Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023R1679

Verordening (EU) 2023/1679 van de Europese Centrale Bank van 25 augustus 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2021/378 betreffende de toepassing van minimumreserveverplichtingen (ECB/2021/1) (ECB/2023/21)

ECB/2023/21

PB L 216 van 1.9.2023, p. 96–97 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/1679/oj

1.9.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 216/96


VERORDENING (EU) 2023/1679 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 25 augustus 2023

tot wijziging van Verordening (EU) 2021/378 betreffende de toepassing van minimumreserveverplichtingen (ECB/2021/1)

(ECB/2023/21)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 19, lid 1,

Gezien Verordening (EG) nr. 2531/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot de toepassing van reserveverplichtingen door de Europese Centrale Bank (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De door kredietinstellingen aangehouden reserves, met inbegrip van zowel de uit hoofde van Verordening (EU) 2021/378 van de Europese Centrale Bank (ECB/2021/1) (2) vereiste minimumreserves, als de in de depositofaciliteit aangehouden reserves, worden momenteel vergoed tegen rente op de depositofaciliteit (depositorente) van het Eurosysteem. In de huidige omstandigheden van ruime liquiditeit is de betaalde rente op de door banken aangehouden reserves in de depositofaciliteit het belangrijkste instrument om de korte geldmarktrente in overeenstemming te brengen met de gewenste monetairbeleidskoers.

(2)

Op 27 juli 2023 heeft de Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) besloten de vergoeding op minimumreserves op 0 % vast te stellen. Het besluit van de Raad van Bestuur om de rentevergoeding op minimumreserves te verlagen zal de effectiviteit van het monetair beleid in stand houden door de ankerfunctie van de depositorente voor de geldmarktrente te handhaven, waardoor de huidige mate van controle over de monetairbeleidskoers behouden blijft. Tegelijkertijd zal dit de efficiëntie van het monetair beleid in de huidige economische context ten goede komen, doordat het totale rentebedrag dat over reserves moet worden betaald om de gepaste monetairbeleidskoers aan te houden zal verminderen. Deze efficiëntieoverweging is des te relevanter geworden in het licht van de verhogingen van de basisrentetarieven van de ECB.

(3)

Deze verordening moet worden toegepast met ingang van 20 september 2023, de eerste dag van de zesde aanhoudingsperiode in 2023.

(4)

Derhalve moet Verordening (EU) 2021/378 (ECB/2021/1) dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Verordening (EU) 2021/378 (ECB/2021/1) wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 2 wordt punt 13 vervangen door:

“TARGET-werkdag”: “werkdag” of “TARGET-werkdag” als gedefinieerd in artikel 2, punt 13), van Richtsnoer (EU) 2022/912 van de Europese Centrale Bank (ECB/2022/8) (*1), in samenhang met bijlage III, punt 13) bij dat richtsnoer;

(*1)  Richtsnoer (EU) 2022/912 van de Europese Centrale Bank van 24 februari 2022 betreffende een nieuwe generatie geautomatiseerd trans-Europees realtime-brutoverevening-express-betalingssysteem (TARGET) en tot intrekking van Richtsnoer ECB/2012/27 (ECB/2022/8) (PB L 163 van 17.6.2022, blz. 84).”."

2)

Artikel 9 wordt vervangen door:

“Artikel 9

Vergoeding

1.   De betrokken NCB vergoedt de op de reserverekeningen aangehouden minimumreserves tegen 0%.

2.   De betrokken NCB betaalt de vergoeding op de aangehouden minimumreserves op de tweede TARGET-werkdag na het einde van de aanhoudingsperiode waarover de vergoeding werd verdiend.

3.   De in de aangehouden minimumreserves opgenomen middelen die vervolgens krachtens artikel 3, lid 1, punt d), van die minimumreserves worden uitgesloten, worden door de betrokken NCB overeenkomstig de in Richtsnoer (EU) 2019/671 van de Europese Centrale Bank (ECB/2019/7) (*2) neergelegde voorschriften voor niet-monetairebeleidsdeposito’s vergoed met ingang van de datum waarop de in artikel 3, lid 1, punt d) voorziene specifieke beperking geldt, zoals vastgesteld door de betrokken NCB.”.

(*2)  Richtsnoer (EU) 2019/671 van de Europese Centrale Bank van 9 april 2019 betreffende nationale beheertransacties inzake activa en passiva door nationale centrale banken (ECB/2019/7) (PB L 113 van 29.4.2019, blz. 11).”."

Artikel 2

Slotbepalingen

1.   Deze verordening treedt in werking op de vijfde dag volgende op die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.   Deze verordening is van toepassing met ingang van 20 september 2023.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 25 augustus 2023.

Voor de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Christine LAGARDE


(1)   PB L 318 van 27.11.1998, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) 2021/378 van de Europese Centrale Bank van 22 januari 2021 betreffende de toepassing van minimumreserveverplichtingen (ECB/2021/1) (PB L 73 van 3.3.2021, blz. 1).


Top