EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021R1080

Verordening (EU) 2021/1080 van de Commissie van 28 juni 2021 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat International Accounting Standards 16, 37 en 41 en International Financial Reporting Standards 1, 3 en 9 betreft (Voor de EER relevante tekst)

C/2021/4530

OJ L 234, 2.7.2021, p. 90–98 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 15/10/2023; stilzwijgende opheffing door 32023R1803

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2021/1080/oj

2.7.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 234/90


VERORDENING (EU) 2021/1080 VAN DE COMMISSIE

van 28 juni 2021

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat International Accounting Standards 16, 37 en 41 en International Financial Reporting Standards 1, 3 en 9 betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (1), en met name artikel 3, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 van de Commissie (2) zijn bepaalde op 15 oktober 2008 bestaande internationale standaarden en interpretaties goedgekeurd.

(2)

Op 14 mei 2020 is de International Accounting Standards Board (IASB) overgegaan tot de publicatie van diverse mineure wijzigingen van International Accounting Standard (IAS) 16 Materiële vaste activa, IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa en van International Financial Reporting Standard (IFRS) 3 Bedrijfscombinaties. Die wijzigingen bieden verdere verduidelijking ten behoeve van een consistentere toepassing van de standaarden, of actualiseren verwijzingen.

(3)

Op 14 mei 2020 heeft de IASB ook de Jaarlijkse verbeteringen in IFRS-standaarden cyclus 2018-2020 uitgegeven in het kader van zijn periodieke verbeteringsproces. De jaarlijkse verbeteringen zijn erop gericht de standaarden te stroomlijnen en te verduidelijken. Het doel van de jaarlijkse verbeteringen is niet-dringende, maar noodzakelijke kwesties te behandelen die door de IASB tijdens de projectcyclus zijn besproken op het gebied van inconsistenties in de International Financial Reporting Standards of onduidelijke formuleringen. De jaarlijkse verbeteringen bevatten wijzigingen van IAS 41 Landbouw, IFRS 1 Eerste toepassing van International Financial Reporting Standards en IFRS 9 Financiële instrumenten.

(4)

Na overleg met de European Financial Reporting Advisory Group concludeert de Commissie dat de wijzigingen van IAS 16 Materiële vaste activa, IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa, IAS 41 Landbouw, IFRS 1 Eerste toepassing van International Financial Reporting Standards, IFRS 3 Bedrijfscombinaties en IFRS 9 Financiële instrumenten beantwoorden aan de in artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1606/2002 vervatte goedkeuringscriteria.

(5)

Verordening (EG) nr. 1126/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Regelgevend Comité voor financiële verslaglegging,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 wordt als volgt gewijzigd:

a)

International Accounting Standard (IAS) 16 Materiële vaste activa wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening;

b)

IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening;

c)

IAS 41 Landbouw wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening;

d)

International Financial Reporting Standard (IFRS) 1 Eerste toepassing van International Financial Reporting Standards wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening;

e)

IFRS 3 Bedrijfscombinaties wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening;

f)

IFRS 9 Financiële instrumenten wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Elke onderneming past de in artikel 1 bedoelde wijzigingen toe vanaf uiterlijk de aanvangsdatum van haar eerste boekjaar dat op of na 1 januari 2022 van start gaat.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 juni 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 1126/2008 van de Commissie van 3 november 2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 320 van 29.11.2008, blz. 1).


BIJLAGE

Wijzigingen in IAS 16 Materiële vaste activa

Wijzigingen in IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa

Wijzigingen in IFRS 3 Bedrijfscombinaties

Jaarlijkse verbeteringen in IFRS-standaarden cyclus 2018-2020

Wijzigingen in IAS 16 Materiële vaste activa

De alinea’s 17 en 74 worden gewijzigd; de alinea’s 20A, 74A, 80D en 81N worden toegevoegd. De vereisten die voordien in alinea 74(d) waren opgenomen, zijn niet gewijzigd, doch verplaatst naar alinea 74A(a).

WAARDERING BIJ EERSTE OPNAME

Samenstelling van de kostprijs

17

Voorbeelden van rechtstreeks toerekenbare kosten zijn:

(e)

kosten om te onderzoeken of het actief naar behoren functioneert (d.w.z. onderzoeken of het actief technisch en fysiek zodanig presteert dat het kan worden gebruikt in de productie of levering van goederen of diensten, voor verhuur aan derden, of voor bestuurlijke doeleinden), en

20A

Items kunnen worden geproduceerd door een materieel vast actief naar de locatie en in de staat te brengen die nodig is opdat het actief zou kunnen functioneren op de door het management beoogde wijze (zoals geproduceerde monsters wanneer wordt getest of het actief naar behoren functioneert). Een entiteit neemt de opbrengsten van de verkoop van die items, en de kosten van die items, in winst of verlies op in overeenstemming met de toepasselijke standaarden. De entiteit waardeert de kostprijs van die items volgens de waarderingsvereisten van IAS 2.

INFORMATIEVERSCHAFFING

74

De jaarrekening moet ook de volgende informatie geven:

(b)

de uitgaven die zijn opgenomen in de boekwaarde van een materieel vast actief in aanbouw, en

(c)

het bedrag van contractuele verbintenissen in verband met de verwerving van materiële vaste activa.

74A

Indien niet afzonderlijk in het overzicht van het totaalresultaat gepresenteerd, moet de jaarrekening ook de volgende informatie geven:

(a)

het in winst of verlies opgenomen bedrag aan vergoedingen van derden voor materiële vaste activa die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan, verloren zijn gegaan of werden opgegeven, en

(b)

de bedragen van de in overeenstemming met alinea 20A in winst of verlies opgenomen opbrengsten en kosten die betrekking hebben op geproduceerde items niet zijnde output van de normale bedrijfsvoering van de entiteit, en in welke post(en) in het overzicht van het totaalresultaat die verplichtingen opbrengsten en kosten zijn opgenomen.

OVERGANGSBEPALINGEN

80D

De alinea’s 17 en 74 zijn gewijzigd en de alinea’s 20A en 74A zijn toegevoegd door Materiële vaste activa — Opbrengsten vóór beoogd gebruik, uitgegeven in mei 2020. Een entiteit moet deze wijzigingen retroactief toepassen, doch alleen op materiële vaste activa die naar de locatie en in de staat worden gebracht die nodig is om te kunnen functioneren op de door het management beoogde wijze bij of na het begin van de vroegste periode die wordt gepresenteerd in de eerste jaarrekening waarin een entiteit deze wijzigingen voor het eerst toepast. De entiteit moet het cumulatieve effect van de eerste toepassing van de wijziging opnemen als een aanpassing van het beginsaldo van ingehouden winsten (of een andere component van het eigen vermogen, al naargelang het geval) bij het begin van de vroegste periode die wordt gepresenteerd.

INGANGSDATUM

81N

De alinea’s 17 en 74 zijn gewijzigd en de alinea’s 20A, 74A en 80D zijn toegevoegd door Materiële vaste activa — Opbrengsten vóór beoogd gebruik, uitgegeven in mei 2020. Een entiteit moet deze wijzigingen toepassen op jaarlijkse verslagperioden die op of na 1 januari 2022 aanvangen. Eerdere toepassing is toegestaan. Als een entiteit deze wijzigingen op een eerdere periode toepast, moet zij dit feit vermelden.

Wijzigingen in IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa

De alinea’s 68A, 94A en 105 worden toegevoegd en alinea 69 wordt gewijzigd. Alinea 68 is niet gewijzigd, maar is hier opgenomen voor het leesgemak.

TOEPASSING VAN DE REGELS VOOR OPNAME EN WAARDERING

Verlieslatende contracten

68

Deze standaard definieert een verlieslatend contract als een contract waarbij de onvermijdelijke kosten die nodig zijn om de verplichtingen uit hoofde van het contract na te komen, hoger liggen dan de economische voordelen die naar verwachting uit het contract worden ontvangen. De onvermijdelijke kosten uit hoofde van een contract weerspiegelen de laagste nettokosten die nodig zijn om het contract te beëindigen, namelijk ofwel de kosten om het contract na te leven, of enige compensatie of boete die voortvloeit uit het niet-naleven van het contract, indien dit bedrag lager ligt.

68A

De kosten van het vervullen van een contract omvatten de kosten die direct betrekking hebben op het contract. Kosten die direct betrekking hebben op een contract omvatten zowel:

(a)

de marginale kosten van het vervullen van dat contract — bijvoorbeeld directe arbeidskosten en materiaalkosten, als

(b)

toewijzingen van andere kosten die direct op het vervullen van contracten betrekking hebben — bijvoorbeeld een toerekening van de afschrijvingskosten van een materieel vast actief dat onder meer bij het vervullen van dat contract wordt gebruikt.

69

Voordat een aparte voorziening voor een verlieslatend contract wordt gevormd, neemt een entiteit enige bijzondere waardeverminderingsverliezen op die zich hebben voorgedaan ten aanzien van activa die voor het vervullen van het contract worden gebruikt (zie IAS 36).

OVERGANGSBEPALINGEN

94A

Alinea 68A is toegevoegd en alinea 69 is gewijzigd door Verlieslatende contracten — Kosten van het vervullen van een contract, uitgegeven in mei 2020. Een entiteit moet deze wijzigingen toepassen op contracten waarvoor zij nog niet al haar verplichtingen heeft vervuld bij het begin van de jaarlijkse verslagperiode waarin zij deze wijzigingen voor het eerst toepast (de datum van eerste toepassing). De entiteit mag vergelijkende informatie niet aanpassen. In plaats daarvan moet de entiteit het cumulatieve effect van de eerste toepassing van deze standaard op de datum van eerste toepassing opnemen als een aanpassing van het beginsaldo van ingehouden winsten of een andere component van het eigen vermogen, al naargelang het geval.

INGANGSDATUM

105

De alinea’s 68A en 94A zijn toegevoegd en alinea 69 is gewijzigd door Verlieslatende contracten — Kosten van het vervullen van een contract, uitgegeven in mei 2020. Een entiteit moet deze wijzigingen toepassen op jaarlijkse verslagperioden die op of na 1 januari 2022 aanvangen. Eerdere toepassing is toegestaan. Als een entiteit deze wijzigingen op een eerdere periode toepast, moet zij dit feit vermelden.

Wijzigingen in IFRS 3 Bedrijfscombinaties

Alinea 11 wordt gewijzigd en de voetnoot met betrekking tot het Raamwerk voor de opstelling en presentatie van jaarrekeningen in alinea 11 wordt verwijderd. De alinea’s 14, 21, 22 en 23 worden gewijzigd en de alinea’s 21A, 21B, 21C, 23A en 64Q worden toegevoegd. Een kopje wordt toegevoegd vóór alinea 21A en de kopjes onder alinea 21 en boven alinea 22 worden gewijzigd. Alinea 10 is niet gewijzigd, maar is hier opgenomen voor het leesgemak.

DE OVERNAMEMETHODE

Opname en waardering van de verworven identificeerbare activa, de overgenomen verplichtingen en enig minderheidsbelang in de overgenomen partij

Opnameprincipe

10

Vanaf de overnamedatum moet de overnemende partij de verworven identificeerbare activa, de overgenomen verplichtingen en enig minderheidsbelang in de overgenomen partij afzonderlijk van goodwill opnemen. De opname van verworven identificeerbare activa en overgenomen verplichtingen is onderworpen aan de voorwaarden die in alinea’s 11 en 12 zijn vermeld.

Voorwaarden voor opname

11

Om in aanmerking te komen voor opname in het kader van de toepassing van de overnamemethode, moeten de verworven identificeerbare activa en overgenomen verplichtingen op de overnamedatum voldoen aan de definities van activa en verplichtingen in het Conceptual Framework for Financial Reporting. Kosten die de overnemende partij verwacht maar niet verplicht is in de toekomst te maken om haar plan voor de afstoting van een activiteit van een overgenomen partij, voor het beëindigen van het dienstverband van werknemers van een overgenomen partij of voor het overplaatsen van werknemers van een overgenomen partij uit te voeren, zijn bijvoorbeeld geen verplichtingen op de overnamedatum. Derhalve neemt de overnemende partij deze kosten niet op in het kader van de toepassing van de overnamemethode. In plaats daarvan neemt de overnemende partij deze kosten op in haar jaarrekening na de bedrijfscombinatie in overeenstemming met andere IFRSs.

14

De alinea’s B31 tot en met B40 verschaffen leidraden voor de opname van immateriële activa. De alinea’s 21A tot en met 28B specificeren de soorten identificeerbare activa en verplichtingen die posten bevatten waarvoor deze IFRS beperkte uitzonderingen op het opnameprincipe en de voorwaarden voor opname toestaat.

Uitzonderingen op de opname- of waarderingsprincipes

21

Deze IFRS voorziet in beperkte uitzonderingen op zijn opname- en waarderingsprincipes. De alinea’s 21A tot en met 31A specificeren zowel de specifieke items waarvoor in uitzonderingen is voorzien als de aard van die uitzonderingen. De overnemende partij moet die items administratief verwerken door de vereisten in de alinea’s 21A tot en met 31A toe te passen, hetgeen ertoe zal leiden dat sommige items worden:

(a)

opgenomen door toepassing van de voorwaarden voor opname naast die welke in de alinea’s 11 en 12 zijn beschreven, of door toepassing van de vereisten van andere IFRSs, waarbij de resultaten verschillen van de toepassing van het opnameprincipe en de voorwaarden voor opname;

(b)

gewaardeerd tegen een ander bedrag dan hun reële waarde op de overnamedatum.

Uitzonderingen op het opnameprincipe

Verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen binnen het toepassingsgebied van IAS 37 of IFRIC 21

21A

Alinea 21B is van toepassing op verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen die binnen het toepassingsgebied van IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa of IFRIC 21 Heffingen zouden vallen indien zij afzonderlijk waren aangegaan en niet in een bedrijfscombinatie waren overgenomen.

21B

Het Conceptual Framework for Financial Reporting definieert een verplichting als “een bestaande verplichting van de entiteit om een economisch middel over te dragen als gevolg van gebeurtenissen in het verleden”. Voor een voorziening of voorwaardelijke verplichting die binnen het toepassingsgebied van IAS 37 zou vallen, moet de overnemende partij de alinea’s 15 tot en met 22 van IAS 37 toepassen om na te gaan of op de overnamedatum sprake is van een bestaande verplichting als gevolg van gebeurtenissen in het verleden. Voor een heffing die binnen het toepassingsgebied van IFRIC 21 zou vallen, moet de overnemende partij IFRIC 21 toepassen om na te gaan of de tot verplichting leidende gebeurtenis die tot een verplichting tot betaling van een heffing aanleiding geeft, zich tegen overnamedatum heeft voorgedaan.

21C

Een in overeenstemming met alinea 21B geïdentificeerde bestaande verplichting kan voldoen aan de in alinea 22(b) gegeven definitie van een voorwaardelijke verplichting. Zo ja, dan is alinea 23 op die voorwaardelijke verplichting van toepassing.

Voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa

22

IAS 37 definieert een “voorwaardelijke verplichting” als:

(a)

een mogelijke verplichting die voortvloeit uit gebeurtenissen in het verleden en waarvan het bestaan alleen wordt bevestigd door het al dan niet plaatsvinden van een of meer onzekere toekomstige gebeurtenissen waarover de entiteit niet de volledige controle heeft, of

(b)

een bestaande verplichting die voortvloeit uit gebeurtenissen in het verleden, maar die niet wordt opgenomen omdat:

(i)

het niet waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen, of

(ii)

het bedrag van de verplichting niet betrouwbaar genoeg kan worden bepaald.

23

De overnemende partij moet op de overnamedatum een in een bedrijfscombinatie overgenomen voorwaardelijke verplichting opnemen als het gaat om een bestaande verplichting die voortvloeit uit gebeurtenissen in het verleden en waarvan de reële waarde betrouwbaar kan worden bepaald. Derhalve, en in tegenstelling tot alinea 14(b) en de alinea’s 23, 27, 29 en 30 van IAS 37, neemt de overnemende partij op de overnamedatum een in een bedrijfscombinatie overgenomen voorwaardelijke verplichting op, zelfs als het niet waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen. Alinea 56 van deze IFRS verschaft een leidraad voor de administratieve verwerking van voorwaardelijke verplichtingen na eerste opname.

23A

IAS 37 definieert een voorwaardelijk actief als “een mogelijk actief dat voortvloeit uit gebeurtenissen in het verleden en waarvan het bestaan alleen wordt bevestigd door het al dan niet plaatsvinden van een of meer onzekere toekomstige gebeurtenissen waarover de entiteit niet de volledige controle heeft”. De overnemende partij mag een voorwaardelijk actief niet op de overnamedatum opnemen.

INGANGSDATUM EN OVERGANG

Ingangsdatum

64Q

De alinea’s 11, 14, 21, 22 en 23 zijn gewijzigd en de alinea’s 21A, 21B, 21C en 23A zijn toegevoegd door Reference to the Conceptual Framework, uitgegeven in mei 2020. Een entiteit moet deze wijzigingen toepassen op bedrijfscombinaties waarvoor de overnamedatum valt op of na het begin van de eerste jaarlijkse verslagperiode die op of na 1 januari 2022 aanvangt. Eerdere toepassing is toegestaan als een entiteit tegelijkertijd ook alle andere wijzigingen toepast die zijn aangebracht door Amendments to References to the Conceptual Framework in IFRS Standards, uitgegeven in maart 2018.

Wijziging in IFRS 1 Eerste toepassing van International Financial Reporting Standards

Alinea 39AG en, in bijlage D, alinea D13A worden toegevoegd. Alinea D1(f) wordt gewijzigd.

INGANGSDATUM

39AG

Alinea D1(f) is gewijzigd en alinea D13A is toegevoegd door Jaarlijkse verbeteringen in IFRS-standaarden cyclus 2018-2020, uitgegeven in mei 2020. Een entiteit moet die wijziging toepassen op jaarlijkse verslagperioden die op of na 1 januari 2022 aanvangen. Eerdere toepassing is toegestaan. Als een entiteit de wijziging op een eerdere periode toepast, moet zij dit feit vermelden.

Bijlage D

Vrijstellingen van andere IFRS’s

Deze bijlage is een integraal onderdeel van de IFRS.

D1

Een entiteit mag ervoor kiezen gebruik te maken van een of meer van de volgende vrijstellingen:

(f)

cumulatieve omrekeningsverschillen (alinea’s D12-D13A);

Cumulatieve omrekeningsverschillen

D13A

In plaats van alinea D12 of D13 toe te passen, mag een dochteronderneming die een beroep doet op de vrijstelling van alinea D16(a), ervoor kiezen om, in haar jaarrekening, de cumulatieve omrekeningsverschillen voor alle buitenlandse activiteiten te waarderen tegen de boekwaarden die op basis van de datum van de overgang naar de IFRSs van de moedermaatschappij in de geconsolideerde jaarrekening van de moedermaatschappij zouden worden opgenomen indien er geen aanpassingen werden aangebracht voor consolidatiedoeleinden en voor de gevolgen van de bedrijfscombinatie waarin de moedermaatschappij de dochteronderneming heeft overgenomen. Een soortgelijke keuze is mogelijk voor een geassocieerde deelneming of joint venture die een beroep doet op de vrijstelling in alinea D16(a).

Wijziging in IFRS 9 Financiële instrumenten

Alinea 7.1.9, alinea 7.2.35 en het kopje ervan, en alinea B3.3.6A worden toegevoegd. Alinea B3.3.6 wordt gewijzigd. De vereisten die in alinea B3.3.6A waren opgenomen, zijn niet gewijzigd, doch verplaatst naar alinea B.3.3.6.

Hoofdstuk 7 Ingangsdatum en overgang

7.1.   INGANGSDATUM

7.1.9.

De alinea’s 7.2.35 en B3.3.6A zijn gewijzigd en alinea B3.3.6 is toegevoegd door Jaarlijkse verbeteringen in IFRS-standaarden cyclus 2018-2020, uitgegeven in mei 2020. Een entiteit moet die wijziging toepassen op jaarlijkse verslagperioden die op of na 1 januari 2022 aanvangen. Eerdere toepassing is toegestaan. Als een entiteit de wijziging op een eerdere periode toepast, moet zij dit feit vermelden.

7.2.   OVERGANG

Overgang voor Jaarlijkse verbeteringen in IFRS-standaarden

7.2.35.

Een entiteit moet Jaarlijkse verbeteringen in IFRS-standaarden 2018-2020 toepassen op financiële verplichtingen die zijn gewijzigd of geruild bij of na het begin van de jaarlijkse verslagperiode waarin de entiteit deze wijzigingen voor het eerst toepast.

Bijlage B

Toepassingsleidraad

Deze bijlage is een integraal onderdeel van de standaard.

OPNAME EN NIET LANGER OPNEMEN IN HET OVERZICHT VAN DE FINANCIËLE POSITIE (HOOFDSTUK 3)

Niet langer opnemen van financiële verplichtingen (afdeling 3.3)

B3.3.6.

Voor de toepassing van alinea 3.3.2 wijken de voorwaarden aanzienlijk af indien de contante waarde van de kasstromen onder de nieuwe voorwaarden, met inbegrip van het saldo van betaalde en ontvangen provisies gedisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rentevoet, ten minste 10 % verschilt van de contante waarde van de resterende kasstromen van de oorspronkelijke financiële verplichting. Bij het bepalen van het saldo van die betaalde en ontvangen provisies neemt een leningnemer alleen tussen de leningnemer en leninggever betaalde of ontvangen provisies op, met inbegrip van door ofwel de leninggever of leningnemer voor rekening van de ander betaalde of ontvangen provisies.

B3.3.6A.

Indien een ruil van schuldbewijzen of wijziging van voorwaarden administratief als schulddelging wordt verwerkt, worden gemaakte kosten of provisies opgenomen als deel van de winst of het verlies op de gedelgde schuld. Als de ruil of wijziging administratief niet als een schulddelging wordt verwerkt, vormen de gemaakte kosten of betaalde provisies een aanpassing van de boekwaarde van de verplichting en worden zij geamortiseerd over de resterende looptijd van de gewijzigde verplichting.

Wijziging in IAS 41 Landbouw

Alinea 22 wordt gewijzigd en alinea 65 wordt toegevoegd.

OPNAME EN WAARDERING

22

Een entiteit neemt geen kasstromen op voor de financiering van het actief of het herstel van biologische activa na de oogst (bijvoorbeeld de kostprijs van het heraanplanten van bomen in een bosaanplanting na de oogst).

INGANGSDATUM EN OVERGANG

65

Alinea 22 is gewijzigd door Jaarlijkse verbeteringen in IFRS-standaarden cyclus 2018-2020, uitgegeven in mei 2020. Een entiteit moet die wijziging toepassen op waarderingen tegen reële waarde bij of na het begin van de eerste jaarlijkse verslagperiode die op of na 1 januari 2022 aanvangt. Eerdere toepassing is toegestaan. Als een entiteit de wijziging op een eerdere periode toepast, moet zij dit feit vermelden.

Top