This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32021R1043
Commission Implementing Regulation (EU) 2021/1043 of 24 June 2021 on the extension of the transitional provisions related to own funds requirements for exposures to central counterparties set out in Regulation (EU) No 575/2013 of the European Parliament and of the Council (Text with EEA relevance)
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1043 van de Commissie van 24 juni 2021 betreffende de verlenging van de overgangsbepalingen in verband met de eigenvermogensvereisten voor blootstellingen met betrekking tot centrale tegenpartijen in Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst)
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1043 van de Commissie van 24 juni 2021 betreffende de verlenging van de overgangsbepalingen in verband met de eigenvermogensvereisten voor blootstellingen met betrekking tot centrale tegenpartijen in Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst)
C/2021/4493
PB L 225 van 25.6.2021, p. 52–53
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
25.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 225/52 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/1043 VAN DE COMMISSIE
van 24 juni 2021
betreffende de verlenging van de overgangsbepalingen in verband met de eigenvermogensvereisten voor blootstellingen met betrekking tot centrale tegenpartijen in Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (1), en met name artikel 497, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Teneinde verstoringen op internationale financiële markten te voorkomen en te vermijden dat in de Unie gevestigde instellingen nadeel ondervinden doordat hun tijdens het proces van erkenning van bestaande centrale tegenpartijen (“CTP’s”) uit derde landen hogere eigenvermogensvereisten worden opgelegd, is in artikel 497, lid 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013 voorzien in een overgangsperiode waarin instellingen blootstellingen met betrekking tot deze CTP’s uit derde landen kunnen behandelen als blootstellingen aan gekwalificeerde CTP’s. |
(2) |
Voor CTP’s uit derde landen die hun erkenningsaanvraag overeenkomstig artikel 25, lid 6, van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (2) hebben ingediend vóór 27 juni 2019, met name alle CTP’s die nog steeds op erkenning door de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) wachten, loopt de overgangsperiode af op 28 juni 2021. |
(3) |
Voor sommige rechtsgebieden waarin die CTP’s uit derde landen zijn gevestigd, heeft de Commissie nog geen besluiten overeenkomstig artikel 25, lid 6, van Verordening (EU) nr. 648/2012 vastgesteld. Dergelijke besluiten zijn een voorwaarde voor de erkenning van CTP’s uit derde landen door de ESMA. Aangezien die besluiten niet vóór 28 juni 2021 zullen worden vastgesteld, zal de ESMA de erkenningsprocedures voor de CTP’s uit derde landen die nog op erkenning wachten, niet kunnen voltooien. |
(4) |
Indien de overgangsperiode niet wordt verlengd, zullen in de Unie gevestigde instellingen, of hun buiten de Unie gevestigde dochterondernemingen, met blootstellingen met betrekking tot die CTP’s uit derde landen het niveau van hun in verband met die blootstellingen aangehouden eigen vermogen aanzienlijk moeten verhogen. Dit kan ertoe leiden dat die instellingen zich terugtrekken als directe deelnemers aan die CTP’s of dat het aanbod van clearingdiensten aan de cliënten van die instellingen, althans tijdelijk, stopt, waardoor de markten waarop die CTP’s opereren, ernstig zouden worden verstoord. Daarom moet de overgangsbepaling van artikel 497, lid 1, punt b), iii), van Verordening (EU) nr. 575/2013 met twaalf maanden worden verlengd tot en met 28 juni 2022. |
(5) |
De verlenging van de overgangsbepaling zou de Commissie de tijd geven om haar gelijkwaardigheidsbeoordelingen overeenkomstig artikel 25, lid 6, van Verordening (EU) nr. 648/2012 te voltooien en gelijkwaardigheidsbesluiten vast te stellen wanneer aan de desbetreffende voorwaarden is voldaan, en zou de ESMA ook de tijd geven om de betrokken CTP’s uit derde landen te erkennen. Mocht de Commissie geen positief gelijkwaardigheidsbesluit vaststellen, dan zou een verlenging de instellingen de tijd geven om zich naar behoren voor te bereiden op het einde van de in artikel 497, lid 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013 vastgestelde overgangsperiode. |
(6) |
Deze verordening moet van toepassing zijn vanaf de eerste dag na het verstrijken van de bestaande overgangsperiode. |
(7) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Europees Comité voor het bankwezen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 497, lid 1, punt b), iii), van Verordening (EU) nr. 575/2013 vastgestelde overgangsperiode wordt verlengd tot en met 28 juni 2022.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 29 juni 2021.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 24 juni 2021.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1.
(2) Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).