EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R0255

Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/255 van de Commissie van 15 december 2021 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad wat betreft de verlenging van maatregelen voor tijdelijke vrijstelling van de regels inzake het gebruik van slots vanwege de COVID-19-crisis

C/2021/9105

OJ L 42, 23.2.2022, p. 1–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2022/255/oj

23.2.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 42/1


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/255 VAN DE COMMISSIE

van 15 december 2021

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad wat betreft de verlenging van maatregelen voor tijdelijke vrijstelling van de regels inzake het gebruik van slots vanwege de COVID-19-crisis

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad van 18 januari 1993 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van “slots” op communautaire luchthavens (1), en met name artikel 10 bis, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het luchtverkeer in de Europese Economische Ruimte (EER) lag in 2021 consequent hoger dan in dezelfde weken na het uitbreken van de COVID-19-crisis in 2020, waaruit blijkt dat het herstel aanhoudt. Op basis van de meest realistische prognose van Eurocontrol zal het jaarlijkse gemiddelde luchtverkeer in 2022 naar verwachting groeien tot 89 % van het niveau in 2019.

(2)

Het luchtverkeer herstelt zich niet in alle regio’s van de wereld even snel en in een aantal landen gelden nog steeds sanitaire overheidsmaatregelen om de verspreiding van COVID-19 te beperken, met een blijvende impact op de vraag. Voorts blijft de ontwikkeling van COVID-19 en mogelijke nieuwe zorgwekkende varianten onzeker.

(3)

Op die omstandigheden hebben luchtvaartmaatschappijen geen invloed en de daaruit voortvloeiende vrijwillige of verplichte annuleringen van luchtdiensten door luchtvaartmaatschappijen conform de ontwikkeling van de vraag zijn een noodzakelijk of gerechtvaardigd antwoord op die omstandigheden.

(4)

Op grond van artikel 8, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 95/93, gelezen in samenhang met artikel 10, lid 2, moeten luchtvaartmaatschappijen ten minste 80 % van de aan hen toegewezen reeks slots exploiteren om hun historische rechten op die reeks slots niet te verliezen (de zgn. “use-it-or-lose-it”-regel). In het licht van de COVID-19-crisis, en om de financiële gezondheid van luchtvaartmaatschappijen te beschermen en om de negatieve milieu-impact te vermijden van lege of nagenoeg lege vluchten die enkel worden uitgevoerd om de onderliggende luchthavenslots te behouden, werd de “use-it-or-lose-it”-regel opgeschort van 1 maart 2020 tot en met 27 maart 2021, en verminderd tot 50 % van 28 maart 2021 tot en met 26 maart 2022.

(5)

Ondanks een gestage toename van het luchtverkeer in de EER in 2021, blijven de cijfers onder het verkeersniveau van 2019. Uit gegevens van Eurocontrol blijkt dat het luchtverkeer in oktober 2021 in totaal 27 % onder het niveau van 2019 lag.

(6)

Op basis van de zevenjarige prognose van Eurocontrol van 15 oktober 2021 zou het verkeersvolume in het meest waarschijnlijke scenario in 2022 een jaarlijks gemiddelde van 89 % van de overeenkomstige niveaus van 2019 bereiken. Op basis van de beschikbare maandelijkse prognoses van Eurocontrol voor 2021 en het beschikbare jaarlijkse Eurocontrol-gemiddelde voor 2022 wordt voor de zomerdienstregelingsperiode 2022 een verkeersniveau van tussen 85 % en meer dan 89 % van het niveau van 2019 verwacht. Het niveau van 2019 zou echter pas eind 2023 opnieuw worden bereikt. Daarom mag redelijkerwijs worden aangenomen dat de daling ten opzichte van het luchtverkeer in 2019 waarschijnlijk zal aanhouden tijdens de zomerdienstregelingsperiode van 2022.

(7)

Uit door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) verzamelde gegevens blijkt dat de aanhoudende terugval van het luchtverkeer te wijten is aan de gevolgen van de COVID-19-crisis. De beschikbare gegevens wijzen op een correlatie tussen de evolutie van het aantal gevallen en de respons van de lidstaten en derde landen op die aantallen, door maatregelen vast te stellen die een impact hebben op het reizen per vliegtuig en bijgevolg op het luchtverkeer. Die maatregelen, die soms op zeer korte termijn worden ingevoerd of opgeheven, dragen bij tot een klimaat van onzekerheid en hebben een negatief effect op het consumentenvertrouwen en het boekingsgedrag. Dit toont aan dat de blijvende vermindering van het luchtverkeer het gevolg is van de COVID-19-crisis.

(8)

Hoewel uit gegevens van het ECDC van 30 september 2021 blijkt dat 61,1 % van de totale bevolking in de EER volledig gevaccineerd is, geven gegevens op de website van de WHO aan dat het vaccinatiepercentage in een groot aantal landen laag blijft. Voorts blijft er onzekerheid bestaan over de mogelijke opkomst van zorgwekkende varianten in verschillende regio’s. Het luchtverkeer zal zich dus niet overal ter wereld in dezelfde mate herstellen.

(9)

De lidstaten en derde landen kunnen blijven reageren op nieuwe varianten door maatregelen op te leggen die aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor het luchtvervoer. Daarom kan, als gevolg van de COVID-19-crisis in de komende zomerdienstregelingsperiode, redelijkerwijs worden verwacht dat nog steeds een aanzienlijk aantal vluchten zal worden geannuleerd, met name op routes naar landen met zeer strenge sanitaire maatregelen of landen waar de vaccinatiegraad laag blijft. Bijgevolg kan niet worden verlangd dat luchtvaartmaatschappijen de normale benuttingsgraad van 80 % van de slots op alle routes naleven.

(10)

Daarom moet de in artikel 10 bis, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 95/93 vastgestelde termijn worden verlengd tot en met de zomerdienstregelingsperiode van 2022, d.w.z. van 27 maart 2022 tot en met 29 oktober 2022.

(11)

De gegevens over annuleringen van vluchten, de bezettingsgraad en de omvang en het gebruik van de vloot varieerden zeer sterk tussen individuele luchtvaartmaatschappijen, afhankelijk van hun bedrijfsmodel en de markten waarop ze actief zijn. Gemiddeld lieten de voor 16 luchtvaartmaatschappijen uit de Unie en 16 luchtvaartmaatschappijen van buiten de Unie verstrekte gegevens tussen maart 2021 en juli 2021 een positieve trend zien. Bij luchtvaartmaatschappijen die langeafstandsvluchten exploiteren die worden getroffen door sanitaire maatregelen die het passagiersvervoer ernstig belemmeren, vertoonden de gecontroleerde indicatoren een minder positieve trend, hetgeen de verlenging van de in artikel 10 bis, lid 3, vastgestelde slotvrijstelling rechtvaardigt.

(12)

Het algemene bemoedigende herstel van vliegreizen op de EER-markt, de heropening van belangrijke internationale markten (bijvoorbeeld vluchten naar de VS sinds november 2021) en het toenemende reisgemak in landen die het covidcertificaat aanvaarden, rechtvaardigen een verhoging van het slotbenuttingspercentage tot 64 %.

(13)

Uit gegevens over vooruitboekingen blijkt dat passagiers in 2021 hun vluchten nog steeds minder lang vooraf boeken dan in 2019. De trend is echter geleidelijk aan het verbeteren.

(14)

Het vereiste slotbenuttingspercentage moet worden vastgesteld op een niveau dat bijdraagt tot de doelstelling om luchtvaartmaatschappijen in de huidige omstandigheden flexibiliteit te bieden, maar ook tot de doelstelling om een efficiënt gebruik van de luchthavencapaciteit te waarborgen. Bij het slotbenuttingspercentage moet ook rekening worden gehouden met structurele veranderingen op langere termijn in de markt en het consumentengedrag, om de markt in staat te stellen zich geleidelijk aan te passen aan de veranderende vraag en om capaciteit vrij te maken voor de zomerdienstregelingsperiode 2023. Voorts zal de mogelijke vrijgave van bepaalde luchthavencapaciteit als gevolg van het nieuwe vereiste benuttingspercentage waarschijnlijk niet tot een ernstige verstoring van de activiteiten en netwerken van luchtvaartmaatschappijen leiden, wat bij een hoger percentage wel het geval zou zijn.

(15)

In het meest waarschijnlijke scenario van de luchtverkeersprognose van Eurocontrol wordt voor de zomerdienstregelingsperiode 2022 een verkeersniveau van meer dan 85 % en mogelijk zelfs meer dan 89 % verwacht. Het benuttingspercentage van 64 % geeft de luchtvaartmaatschappijen nog steeds een redelijke marge voor onvoorziene omstandigheden wanneer geplande vluchten op korte termijn moeten worden geannuleerd.

(16)

De lagere luchtverkeersintensiteit naar andere mondiale regio’s moet niet in aanmerking worden genomen in het benuttingspercentage, aangezien op de getroffen routes op grond van artikel 10, lid 4, punt e), van Verordening (EEG) nr. 95/93 ontheffing van de “use-it-or-lose-it”-regel kan worden verleend.

(17)

Hoewel over het algemeen wordt aangenomen dat luchtvaartmaatschappijen vluchten zullen aanbieden zodra de vraag herneemt, bestaat het risico dat sommige maatschappijen hun activiteiten op sommige luchthavens zullen beperken tot het minimum dat noodzakelijk is om hun historische slotrechten te behouden, ten nadele van concurrenten, luchthavenexploitanten en consumenten. Een gebruikspercentage van 64 % zal deze risico’s beperken.

(18)

Teneinde de rechtszekerheid te waarborgen, met name voor slotcoördinatoren en luchtvaartmaatschappijen, moet de verordening met spoed in werking treden op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 10 bis, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 95/93 wordt vervangen door:

“3.   Als een luchtvaartmaatschappij, voor slots die niet aan de coördinator ter beschikking zijn gesteld met het oog op hertoewijzing overeenkomstig artikel 10, lid 2 bis, gedurende de periode van 28 maart 2021 tot en met 29 oktober 2022 en met het oog op de toepassing van artikel 8, lid 2, en artikel 10, lid 2, tot tevredenheid van de coördinator aantoont dat zij de desbetreffende reeks slots, zoals door de coördinator goedgekeurd, voor minstens 50 % van de tijd heeft geëxploiteerd tijdens de dienstregelingsperiode van 28 maart 2021 tot en met 30 oktober 2021, 50 % van de tijd gedurende de dienstregelingsperiode van 31 oktober 2021 tot en met 26 maart 2022 en 64 % van de tijd gedurende de dienstregelingsperiode van 27 maart 2022 tot en met 29 oktober 2022, heeft de luchtvaartmaatschappij recht op dezelfde reeks slots voor de volgende overeenkomstige dienstregelingsperiode.

Voor de in de eerste alinea van dit lid bedoelde periode bedragen de in artikel 10, lid 4, en artikel 14, lid 6, punt a), bedoelde procentuele waarden 50 % voor de dienstregelingsperiode van 28 maart 2021 tot en met 30 oktober 2021, 50 % voor de dienstregelingsperiode van 31 oktober 2021 tot en met 26 maart 2022 en 64 % voor de dienstregelingsperiode van 27 maart 2022 tot en met 29 oktober 2022.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 december 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 14 van 22.1.1993, blz. 1.


Top