Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R0613

Verordening (EU) 2022/613 van het Europees Parlement en de Raad van 12 april 2022 tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 223/2014 wat betreft de verhoging van de voorfinanciering uit de React-EU-middelen en de vaststelling van eenheidskosten

PE/14/2022/REV/1

PB L 115 van 13.4.2022, p. 38–41 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2022/613/oj

13.4.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 115/38


VERORDENING (EU) 2022/613 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 12 april 2022

tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 223/2014 wat betreft de verhoging van de voorfinanciering uit de React-EU-middelen en de vaststelling van eenheidskosten

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 175, derde alinea, en artikel 177,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Na raadpleging van het Europees Economisch en Sociaal Comité,

Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De recente militaire agressie door de Russische Federatie tegen Oekraïne en het aanhoudend gewapend conflict hebben de veiligheidssituatie in Europa fundamenteel veranderd. Als gevolg van die militaire agressie worden de Unie, en in het bijzonder de oostelijke regio’s ervan, geconfronteerd met een aanzienlijke toestroom van personen. Dit zet de overheidsbegrotingen nog meer onder druk op een ogenblik dat de economieën van de lidstaten nog steeds aan het herstellen zijn van de gevolgen van de COVID-19-pandemie en dreigt de voorbereiding van een groen, digitaal en veerkrachtig herstel van de economie te ondergraven.

(2)

De lidstaten kunnen al een grote verscheidenheid van investeringen financieren om in het kader van hun operationele programma’s migratie-uitdagingen aan te pakken met de steun van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD), met inbegrip van de aanvullende middelen die beschikbaar zijn gesteld als herstelbijstand voor cohesie en de regio’s van Europa (React-EU) om bijstand te verlenen ter bevordering van het crisisherstel in de context van de COVID-19-pandemie en de sociale gevolgen daarvan en ter voorbereiding van een groen, digitaal en veerkrachtig herstel van de economie.

(3)

Voorts heeft Verordening (EU) 2022/562 van het Europees Parlement en de Raad (2) een aantal gerichte wijzigingen aan de Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 (3) en (EU) nr. 223/2014 (4) van het Europees Parlement en de Raad aangebracht om het voor de lidstaten makkelijker te maken hun resterende EFRO-, ESF- en FEAD-toewijzingen uit hoofde van het meerjarig financieel kader 2014-2020 alsmede de React-EU-middelen aan te wenden om de migratie-uitdagingen zo doeltreffend en zo snel mogelijk het hoofd te bieden.

(4)

Niettegenstaande de flexibiliteit die Verordening (EU) 2022/562 biedt, blijven de lidstaten blootstaan aan aanzienlijke druk op de overheidsbegrotingen wegens de uitdagingen die het gevolg zijn van de aankomst van zeer grote aantallen mensen die Oekraïne ontvluchten. Die druk dreigt de capaciteit van de lidstaten om de weg naar een veerkrachtig herstel van de economie na de COVID-19-pandemie in te slaan, te ondermijnen. Om de lidstaten te helpen de migratie-uitdagingen het hoofd te bieden, moet de steun uit het EFRO, het ESF en het FEAD daarom snel worden gemobiliseerd door het percentage initiële voorfinanciering uit de React-EU-middelen voor alle lidstaten te verhogen. Tegelijkertijd worden sommige lidstaten geconfronteerd met de aankomst van aanzienlijke aantallen personen uit Oekraïne, waardoor onmiddellijk steun moet worden verleend. Voor die lidstaten moet de verhoging van het percentage initiële voorfinanciering dan ook significant groter uitvallen, om de onmiddellijke begrotingskosten te compenseren en hun inspanningen ter voorbereiding van het herstel van hun economieën te ondersteunen.

(5)

Om toezicht te houden op het gebruik van die aanvullende voorfinanciering, moeten de eindverslagen over de uitvoering van de EFRO- en ESF-programma’s die aanvullende voorfinanciering ontvangen, informatie bevatten over de wijze waarop de ontvangen aanvullende bedragen zijn aangewend om de migratie-uitdagingen als gevolg van de militaire agressie door de Russische Federatie het hoofd te bieden, en over hoe die aanvullende bedragen hebben bijgedragen aan het herstel van de economie.

(6)

Om het gebruik van de Europese structuur- en investeringsfondsen te vereenvoudigen en de administratieve lasten voor de begunstigden en de overheidsdiensten van de lidstaten te verminderen in het kader van de aanpak van de migratie-uitdagingen als gevolg van de militaire agressie door de Russische Federatie, moeten eenheidskosten worden vastgesteld. De eenheidskosten strekken ertoe, in alle lidstaten, de financiering te vergemakkelijken van de basisbehoeften en de ondersteuning van personen aan wie overeenkomstig Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad (5) en Richtlijn 2001/55/EG van de Raad (6) tijdelijke bescherming of andere afdoende bescherming uit hoofde van het nationale recht is verleend, voor een periode van 13 weken vanaf hun aankomst in de Unie. Overeenkomstig Verordening (EU) 2022/562 zouden de lidstaten dergelijke eenheidskosten ook kunnen toepassen wanneer zij gebruikmaken van de in artikel 98, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 geboden mogelijkheid om concrete acties die migratie-uitdagingen aanpakken, te financieren uit ofwel het EFRO ofwel het ESF, op basis van de regels die op het ander fonds van toepassing zijn, ook wanneer dit React-EU-middelen omvat. Bij de toepassing van eenheidskosten moeten de lidstaten ervoor zorgen dat zij over de nodige regelingen beschikken om dubbele financiering van dezelfde kosten te voorkomen.

(7)

Daar de doelstellingen van deze verordening — namelijk de lidstaten helpen het hoofd te bieden aan de uitdagingen als gevolg van de komst van uitzonderlijk grote aantallen mensen die de militaire agressie van de Russische Federatie tegen Oekraïne ontvluchten, en de stappen van de lidstaten in de richting van een veerkrachtig herstel van de economie na de COVID-19-pandemie ondersteunen — niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen van het voorgestelde optreden beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken.

(8)

Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 223/2014 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

Aangezien de druk op de overheidsbegrotingen dringend moet worden verlicht om ervoor te zorgen dat de lidstaten het herstel van de economieën na de COVID-19-pandemie kunnen blijven ondersteunen en om onverwijld aanvullende betalingen aan de operationele programma’s mogelijk te maken, wordt het passend geacht gebruik te maken van de uitzondering op de periode van acht weken waarin is voorzien door artikel 4 van Protocol nr. 1 betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie, gehecht aan het VEU, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

(10)

Gezien de noodzaak om de druk op de overheidsbegrotingen snel te verlichten teneinde ervoor te zorgen dat de lidstaten het proces van economisch herstel kunnen blijven voortzetten en om onverwijld aanvullende betalingen aan de operationele programma’s mogelijk te maken, moet deze verordening met spoed in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013

Verordening (EU) nr. 1303/2013 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 68 quater

Eenheidskosten voor concrete acties voor de aanpak van de migratie-uitdagingen als gevolg van de militaire agressie door de Russische Federatie

Voor de uitvoering van concrete acties voor de aanpak van de migratie-uitdagingen als gevolg van de militaire agressie door de Russische Federatie kunnen de lidstaten in de in betalingsaanvragen gedeclareerde uitgaven eenheidskosten opnemen in verband met de basisbehoeften en de ondersteuning van personen aan wie overeenkomstig Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad (*1) en Richtlijn 2001/55/EG van de Raad (*2) tijdelijke bescherming of andere afdoende bescherming uit hoofde van het nationale recht is verleend. Die eenheidskosten bedragen 40 EUR per week voor elke hele week of elk deel van een week gedurende welke de persoon zich op het grondgebied van de betrokken lidstaat bevindt. De eenheidskosten mogen in totaal gedurende ten hoogste 13 weken worden toegepast, te rekenen vanaf de datum van aankomst van de persoon in de Unie.

De op die basis berekende bedragen worden beschouwd als aan de begunstigden betaalde overheidssteun en als subsidiabele uitgaven voor de toepassing van de onderhavige verordening.

(*1)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan (PB L 71 van 4.3.2022, blz. 1)."

(*2)  Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (PB L 212 van 7.8.2001, blz. 12).”."

2)

In artikel 92 ter wordt lid 7 als volgt gewijzigd:

a)

na de eerste alinea worden de volgende alinea's ingevoegd:

“Naast de in de eerste alinea bedoelde initiële voorfinanciering betaalt de Commissie 4 % van de React-EU-middelen die worden toegewezen aan de programma’s voor het jaar 2021, als aanvullende initiële voorfinanciering in 2022. Voor de programma’s in de lidstaten waar het aantal aangekomen personen uit Oekraïne tussen 24 februari 2022 en 23 maart 2022 meer dan 1 % van hun nationale bevolking bedraagt, wordt dat percentage verhoogd tot 34 %.

Bij de indiening van het op grond van artikel 50, lid 1, en artikel 111 voorgeschreven eindverslag over de uitvoering brengen de lidstaten verslag uit over de wijze waarop de in de tweede alinea van dit lid bedoelde aanvullende initiële voorfinanciering is aangewend om de migratie-uitdagingen als gevolg van de militaire agressie door de Russische Federatie het hoofd te bieden en over de bijdrage van die aanvullende initiële voorfinanciering aan het herstel van de economie.”;

b)

de derde alinea wordt vervangen door:

“Wanneer het besluit van de Commissie tot goedkeuring van het operationele programma of de wijziging van het operationele programma, waarbij de React-EU-middelen voor het jaar 2021 worden toegewezen, is vastgesteld na 31 december 2021 en de daarmee verband houdende voorfinanciering niet is betaald, wordt het bedrag van de in de eerste en de tweede alinea van dit lid bedoelde initiële voorfinanciering in 2022 betaald.

Het in de eerste en de tweede alinea van dit lid bedoelde bedrag dat als initiële voorfinanciering wordt betaald, moet uiterlijk bij de afsluiting van het operationele programma volledig zijn behandeld in het kader van de goedkeuring van de rekeningen van de Commissie.”.

3)

In artikel 131 wordt lid 2 vervangen door:

“2.   Subsidiabele uitgaven die in een betalingsaanvraag worden opgenomen, worden gestaafd door vereffende facturen of boekhoudkundige documenten met gelijkwaardige bewijskracht, met uitzondering van de vormen van steun bedoeld in artikel 67, lid 1, eerste alinea, punten b) tot en met e), de artikelen 68, 68 bis, 68 ter en 68 quater, artikel 69, lid 1, en artikel 109 van deze verordening, alsook in artikel 14 van de ESF-verordening. In een betalingsaanvraag voor die vormen van steun worden de kosten opgenomen als berekend volgens de toepasselijke grondslag.”.

Artikel 2

Wijziging van Verordening (EU) nr. 223/2014

Artikel 6 bis, lid 4, van Verordening (EU) nr. 223/2014 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De volgende alinea wordt na de eerste alinea ingevoegd:

“Naast de in de eerste alinea bedoelde initiële voorfinanciering betaalt de Commissie 4 % van de React-EU-middelen die worden toegewezen aan de programma’s voor het jaar 2021, als aanvullende initiële voorfinanciering in 2022. Voor de programma’s in de lidstaten waar het aantal aangekomen personen uit Oekraïne tussen 24 februari 2022 en 23 maart 2022 meer dan 1 % van hun nationale bevolking bedraagt, wordt dat percentage verhoogd tot 34 %.”.

2)

De tweede alinea wordt vervangen door:

“Het in de eerste en de tweede alinea bedoelde bedrag dat als initiële voorfinanciering wordt betaald, moet uiterlijk bij de afsluiting van het operationele programma volledig zijn behandeld in het kader van de goedkeuring van de rekeningen van de Commissie.”.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 april 2022.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

R. METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

C. BEAUNE


(1)  Standpunt van het Europees Parlement van 7 april 2022 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 12 april 2022.

(2)  Verordening (EU) 2022/562 van het Europees Parlement en de Raad van 6 april 2022 tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 223/2014 wat betreft maatregelen uit hoofde van het cohesiebeleid ten behoeve van vluchtelingen in Europa (CARE) (PB L 109 van 8.4.2022, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

(4)  Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

(5)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan (PB L 71 van 4.3.2022, blz. 1).

(6)  Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (PB L 212 van 7.8.2001, blz. 12).


Top