EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021D1396

Besluit (EU) 2021/1396 van de Europese Centrale Bank van 13 augustus 2021 tot wijziging van Besluit ECB/2014/29 van de Europese Centrale Bank betreffende de verstrekking aan de Europese Centrale Bank van toezichtgegevens die de onder toezicht staande entiteiten overeenkomstig de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 680/2014 en (EU) 2016/2070 van de Commissie aan de nationale bevoegde autoriteiten gerapporteerd hebben (ECB/2021/39)

OJ L 300, 24.8.2021, p. 74–77 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 20/08/2023; opgeheven door 32023D1681 repealing.act.provisional.date.notification.disclaimer|http://publications.europa.eu/resource/authority/fd_365/repealing.act.provisional.date.notification.disclaimer

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2021/1396/oj

24.8.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 300/74


BESLUIT (EU) 2021/1396 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 13 augustus 2021

tot wijziging van Besluit ECB/2014/29 van de Europese Centrale Bank betreffende de verstrekking aan de Europese Centrale Bank van toezichtgegevens die de onder toezicht staande entiteiten overeenkomstig de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 680/2014 en (EU) 2016/2070 van de Commissie aan de nationale bevoegde autoriteiten gerapporteerd hebben (ECB/2021/39)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (1), en met name artikel 6, lid 2,

Gezien Verordening (EU) nr. 468/2014 van de Europese Centrale Bank van 16 april 2014 tot vaststelling van een kader voor samenwerking binnen het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme tussen de Europese Centrale Bank en nationale bevoegde autoriteiten en met nationale aangewezen autoriteiten (GTM-kaderverordening) (ECB/2014/17) (2), en met name artikel 21 en artikel 140, lid 4,

Gezien het voorstel van de raad van toezicht,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit ECB/2014/29 (3) stelt procedures vast voor de indiening bij de Europese Centrale Bank (ECB) van gegevens die door de onder toezicht staande entiteiten op basis van de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 (4) en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2070 (5) van de Commissie aan de nationale bevoegde autoriteiten zijn gerapporteerd.

(2)

Op 17 december 2020 heeft de Europese Commissie Uitvoeringsverordening (EU) 2021/451 (6) vastgesteld, waarmee Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 wordt ingetrokken en nieuwe normen worden ingesteld met betrekking tot de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit, welke normen met ingang van 28 juni 2021 worden toegepast.

(3)

Op 15 maart 2021 heeft de Commissie Uitvoeringsverordening (EU) 2021/453 (7) vastgesteld, waarmee nieuwe normen worden ingesteld met betrekking tot specifieke rapportagevereisten voor marktrisico.

(4)

Besluit ECB/2014/29 regelt de verzameling en de kwaliteitsbeoordeling van gegevens die de onder toezicht staande entiteiten aan de nationale bevoegde autoriteiten hebben gerapporteerd in overeenstemming met het toepasselijke Unierecht. Dientengevolge dient Besluit ECB/2014/29 te voorzien in de verzameling en kwaliteitsbeoordeling van de door de nationale onder toezicht staande entiteiten aan de nationale bevoegde autoriteiten krachtens Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2070, Uitvoeringsverordening (EU) 2021/451 en Uitvoeringsverordening (EU) 2021/453 gerapporteerde gegevens. Derhalve moet Besluit ECB/2014/29 worden bijgewerkt om rekening te houden met de vaststelling van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/451 en Uitvoeringsverordening (EU) 2021/453 om ervoor te zorgen dat de relevante gegevens door de nationale bevoegde autoriteiten bij de ECB worden ingediend.

(5)

Voorts heeft de Europese Bankautoriteit (EBA) het EBA-besluit van 23 september 2015 betreffende de rapportage door bevoegde autoriteiten aan de EBA (EBA/DC/2015/130) (8) ingetrokken en vervangen door het EBA-besluit van 5 juni 2020 betreffende de rapportage door bevoegde autoriteiten aan de EBA (EBA/DC/2020/334) (9). Op grond van dat besluit moeten de bevoegde autoriteiten, met inbegrip van de ECB, onder meer toezichts- en financiële-rapportagegegevens indienen bij de EBA. Te dien einde worden in EBA-besluit EBA/DC/2020/334 de data voor de indiening van die gegevens door de bevoegde autoriteiten bij de EBA gespecificeerd.

(6)

Daarnaast heeft de EBA het EBA-besluit van 31 mei 2016 betreffende rapportage aan de bevoegde autoriteiten aan de Europese Bankautoriteit (EBA/DC/2016/156) (10) ingetrokken en vervangen door het EBA-besluit van 5 juni 2020 betreffende gegevens voor toezichtbenchmarks (EBA/DC/2020/337) (11). Dat besluit verplicht de bevoegde autoriteiten, met inbegrip van de ECB, om gegevens voor toezichtbenchmarks bij de EBA in te dienen. Daartoe worden in EBA-besluit EBA/DC/2020/337 de indieningsdata voor deze gegevens door de bevoegde autoriteiten gespecificeerd.

(7)

Besluit ECB/2014/29 moet daarom ook worden bijgewerkt om ervoor te zorgen dat de ECB die gegevens tijdig ontvangt van de nationale bevoegde autoriteiten, die vervolgens door de ECB bij de EBA worden ingediend overeenkomstig de EBA-besluiten EBA/DC/2020/334 en EBA/DC/2020/337.

(8)

Derhalve moet Besluit ECB/2014/29 dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Besluit ECB/2014/29 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De titel wordt vervangen door:

“Besluit van de Europese Centrale Bank van 2 juli 2014 betreffende de verstrekking aan de Europese Centrale Bank van toezichtgegevens die de onder toezicht staande entiteiten aan de nationale bevoegde autoriteiten hebben gerapporteerd (ECB/2014/29)”.

2)

Artikel 1 wordt vervangen door:

“Artikel 1

Toepassingsgebied

Overeenkomstig artikel 21 van de GTM-kaderverordening stelt dit besluit procedures vast aangaande de indiening bij de ECB van gegevens die de onder toezicht staande entiteiten op basis van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2070 (*1), Uitvoeringsverordening (EU) 2021/451 (*2) en Uitvoeringsverordening (EU) 2021/453 (*3) van de Commissie aan de nationale bevoegde autoriteiten hebben gerapporteerd.

(*1)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2070 van de Commissie van 14 september 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor sjablonen, definities en IT-oplossingen die door de instellingen moeten worden gebruikt bij de rapportage aan de Europese Bankautoriteit en de bevoegde autoriteiten in overeenstemming met artikel 78, lid 2, van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 328 van 2.12.2016, blz. 1)."

(*2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/451 van de Commissie van 17 december 2020 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 (PB L 97 van 19.3.2021, blz. 1)."

(*3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/453 van de Commissie van 15 maart 2021 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake specifieke rapportagevereisten voor marktrisico (PB L 89 van 16.3.2021, blz. 3).”."

3)

Artikel 3 wordt vervangen door:

“Artikel 3

Inleverdata

1.   De nationale bevoegde autoriteiten dienen bij de ECB de in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/451 en Uitvoeringsverordening (EU) 2021/453 genoemde gegevens die door de onder toezicht staande entiteiten aan hen gerapporteerd zijn in als volgt:

a)

uiterlijk om 12 uur Midden-Europese tijd (MET) (*4) op de tiende werkdag na de in artikel 3 en artikel 20, lid 3, van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/451 genoemde relevante inleverdata en de in artikel 1, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/453 genoemde rapportagedata dienen de nationale bevoegde autoriteiten gegevens in bij de ECB met betrekking tot de volgende entiteiten:

i)

belangrijke onder toezicht staande entiteiten die op het hoogste consolidatieniveau rapporteren binnen de deelnemende lidstaten;

ii)

belangrijke onder toezicht staande entiteiten die geen onderdeel zijn van een onder toezicht staande groep;

iii)

onder toezicht staande entiteiten die overeenkomstig het criterium van de drie belangrijkste kredietinstellingen in hun lidstaat als belangrijk zijn aangemerkt en die hetzij op geconsolideerde basis, hetzij op individuele basis rapporteren, indien zij niet gehouden zijn op geconsolideerde basis te rapporteren;

iv)

andere onder toezicht staande entiteiten die op geconsolideerde basis of op individuele basis rapporteren, indien zij niet gehouden zijn op geconsolideerde basis te rapporteren, zijnde de “grootste instellingen in de lidstaat” als gedefinieerd in artikel 2, lid 3, van het EBA-besluit van 5 juni 2020 inzake rapportage aan de EBA door bevoegde autoriteiten (EBA/DC/2020/334) (*5);

b)

indien punt a) niet van toepassing is, dienen de nationale bevoegde autoriteiten uiterlijk om 12 uur Midden-Europese tijd op de 25e werkdag na de in artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/451 genoemde relevante inleverdata en de in artikel 1, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/453 genoemde relevante gegevens in bij de ECB met betrekking tot de volgende entiteiten:

i)

belangrijke onder toezicht staande entiteiten;

ii)

minder belangrijke onder toezicht staande entiteiten.

2.   De nationale bevoegde autoriteiten rapporteren aan de ECB de in Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2070 genoemde gegevens als volgt:

a)

de nationale bevoegde autoriteiten rapporteren uiterlijk om 12 uur MET op de tiende werkdag na de in de desbetreffende bepaling voor elke gegevenspost genoemde inleverdata in Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2070 gegevens aan de ECB met betrekking tot de volgende entiteiten:

i)

belangrijke onder toezicht staande entiteiten die op het hoogste consolidatieniveau rapporteren binnen de deelnemende lidstaten;

ii)

belangrijke onder toezicht staande entiteiten die geen onderdeel zijn van een onder toezicht staande groep;

iii)

onder toezicht staande entiteiten die overeenkomstig het criterium van de drie belangrijkste kredietinstellingen in hun lidstaat als belangrijk zijn aangemerkt en die hetzij op geconsolideerde basis rapporteren, hetzij op individuele basis indien zij niet gehouden zijn op geconsolideerde basis te rapporteren;

iv)

minder belangrijke onder toezicht staande entiteiten die rapporteren op het hoogste consolidatieniveau binnen deelnemende lidstaten, voor zover zij het hoogste consolidatieniveau in de Unie zijn, en minder belangrijke onder toezicht staande entiteiten die op individuele basis rapporteren indien zij geen deel uitmaken van een onder toezicht staande groep, overeenkomstig artikel 1, lid 2, van Besluit EBA/DC/2020/337 van de EBA;

b)

indien punt a) niet van toepassing is, rapporteren de nationale bevoegde autoriteiten op de 25e werkdag na de in de desbetreffende bepaling genoemde inleverdata voor elke gegevenspost in Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2070 gegevens aan de ECB met betrekking tot de volgende entiteiten:

i)

belangrijke onder toezicht staande entiteiten;

ii)

minder belangrijke onder toezicht staande entiteiten.

(*4)  MET houdt ook rekening met de omschakeling naar Midden-Europese zomertijd."

(*5)  Beschikbaar op de EBA-website.”."

4.

Het volgende artikel 7 ter wordt ingevoegd:

“Artikel 7 ter

Eerste rapportage na de vankrachtwording van Besluit (EU) 2021/1396 van de Europese Centrale Bank (ECB/2021/39)

De nationale bevoegde autoriteiten dienen de krachtens Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2070, Uitvoeringsverordening (EU) 2021/451 en Uitvoeringsverordening (EU) 2021/453 aan hen gerapporteerde gegevens in overeenkomstig Besluit (EU) 2021/1396 van de Europese Centrale Bank (ECB/2021/39) (*), te beginnen met de eerste toepasselijke inlever- of rapportagedata na de vankrachtwording van dat besluit.

(*)  Besluit (EU) 2021/1396 van de Europese Centrale Bank van 13 augustus 2021 tot wijziging van Besluit ECB/2014/29 betreffende de verstrekking aan de Europese Centrale Bank van toezichtgegevens die de onder toezicht staande entiteiten overeenkomstig de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 680/2014 en (EU) 2016/2070 van de Commissie aan de nationale bevoegde autoriteiten gerapporteerd hebben (ECB/2021/39) (PB L 300 van 24.8.2021, blz. 74).”."

Artikel 2

Vankrachtwording

Dit besluit treedt in werking op de dag van kennisgeving ervan aan de geadresseerden.

Artikel 3

Geadresseerden

Dit besluit is gericht tot de nationale bevoegde autoriteiten van de deelnemende lidstaten.

Gedaan te Frankfurt am Main, 13 augustus 2021.

De president van de ECB

Christine LAGARDE


(1)  PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63.

(2)  PB L 141 van 14.5.2014, blz. 1.

(3)  Besluit ECB/2014/29 van 2 juli 2014 betreffende de verstrekking aan de Europese Centrale Bank van toezichtgegevens die de onder toezicht staande entiteiten overeenkomstig de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 680/2014 en (EU) 2016/2070 van de Commissie aan de nationale bevoegde autoriteiten gerapporteerd hebben (PB L 214 van 19.7.2014, blz. 34).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van 16 april 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 191 van 28.6.2014, blz. 1).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2070 van de Commissie van 14 september 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor sjablonen, definities en IT-oplossingen die door de instellingen moeten worden gebruikt bij de rapportage aan de Europese Bankautoriteit en de bevoegde autoriteiten in overeenstemming met artikel 78, lid 2, van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 328 van 2.12.2016, blz. 1).

(6)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/451 van de Commissie van 17 december 2020 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 (PB L 97 van 19.3.2021, blz. 1).

(7)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/453 van de Commissie van 15 maart 2021 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake specifieke rapportagevereisten voor marktrisico (PB L 89 van 16.3.2021, blz. 3).

(8)  Beschikbaar op de EBA-website.

(9)  Beschikbaar op de EBA-website.

(10)  Beschikbaar op de EBA-website.

(11)  Beschikbaar op de EBA-website.


Top