EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R1174

Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1174 van de Commissie van 7 juli 2022 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 wat betreft de vaststelling van bepaalde gedetailleerde maatregelen voor de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart (Voor de EER relevante tekst)

C/2022/4637

OJ L 183, 8.7.2022, p. 35–42 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2022/1174/oj

8.7.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 183/35


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/1174 VAN DE COMMISSIE

van 7 juli 2022

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 wat betreft de vaststelling van bepaalde gedetailleerde maatregelen voor de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2320/2002 (1), en met name artikel 4, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uit de ervaring met de tenuitvoerlegging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 (2) van de Commissie is gebleken dat er behoefte is aan kleine wijzigingen van de uitvoeringsvoorwaarden van bepaalde gemeenschappelijke basisnormen.

(2)

Bepaalde gedetailleerde maatregelen inzake luchtvaartbeveiliging moeten worden verduidelijkt, geharmoniseerd of vereenvoudigd teneinde de juridische duidelijkheid te verbeteren, de gemeenschappelijke interpretatie van de wetgeving te standaardiseren en te zorgen voor een zo goed mogelijke tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke basisnormen inzake luchtvaartbeveiliging. Bovendien moeten bepaalde wijzigingen worden aangebracht in het licht van de evolutie van het dreigings- en risicobeeld en recente ontwikkelingen op het gebied van activiteiten van luchthavens en luchtvaartmaatschappijen, de technologie en internationaal beleid. Die wijzigingen hebben betrekking op luchthavenbeveiliging, veilig en beveiligd vervoer van vuurwapens aan boord, opleiding van personeel, beveiliging van luchtvracht en -post, bekende leveranciers van luchthavenbenodigdheden, achtergrondcontroles, explosievenspeurhonden (EDD) en detectienormen voor metaaldetectiepoorten (WMTD).

(3)

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Aangezien het cockpit- en cabinepersoneel dat beveiligingsmaatregelen tijdens de vlucht uitvoert, voldoende tijd moet krijgen om de in punt 38 van de bijlage bij deze verordening vastgestelde opleiding te volgen, moet de toepassing van dit punt worden uitgesteld tot 1 januari 2023.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 19 van Verordening (EG) nr. 300/2008 opgerichte comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Ze is van toepassing met ingang van 1 juli 2022. De punten 32 en 38 van de bijlage zijn echter van toepassing met ingang van 1 januari 2023.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 juli 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 97 van 9.4.2008, blz. 72.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 van de Commissie van 5 november 2015 tot vaststelling van gedetailleerde maatregelen voor de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart (PB L 299 van 14.11.2015, blz. 1).


BIJLAGE

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan punt 1.1.2.2 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Personen die een beveiligingsdoorzoeking uitvoeren in andere zones dan die welke worden gebruikt door uitstappende passagiers die niet overeenkomstig de gemeenschappelijke basisnormen aan een beveiligingsonderzoek zijn onderworpen, moeten worden opgeleid overeenkomstig punt 11.2.3.1, 11.2.3.2, 11.2.3.3, 11.2.3.4 of 11.2.3.5.”.

2)

Punt 1.4.4.2 wordt vervangen door:

“1.4.4.2.

Onderzochte voertuigen die kritieke delen tijdelijk verlaten, kunnen bij hun terugkeer worden vrijgesteld van het onderzoek voor zover ze onder constant toezicht hebben gestaan van gemachtigde personen en dit toezicht volstond om redelijkerwijs te garanderen dat geen verboden voorwerpen in de voertuigen zijn binnengebracht.”.

3)

Het volgende punt 1.4.4.3 wordt toegevoegd:

“1.4.4.3.

Vrijstellingen en bijzondere onderzoeksprocedures zijn eveneens onderhevig aan de aanvullende bepalingen vastgesteld in Uitvoeringsbesluit C(2015) 8005.”.

4)

Het volgende punt 1.5.5 wordt toegevoegd:

“1.5.5.

Er worden procedures vastgesteld voor de behandeling van niet-geïdentificeerde bagage en verdachte voorwerpen in overeenstemming met een door de bevoegde nationale autoriteiten uitgevoerde of goedgekeurde veiligheidsrisicobeoordeling.”.

5)

In punt 3.1.1.3 wordt de volgende zin toegevoegd:

“De doorzoeking mag pas beginnen wanneer het luchtvaartuig zijn definitieve parkeerplaats heeft bereikt.”.

6)

Punt 3.1.3 wordt vervangen door:

“3.1.3.   Informatie over de beveiligingsdoorzoeking van een luchtvaartuig

De hierna vermelde informatie over de beveiligingsdoorzoeking van een vertrekkend luchtvaartuig wordt geregistreerd en gedurende 24 uur of de duur van de vlucht, indien deze langer dan 24 uur duurt, bewaard op een andere plaats dan in het luchtvaartuig:

a)

het vluchtnummer;

b)

de plaats van herkomst van de vorige vlucht;

c)

de datum en het tijdstip waarop de beveiligingsdoorzoeking werd uitgevoerd;

d)

de naam en de handtekening van de persoon die verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de beveiligingsdoorzoeking van het luchtvaartuig.

De in de eerste alinea vermelde informatie mag in elektronische vorm worden geregistreerd.”.

7)

Aan punt 5.4.2 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Een luchtvaartmaatschappij ziet erop toe dat het vervoer van vuurwapens in ruimbagage alleen wordt toegestaan nadat een daartoe gemachtigde en gekwalificeerde persoon heeft vastgesteld dat zij niet geladen zijn. De vuurwapens worden opgeslagen op een plaats die tijdens de vlucht voor niemand toegankelijk is.”.

8)

In punt 6.1.1 wordt punt c) geschrapt.

9)

Het volgende punt 6.1.3 wordt toegevoegd:

“6.1.3.

Een erkende agent die een zending afwijst omdat ze een hoog risico inhoudt, ziet erop toe dat de zending en de begeleidende documentatie worden gemarkeerd als hoogrisicovracht en -post alvorens de zending wordt teruggegeven aan de vertegenwoordiger van de entiteit die de zending afgeeft. Die zending mag niet in een luchtvaartuig worden geladen, tenzij zij door een andere erkende agent wordt behandeld overeenkomstig punt 6.7.”.

10)

In punt 6.3.1.2, a), wordt de vierde alinea vervangen door:

“De ondertekende verklaring vermeldt duidelijk de plaats van de locatie of locaties waar ze naar verwijst, en wordt bijgehouden door de betrokken bevoegde autoriteit;”.

11)

Punt 6.3.2.1 wordt vervangen door:

“6.3.2.1.

Wanneer een erkende agent een zending aanvaardt, gaat hij na of de entiteit van wie hij de zending ontvangt een erkende agent of een bekende afzender of geen van beide is.”.

12)

In punt 6.3.2.3 wordt punt a) vervangen door:

“a)

worden gescreend overeenkomstig punt 6.2 of 6.7, al naargelang van toepassing, of”;

13)

Punt 6.3.2.6 wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt d) wordt vervangen door:

“d)

de beveiligingsstatus van de zending, met vermelding van een van de volgende:

“SPX”: veilig voor passagiers-, vracht- en postluchtvaartuigen;

“SHR” veilig voor passagiers-, vracht- en postluchtvaartuigen, overeenkomstig de eisen met betrekking tot grote risico’s;”;

b)

punt e), ii), wordt geschrapt.

14)

In punt 6.3.2.9 wordt de eerste alinea vervangen door:

“Een erkende agent ziet erop toe dat alle personeelsleden in dienst worden genomen overeenkomstig de eisen van hoofdstuk 11 en op passende wijze worden opgeleid overeenkomstig de relevante functieomschrijvingen. Met het oog op opleiding wordt personeel dat zonder toezicht toegang heeft tot identificeerbare luchtvracht of identificeerbare luchtpost waarop de vereiste beveiligingscontroles zijn toegepast, beschouwd als personeel dat beveiligingscontroles uitvoert. De bekwaamheden van eerder overeenkomstig punt 11.2.7 opgeleide personen worden uiterlijk op 1 januari 2023 geüpgraded tot die welke vermeld zijn in punt 11.2.3.9.”.

15)

Punt 6.4.2.1, eerste alinea, b), wordt vervangen door:

“b)

alle personeelsleden die beveiligingscontroles uitvoeren en alle personeelsleden die zonder toezicht toegang hebben tot identificeerbare luchtvracht of identificeerbare luchtpost waarop de vereiste beveiligingscontroles zijn toegepast, worden in dienst genomen overeenkomstig de eisen van hoofdstuk 11 en krijgen een beveiligingsopleiding overeenkomstig punt 11.2.3.9. De bekwaamheden van eerder overeenkomstig punt 11.2.7 opgeleide personen worden uiterlijk op 1 januari 2023 geüpgraded tot die welke vermeld zijn in punt 11.2.3.9, en”.

16)

Punt 6.5 wordt vervangen door:

“6.5.   ERKENDE VERVOERDERS

De verordening voorziet niet in bepalingen op dit gebied.”.

17)

Punt 6.6.1.1 wordt vervangen door:

“6.6.1.1.

Teneinde te garanderen dat zendingen die de vereiste beveiligingscontroles hebben ondergaan, tijdens het vervoer beschermd worden tegen manipulatie door onbevoegden, moet aan alle onderstaande eisen zijn voldaan:

a)

de zendingen moeten worden verpakt of verzegeld door de erkende agent of bekende afzender, zodat pogingen tot manipulatie door onbevoegden duidelijk zichtbaar zijn; als dit niet mogelijk is, worden alternatieve beschermingsmaatregelen genomen die de integriteit van de zending garanderen;

b)

de vrachtruimte van het voertuig waarmee de zendingen worden vervoerd, moet gesloten of verzegeld zijn, of huifvoertuigen moeten beveiligd zijn met TIR-koorden, zodat manipulatie door onbevoegden zichtbaar is, of het laadoppervlak van flatbedvoertuigen moet onder toezicht staan;

c)

de vervoerder die de vervoersovereenkomst heeft gesloten met de erkende agent of bekende afzender, moet instemmen met de in aanhangsel 6-E opgenomen vervoerdersverklaring, tenzij de vervoerder zelf is goedgekeurd als erkende agent.

De ondertekende verbintenisverklaring wordt bewaard door de erkende agent of bekende afzender namens wie het vervoer wordt uitgevoerd. Op verzoek wordt een kopie van de ondertekende verbintenisverklaring ter beschikking gesteld van de erkende agent of de luchtvaartmaatschappij die de zending ontvangt of van de betrokken bevoegde autoriteit.

Bij wijze van alternatief voor punt c) van de eerste alinea moet de vervoerder aan de erkende agent of bekende afzender voor wie hij het vervoer verzorgt, het bewijs leveren dat hij gecertificeerd of goedgekeurd is door een bevoegde autoriteit.

Deze bewijzen moeten voldoen aan de eisen van aanhangsel 6-E en kopieën ervan worden bewaard door de erkende agent of bekende afzender. Op verzoek wordt ook een kopie ter beschikking gesteld van de erkende agent of de luchtvaartmaatschappij die de zending ontvangt of aan een andere bevoegde autoriteit.”.

18)

Punt 6.8.3.1 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in de eerste alinea wordt punt c) geschrapt;

b)

de tweede alinea wordt geschrapt.

19)

Het volgende punt 6.8.3.10 wordt toegevoegd:

“6.8.3.10.

Met betrekking tot beveiligingscontroles van vracht en post die aankomen uit een derde land, zijn ook aanvullende bepalingen vastgesteld in Uitvoeringsbesluit C(2015) 8005.”.

20)

In punt 6.8.5.4 wordt de tweede alinea geschrapt.

21)

Aanhangsel 6-A, tweede alinea, vierde streepje, punt a), wordt vervangen door:

“a)

kleine geplande wijzigingen van zijn beveiligingsprogramma, zoals de naam van de onderneming, het adres van de onderneming, de persoon die verantwoordelijk is voor beveiligings- of contactgegevens, wijzigingen van de persoon die toegang nodig heeft tot de EU-gegevensbank betreffende de beveiliging van de toeleveringsketen, en dit binnen uiterlijk zeven werkdagen vóór de geplande wijziging, en”.

22)

Aanhangsel 6-C, deel 3, tabel, punt 3.4, wordt vervangen door:

“3.4.

Krijgen personeelsleden die zonder toezicht toegang hebben tot identificeerbare luchtvracht/luchtpost en personeelsleden die beveiligingscontroles uitvoeren een beveiligingsopleiding overeenkomstig punt 11.2.3.9 alvorens zonder toezicht toegang tot de identificeerbare luchtvracht/luchtpost te krijgen?”.

23)

Aanhangsel 6-D wordt geschrapt.

24)

Aanhangsel 6-E, tweede alinea, eerste streepje, wordt vervangen door:

“—

alle personeelsleden die luchtvracht en -post vervoeren, hebben een algemene beveiligingsbewustmakingsopleiding gevolgd overeenkomstig punt 11.2.7. Als die personeelsleden bovendien ook zonder toezicht toegang krijgen tot vracht en post waarop de vereiste beveiligingscontroles zijn toegepast, moeten ze een beveiligingsopleiding overeenkomstig punt 11.2.3.9 hebben gevolgd;”.

25)

In punt 8.1.1.1 wordt de inleidende zin vervangen door:

“Vluchtbenodigdheden worden door of namens een luchtvaartmaatschappij, een erkende leverancier of een luchthavenexploitant aan een beveiligingsonderzoek onderworpen alvorens ze in een om beveiligingsredenen beperkt toegankelijke zone worden binnengebracht, tenzij:”.

26)

In punt 8.1.3.2, a), wordt de vierde alinea vervangen door:

“De ondertekende verklaring vermeldt duidelijk de plaats van de locatie of locaties waar ze naar verwijst, en wordt bijgehouden door de betrokken bevoegde autoriteit;”.

27)

Punt 8.1.4.2, a), wordt vervangen door:

“a)

“de in aanhangsel 8-B opgenomen “Verbintenisverklaring — bekende leverancier van vluchtbenodigdheden” vermeldt duidelijk de plaats van de locatie of locaties waar ze naar verwijst, en wordt ondertekend door de juridische vertegenwoordiger, en”.

28)

Punt 8.1.5.1, b), wordt vervangen door:

“b)

ervoor zorgen dat personen met toegang tot vluchtbenodigdheden een algemene beveiligingsbewustmakingsopleiding krijgen overeenkomstig punt 11.2.7 alvorens toegang te krijgen tot die benodigdheden. Bovendien zorgen ze ervoor dat personen die beveiligingsonderzoeken van vluchtbenodigdheden uitvoeren een opleiding krijgen overeenkomstig punt 11.2.3.3 en dat personen die andere beveiligingscontroles van vluchtbenodigdheden uitvoeren een opleiding krijgen overeenkomstig punt 11.2.3.10, en”.

29)

Aanhangsel 8-B, tweede alinea, eerste streepje, punt b), wordt vervangen door:

“b)

ervoor zorgt dat personen met toegang tot vluchtbenodigdheden een algemene beveiligingsbewustmakingsopleiding krijgen overeenkomstig punt 11.2.7 alvorens toegang te krijgen tot die benodigdheden. Bovendien moet hij ervoor zorgen dat personen die andere beveiligingscontroles dan beveiligingsonderzoeken van vluchtbenodigdheden uitvoeren een opleiding krijgen overeenkomstig punt 11.2.3.10, en”.

30)

In punt 9.1.1.1 wordt de inleidende zin vervangen door:

“Luchthavenbenodigdheden worden door of namens een luchthavenexploitant of een erkende leverancier aan een beveiligingsonderzoek onderworpen alvorens ze in een om beveiligingsredenen beperkt toegankelijke zone worden binnengebracht, tenzij:”.

31)

Punt 9.1.3.2, a), wordt vervangen door:

“a)

de in aanhangsel 9-A opgenomen “Verbintenisverklaring — bekende leverancier van luchthavenbenodigdheden”. “Deze verklaring vermeldt duidelijk de plaats van de locatie of locaties waar ze naar verwijst, en wordt ondertekend door de juridische vertegenwoordiger, en”.

32)

Punt 9.1.3.3 wordt vervangen door:

“9.1.3.3

Alle bekende leveranciers moeten worden aangewezen op basis van valideringen van:

a)

de relevantie en volledigheid van het in punt 9.1.4 vermelde beveiligingsprogramma, en

b)

de toepassing van het beveiligingsprogramma, zonder tekortkomingen.

Als juridisch bewijs van de aanwijzing mag de passende autoriteit van luchthavenexploitanten verlangen dat zij de nodige gegevens over de door hen aangewezen bekende leveranciers uiterlijk de volgende werkdag invoeren in de EU-gegevensbank betreffende de beveiliging van de toeleveringsketen. Bij de invoer van de gegevens in de gegevensbank geeft de luchthavenexploitant elke aangewezen locatie een unieke alfanumerieke identificatiecode in het standaardformaat.

Toegang tot om beveiligingsredenen beperkt toegankelijke zones mag alleen worden verleend nadat de status van de leveranciers is vastgesteld. Deze status moet worden gecontroleerd in de “EU-gegevensbank betreffende de beveiliging van de toeleveringsketen”, indien van toepassing, of op een alternatieve wijze die hetzelfde resultaat oplevert.

Als de bevoegde autoriteit of de luchthavenexploitant van oordeel is dat de bekende leverancier niet langer voldoet aan de eisen van punt 9.1.4, trekt de luchthavenexploitant de status van bekende leverancier onmiddellijk in.”.

33)

Punt 9.1.4.1, b), wordt vervangen door:

“b)

zorgt ervoor dat personen met toegang tot luchthavenbenodigdheden een algemene beveiligingsbewustmakingsopleiding krijgen overeenkomstig punt 11.2.7 alvorens toegang te krijgen tot die benodigdheden. Bovendien zorgt hij ervoor dat personen die beveiligingsonderzoeken van luchthavenbenodigdheden uitvoeren een opleiding krijgen overeenkomstig punt 11.2.3.3 en dat personen die andere beveiligingscontroles van luchthavenbenodigdheden uitvoeren een opleiding krijgen overeenkomstig punt 11.2.3.10, en”.

34)

Aanhangsel 9-A, tweede alinea, eerste streepje, punt b), wordt vervangen door:

“b)

ervoor zorgt dat personen met toegang tot luchthavenbenodigdheden een algemene beveiligingsbewustmakingsopleiding krijgen overeenkomstig punt 11.2.7 alvorens toegang te krijgen tot deze benodigdheden. Bovendien zorgt hij ervoor dat personen die andere beveiligingscontroles dan beveiligingsonderzoeken van luchthavenbenodigdheden uitvoeren een opleiding krijgen overeenkomstig punt 11.2.3.10, en”.

35)

Punt 11.1.1 wordt vervangen door:

“11.1.1.

Het volgende personeel moet met succes een uitgebreid achtergrondonderzoek hebben doorlopen:

a)

personen die in dienst zijn genomen om beveiligingsonderzoeken, toegangscontroles of andere beveiligingscontroles in om beveiligingsredenen beperkt toegankelijke zones uit te voeren of die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering daarvan;

b)

personen die op nationaal of lokaal niveau de verantwoordelijkheid dragen om te garanderen dat een beveiligingsprogramma en de tenuitvoerlegging ervan aan alle wettelijke vereisten beantwoorden (beveiligingsmanagers);

c)

instructeurs, als bedoeld in hoofdstuk 11.5;

d)

EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateurs, als bedoeld in hoofdstuk 11.6.

De eerste alinea, punt b), is van toepassing met ingang van 1 januari 2023. Vóór die datum moeten deze personen een uitgebreid of standaard achtergrondonderzoek hebben ondergaan, ofwel overeenkomstig punt 1.2.3.1, ofwel zoals bepaald door de bevoegde autoriteit overeenkomstig toepasselijke nationale voorschriften.”.

36)

Aan punt 11.1.5 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Een persoon moet een volledig uitgebreid achtergrondonderzoek hebben ondergaan alvorens de in de punten 11.2.3.1 tot en met 11.2.3.5 bedoelde opleiding te volgen.”.

37)

In punt 11.2.3.9 wordt de inleidende zin vervangen door:

“De opleiding van personen die zonder toezicht toegang hebben tot identificeerbare luchtvracht en -post waarop de vereiste beveiligingscontroles zijn toegepast en personen die andere beveiligingscontroles dan beveiligingsonderzoeken toepassen voor luchtvracht en -post, moet resulteren in alle onderstaande bekwaamheden:”.

38)

Het volgende punt 11.2.3.11 wordt toegevoegd:

“11.2.3.11.

Cockpit- en cabinebemanningsleden die tijdens de vlucht beveiligingsmaatregelen toepassen, moeten door hun opleiding alle onderstaande bekwaamheden verwerven:

a)

kennis van eerdere wederrechtelijke daden en terroristische aanslagen tegen de burgerluchtvaart en van actuele dreigingen;

b)

kennis van de relevante wettelijke vereisten en kennis van elementen die bijdragen tot de totstandbrenging van een robuuste en veerkrachtige beveiligingscultuur op de werkvloer en in de luchtvaart, met inbegrip van onder meer dreiging van binnenuit en radicalisering;

c)

kennis van de doelstellingen en de organisatie van de luchtvaartbeveiliging, inclusief de plichten en verantwoordelijkheden van cockpit- en cabinebemanningsleden;

d)

kennis van de manieren waarop luchtvaartuigen kunnen worden beschermd en toegang van onbevoegden tot het luchtvaartuig kan worden voorkomen;

e)

kennis van de procedures voor het verzegelen van het luchtvaartuig, indien van toepassing op de op te leiden persoon;

f)

de vaardigheid om verboden voorwerpen te identificeren;

g)

kennis van de manieren waarop verboden voorwerpen kunnen worden verborgen;

h)

de vaardigheid om beveiligingsdoorzoekingen van luchtvaartuigen uit te voeren op een niveau dat redelijkerwijs garandeert dat verborgen verboden voorwerpen worden ontdekt;

i)

kennis van de configuratie van het type of de types luchtvaartuigen waarin de taken worden uitgevoerd;

j)

de vaardigheid om de cockpit tijdens de vlucht te beschermen;

k)

kennis van de procedures die relevant zijn voor het vervoer van potentieel verstorende passagiers aan boord van een luchtvaartuig, indien relevant voor de op te leiden persoon;

l)

kennis van de behandeling van personen die bevoegd zijn om vuurwapens te dragen aan boord, indien relevant voor de op te leiden persoon;

m)

kennis van de aangifteprocedures;

n)

de vaardigheid om snel te reageren op beveiligingsgerelateerde incidenten en noodsituaties aan boord van een luchtvaartuig.”.

39)

Punt 12.0.3.2 wordt vervangen door:

“12.0.3.2.

De markering “EU-stempel” wordt door de fabrikanten aangebracht op beveiligingsapparatuur die door de Commissie is goedgekeurd, en moet aan één zijde of op het scherm zichtbaar zijn.”.

40)

Punt 12.1.2.1 wordt vervangen door:

“12.1.2.1.

Er zijn vier normen voor metaaldetectiepoorten. Gedetailleerde eisen met betrekking tot die normen zijn vastgesteld in Uitvoeringsbesluit C(2015) 8005.”.

41)

Het volgende punt 12.1.2.4 wordt toegevoegd:

“12.1.2.4.

Alle metaaldetectiepoorten die vanaf 1 juli 2023 worden geïnstalleerd, moeten voldoen aan norm 1.1 of norm 2.1.”.

42)

Punt 12.2.4 wordt geschrapt.

43)

Punt 12.5.1.1, zevende alinea, wordt geschrapt.

44)

Punt 12.6.3 wordt geschrapt.

45)

Punt 12.7.3 wordt geschrapt.

46)

Punt 12.9.1.7 wordt vervangen door:

“12.9.1.7

Een EDD-team wordt goedgekeurd door of namens de bevoegde autoriteit, overeenkomstig aanhangsels 12-E en 12-F van Uitvoeringsbesluit C(2015) 8005. De bevoegde autoriteit kan toestaan dat door de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat goedgekeurde EDD-teams worden ingezet en gebruikt, op voorwaarde dat zij met de goedkeuringsautoriteit formele overeenstemming heeft bereikt over de respectieve taken en verantwoordelijkheden om ervoor te zorgen dat aan alle eisen van hoofdstuk 12.9 van deze bijlage wordt voldaan, overeenkomstig aanhangsel 12-P van deze bijlage. Als deze overeenstemming niet wordt bereikt, blijft de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar het EDD-team wordt ingezet en gebruikt volledig verantwoordelijk voor de naleving van alle eisen van hoofdstuk 12.9 van deze bijlage.”.

47)

Punt 12.9.3.2 wordt vervangen door:

“12.9.3.2

De inhoud van de cursussen wordt door de bevoegde autoriteit gespecificeerd of goedgekeurd. De theoretische opleiding van de begeleider omvat de in hoofdstuk 11.2 vastgestelde bepalingen voor beveiligingsonderzoeken van het specifieke gebied of de specifieke gebieden waarvoor het EDD-team is goedgekeurd.”.

48)

Het volgende Aanhangsel 12-P wordt toegevoegd:

AANHANGSEL 12-P

BRIEF VAN OVEREENSTEMMING TUSSEN DE BEVOEGDE AUTORITEITEN TER ONDERSTEUNING VAN DE INZET VAN EDD-TEAMS

Deze brief van overeenstemming wordt opgesteld tussen de volgende partijen:

De bevoegde autoriteit die steun ontvangt voor de inzet van EDD-teams:

De bevoegde autoriteit of autoriteiten die steun verlenen voor de inzet van EDD-teams:

Met het oog op de identificatie van de volgende taken (*1), teneinde te garanderen dat de inzet van EDD-teams voldoet aan de EU-voorschriften:

Bevoegde autoriteit belast met de specificatie of goedkeuring van de inhoud van opleidingen:

Bevoegde autoriteit belast met de goedkeuring van EDD-teams:

Bevoegde autoriteit belast met de externe kwaliteitscontrole:

Voor de volgende geldigheidsperiode:

Datum:

Handtekeningen:

(*1)  Indien nodig kan deze brief van overeenstemming worden aangevuld met nadere bijzonderheden en zo nodig worden gewijzigd om de taken van de bevoegde autoriteiten nader te omschrijven en het toepassingsgebied ervan te bepalen.”."


(*1)  Indien nodig kan deze brief van overeenstemming worden aangevuld met nadere bijzonderheden en zo nodig worden gewijzigd om de taken van de bevoegde autoriteiten nader te omschrijven en het toepassingsgebied ervan te bepalen.”.”


Top