EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R2287

Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/2287 van de Commissie van 12 augustus 2022 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2065 tot vaststelling van een teruggooiplan voor de tarbotvisserij in de Zwarte Zee wat betreft de verlenging van de op hoge overlevingskansen gebaseerde vrijstelling van de aanlandingsverplichting voor tarbot in de Zwarte Zee

C/2022/5725

OJ L 303, 23.11.2022, p. 1–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2022/2287/oj

23.11.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 303/1


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/2287 VAN DE COMMISSIE

van 12 augustus 2022

tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2065 tot vaststelling van een teruggooiplan voor de tarbotvisserij in de Zwarte Zee wat betreft de verlenging van de op hoge overlevingskansen gebaseerde vrijstelling van de aanlandingsverplichting voor tarbot in de Zwarte Zee

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (1), en met name artikel 15, lid 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 bevat een aanlandingsverplichting voor alle vangsten van soorten waarvoor vangstbeperkingen gelden. Overeenkomstig artikel 15, lid 1, punt d), van Verordening (EU) nr. 1380/2013 is de aanlandingsverplichting uiterlijk met ingang van 1 januari 2017 van toepassing op visserijbepalende soorten. Tarbot in de Zwarte Zee is een van die soorten.

(2)

Op 20 oktober 2016 stelde de Commissie Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/87 van de Commissie (2) houdende een teruggooiplan voor de tarbotvisserij in de Zwarte Zee vast, die voorzag in een op hoge overlevingskansen gebaseerde vrijstelling voor tarbot die met geankerde kieuwnetten wordt gevangen. Die verordening was van toepassing van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2019. Op 25 augustus 2021 werd Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2065 van de Commissie (3) houdende een teruggooiplan voor de tarbotvisserij in de Middellandse Zee vastgesteld, die van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 van toepassing is.

(3)

Bulgarije en Roemenië hebben een rechtstreeks belang bij het beheer van de visserij op tarbot in de Zwarte Zee. Op 12 februari 2021 dienden die lidstaten bij de Commissie een gezamenlijke aanbeveling in met het verzoek tot verlenging van het teruggooiplan en van de op hoge overlevingskansen gebaseerde vrijstelling voor tarbot die met geankerde kieuwnetten in de Zwarte Zee wordt gevangen. Op 15 juli 2021 dienden die lidstaten een bijgewerkte gezamenlijke aanbeveling in. Overeenkomstig artikel 3, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2065 dienden die lidstaten op 29 april 2022 en 10 mei 2022 aanvullende gegevens in over ramingen van de overleving van tarbot die met geankerde kieuwnetten in de Zwarte Zee wordt gevangen.

(4)

Het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) (4) heeft de bijgewerkte gezamenlijke aanbeveling beoordeeld en verwelkomde de geleverde inspanningen om een studie over de overlevingskansen van tarbot in de Zwarte Zee uit te voeren waarin werd gekeken naar de vitaliteit van gevangen exemplaren. Het WTECV onderkende ook dat de verstrekte gegevens waardevol zijn voor de beoordeling van de overleving van tarbot. Uit de in de Bulgaarse en Roemeense wateren uitgevoerde studie bleek een hoog vitaliteitspercentage (meer dan 80 %) voor tarbot die met monofilament-kieuwnetten wordt gevangen. In dit verband concludeerde het WTECV dat de overlevingskansen hoog zijn.

(5)

Op 7 juli 2022 dienden Bulgarije en Roemenië een bijgewerkte gezamenlijke aanbeveling in waarin werd verzocht de op hoge overlevingskansen gebaseerde vrijstelling van de aanlandingsverplichting voor tarbot in de Zwarte Zee te verlengen met twee jaar.

(6)

De Commissie is van mening dat de in de genoemde studie aangetoonde overlevingskansen hoog genoeg zijn. Daarom moet de vrijstelling uit hoofde van artikel 15, lid 4, punt b), van Verordening (EU) nr. 1380/2013 worden verlengd. Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2065 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

Aangezien de maatregelen van deze verordening rechtstreeks van invloed zijn op economische activiteiten die met het visseizoen van de vaartuigen van de Unie samenhangen, en op de programmering van dat visseizoen, moet deze verordening onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking treden. Overeenkomstig de gezamenlijke aanbeveling en rekening houdend met het tijdschema van artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 moet de onderhavige verordening op een latere datum van toepassing zijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2065 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 3 wordt lid 1 vervangen door:

“1.   De vrijstelling van de aanlandingsverplichting uit hoofde van artikel 15, lid 4, punt b), van Verordening (EU) nr. 1380/2013 voor soorten waarvoor wetenschappelijk vaststaat dat zij hoge overlevingskansen hebben, geldt tot en met 31 december 2024 voor tarbot (Scophthalmus maximus) die met geankerde kieuwnetten (GNS) wordt gevangen in de Zwarte Zee.”.

2)

In artikel 3 wordt lid 3 geschrapt.

3)

In artikel 4 wordt de tweede zin vervangen door:

“Zij is van toepassing van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2024.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2023.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 augustus 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22.

(2)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/87 van de Commissie van 20 oktober 2016 tot vaststelling van een teruggooiplan voor de tarbotvisserij in de Zwarte Zee (PB L 14 van 18.1.2017, blz. 9).

(3)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2065 van de Commissie van 25 augustus 2021 tot vaststelling van een teruggooiplan voor de tarbotvisserij in de Zwarte Zee (PB L 421 van 26.11.2021, blz. 14).

(4)  Evaluation of Joint Recommendations on the landing obligation and on Technical Measures Regulation (STECF-22-05).


Top