EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021H1970

Aanbeveling (EU) 2021/1970 van de Commissie van 10 november 2021 betreffende een gemeenschappelijke Europese dataruimte voor cultureel erfgoed

C/2021/7953

OJ L 401, 12.11.2021, p. 5–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/2021/1970/oj

12.11.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 401/5


AANBEVELING (EU) 2021/1970 VAN DE COMMISSIE

van 10 november 2021

betreffende een gemeenschappelijke Europese dataruimte voor cultureel erfgoed

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 292,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Digitale technologieën hebben ons leven in snel tempo veranderd en bieden nieuwe kansen voor de samenleving, en ook voor instellingen voor cultureel erfgoed. Digitale technologieën bieden instellingen voor cultureel erfgoed meer doeltreffende instrumenten waarmee zij elementen van cultureel erfgoed kunnen digitaliseren en een breder publiek kunnen bereiken. Dit schept meer manieren voor het publiek om toegang te krijgen tot elementen van cultureel erfgoed en deze te ontdekken, te verkennen en ervan te genieten, en schept meer mogelijkheden om elementen van cultureel erfgoed te hergebruiken voor innovatieve en creatieve diensten en producten in diverse sectoren, zoals andere culturele en creatieve sectoren, alsook toerisme.

(2)

Zoals wordt beschreven in de mededeling “Digitaal Kompas 2030: de Europese aanpak voor het digitale decennium” (1), zijn digitale technologieën meer dan ooit van essentieel belang geworden om te werken, te leren, sociale contacten te onderhouden, te genieten van entertainment en toegang te krijgen tot een breed scala van diensten en producten, van gezondheidsdiensten tot cultuur.

(3)

De COVID-19-pandemie heeft de sterke en kwetsbare punten van de cultureel-erfgoedsector aan het licht gebracht, alsook de noodzaak om de digitale transformatie te versnellen om de geboden kansen optimaal te benutten. Tal van culturele instellingen leden een groot financieel verlies of moesten sluiten. Ondanks de financiële uitdagingen als gevolg van de pandemie zijn velen er toch in geslaagd hun publiek te behouden of zelfs uit te breiden door hun digitale diensten uit te breiden (bv. interactie met het publiek, delen van collecties, aanbieden van digitale instrumenten), wat eens te meer aantoont dat zij van grote waarde zijn voor de samenleving en de Europese economie.

(4)

Cultureel erfgoed is niet alleen een sleutelelement bij het opbouwen van een Europese identiteit die berust op gemeenschappelijke waarden, maar levert ook een belangrijke bijdrage aan de Europese economie, omdat het innovatie, creativiteit en economische groei stimuleert. Cultureel toerisme vertegenwoordigt bijvoorbeeld tot 40 % van alle toerisme in Europa (2) en cultureel erfgoed is een essentieel onderdeel van cultureel toerisme. Geavanceerde digitalisering van elementen van cultureel erfgoed en het hergebruik van dergelijke inhoud kan nieuwe banen opleveren, niet alleen in de cultureel-erfgoedsector, maar ook in andere culturele en creatieve sectoren, waaronder bijvoorbeeld de computerspel- en de filmindustrie. De culturele en creatieve industrieën zijn goed voor 3,95 % van de toegevoegde waarde van de EU (477 miljard EUR), bieden werk aan 8,02 miljoen mensen en omvatten 1,2 miljoen bedrijven, waarvan 99,9 % kleine en middelgrote ondernemingen zijn (3).

(5)

In de evaluatie (4) van de aanbeveling van de Commissie betreffende de digitalisering en onlinetoegankelijkheid van cultureel materiaal en digitale bewaring (2011/711/EU) werd geconcludeerd dat verschillende van de uitdagingen waarmee de cultureel-erfgoedsector tien jaar geleden werd geconfronteerd, vandaag nog steeds actueel zijn, zoals de dringende noodzaak om het Europees cultureel erfgoed, en met name bedreigd cultureel erfgoed, te beschermen en te bewaren. In de evaluatie werd echter ook erkend dat het landschap van het cultureel erfgoed de afgelopen jaren aanzienlijk was veranderd, met nieuwe behoeften, maar vooral met nieuwe mogelijkheden die de bijdrage van het cultureel erfgoed aan de Europese economie verder zouden kunnen vergroten. Daarom moet worden gezorgd voor een beleidsreactie die beantwoordt aan deze nieuwe behoeften en verwachtingen van de cultureel-erfgoedsector, van de culturele en de creatieve sector en van de samenleving in het algemeen.

(6)

Deze aanbeveling moedigt de lidstaten aan passende kaders tot stand te brengen om het herstel en de transformatie van de cultureel-erfgoedsector te bevorderen en instellingen voor cultureel erfgoed te ondersteunen om in de toekomst mondiger en veerkrachtiger te worden. Dit zal leiden tot digitalisering, hergebruik en digitale bewaring van hogere kwaliteit in de hele EU, en neveneffecten hebben in andere belangrijke sectoren van de Europese economie, zoals toerisme, onderzoek en andere culturele en creatieve sectoren.

(7)

De lidstaten benaderen cultureel erfgoed op verschillende manieren en houden in uiteenlopende mate rekening met de specifieke kenmerken en behoeften van instellingen voor cultureel erfgoed. Een alomvattende digitale strategie voor de cultureel-erfgoedsector, met een duidelijke en concrete visie en de meest geschikte middelen om die uit te voeren, zou zorgen voor een meer doeltreffende beleidsreactie en zou de sector sterker maken. Om een doeltreffende digitale transformatie te bewerkstelligen en vertrouwen en een sterke samenwerking tot stand te brengen, moeten de lidstaten alle belanghebbenden bij de voorbereiding van de strategie betrekken.

(8)

De ontwikkeling van geavanceerde digitale technologieën, zoals 3D, kunstmatige intelligentie, machinaal leren, cloud computing, datatechnologieën, virtuele realiteit en augmented reality, heeft ongekende mogelijkheden geschapen voor digitalisering, onlinetoegang en digitale bewaring. Geavanceerde digitale technologieën leiden tot meer doeltreffende processen (bv. geautomatiseerde generatie van metadata, kennisextractie, geautomatiseerde vertaling, tekstherkenning door optische karakterherkenningssystemen) en inhoud van hogere kwaliteit. Ze maken innovatieve vormen van artistieke creatie mogelijk en bieden nieuwe manieren om digitaal in aanraking te komen met culturele inhoud en ervan te genieten door cocuratie, codesign en crowdsourcing, waardoor de participatie van het publiek wordt versterkt. Ook kan worden onderzocht of kunstmatige intelligentie, blockchain en andere geavanceerde technologieën kunnen worden ingezet om cultureel erfgoed dat illegaal wordt verhandeld, automatisch te identificeren. De invoering van dergelijke geavanceerde technologieën is van grote invloed op het herstel en de groei in Europa na de COVID-19-pandemie, en de lidstaten moeten dit ondersteunen door passende maatregelen te nemen.

(9)

Bovendien moeten de lidstaten en de instellingen voor cultureel erfgoed gebruikmaken van de ongekende mogelijkheden die de geavanceerde digitale technologieën bieden om klimaatactie te stimuleren en de overgang naar een groenere en meer duurzame Europese economie te ondersteunen, zoals uiteengezet in de Europese Green Deal (5). Zo kan in 3D gedigitaliseerd cultureel erfgoed een bron zijn van relevante kennis over klimaatgerelateerde impact, aanpassing en veerkracht (3D maakt bijvoorbeeld niet-destructieve analyse van elementen van cultureel erfgoed mogelijk, visualisatie van schade en informatie voor restauratie, behoud enz.). Evenzo kunnen digitale tweelingen en aardobservatietechnologieën van cruciaal belang zijn om de veerkracht tegen klimaatverandering te vergroten en het preventieve behoud van monumenten, gebouwen en locaties van het cultureel erfgoed te ondersteunen. In dit verband is digitalisering ook een drijfveer om deskundigen te ondersteunen bij de bestrijding van milieucriminaliteit op specifieke locaties.

(10)

Het is van belang dat de lidstaten hun inspanningen voortzetten om de elementen van cultureel erfgoed te digitaliseren (6) en digitaal te bewaren. Het vaststellen van specifieke doelstellingen voor digitalisering en bewaring, gebaseerd op een evaluatie van de behoeften en op duidelijke en objectieve criteria, zou leiden tot concrete en meetbare resultaten. Dit zou vooral belangrijk zijn voor cultureel erfgoed dat bedreigd wordt. In dergelijke gevallen kan 3D-digitalisering met de grootste mate van detail zelfs een noodzaak zijn, bijvoorbeeld voor instandhoudings- en restauratiedoeleinden. Zelfs wanneer het risico op aantasting of vernietiging gering is, moet dit echter een prioriteit zijn, gezien het grote potentieel voor hergebruik van gedigitaliseerde elementen van cultureel erfgoed, bijvoorbeeld voor innovatieve ervaringen en duurzaam toerisme, ter ondersteuning van het algehele herstel en de veerkracht van de economie, in overeenstemming met de doelstellingen van de Europese Green Deal. Voorts moeten de lidstaten meer inspanningen leveren op minder gedigitaliseerde domeinen, zoals gebouwen, monumenten en locaties, en immaterieel cultureel erfgoed.

(11)

Behalve voor instandhoudings- en restauratiedoeleinden kunnen 3D-technologieën instellingen voor cultureel erfgoed ook meer mogelijkheden bieden om een breder publiek te bereiken met meer inlevende ervaringen die virtuele toegang bieden tot plaatsen die normaal ontoegankelijk zijn (bv. onder water) of tijdelijk gesloten zijn, of om personen met een visuele handicap te bereiken door bv. toegankelijke tactiele ervaringen aan te bieden. Daarom zou een bijzondere nadruk op 3D-digitalisering van bedreigd cultureel erfgoed en van de meest bezochte culturele monumenten, gebouwen en locaties de waarde en het potentieel van het cultureel erfgoed verhogen. Dit zou ook in overeenstemming zijn met de verklaring over “Samenwerking ter bevordering van de digitalisering van cultureel erfgoed” van april 2019 (7), waarin de lidstaten overeenkwamen hun inspanningen op te voeren en samen vooruitgang te boeken, onder de pijler van een pan-Europees initiatief voor 3D-digitalisering van artefacten van cultureel erfgoed, monumenten en locaties.

(12)

Digitalisering houdt echter niet automatisch in dat er ook sprake is van digitale bewaring. Om de toegang tot de gedigitaliseerde elementen van cultureel erfgoed op lange termijn te waarborgen, moeten de lidstaten de digitale bewaring van hun elementen van cultureel erfgoed zorgvuldig plannen en uitvoeren, rekening houdend met alle relevante financiële, organisatorische en technische uitdagingen op lange termijn. De digitale bewaringsdoelstellingen kunnen niet alleen betrekking hebben op de elementen van cultureel erfgoed die als prioritair voor digitalisering worden beschouwd (bv. elementen van cultureel erfgoed die gevaar lopen, de meest bezochte monumenten en locaties, of domeinen die nog niet gedigitaliseerd zijn), maar ook op eerder gedigitaliseerde elementen van cultureel erfgoed.

(13)

Het huidige financiële kader biedt de lidstaten ongekende mogelijkheden om verschillende financieringsstromen te gebruiken teneinde digitalisering en bewaring aanzienlijk te stimuleren en aanzienlijk meer capaciteit op te bouwen in de cultureel-erfgoedsector. De lidstaten moeten de actoren in de sector meer bewust maken van de financieringsmogelijkheden die Digitaal Europa, Horizon Europa (8), de fondsen in het kader van het cohesiebeleid (9), REACT-EU (10), het instrument voor technische ondersteuning (11) en de faciliteit voor herstel en veerkracht (12) bieden ter ondersteuning van de investeringen die nodig zijn voor het herstel en de digitale transformatie van de sector, voor een bredere toegang tot cultuur en voor een positief effect op lokale gemeenschappen.

(14)

De digitalisering van het Europese cultureel erfgoed vergt aanzienlijke financiële middelen. Om de financiële inspanningen te delen en tegelijkertijd de toegang van het publiek tot het cultureel erfgoed te versnellen, werken instellingen voor cultureel erfgoed samen met particuliere actoren. Veel van deze samenwerkingsregelingen verlenen echter exclusieve rechten aan de particuliere partners. Richtlijn (EU) 2019/1024 van het Europees Parlement en de Raad (13) stelt een reeks minimumregels voor hergebruik vast en voorziet in praktische regelingen om het hergebruik van bestaande documenten in het bezit van nationale overheidsinstanties van de lidstaten te vergemakkelijken. Zo moeten de instellingen voor cultureel erfgoed die onder het toepassingsgebied van de richtlijn vallen (bv. musea, archieven, bibliotheken), voldoen aan specifieke bepalingen inzake exclusiviteitsregelingen, zoals vastgelegd in artikel 12 van de richtlijn. Om een billijke en niet-discriminerende toegang voor iedereen tot het cultureel erfgoed te vergemakkelijken, moeten instellingen voor cultureel erfgoed die met de particuliere sector samenwerken, ook als zij niet onder het toepassingsgebied van bovengenoemde richtlijn vallen, ernaar streven de in artikel 12 neergelegde beginselen toe te passen.

(15)

Zoals in de Europese vaardighedenagenda wordt benadrukt (14), heeft de COVID-19-pandemie de reeds bestaande kloof op het gebied van digitale vaardigheden nog groter gemaakt, terwijl er nieuwe ongelijkheden zijn ontstaan, aangezien veel beroepsbeoefenaren niet beschikken over het vereiste niveau van digitale vaardigheden die op de werkplek nodig zijn. Dit geldt ook voor de cultureel-erfgoedsector, waar met name kleine instellingen (bijv. musea) door de digitale kloof moeite hebben om gebruik te maken van geavanceerde technologieën, zoals 3D of kunstmatige intelligentie. Daarom moeten de lidstaten, in overeenstemming met de Europese vaardighedenagenda en het eerste vlaggenschipinitiatief daarvan, het pact voor vaardigheden, en ter ondersteuning van het actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten (15), specifieke doelstellingen vaststellen voor de bij- of omscholing van vakmensen op het gebied van cultureel erfgoed. In aanvulling hierop en voortbouwend op de Blauwdrukalliantie voor cultureel erfgoed (Charter) werken de culturele en creatieve industrieën, als een van de 14 ecosystemen die in de internemarktstrategie worden genoemd, momenteel aan een grootschalig partnerschap voor de ontwikkeling van vaardigheden, dat zich bij het pact voor de vaardigheden zou moeten aansluiten.

(16)

Instellingen voor cultureel erfgoed stuiten bij het digitaliseren en delen van cultureel erfgoed op verschillende obstakels die verband houden met auteursrechten, zoals de kosten die verbonden zijn aan het vereffenen van rechten, het gebrek aan voldoende deskundigheid op het gebied van auteursrechten bij deskundigen op het gebied van cultureel erfgoed en beperkingen aan grensoverschrijdende samenwerking tussen instellingen. Daarom zijn op EU-niveau specifieke maatregelen genomen om dergelijke uitdagingen aan te gaan. Zo bevat Richtlijn (EU) 2019/790 van het Europees Parlement en de Raad (16) betreffende het auteursrecht en de naburige rechten in de digitale interne markt diverse bepalingen tot modernisering van het kader voor auteursrechten dat regelt hoe instellingen voor cultureel erfgoed in de digitale omgeving te werk gaan. Een van de belangrijkste veranderingen die door de richtlijn worden ingevoerd, is een duidelijk kader voor de digitalisering en verspreiding van werken die uit de handel zijn en die instellingen voor cultureel erfgoed in hun collecties hebben. Voorts voorziet de richtlijn in geharmoniseerde en verplichte uitzonderingen voor het maken van kopieën voor bewaring door instellingen voor cultureel erfgoed en voor tekst- en datamining ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek. Tot slot verduidelijkt de richtlijn de status van werken van beeldende kunst die tot het publieke domein behoren, met als doel de rechtszekerheid te vergroten. De nieuwe regels inzake auteursrecht zullen met name een kerntaak van algemeen belang van instellingen voor cultureel erfgoed vergemakkelijken door de instandhouding en de beschikbaarheid van cultureel erfgoed te verbeteren en door het gebruik van werken die niet langer commercieel beschikbaar zijn, aanzienlijk te vergemakkelijken ten behoeve van de Europese cultuur en van alle burgers. De lidstaten moeten derhalve zorgen voor een doeltreffende uitvoering en toepassing van de EU-wetgeving inzake auteursrecht, zodat de instellingen voor cultureel erfgoed ten volle kunnen profiteren van het kader voor auteursrecht, zoals dat met name door Richtlijn (EU) 2019/790 is bijgewerkt.

(17)

Europeana (17) heeft een sleutelrol gespeeld bij de versterking van de samenwerking en de normalisatie over de grenzen heen, in de EU en daarbuiten. De gestandaardiseerde kaders voor het online delen van digitale inhoud en metadata, met name het Europeana Data Model (18), de verklaringen inzake rechten (19) en het Europeana Publishing Framework (20), zijn op grote schaal overgenomen door de sector van het cultureel erfgoed in Europa en internationaal. Zo maakt het Europeana Data Model een gestandaardiseerde weergave mogelijk van gegevens die in Europeana worden aangeleverd door instellingen voor cultureel erfgoed uit verschillende domeinen die verschillende formaten gebruiken. Het RightsStatements.org-kader biedt een reeks gestandaardiseerde rechtenverklaringen die door instellingen voor cultureel erfgoed kunnen worden gebruikt om de auteursrechtelijke status en de status van hergebruik van digitale objecten aan het publiek mee te delen. Interoperabiliteit blijft echter een voortdurende inspanning op het gebied van formaten en normen voor digitale inhoud en metadata, zoals in het geval van 3D of het gebruik van contextuele entiteiten en thesaurusbestanden voor semantische interoperabiliteit. In de verklaring over “Samenwerking ter bevordering van de digitalisering van cultureel erfgoed” van april 2019 zijn de lidstaten overeengekomen hun inspanningen op te voeren om interoperabiliteitsnormen en -kaders bij digitaliseringsinitiatieven verder te ontwikkelen en te bevorderen. De lidstaten en de instellingen voor cultureel erfgoed moeten derhalve hun inspanningen opvoeren om de relevante normen en kaders te ondersteunen of zich daaraan te houden, teneinde het delen en hergebruiken van gegevens te bespoedigen.

(18)

De totstandbrenging van een gemeenschappelijke Europese dataruimte voor cultureel erfgoed zal de instellingen voor cultureel erfgoed de mogelijkheid bieden om voort te bouwen op de schaal van de interne markt, in overeenstemming met de Europese datastrategie (21). Het zal het hergebruik van inhoud bevorderen en de creativiteit in diverse sectoren stimuleren, met waarde voor de gehele economie en samenleving. Het zal met name inhoud van hoge kwaliteit en efficiënte, betrouwbare en gebruiksvriendelijke toegang tot Europees digitaal cultureel erfgoed bieden. Het zal de samenwerking, partnerschappen en betrokkenheid met het netwerk van gegevenspartners (bv. musea, galerijen, bibliotheken, archieven in heel Europa), aggregators en deskundigen die werkzaam zijn op het gebied van digitaal cultureel erfgoed, verder versterken. De dataruimte zal voortbouwen op de huidige Europeana-strategie voor 2020-2025 (22), die tot doel heeft instellingen voor cultureel erfgoed te helpen bij hun digitale transformatie.

(19)

Europeana geeft momenteel toegang tot 52 miljoen elementen van cultureel erfgoed, waarvan 45 % in verschillende sectoren kan worden hergebruikt. Afbeeldingen en tekst maken 97,5 % van de elementen uit, met slechts 2,47 % audiovisuele inhoud en 0,03 % in 3D. Een grotere inbreng van gedigitaliseerde elementen van hoge kwaliteit, zoals in 3D, zou innovatie en creativiteit bevorderen door het gebruik en het hergebruik van de gedigitaliseerde elementen van cultureel erfgoed op diverse belangrijke gebieden (bijvoorbeeld onderwijs, slimme steden en milieumodellen, duurzaam toerisme en culturele creatieve sectoren). Door nog eens 40 miljoen hoogwaardige, gedigitaliseerde en gediversifieerde soorten elementen via de dataruimte beschikbaar te stellen, zou de rijkdom van het online beschikbare materiaal nog toenemen en zou tegelijkertijd ons Europees cultureel erfgoed verder worden gepromoot. Deze toename zou ook een beter hergebruik mogelijk maken en daardoor potentieel nieuwe diensten en toepassingen. Het is van belang dat de instellingen voor cultureel erfgoed, met de steun van de lidstaten, aanzienlijke bijdragen leveren aan de dataruimte.

(20)

Nationale en domein- of thematische aggregators spelen een sleutelrol in het cultureel-erfgoedlandschap door bruggen te slaan tussen de verschillende spelers binnen de cultureel-erfgoedsector en daarbuiten, op nationaal en Europees niveau. Zo verzamelen en verrijken nationale aggregators inhoud voor Europeana, geven zij toegang tot en promoten zij het cultureel erfgoed van hun land en bundelen zij waardevolle middelen en kennis voor de cultureel-erfgoedsector. Hoewel de meeste aggregators in de EU een officieel mandaat voor hun activiteiten hebben, zijn er nog veel andere die er een nodig hebben en moeite hebben om voor voldoende en duurzame middelen of organisatorische ondersteuning te zorgen. De lidstaten moeten deze uitdaging aangaan door de rol van de aggregators te versterken, passende steun te verlenen en hun bijdrage aan de gemeenschappelijke Europese dataruimte voor cultureel erfgoed te ondersteunen.

(21)

De verwachte toename van het aantal en de complexiteit van digitale elementen zal veilige, veerkrachtige, efficiënte en duurzame cloud-gebaseerde oplossingen vereisen voor de verwerking van, de toegang tot en het beheer van dergelijke datasets. De steun van de lidstaten (23) voor de Europese federatie van cloud-to-edge-infrastructuur en -diensten zal dan ook van cruciaal belang zijn voor een effectieve toegang tot gedigitaliseerde elementen van cultureel erfgoed.

(22)

Deze aanbeveling bouwt voort op en vervangt Aanbeveling 2011/711/EU,

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Doel en toepassingsgebied

1.

Het doel van deze aanbeveling is om de weg te effenen voor een gemeenschappelijke Europese dataruimte voor cultureel erfgoed (“dataruimte”), en aldus instellingen voor cultureel erfgoed te helpen hun digitaliserings- en instandhoudingsinspanningen te versnellen, en de door de digitale transformatie geschapen kansen te grijpen. Deze aanbeveling moedigt de lidstaten aan passende kaders in te voeren om het herstel en de transformatie van de sector te bevorderen en instellingen voor cultureel erfgoed te helpen in de toekomst veerkrachtiger te worden.

2.

Deze aanbeveling heeft betrekking op alle soorten cultureel erfgoed (materieel, immaterieel, natuurlijk, digitaal geboren), met inbegrip van alle categorieën cultureel erfgoed die gevaar lopen.

Definities

3.

Voor de toepassing van deze aanbeveling gelden de volgende definities:

1)

“elementen van cultureel erfgoed”: elementen van:

a)

tastbaar cultureel erfgoed, zoals monumenten, archeologische vindplaatsen, geluids- en audiovisueel materiaal, boeken, tijdschriften, kranten, foto's, museumvoorwerpen, archiefdocumenten;

b)

immaterieel cultureel erfgoed;

c)

natuurlijk erfgoed, zoals landschappen en natuurgebieden, zoals gedefinieerd in artikel 2 van de Overeenkomst inzake de bescherming van het cultureel en natuurlijk erfgoed van de wereld (24);

d)

oorspronkelijk digitaal materiaal;

2)

“immaterieel cultureel erfgoed”: praktijken, voorstellingen, uitdrukkingen, kennis, vaardigheden — alsmede de daarmee verband houdende instrumenten, voorwerpen, artefacten en culturele ruimten — die gemeenschappen, groepen en, in sommige gevallen, individuen erkennen als deel van hun cultureel erfgoed, in de zin van artikel 2 van de Conventie voor de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed (25);

3)

“oorspronkelijk digitaal materiaal”: goederen die in digitale vorm zijn gecreëerd, zoals digitale kunst of animatie, virtuele musea, zonder analoog equivalent, of culturele inhoud die buiten de instellingen voor cultureel erfgoed is gecreëerd, zoals in de sociale media of de computerspelindustrie;

4)

“instelling voor cultureel erfgoed”: een voor het publiek toegankelijke bibliotheek of museum, een archief of een instelling voor cinematografisch of audiovisueel erfgoed, als omschreven in artikel 2, punt 3, van Richtlijn (EU) 2019/790;

5)

“digitalisering”: het omzetten van activa van een analoog formaat naar een digitaal formaat;

6)

“digitale transformatie”: hiermee wordt zowel het proces als het resultaat bedoeld van het gebruik van digitale technologieën om de manier waarop een organisatie werkt en waarde levert, te transformeren;

7)

“digitale bewaring”: een reeks activiteiten die nodig zijn om ervoor te zorgen dat digitale objecten in de toekomst kunnen worden gelokaliseerd, weergegeven, gebruikt en begrepen.

HOOFDSTUK II

GEAVANCEERDE DIGITALISERING EN DIGITALE BEWARING VAN CULTUREEL ERFGOED

4.

De lidstaten moeten voorzien in een alomvattende en toekomstgerichte digitale strategie voor cultureel erfgoed op het relevante nationale of regionale niveau en/of deze regelmatig bijwerken, teneinde de digitale transformatie van de sector te versnellen. De lidstaten moeten samenwerken met of regelingen treffen voor de samenwerking van alle betrokken belanghebbenden/partijen, zoals instellingen voor cultureel erfgoed en bevoegde autoriteiten, om de digitale strategie voor te bereiden, en moeten middelen/steun beschikbaar stellen voor de uitvoering ervan.

5.

De nationale strategie moet maatregelen bevatten om de instellingen voor cultureel erfgoed te helpen bij het invoeren van geavanceerde technologieën, zoals 3D, kunstmatige intelligentie, extended reality, cloud computing, datatechnologieën en blockchain, teneinde te zorgen voor een efficiënter proces van digitalisering en digitale bewaring en voor inhoud van hogere kwaliteit met het oog op een bredere toegang, een ruimer gebruik en hergebruik.

6.

In de digitale strategie moeten duidelijke doelstellingen voor digitalisering en digitale bewaring worden vastgesteld. Deze doelstellingen moeten gebaseerd zijn op objectieve en duidelijke criteria, waaronder:

a)

bedreigd cultureel erfgoed;

b)

de meest fysiek bezochte culturele en erfgoedmonumenten, gebouwen en plaatsen, en

c)

het lage niveau van digitalisering voor specifieke categorieën van elementen van cultureel erfgoed.

Tegen 2030 moeten de lidstaten alle monumenten en locaties die onder a) vallen en 50 % van die welke onder b) vallen, in 3D digitaliseren.

Tegen 2025 moeten de lidstaten 40 % van de totale doelstellingen voor 2030 hebben gedigitaliseerd.

De lidstaten moeten de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat alle gedigitaliseerde elementen van cultureel erfgoed als bedoeld in punt 6, a), b) en c), ook digitaal worden bewaard.

7.

Bij de planning van de digitalisering moeten de lidstaten en de instellingen voor cultureel erfgoed een holistische aanpak volgen. Bij een dergelijke aanpak moet bijvoorbeeld rekening worden gehouden met het doel van de digitalisering, de beoogde gebruikersgroepen, de hoogste betaalbare kwaliteit, de digitale bewaring van de gedigitaliseerde elementen van cultureel erfgoed, met inbegrip van aspecten zoals formaten, opslag, toekomstige migraties, permanent onderhoud en de noodzakelijke financiële en personele middelen op lange termijn. De digitale strategie moet voorzien in een duidelijk en welomschreven mandaat voor nationale of regionale aggregators om met de instellingen voor cultureel erfgoed samen te werken bij het beschikbaar stellen van gedigitaliseerde elementen van cultureel erfgoed via Europeana en de dataruimte. De lidstaten dienen met name de rol van de aggregators als bemiddelaars tussen Europeana en de instellingen voor cultureel erfgoed te versterken en hun actieve bijdrage aan de dataruimte aan te moedigen.

8.

De lidstaten moeten partnerschappen tussen de cultureel-erfgoedsector en andere sectoren, zoals hoger onderwijs en beroepsonderwijs en -opleiding, creatieve industrieën en duurzaam cultuurtoerisme, ondersteunen om innovatie voor nieuwe diensten en toepassingen te stimuleren.

9.

De lidstaten moeten de betrokkenheid van kleine en middelgrote ondernemingen faciliteren om de digitale transformatie van de cultureel-erfgoedsector te ondersteunen, met name in de richting van digitalisering en datagedreven innovatie.

10.

Wanneer instellingen voor cultureel erfgoed partnerschappen aangaan met de particuliere sector, moeten zij ervoor zorgen dat duidelijke en eerlijke voorwaarden worden vastgesteld voor het hergebruik van de gedigitaliseerde elementen, in overeenstemming met de mededingingsregels en met Richtlijn (EU) 2019/1024, en in het bijzonder met de in artikel 12 van die richtlijn vastgestelde regels inzake exclusiviteitsregelingen, voor zover van toepassing.

11.

De lidstaten moeten de nodige maatregelen nemen om de kloof op het gebied van digitale vaardigheden in de sector te evalueren, zodat instellingen voor cultureel erfgoed de mogelijkheden van geavanceerde digitale technologieën ten volle kunnen benutten. De lidstaten dienen met name ambitieuze doelstellingen te bepalen die uiterlijk in 2030 moeten zijn bereikt om deskundigen op het gebied van cultureel erfgoed bij- en om te scholen, onder meer op het gebied van gegevensbeheer en -analyse, kunstmatige intelligentie, geavanceerde digitalisering en technologieën voor extended reality.

12.

Om de digitale transformatie van instellingen voor cultureel erfgoed te vergemakkelijken en de toegang tot het cultureel erfgoed te helpen verruimen en promoten, wordt de lidstaten aanbevolen ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die het huidige kader voor auteursrecht biedt door:

a)

te zorgen voor een correcte en doeltreffende uitvoering van de desbetreffende EU-bepalingen inzake auteursrecht, met name die welke zijn vastgesteld in Richtlijn (EU) 2019/790;

b)

alle partijen te begeleiden bij de efficiënte praktische toepassing van de nationale uitvoeringsbepalingen;

c)

nauwlettend toe te zien op de nationale uitvoeringsbepalingen, teneinde de succesvolle toepassing ervan te waarborgen, en

d)

deskundigen op het gebied van cultureel erfgoed te ondersteunen bij het verwerven van vaardigheden met betrekking tot auteursrecht en licenties, en door expertise op het gebied van auteursrecht aan te bieden.

13.

Om gemeenschappelijke antwoorden te vinden op gemeenschappelijke uitdagingen voor geavanceerde digitalisering en bewaring en beste praktijken uit te wisselen, om de Europese cultuur, waarden en succesverhalen onder de aandacht te brengen en te promoten, moeten de lidstaten grensoverschrijdende samenwerking en partnerschappen met instellingen voor cultureel erfgoed op internationaal niveau aanmoedigen, in aanvulling op de acties die door de UNESCO en de Raad van Europa worden bevorderd.

14.

De lidstaten moeten ten volle gebruik maken van alle financieringsmogelijkheden op Europees en nationaal niveau om de inspanningen op het gebied van digitalisering en bewaring te bespoedigen.

HOOFDSTUK III

RICHTSNOEREN VOOR EEN GEMEENSCHAPPELIJKE EUROPESE DATARUIMTE VOOR CULTUREEL ERFGOED

15.

Instellingen voor cultureel erfgoed moeten zich houden aan relevante normen en kaders, zoals die welke worden gebruikt door het Europeana-initiatief voor het delen van digitale inhoud en metadata, waaronder het Europeana Data Model, RightsStatements.org, en het Europeana Publishing Framework, om interoperabiliteit op Europees niveau te bereiken. De lidstaten dienen de nodige maatregelen te nemen om de naleving van dergelijke bestaande en toekomstige normen en kaders te bevorderen en te vergemakkelijken en op Europees niveau samen te werken om deze in de context van de dataruimte uit te breiden.

16.

De lidstaten dienen instellingen voor cultureel erfgoed actief aan te moedigen hun gedigitaliseerde elementen via Europeana beschikbaar te stellen en aldus bij te dragen tot de dataruimte, overeenkomstig de in punt 15 bedoelde normen en kaders en de in de bijlagen I en II opgenomen indicatieve streefcijfers.

17.

De in punt 16 bedoelde bijdragen van instellingen voor cultureel erfgoed moeten met name betrekking hebben op gedigitaliseerde elementen van cultureel erfgoed in 3D om Europese cultuurschatten te promoten, het potentieel voor hergebruik op belangrijke gebieden zoals sociale en menswetenschappen, duurzaam cultuurtoerisme, culturele en creatieve sectoren te vergroten, of cultuurgoederen die illegaal worden verhandeld, te helpen identificeren.

18.

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat, als gevolg van hun beleid, gegevens die het resultaat zijn van door de overheid gefinancierde digitaliseringsprojecten vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar (“FAIR-beginselen”) worden en blijven via digitale infrastructuren (met inbegrip van de dataruimte) om het delen van gegevens te versnellen.

19.

Aan alle overheidsfinanciering voor toekomstige projecten inzake de digitalisering van elementen van cultureel erfgoed moet de voorwaarde worden verbonden dat gedigitaliseerde inhoud beschikbaar wordt gesteld in Europeana en de dataruimte, zoals bedoeld in punt 16.

20.

De lidstaten dienen alle nodige maatregelen te nemen om Europeana te ondersteunen en meer bekendheid te geven bij het grote publiek en met name in de onderwijssector en op scholen, onder meer door educatief materiaal te verspreiden.

21.

De lidstaten moeten gebruik maken van de Europese federatie van cloud-to-edge-infrastructuur en -diensten om de opslag, het beheer en de toegang tot gedigitaliseerde elementen van cultureel erfgoed op te voeren.

HOOFDSTUK IV

OPVOLGING VAN DE AANBEVELING

De lidstaten stellen de Commissie 24 maanden na de bekendmaking van deze aanbeveling in het Publicatieblad van de Europese Unie en vervolgens om de twee jaar op de hoogte van de maatregelen die zij naar aanleiding van deze aanbeveling hebben genomen.

Gedaan te Brussel, 10 november 2021.

Voor de Commissie

Thierry BRETON

Lid van de Commissie


(1)  COM(2021) 118 final.

(2)  UNWTO report on Tourism and Culture Synergies.

(3)  SWD(2021) 351 final.

(4)  SWD(2021) 15 final.

(5)  COM(2019) 640 final.

(6)  Inclusief 2D-digitalisering.

(7)  https://digital-strategy.ec.europa.eu/en/news/eu-member-states-sign-cooperate-digitising-cultural-heritage

(8)  https://ec.europa.eu/info/horizon-europe_en

(9)  https://ec.europa.eu/regional_policy/en/2021_2027/

(10)  https://ec.europa.eu/regional_policy/en/newsroom/coronavirus-response/react-eu

(11)  https://ec.europa.eu/info/overview-funding-programmes/technical-support-instrument-tsi_nl

(12)  https://ec.europa.eu/info/business-economy-euro/recovery-coronavirus/recovery-and-resilience-facility_en

(13)  Richtlijn (EU) 2019/1024 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie (PB L 172 van 26.6.2019, blz. 56).

(14)  COM(2020) 274 final.

(15)  COM(2021) 102 final.

(16)  Richtlijn (EU) 2019/790 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt en tot wijziging van Richtlijnen 96/9/EG en 2001/29/EG (PB L 130 van 17.5.2019, blz. 92).

(17)  COM(2018) 612 final.

(18)  https://pro.europeana.eu/page/edm-documentation

(19)  https://rightsstatements.org/

(20)  https://pro.europeana.eu/post/publishing-framework

(21)  COM(2020) 66 final.

(22)  https://op.europa.eu/s/pjHV

(23)  https://digital-strategy.ec.europa.eu/en/news/towards-next-generation-cloud-europe

(24)  UNESCO Convention concerning the protection of the world cultural and natural heritage, Parijs, 16 november 1972.

(25)  UNESCO Convention for the Safeguarding of the Intangible Cultural Heritage 2003, Parijs, 17 oktober 2003.


BIJLAGE I

Indicatieve streefcijfers voor de bijdrage van inhoud aan Europeana en de dataruimte tegen 2030 per lidstaat (1)

 

A

B

C

D

E

F

Aantal registraties op 1 februari 2021

Aantal registraties van hoge kwaliteit (2) op 1 februari 2021

Nieuwe registraties van hoge kwaliteit tegen 2030

Aantal registraties tegen 2030

[= A+C]

Aantal registraties van hoge kwaliteit tegen 2030 (3)

[= B+C]

Digitale 3D-elementen tegen 2030 (4)

Oostenrijk

2 372 357

1 106 942

1 002 892

3 375 249

2 109 834

401 157

België

2 499 646

2 247 432

1 215 817

3 715 463

3 463 249

486 327

Bulgarije

94 447

62 647

329 454

423 901

392 101

131 782

Kroatië

67 357

5 456

235 877

303 234

241 332

94 351

Cyprus

30 959

1 858

71 466

102 425

73 324

28 586

Tsjechië

881 263

369 602

889 329

1 770 592

1 258 931

355 732

Denemarken

1 032 422

662 712

676 884

1 709 306

1 339 596

270 754

Estland

648 205

486 024

99 825

748 030

585 849

39 930

Finland

1 093 297

960 899

548 428

1 641 725

1 509 327

219 371

Frankrijk

3 860 232

1 779 567

6 381 064

10 241 296

8 160 631

2 552 426

Duitsland

5 536 786

4 107 742

8 924 266

14 461 052

13 032 008

3 569 707

Griekenland

661 593

383 327

642 175

1 303 768

1 025 502

256 870

Hongarije

732 033

571 425

637 732

1 369 765

1 209 157

255 093

Ierland

86 765

44 424

856 780

943 545

901 204

342 712

Italië

2 150 207

687 421

5 119 900

7 270 107

5 807 321

2 047 960

Letland

128 505

113 341

117 705

246 210

231 046

47 082

Litouwen

224 359

182 337

209 875

434 234

392 212

83 950

Luxemburg

65 600

1 325

145 567

211 167

146 893

58 227

Malta

50 310

1 006

46 013

96 323

47 019

18 405

Nederland

9 126 499

7 554 003

1 992 463

11 118 962

9 546 466

796 985

Polen

3 040 221

936 996

2 477 819

5 518 040

3 414 815

991 127

Portugal

203 044

138 963

727 333

930 377

866 297

290 933

Roemenië

135 213

84 549

1 209 889

1 345 102

1 294 438

483 956

Slowakije

15 106

453

341 636

356 742

342 089

136 654

Slovenië

598 310

382 081

166 799

765 109

548 880

66 720

Spanje

2 960 596

1 228 351

3 851 622

6 812 218

5 079 973

1 540 649

Zweden

4 307 321

3 047 430

1 098 975

5 406 296

4 146 404

439 590

EU 27

42 602 653

27 148 311

40 017 586

82 620 239

67 165 896

16 007 034


(1)  De indicatieve streefcijfers per lidstaat staan in verhouding tot de bevolking van elke lidstaat, aangepast aan het BBP per hoofd van de bevolking van de lidstaat (in KKS).

(2)  Registraties van hoge kwaliteit voldoen aan de vereisten van niveau 2 of hoger (niveau 2+) van het Europeana Publishing Framework voor inhoud, en aan de vereisten van niveau A of hoger voor metadata. Deze normen zijn nodig om hergebruik voor verschillende doeleinden te bevorderen.

(3)  De lidstaten worden aangemoedigd de kwaliteit van de registraties van niveau 1 te verbeteren, zodat het totale aantal registraties van hoge kwaliteit verder kan toenemen.

(4)  40 % van de nieuwe registraties moet betrekking hebben op digitale 3D-elementen. Het aantal digitale 3D-elementen dat momenteel in Europeana beschikbaar is, wordt verwaarloosbaar geacht.


BIJLAGE II

Tussentijdse streefcijfers voor de bijdrage van inhoud aan Europeana en de dataruimte tegen 2025 per lidstaat

 

A

B

C

D

E

F

Aantal registraties op 1 februari 2021

Aantal registraties van hoge kwaliteit (1) op 1 februari 2021

Nieuwe registraties tegen 2025 (2)

Aantal registraties tegen 2025

[= A+C]

Aantal registraties van hoge kwaliteit tegen 2025 (3)

[= B+C]

Elementen in 3D tegen 2025 (4)

Oostenrijk

2 372 357

1 106 942

401 157

2 773 514

1 508 099

60 174

België

2 499 646

2 247 432

486 327

2 985 973

2 733 759

72 949

Bulgarije

94 447

62 647

131 782

226 229

194 428

19 767

Kroatië

67 357

5 456

94 351

161 708

99 807

14 153

Cyprus

30 959

1 858

28 586

59 545

30 444

4 288

Tsjechië

881 263

369 602

355 732

1 236 995

725 333

53 360

Denemarken

1 032 422

662 712

270 754

1 303 176

933 465

40 613

Estland

648 205

486 024

39 930

688 135

525 954

5 989

Finland

1 093 297

960 899

219 371

1 312 668

1 180 270

32 906

Frankrijk

3 860 232

1 779 567

2 552 426

6 412 658

4 331 993

382 864

Duitsland

5 536 786

4 107 742

3 569 707

9 106 493

7 677 448

535 456

Griekenland

661 593

383 327

256 870

918 463

640 197

38 530

Hongarije

732 033

571 425

255 093

987 126

826 518

38 264

Ierland

86 765

44 424

342 712

429 477

387 136

51 407

Italië

2 150 207

687 421

2 047 960

4 198 167

2 735 381

307 194

Letland

128 505

113 341

47 082

175 587

160 423

7 062

Litouwen

224 359

182 337

83 950

308 309

266 287

12 593

Luxemburg

65 600

1 325

58 227

123 827

59 552

8 734

Malta

50 310

1 006

18 405

68 715

19 411

2 761

Nederland

9 126 499

7 554 003

796 985

9 923 484

8 350 988

119 548

Polen

3 040 221

936 996

991 127

4 031 348

1 928 124

148 669

Portugal

203 044

138 963

290 933

493 977

429 897

43 640

Roemenië

135 213

84 549

483 956

619 169

568 504

72 593

Slowakije

15 106

453

136 654

151 760

137 107

20 498

Slovenië

598 310

382 081

66 720

665 030

448 800

10 008

Spanje

2 960 596

1 228 351

1 540 649

4 501 245

2 769 000

231 097

Zweden

4 307 321

3 047 430

439 590

4 746 911

3 487 019

65 938

EU 27

42 602 653

27 148 311

16 007 034

58 609 687

43 155 345

2 401 055


(1)  Registraties van hoge kwaliteit voldoen aan de vereisten van niveau 2 of hoger (niveau 2+) van het Europeana Publishing Framework voor inhoud, en aan de vereisten van niveau A of hoger voor metadata. Deze normen zijn nodig om hergebruik voor verschillende doeleinden te bevorderen.

(2)  Tussentijds streefcijfer: 40 % van de indicatieve streefcijfers tegen 2030.

(3)  De lidstaten worden aangemoedigd de kwaliteit van de registraties van niveau 1 te verbeteren, zodat het totale aantal registraties van hoge kwaliteit verder kan toenemen.

(4)  Tussentijds streefcijfer voor digitale 3D-elementen: 15 % van doelstellingen van 2030.


Top