EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R1440R(01)

Rectificatie van Verordening (EU) 2022/1440 van de Commissie van 31 augustus 2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 284/2013 wat betreft de informatie die moet worden verstrekt over gewasbeschermingsmiddelen en de specifieke gegevensvereisten voor gewasbeschermingsmiddelen die micro-organismen bevatten (Publicatieblad van de Europese Unie L 227 van 1 september 2022)

OJ L 304, 24.11.2022, p. 97–99 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2022/1440/corrigendum/2022-11-24/oj

24.11.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 304/97


Rectificatie van Verordening (EU) 2022/1440 van de Commissie van 31 augustus 2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 284/2013 wat betreft de informatie die moet worden verstrekt over gewasbeschermingsmiddelen en de specifieke gegevensvereisten voor gewasbeschermingsmiddelen die micro-organismen bevatten

( Publicatieblad van de Europese Unie L 227 van 1 september 2022 )

Op bladzijde 38, in bijlage II, wordt de volgende inhoudstafel ingevoegd na de titel “Deel B — GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN DIE EEN WERKZAME STOF IN DE VORM VAN EEN MICRO-ORGANISME BEVATTEN:

Inhoud

INLEIDING VAN DEEL B

1.

Identiteit van de aanvrager, identiteit van het gewasbeschermingsmiddel en informatie over de productie

1.1.

Aanvrager

1.2.

Producent van het preparaat en van het (de) micro-organisme(n)

1.3.

Handelsnaam of voorgestelde handelsnaam en, indien van toepassing, de door de producent bij de ontwikkeling gebruikte codeaanduiding van het preparaat

1.4.

Uitvoerige kwantitatieve en kwalitatieve gegevens over de samenstelling van het preparaat

1.5.

Fysische vorm en aard van het preparaat

1.6.

Productiemethode van het preparaat en kwaliteitscontrole

1.7.

Verpakking en geschiktheid van de voorgestelde verpakkingsmaterialen voor het preparaat

2.

Fysische, chemische en technische eigenschappen van het gewasbeschermingsmiddel

2.1.

Voorkomen (kleur en geur)

2.2.

Explosiegevaar en oxiderende eigenschappen

2.3.

Vlampunt en andere aanwijzingen voor ontvlambaarheid of zelfontbranding

2.4.

Aciditeit, alkaliteit en zo nodig pH-waarde

2.5.

Viscositeit en oppervlaktespanning

2.6.

Stabiliteit bij opslag en houdbaarheid

2.6.1.

Gebruiksconcentratie

2.6.2.

Effecten van temperatuur en verpakking

2.6.3.

Andere factoren die de stabiliteit beïnvloeden

2.7.

Technische kenmerken van het gewasbeschermingsmiddel

2.7.1.

Bevochtigbaarheid

2.7.2.

Schuimvorming

2.7.3.

Suspendeerbaarheid, dispersiespontaneïteit en dispersiestabiliteit

2.7.4.

Droge zeeftest en natte zeeftest

2.7.5.

Grootteverdeling van de deeltjes (stuif- en spuitpoeders, granulaten), gehalte aan stof/niet-gegranuleerde deeltjes (granulaten), afslijting door wrijving en brosheid (granulaten)

2.7.6.

Emulgeerbaarheid, hernieuwde emulgeerbaarheid en stabiliteit van de emulsie

2.7.7.

Stroombaarheid, gietbaarheid (afspoelbaarheid) en verstuifbaarheid

2.8.

Fysisch-chemische verenigbaarheid met andere gewasbeschermingsmiddelen, waaronder gewasbeschermingsmiddelen waarvoor toelating voor gecombineerd gebruik wordt beoogd

2.8.1.

Fysische verenigbaarheid

2.8.2.

Chemische verenigbaarheid

2.9.

Hechting aan en verspreiding over zaden

3.

Gegevens over de toepassing

3.1.

Beoogd toepassingsgebied

3.2.

Werkingsmechanisme op het doelorganisme

3.3.

Functie, doelorganismen en te beschermen planten of plantaardige producten en mogelijke risicobeperkende maatregelen

3.4.

Toepassingsdosering

3.5.

Gehalte aan micro-organisme in het gebruikte materiaal (bv. in spuitvloeistof, lokaas of behandeld zaad)

3.6.

Toepassingsmethode

3.7.

Aantal en tijdstippen van de toepassingen op hetzelfde gewas, duur van de bescherming en wachttijd(en)

3.8.

Voorgestelde gebruiksaanwijzing

3.9.

Veiligheidsintervallen en andere voorzorgsmaatregelen om de gezondheid van mens en dier en het milieu te beschermen

4.

Verdere gegevens over het gewasbeschermingsmiddel

4.1.

Werkwijze voor het schoonmaken en de decontaminatie van de toepassingsapparatuur

4.2.

Aanbevolen methoden en voorzorgsmaatregelen bij: hantering, opslag, vervoer, brand of gebruik

4.3.

Maatregelen bij een ongeval

4.4.

Werkwijze voor vernietiging of decontaminatie van het gewasbeschermingsmiddel en de verpakking

4.4.1.

Gecontroleerde verbranding

4.4.2.

Andere

5.

Analysemethoden

5.1.

Methoden voor de analyse van het preparaat

5.2.

Methoden voor het bepalen en kwantificeren van residuen

6.

Gegevens over de werkzaamheid

6.1.

Voorafgaande proeven

6.2.

Minimale werkzame dosis

6.3.

Het testen van de werkzaamheid

6.4.

Informatie over de mogelijke ontwikkeling van resistentie bij doelorganismen

6.5.

Nadelige effecten op de behandelde gewassen

6.5.1.

Fytotoxiciteit bij te behandelen planten (met inbegrip van verschillende cultivars) of plantaardige producten

6.5.2.

Effecten op de opbrengst van behandelde planten of plantaardige producten

6.5.3.

Effecten op de kwaliteit van planten en plantaardige producten

6.5.4.

Effecten op verwerkingsprocessen

6.5.5.

Effecten op behandelde planten of teeltmateriaal

6.6.

Waarnemingen van ongewenste of onbedoelde nevenwerkingen op volggewassen en andere planten

6.6.1.

Effecten op volggewassen

6.6.2.

Effecten op andere planten, met inbegrip van naburige gewassen

6.7.

Verenigbaarheid met gewasbeschermingsprogramma’s

7.

Effecten op de gezondheid van de mens

7.1.

Medische gegevens

7.2.

Beoordeling van de potentiële toxiciteit van het gewasbeschermingsmiddel

7.3.

Acute toxiciteit

7.3.1.

Acute orale toxiciteit

7.3.2.

Acute dermale toxiciteit

7.3.3.

Acute inhalatietoxiciteit

7.3.4.

Huidirritatie

7.3.5.

Oogirritatie

7.3.6.

Sensibilisering van de huid

7.4.

Aanvullende informatie over toxiciteit

7.5.

Gegevens over blootstelling

7.6.

Beschikbare toxicologische gegevens over niet-werkzame stoffen

7.7.

Aanvullend onderzoek naar combinaties van gewasbeschermingsmiddelen

8.

Residuen in of op behandelde producten, levensmiddelen en diervoeders

9.

Lotgevallen en gedrag in het milieu

10.

Effecten op niet-doelorganismen

10.1.

Effecten op gewervelde landdieren

10.2.

Effecten op in het water levende organismen

10.2.1.

Effecten op vissen

10.2.2.

Effecten op ongewervelde waterdieren

10.2.3.

Effecten op algen

10.2.4.

Effecten op aquatische macrofyten

10.3.

Effecten op bijen

10.4.

Effecten op niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen anders dan bijen

10.5.

Effecten op niet tot de doelsoorten behorende meso- en macro-organismen in de bodem

10.6.

Effecten op niet tot de doelsoorten behorende landplanten

10.7.

Aanvullend onderzoek inzake toxiciteit”.

Top