Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022H0108

    Aanbeveling (EU) 2022/108 van de Raad van 25 januari 2022 tot wijziging van Aanbeveling (EU) 2020/1632 betreffende een gecoördineerde aanpak om veilig reizen tijdens de COVID-19-pandemie in het Schengengebied te vergemakkelijken (Voor de EER relevante tekst)

    ST/5402/2022/REV/1

    PB L 18 van 27.1.2022, p. 124–126 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/2022/108/oj

    27.1.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 18/124


    AANBEVELING (EU) 2022/108 VAN DE RAAD

    van 25 januari 2022

    tot wijziging van Aanbeveling (EU) 2020/1632 betreffende een gecoördineerde aanpak om veilig reizen tijdens de COVID-19-pandemie in het Schengengebied te vergemakkelijken

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, punten c) en e), en artikel 292, eerste en tweede zin,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Overeenkomstig artikel 67, VWEU vormt de Unie een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, waarin ervoor wordt gezorgd dat aan de binnengrenzen geen personencontroles worden verricht. Overeenkomstig het Schengenacquis kunnen de binnengrenzen op iedere plaats worden overschreden zonder dat personen, ongeacht hun nationaliteit, aan een grenscontrole worden onderworpen. Tot die personen behoren ook onderdanen van derde landen die legaal in de EU verblijven en onderdanen van derde landen die het grondgebied van een lidstaat legaal zijn binnengekomen, die zich gedurende maximaal 90 dagen binnen een periode van 180 dagen vrij mogen verplaatsen op het grondgebied van alle andere lidstaten.

    (2)

    Op 30 januari 2020 heeft de directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid van internationaal belang uitgeroepen wegens de mondiale uitbraak van een nieuw coronavirus dat de coronavirusziekte 2019 (COVID-19) veroorzaakt. Op 11 maart 2020 heeft de WHO geoordeeld dat COVID-19 als pandemie kan worden aangemerkt.

    (3)

    Om de verspreiding van het SARS-CoV-2-virus te beperken, hebben de lidstaten diverse maatregelen getroffen. Sommige daarvan hebben, onder meer voor onderdanen van derde landen die legaal op het grondgebied van een lidstaat wonen of verblijven, invloed gehad op het recht om vrij op het grondgebied van de lidstaten te verblijven of te reizen, zoals inreisbeperkingen of quarantaineplicht voor reizigers die de grens overschrijden. Deze maatregelen hebben nadelige of onevenredige gevolgen gehad vanwege de controles waaraan personen, ongeacht hun nationaliteit, werden onderworpen bij het overschrijden van de binnengrenzen van het Schengengebied.

    (4)

    Op 13 oktober 2020 heeft de Raad op voorstel van de Commissie Aanbeveling (EU) 2020/1475 betreffende een gecoördineerde aanpak van de beperking van het vrije verkeer in reactie op de COVID-19-pandemie vastgesteld (1). In die aanbeveling worden algemene beginselen en gemeenschappelijke criteria vastgesteld, waaronder gemeenschappelijke drempelwaarden bij het overwegen van beperkingen van het vrije verkeer in reactie op de COVID-19-pandemie. Ook wordt daarin een gemeenschappelijk raamwerk vastgesteld voor mogelijke maatregelen ten aanzien van reizigers uit gebieden met een groter risico. De lidstaten krijgen de aanbeveling om bij de vaststelling van beperkende maatregelen te zorgen voor coördinatie en communicatie met het publiek.

    (5)

    In Aanbeveling (EU) 2020/1632 van de Raad (2) wordt aanbevolen om de algemene beginselen, de gemeenschappelijke criteria, de gemeenschappelijke drempelwaarden en het gemeenschappelijk raamwerk voor maatregelen, waaronder aanbevelingen inzake coördinatie en communicatie, uit Aanbeveling (EU) 2020/1475, ook toe te passen op reizen binnen het gebied zonder controles aan de binnengrenzen.

    (6)

    Om rekening te houden met de ontwikkelingen die zich in het verloop van de COVID-19-pandemie sinds de vaststelling van Aanbeveling (EU) 2020/1475 hebben voorgedaan, heeft de Raad die aanbeveling op basis van een voorstel van de Commissie vervangen door Aanbeveling (EU) 2022/108.

    (7)

    Om ervoor te zorgen dat de gemeenschappelijke criteria en drempelwaarden en het gemeenschappelijke raamwerk voor maatregelen die door de lidstaten worden toegepast om veilig reizen binnen het gebied zonder controles aan de binnengrenzen tijdens de COVID-19-pandemie te vergemakkelijken, up-to-date blijven en volledig in overeenstemming blijven met de gemeenschappelijke aanpak ter bevordering van het vrije verkeer zoals vastgesteld in Aanbeveling (EU) 2022/108, moet de verwijzing in Aanbeveling (EU) 2020/1632 van de Raad naar Aanbeveling (EU) 2020/1475 worden vervangen door een verwijzing naar Aanbeveling (EU) 2022/108.

    (8)

    Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze aanbeveling; deze is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Aangezien deze aanbeveling voortbouwt op het Schengenacquis, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 4 van het bovengenoemde protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad heeft beslist over deze aanbeveling of het deze zal omzetten.

    (9)

    Deze aanbeveling vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad. Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van deze aanbeveling, die bijgevolg niet bindend is voor, noch van toepassing is op deze lidstaat.

    (10)

    Wat Bulgarije, Kroatië, Cyprus en Roemenië betreft, vormt deze aanbeveling een handeling die op het Schengenacquis voortbouwt in de zin van respectievelijk artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003, artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2005, en artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2011.

    (11)

    Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt deze aanbeveling een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt C, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (3).

    (12)

    Wat Zwitserland betreft, vormt deze aanbeveling een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt C, van Besluit 1999/437/EG (4), in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad (5).

    (13)

    Wat Liechtenstein betreft, vormt deze aanbeveling een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt C, van Besluit 1999/437/EG (6), in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/350/EU (7),

    HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

    Aanbeveling (EU) 2020/1632 wordt als volgt gewijzigd:

    In de tekst van de aanbeveling wordt “Aanbeveling (EU) 2020/1475 van de Raad” vervangen door “Aanbeveling 2022/108 van de Raad”.

    Gedaan te Brussel, 25 januari 2022.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    C. BEAUNE


    (1)  Aanbeveling (EU) 2020/1475 van de Raad van 13 oktober 2020 betreffende een gecoördineerde aanpak van de beperking van het vrije verkeer in reactie op de COVID-19-pandemie (PB L 337 van 14.10.2020, blz. 3).

    (2)  Aanbeveling (EU) 2020/1632 van de Raad van 30 oktober 2020 betreffende een gecoördineerde aanpak van de beperking van het vrije verkeer in reactie op de COVID-19-pandemie in het Schengengebied (PB L 366 van 4.11.2020, blz. 25).

    (3)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

    (4)  PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.

    (5)  Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

    (6)  PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.

    (7)  Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).


    Top