This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32021H1085
Council Recommendation (EU) 2021/1085 of 1 July 2021 amending Recommendation (EU) 2020/912 on the temporary restriction on non-essential travel into the EU and the possible lifting of such restriction
Aanbeveling (EU) 2021/1085 van de Raad van 1 juli 2021 tot wijziging van Aanbeveling (EU) 2020/912 over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking
Aanbeveling (EU) 2021/1085 van de Raad van 1 juli 2021 tot wijziging van Aanbeveling (EU) 2020/912 over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking
ST/10277/2021/INIT
PB L 235 van 2.7.2021, p. 27–30
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
2.7.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 235/27 |
AANBEVELING (EU) 2021/1085 VAN DE RAAD
van 1 juli 2021
tot wijziging van Aanbeveling (EU) 2020/912 over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, punten b) en e), en artikel 292, eerste en tweede zin,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 30 juni 2020 heeft de Raad een aanbeveling aangenomen over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking (1). |
(2) |
Sindsdien heeft de Raad Aanbevelingen (EU) 2020/1052 (2), (EU) 2020/1144 (3), (EU) 2020/1186 (4), (EU) 2020/1551 (5), (EU) 2020/2169 (6), (EU) 2021/89 (7), (EU) 2021/132 (8), (EU) 2021/767 (9) (EU) 2021/892 (10) en (EU) 2021/992 (11) tot wijziging van Aanbeveling (EU) 2020/912 van de Raad over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking, aangenomen. |
(3) |
Op 20 mei 2021 heeft de Raad Aanbeveling (EU) 2021/816 tot wijziging van Aanbeveling (EU) 2020/912 over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking aangenomen (12), met als doel de criteria te actualiseren die worden gehanteerd om te beoordelen of niet-essentiële reizen vanuit derde landen veilig zijn en moeten worden toegestaan. |
(4) |
De aanbeveling van de Raad stelt dat de lidstaten voor de ingezetenen van de in bijlage I bij de aanbeveling van de Raad genoemde derde landen de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU vanaf 1 juli 2020 op gecoördineerde wijze geleidelijk zouden moeten opheffen. Voorts zou de Raad de lijst van derde landen in bijlage I om de twee weken na nauw overleg met de Commissie en de ter zake bevoegde EU-agentschappen en -diensten moeten evalueren — en zo nodig actualiseren — aan de hand van een algehele beoordeling op basis van de in de aanbeveling van de Raad bedoelde methodiek, criteria en informatie. |
(5) |
Sindsdien heeft de Raad in nauw overleg met de Commissie en de ter zake bevoegde EU-agentschappen en -diensten besprekingen gehouden over de evaluatie van de lijst van derde landen in bijlage I bij de aanbeveling van de Raad en daarbij de criteria en de methodiek van de aanbeveling van de Raad (als gewijzigd bij Aanbeveling (EU) 2021/816) gebruikt. Uitkomst van deze besprekingen is dat de lijst van derde landen in bijlage I zou moeten worden gewijzigd. Meer bepaald zouden Armenië, Azerbeidzjan, Bosnië en Herzegovina, Brunei Darussalam, Canada, Jordanië, Montenegro, Qatar, de Republiek Moldavië en Saudi-Arabië daarop moeten worden opgenomen, evenals Kosovo (*), en wel in de categorie van territoriale entiteiten en autoriteiten die door ten minste één lidstaat niet als staat worden erkend. |
(6) |
Grenstoezicht is niet alleen in het belang van de lidstaat aan de buitengrenzen waarvan het toezicht wordt uitgeoefend, maar ook in het belang van alle lidstaten die de controles aan de binnengrenzen hebben afgeschaft. De lidstaten zouden er daarom voor moeten zorgen dat de maatregelen aan de buitengrenzen worden gecoördineerd om zo de goede werking van het Schengengebied te garanderen. Daartoe zouden de lidstaten vanaf 1 juli 2021 voor de ingezetenen van de derde landen die worden genoemd in bijlage I bij de aanbeveling van de Raad — speciale administratieve regio’s en andere territoriale entiteiten en autoriteiten — als gewijzigd bij deze aanbeveling, de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU op gecoördineerde wijze en geleidelijk moeten opheffen. |
(7) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het VWEU, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van deze aanbeveling; deze is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Aangezien deze aanbeveling voortbouwt op het Schengenacquis, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 4 van het bovengenoemde protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad heeft beslist over deze aanbeveling, of het deze zal uitvoeren. |
(8) |
Deze aanbeveling vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad (13). Ierland neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze aanbeveling en deze is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. |
(9) |
Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt deze aanbeveling een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (14). |
10) |
Wat Zwitserland betreft, vormt deze aanbeveling een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (15), in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad (16). |
(11) |
Wat Liechtenstein betreft, vormt deze aanbeveling een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG (17), in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad (18), |
HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:
Aanbeveling (EU) 2020/912, zoals gewijzigd bij Aanbevelingen (EU) 2020/1052, (EU) 2020/1144, (EU) 2020/1186, (EU) 2020/1551, (EU) 2020/2169, (EU) 2021/89, (EU) 2021/132, (EU) 2021/767, (EU) 2021/816, (EU) 2021/892 en (EU) 2021/992 over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking, wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In punt 1 van de aanbeveling van de Raad wordt de eerste alinea vervangen door:
|
2) |
Bijlage I bij de aanbeveling wordt vervangen door: “BIJLAGE I Derde landen, speciale administratieve regio’s en andere territoriale entiteiten en autoriteiten waarvan de ingezetenen niet zouden mogen vallen onder de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU aan de buitengrenzen: I. STATEN
II. SPECIALE ADMINISTRATIEVE REGIO’S VAN DE VOLKSREPUBLIEK CHINA
III. TERRITORIALE ENTITEITEN EN AUTORITEITEN DIE DOOR TEN MINSTE ÉÉN LIDSTAAT NIET ALS STAAT WORDEN ERKEND
(*1) Onder voorbehoud van wederkerigheid." (*) Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo." |
Gedaan te Brussel, 1 juli 2021.
Voor de Raad
De voorzitter
G. DOVŽAN
(1) PB L 208 I van 1.7.2020, blz. 1.
(2) PB L 230 van 17.7.2020, blz. 26.
(3) PB L 248 van 31.7.2020, blz. 26.
(4) PB L 261 van 11.8.2020, blz. 83.
(5) PB L 354 van 26.10.2020, blz. 19.
(6) PB L 431 van 21.12.2020, blz. 75.
(7) PB L 33 van 29.1.2021, blz. 1.
(8) PB L 41 van 4.2.2021, blz. 1.
(9) PB L 165 I van 11.5.2021, blz. 66.
(10) PB L 198 van 4.6.2021, blz. 1.
(11) PB L 221 van 21.6.2021, blz. 12.
(12) PB L 182 van 21.5.2021, blz. 1.
(*) Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
(13) Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).
(14) PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.
(15) PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.
(16) Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).
(17) PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.
(18) Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).