms, briketten, uitgangsblokken, kathoden, kristallen, kubussen, blokjes, korrels, granules, walsblokken, bobbels, pastilles, gietelingen, poeder, rondellen, schroot, plakken, brokken, sponsen, stiften;
Halffabricaten (al dan niet bekleed, beplaat, geboord of gestanst):
a. |
gesmede of bewerkte materialen die zijn vervaardigd door middel van walsen, doortrekken, spuitgieten, smeden, slagextrusie, persen, korrelen, verstuiven en slijpen, namelijk: hoekstaven, gootmetaal, ronde voorprofielen, schijven, stof, vlokken, foelies en bladmetaal, smeedstukken, platen, poeder, geperste stukken allerhande, linten, ringen, staven (met inbegrip van ruwe lasstaven, walsdraad en diverse gewalste draden), profielen, gietvormen, dunne platen, banden en buizen allerhande (met inbegrip van ronde, vierkante en holle pijpen), getrokken of geëxtrudeerde draad; |
b. |
gegoten metaal vervaardigd door gieten in zand, metaal, gips of andere types gietvormen, met inbegrip van onder hoge druk gegoten producten, gesinterde vormen en door middel van poedermetallurgie vervaardigde producten. |
De doelstellingen van de controle mogen niet worden omzeild door de uitvoer van niet gespecificeerde vormen waarvan wordt beweerd dat het om afgewerkte producten gaat, maar die in feite onbewerkte vormen of halffabricaten zijn.
1C001
Materialen, speciaal ontworpen voor het absorberen van elektromagnetische straling, of intrinsiek geleidende polymeren, als hieronder:
NB : |
ZIE OOK 1C101. |
a. |
materialen voor het absorberen van frequenties hoger dan 2 × 108 Hz doch lager dan 3 × 1012 Hz;
|
b. |
materialen welke geen zichtbaar licht doorlaten en speciaal zijn ontworpen voor het absorberen van nabije-infraroodstraling met een golflengte van meer dan 810 nm doch minder dan 2 000 nm (frequenties hoger dan 150 THz doch lager dan 370 THz);
|
c. |
intrinsiek geleidende polymere materialen met een "specifieke elektrische volumegeleidbaarheid" groter dan 10 000 S/m (Siemens per meter) of een "specifieke oppervlakteweerstand" kleiner dan 100 ohm/vierkant, op basis van één of meer van de volgende polymeren:
Technische noot: Voor de toepassing van 1C001.c. moeten de "specifieke elektrische volumegeleidbaarheid" en de "specifieke oppervlakteweerstand" worden bepaald met behulp van ASTM D-257 of nationale gelijkwaardige methoden. |
1C002
Metaallegeringen, metaallegeringspoeder of gelegeerde materialen, als hieronder:
NB : |
ZIE OOK 1C202. |
Noot : |
1C002 heeft geen betrekking op metaallegeringen, metaallegeringspoeder of gelegeerde materialen, speciaal samengesteld voor bekledingsdoeleinden. |
Technische noot:
Voor de toepassing van 1C002 zijn metaallegeringen legeringen waarin het genoemde metaal een hoger gewichtspercentage heeft dan enig ander element.
a. |
aluminiden, als hieronder:
|
b. |
metaallegeringen, als hieronder, gemaakt van poeder of uit deeltjes bestaand materiaal als bedoeld in 1C002.c.:
Technische noten: Voor de toepassing van 1C002.b. geldt:
|
c. |
metaallegeringspoeder of uit deeltjes bestaand materiaal, met alle volgende eigenschappen:
|
d. |
gelegeerde materialen met alle volgende eigenschappen:
|
Technische noten:
Voor de toepassing van 1C002 geldt:
1. |
"Verstuiving in vacuüm": een proces voor het verdelen van een stroom gesmolten metaal tot druppeltjes met een diameter van 500 μm of minder door middel van de snelle uiteenzetting van een opgelost gas bij blootstelling aan een vacuüm. |
2. |
"Verstuiving in gas": een proces voor het verdelen van een stroom gesmolten metaallegering tot druppeltjes met een diameter van 500 μm of minder door middel van een onder hoge druk staande gasstroom. |
3. |
"Roterend verstuiven": een proces voor het verdelen van een stroom of een plas gesmolten metaal tot druppeltjes met een diameter van 500 μm of minder door middel van centrifugale kracht. |
4. |
"Versplintering door snelle afkoeling" (‹splat quenching›): een proces voor het "snel stollen" van een gesmolten stroom metaal die botst op een gekoeld blok, waardoor "flakes" worden gevormd. |
5. |
"Smeltspinnen": een proces voor het "snel stollen" van een stroom gesmolten metaal die botst op een ronddraaiend gekoeld blok, waardoor een schilfer-, lint- of staafvormig product ontstaat. |
6. |
"Vergruizing": een procedé voor het tot deeltjes verdelen van materiaal door stampen of malen. |
7. |
"Smeltextractie": een proces voor het "snel stollen" en extraheren van een lintvormig legeringsproduct door een kort segment van een ronddraaiend gekoeld blok in een bad met een gesmolten metaallegering te brengen. |
8. |
"Mechanisch legeren": een legeringsproces door middel van het binden, breken en opnieuw binden van elementaire en moederlegeringspoeders met behulp van mechanische krachten. Niet-metaaldeeltjes kunnen in de legering worden opgenomen door toevoeging van de geschikte poeders. |
9. |
"Verstuiving via plasma-atomisatie":een proces voor het verdelen van een stroom gesmolten metaallegering tot druppeltjes met een diameter van 500 μm of minder met behulp van een plasmabrander in een omgeving met inert gas. |
10. |
Voor de toepassing van de technische noten bij 1C002 wordt onder "snel stollen" verstaan: het stollen van gesmolten materiaal bij een koelsnelheid van meer dan 1 000 K/s. |
1C003
Magnetische metalen van alle soorten, ongeacht de vorm, met één of meer van de volgende eigenschappen:
a. |
een relatieve beginpermeabiliteit van 120 000 of meer en een dikte van 0,05 mm of minder; Technische noot: Voor de toepassing van 1C003.a. wordt de relatieve beginpermeabiliteit gemeten aan het gespecificeerde materiaal dat volledig ontlaten is. |
b. |
magnetostrictieve legeringen met:
|
c. |
strips van amorfe of "nanokristallijne" legeringen met de volgende eigenschappen:
Technische noot: Voor de toepassing van 1C003.c. zijn "nanokristallijne" materialen materialen met een kristalkorrelgrootte van hoogstens 50 nm, bepaald door middel van röntgendiffractie. |
1C004
Uranium-titaanlegeringen of wolfraamlegeringen met een "matrix" op basis van ijzer, nikkel of koper, met alle volgende eigenschappen:
a. |
een dichtheid groter dan 17,5 g/cm3; |
b. |
een elastische rekgrens groter dan 880 MPa; |
c. |
een treksterkte groter dan 1 270 MPa, en |
d. |
een rek groter dan 8 %. |
1C005
"Supergeleidende"
"composiet"-geleiders in lengten groter dan 100 m of met een massa groter dan 100 g, als hieronder:
a. |
"supergeleidende""composiet"-geleiders welke een of meer niobium-titaan-'filamenten' bevatten, met beide volgende eigenschappen:
|
b. |
"supergeleidende""composiet"-geleiders, bestaande uit één of meer "supergeleidende""filamenten", anders dan van niobium-titaan, met de volgende eigenschappen:
|
c. |
"supergeleidende""composiet"-geleiders, bestaande uit één of meer "supergeleidende""filamenten", die "supergeleidend" blijven boven 115 K (- 158,16 °C). |
Technische noot:
Voor de toepassing van 1C005 kunnen de "filamenten" de vorm van een draad, cilinder, film, band of lint hebben.
1C006
Vloeistoffen en smeermiddelen, als hieronder:
a. |
niet gebruikt; |
b. |
smeermiddelen met als voornaamste bestanddelen fenyleen- of alkylfenyleenethers of thio-ethers, of mengsels daarvan, welke meer dan twee ether- of thio-ethergroepen bevatten of combinaties daarvan; |
c. |
dempingsvloeistoffen en flotatievloeistoffen met alle volgende eigenschappen:
|
d. |
vloeistoffen op basis van fluorkoolstoffen bestemd voor elektronische koeling met de volgende eigenschappen:
|