Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R1253

Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1253 van de Commissie van 19 juli 2022 tot rectificatie van Verordening (EU) nr. 748/2012 wat betreft afwijkingen van bepaalde bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/201 ingevoerde voorschriften

C/2022/4949

PB L 191 van 20.7.2022, p. 45–46 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2022/1253/oj

20.7.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 191/45


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/1253 VAN DE COMMISSIE

van 19 juli 2022

tot rectificatie van Verordening (EU) nr. 748/2012 wat betreft afwijkingen van bepaalde bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/201 ingevoerde voorschriften

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (1), en met name artikel 62, lid 14,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 748/2012 van de Commissie (2) zijn gemeenschappelijke technische voorschriften vastgesteld voor het ontwerp en de productie van burgerluchtvaartuigen, motoren, propellers en daarin te installeren onderdelen.

(2)

Overeenkomstig punt 3.1, b), van bijlage II bij Verordening (EU) 2018/1139 moeten erkende ontwerp- en productieorganisaties een beheersysteem toepassen dat garandeert dat aan de essentiële eisen van deze bijlage wordt voldaan, de veiligheidsrisico’s beheren en streven naar voortdurende verbetering van dat systeem.

(3)

Overeenkomstig bijlage 19 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, ondertekend te Chicago op 7 december 1944 (“het Verdrag van Chicago”), moeten bevoegde autoriteiten eisen dat erkende ontwerp- en productieorganisaties een veiligheidsbeheersysteem toepassen.

(4)

Bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/201 van de Commissie (3) is voor alle erkende ontwerp- en productieorganisaties die onder bijlage I bij Verordening (EU) nr. 748/2012 vallen een beheersysteem ingevoerd om te voldoen aan de in bijlage 19 bij het Verdrag van Chicago vastgestelde internationale normen en aanbevolen praktijken van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO).

(5)

In Uitvoeringsverordening (EU) 2022/203 van de Commissie (4) is bepaald dat de bevoegde autoriteiten een beheersysteem en systemen voor de melding van voorvallen moeten invoeren.

(6)

Artikel 8 en artikel 9 van Verordening (EU) nr. 748/2012 zijn respectievelijk gewijzigd bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/201 en Uitvoeringsverordening (EU) 2022/203. De wijzigingen voorzagen voor ontwerp- en productieorganisaties in overgangsperioden tot 7 maart 2025 om alle bevindingen van niet-naleving met betrekking tot de bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/201 in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 748/2012 ingevoerde voorschriften te corrigeren.

(7)

In de vastgestelde tekst tot wijziging van artikel 9 van Verordening (EU) nr. 748/2012 werd ten onrechte verwezen naar Uitvoeringsverordening (EU) 2022/203 in plaats van naar Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/201.

(8)

Bovendien werd in de tekst tot wijziging van artikel 9 van Verordening (EU) nr. 748/2012 geen rekening gehouden met het feit dat slechts een beperkt aantal vereisten die bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/201 zijn ingevoerd, met name de eisen inzake rapportage en het bijhouden van registers, van toepassing zijn op organisaties die zonder erkenning producten, onderdelen of uitrustingsstukken produceren en die houder zijn van een akkoordverklaring en met het feit dat die akkoordverklaring slechts voor een beperkte periode geldig is. De overgangsperiode tot 7 maart 2025 om bevindingen van niet-naleving met betrekking tot de bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/201 ingevoerde eisen te corrigeren, is derhalve niet relevant voor die organisaties. Om de samenhang met de toepassingsdatum van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/201 te waarborgen, mogen organisaties waarvoor de akkoordverklaring op of vóór 7 maart 2023 is afgegeven, dus niet worden verplicht te voldoen aan de eisen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/201.

(9)

Verordening (EU) nr. 748/2012 moet derhalve dienovereenkomstig worden gerectificeerd,

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 127, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1139 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 9 van Verordening (EU) nr. 748/2012 worden de leden 5 en 6 vervangen door:

“5.   Bij wijze van uitzondering op bijlage I (deel 21), punt 21.B.225, d), 1 en 2, mag een productieorganisatie die houder is van een geldig erkenningscertificaat dat is afgegeven overeenkomstig bijlage I (deel 21), tot en met 7 maart 2025 alle bevindingen van niet-naleving met betrekking tot de voorschriften van bijlage I die zijn ingevoerd bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/201 (*1) van de Commissie, corrigeren.

Als de organisatie na 7 maart 2025 die bevindingen niet heeft gesloten, wordt het erkenningscertificaat geheel of gedeeltelijk ingetrokken, beperkt of opgeschort.

6.   Bij wijze van uitzondering op bijlage I (deel 21), punt 21.A.125C, a), 1, mag een organisatie die zonder erkenning producten, onderdelen of uitrustingsstukken produceert en die houder is van een geldige, ten laatste op 7 maart 2023 overeenkomstig bijlage I (deel 21) afgegeven akkoordverklaring, niet worden verplicht te voldoen aan de bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/201 ingevoerde eisen in bijlage I.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Ze is van toepassing met ingang van 7 maart 2023.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 juli 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) nr. 748/2012 van de Commissie van 3 augustus 2012 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften inzake de luchtwaardigheid en milieucertificering van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken, alsmede voor de certificering van ontwerp- en productieorganisaties (PB L 224 van 21.8.2012, blz. 1).

(3)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/201 van de Commissie van 10 december 2021 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 748/2012 wat betreft door ontwerp- en productieorganisaties op te zetten beheersystemen en voorvallenmeldingssystemen, alsmede wat betreft de door het Agentschap toegepaste procedures, en tot rectificatie van die Verordening (PB L 33 van 15.2.2022, blz. 7).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2022/203 van de Commissie van 14 februari 2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 748/2012 wat betreft beheersystemen en systemen voor de melding van voorvallen die door bevoegde autoriteiten moeten worden opgezet en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 748/2012 wat betreft de afgifte van certificaten van herbeoordeling van de luchtwaardigheid (PB L 33 van 15.2.2022, blz. 46).


Top