EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32021D1209(01)
Commission Decision of 8 December 2021 on the open source licensing and reuse of Commission software 2021/C 495 I/01
Besluit van de Commissie van 8 december 2021 betreffende verlening van opensourcelicenties voor en hergebruik van software van de Commissie 2021/C 495 I/01
Besluit van de Commissie van 8 december 2021 betreffende verlening van opensourcelicenties voor en hergebruik van software van de Commissie 2021/C 495 I/01
C/2021/8759
OJ C 495I , 9.12.2021, p. 1–5
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
9.12.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
CI 495/1 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 8 december 2021
betreffende verlening van opensourcelicenties voor en hergebruik van software van de Commissie
(2021/C 495 I/01)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 249,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Commissie is namens de Unie houder van de intellectuele-eigendomsrechten, waaronder auteursrechten, voor een groot aantal computerprogramma’s. |
(2) |
Op 21 oktober 2020 heeft de Commissie een nieuwe strategie betreffende opensourcesoftware goedgekeurd (1), waarin zij het gebruik van opensourcesoftware door de Commissie, de bijdrage van de Commissie aan opensourceprojecten van derden en het delen van software van de Commissie als open source aanmoedigt. In die mededeling wordt gesteld dat de Commissie, waar mogelijk en passend, de broncode zou delen voor computerprogramma’s waarvoor zij namens de Unie houder is van intellectuele-eigendomsrechten. |
(3) |
Verlening van opensourcelicenties is een integraal onderdeel geworden van bedrijfsmodellen in de softwaresector en wordt op grote schaal toegepast door overheidsinstellingen in de EU en elders. De Commissie heeft reeds een aantal initiatieven op dit gebied genomen, zoals de goedkeuring van de openbare licentie van de Europese Unie (EUPL) in 2007, waarvan de huidige versie in mei 2017 werd gepubliceerd (2). |
(4) |
In dit besluit moeten de voorwaarden worden vastgesteld voor het delen van software van de Commissie als open source, met als doel het vergemakkelijken van het bredere hergebruik van software, het bevorderen van software-innovatie en opensourcesoftware, waarbij wordt voortgebouwd op het Commissiebeleid van openheid, en het vermijden van onnodige administratieve lasten voor degenen die software hergebruiken en voor de diensten van de Commissie. |
(5) |
Dit besluit mag voor de diensten van de Commissie geen verplichting inhouden om software van de Commissie te delen in het kader van een opensourcelicentie, noch derden het recht geven te eisen dat software van de Commissie ter beschikking wordt gesteld in het kader van een opensourcelicentie. De Commissie moet de vrijheid behouden om te beslissen of zij software van de Commissie deelt of er een eigendomslicentie voor verleent. |
(6) |
Dit besluit moet voorzien in uitzonderingen op de mogelijkheid om de software als open source te delen, bijvoorbeeld voor software waarvan de publicatie of het delen van broncodes een veiligheidsrisico kan inhouden of voor software die als vertrouwelijk moet worden beschouwd. |
(7) |
Besluit 2011/833/EU van de Commissie (3) heeft betrekking op het hergebruik van documenten van de Commissie en is niet van toepassing op software. |
(8) |
Bij Richtlijn (EU) 2019/1024 van het Europees Parlement en de Raad (4) is een regeling inzake minimale harmonisatie inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie ingevoerd. In overweging 30 van die richtlijn wordt verduidelijkt dat “document” zoals gedefinieerd in Richtlijn (EU) 2019/1024 weliswaar niet bedoeld is om ook computerprogramma’s te betreffen, maar dat de lidstaten de toepassing van die richtlijn mogen uitbreiden tot computerprogramma’s. |
(9) |
Om de activiteiten van de Commissie transparanter en opener te maken, moet dit besluit bij voorrang van toepassing zijn op a) software die relevant is voor of werd gebruikt bij de voorbereiding van een beleidsinitiatief van de Commissie, zoals een wetgevingsinitiatief of een onderzoeksproject van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, en b) software die bij de uitvoering van of het toezicht op een dergelijk initiatief werd gebruikt. Bovendien moet dit besluit van toepassing zijn op software die is ontwikkeld voor interne doeleinden van de Commissie, wanneer het delen van dergelijke software passend wordt geacht. |
(10) |
Dit besluit moet ook van toepassing zijn op software die op de datum van vaststelling ervan in ontwikkeling is. Indien de middelen daarvoor beschikbaar zijn, moeten de diensten van de Commissie dit besluit ook mogen toepassen op software waarvan de ontwikkeling op de datum van vaststelling ervan voltooid is. |
(11) |
De Commissie moet als centraal toegangspunt een betrouwbaar register gebruiken teneinde de toegang tot en het hergebruik van software van de Commissie te vergemakkelijken. |
(12) |
Wanneer door de diensten van de Commissie ontwikkelde modellen of componenten op het gebied van artificiële intelligentie software-elementen bevatten, moet dit besluit op die elementen van toepassing zijn, onverminderd de mogelijke toepassing van Besluit 2011/833/EU op de andere elementen, zoals de begeleidende gegevens. De keuze van de passende open licentie moet in dergelijke gevallen worden bepaald aan de hand van de aard en functie van het desbetreffende element/de desbetreffende elementen. |
(13) |
Er moet een interdepartementale groep worden opgericht om kwesties van gemeenschappelijk belang te bespreken en toezicht te houden op de uitvoering van dit besluit, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Voorwerp
Bij dit besluit worden de voorwaarden vastgesteld voor het hergebruik van en de verlening van licenties voor software die door of namens de Commissie is geproduceerd en waarvoor de Commissie houder is van de intellectuele-eigendomsrechten.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
“software”: een computerprogramma in de zin van Richtlijn 2009/24/EG van het Europees Parlement en de Raad (5);
“software van de Commissie”: i) software waarvoor de Commissie namens de Unie houder van de intellectuele-eigendomsrechten is, en ii) software die eigendom is van een derde partij en die, beschikbaar is in het kader van een opensourcelicentie, en die op verzoek van de Commissie door de Commissie of een derde partij is gewijzigd;
“hergebruik”: het gebruik van software door natuurlijke of rechtspersonen voor commerciële of niet-commerciële doeleinden, met inbegrip van het recht van die gebruikers om de software te gebruiken, te bestuderen, te kopiëren, te delen en te wijzigen;
“EUPL”: de openbare licentie van de Europese Unie, een standaard opensourcelicentie waarvan de huidige versie (versie 1.2) is vastgesteld bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/863 van de Commissie, alsmede alle toekomstige versies van de licentie;
“verlenen van een licentie”: het verlenen van toestemming voor hergebruik van software onder gespecificeerde voorwaarden;
“opensourcelicentie”: een licentie waarbij het hergebruik van software door middel van een eenzijdige verklaring van de rechthebbende is toegestaan voor alle gespecificeerde toepassingen, en waarbij de broncodes van de software ter beschikking worden gesteld aan gebruikers;
“standaard opensourcelicentie”: een opensourcelicentie die algemeen als zodanig wordt erkend door opensource-organisaties;
“register”: een onlinetoegangspunt tot de broncode van de software en bijbehorende informatie, zoals bouw- en installatiescripts, materiaalstaat, auteursrecht, attributie en licentiedocumentatie.
Artikel 3
Algemeen beginsel
De diensten van de Commissie kunnen ervoor kiezen om software van de Commissie overeenkomstig dit besluit voor hergebruik ter beschikking te stellen. Voor dergelijke software wordt een overeenkomstig artikel 5 geselecteerde opensourcelicentie verleend en deze software wordt ter beschikking gesteld via het in artikel 6 bedoelde register, nadat de in artikel 8 omschreven procedure is gevolgd.
Artikel 4
Uitzonderingen
Dit besluit is niet van toepassing:
a) |
op software waarvan de Commissie hergebruik niet kan toestaan als gevolg van intellectuele-eigendomsrechten van derden; |
b) |
op software van de Commissie wanneer de publicatie of het delen van de broncode een feitelijk of potentieel risico zou vormen voor de beveiliging van de informatiesystemen of databanken van de Commissie of van andere EU-instellingen, -agentschappen of -organen; |
c) |
op software van de Commissie die als vertrouwelijk moet worden beschouwd overeenkomstig de toepasselijke regels of wetgeving, contractuele verplichtingen, of vanwege de aard of de inhoud ervan; |
d) |
in gevallen waarin de software van de Commissie, als gevolg van een van de in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 (6) vastgestelde uitzonderingen, met de nodige wijzigingen, van toegang moet worden uitgesloten of alleen toegankelijk kan worden gemaakt voor een partij op grond van specifieke regels inzake bevoorrechte toegang; |
e) |
op software van de Commissie die voortkomt uit lopende onderzoeksprojecten die door of namens de Commissie worden uitgevoerd en die niet zijn gepubliceerd en waarvan de publicatie i) afbreuk zou doen aan de validering van voorlopige onderzoeksresultaten of ii) een reden vormt om de registratie van industriële-eigendomsrechten ten gunste van de Commissie te weigeren, indien een dergelijke registratie passend wordt geacht. |
In die gevallen wordt de software niet ter beschikking gesteld in het kader van een opensourcelicentie.
Artikel 5
Keuze van de passende opensourcelicentie
De keuze van de passende opensourcelicentie geschiedt telkens overeenkomstig de volgende regels, na verificatie van de in artikel 8 bedoelde intellectuele-eigendomsrechten:
a) |
de door de Commissie verleende opensourcelicentie is de EUPL, behalve in de in de punten b) en c) genoemde gevallen; |
b) |
wanneer het gebruik van een andere opensourcelicentie verplicht wordt gesteld op grond van wederkerigheidsclausules (“copyleft”) die van toepassing zijn op delen van de software die afkomstig zijn van een derde partij, of wanneer een alternatieve opensourcelicentie voor bepaalde software de voorkeur verdient boven de EUPL, met name om de acceptatie ervan door de gebruikersgemeenschap te vergemakkelijken, mag die alternatieve opensourcelicentie worden gebruikt, mits het een standaard opensourcelicentie is; |
c) |
wanneer er als gevolg van de licentiebedingen die van toepassing zijn op delen van de software die van een derde afkomstig zijn, gekozen kan worden uit meerdere standaard opensourcelicenties, met uitzondering van de EUPL, wordt de voorkeur gegeven aan de opensourcelicentie die de ruimste gebruiksrechten aan de gebruikers geeft (“rechtscheppende licentie”). |
Artikel 6
Register
De Commissie gebruikt een register als centraal toegangspunt tot software van de Commissie teneinde de toegang tot en het hergebruik van die software te vergemakkelijken.
De diensten van de Commissie kunnen software van de Commissie die vóór de vaststelling van dit besluit is ontwikkeld, identificeren en deze via het register geleidelijk ter beschikking stellen, indien het delen ervan van belang wordt geacht, volgens de in artikel 8 bepaalde interne procedure.
De diensten van de Commissie kunnen via dit register ook software van de Commissie ter beschikking stellen waarvoor vóór de vaststelling van dit besluit een opensourcelicentie is verleend.
Het register kan op hun verzoek ter beschikking worden gesteld voor software waarvoor andere EU-instellingen, -organen, -bureaus en -agentschappen houder zijn van intellectuele-eigendomsrechten.
Artikel 7
Formaten voor software van de Commissie die voor hergebruik beschikbaar is
1. De software van de Commissie wordt in het register elektronisch ter beschikking gesteld als voor mensen leesbare broncode en, in voorkomend geval, in machineleesbare vorm.
De nodige documentatie wordt, in voorkomend geval, samen met de software van de Commissie ter beschikking gesteld.
2. Met betrekking tot via het register ter beschikking gestelde software van de Commissie, is de Commissie op grond van dit besluit niet verplicht om:
a) |
de software aan te passen of bij te werken; |
b) |
de software en de bijbehorende informatie te vertalen in andere taalversies dan die welke reeds in het register beschikbaar zijn; |
c) |
de ontwikkeling of opslag van de software voort te zetten of de software in een bepaald formaat te bewaren; |
d) |
een gemeenschap van gebruikers van de software op te zetten of te ondersteunen. |
Artikel 8
Procedure voor het verlenen van licenties voor software van de Commissie
De procedure voor de toepassing van dit besluit omvat: i) een proces voor de identificatie van de software; ii) de verificatie van de intellectuele-eigendomsrechten voor de software overeenkomstig de uitvoeringsrichtsnoeren die door de Centrale dienst voor intellectuele eigendomsrecht worden opgesteld; en iii) een veiligheidsverificatie.
Artikel 9
Bijdragen aan externe opensourceprojecten
De diensten van de Commissie mogen deelnemen en bijdragen aan externe opensourceprojecten die van belang worden geacht voor de Unie of voor een van haar beleidsdoelstellingen. Indien de op het project toepasselijke regels dit vereisen, kan de eigendom van de intellectuele-eigendomsrechten op de desbetreffende software worden overgedragen aan de publieke of private entiteit die belast is met die opensourceprojecten.
Artikel 10
Eigendomslicenties
In afwijking van het algemene beginsel in artikel 3, kan de Commissie besluiten dat software van de Commissie uitsluitend aan een of meer geselecteerde licentienemers ter beschikking zal worden gesteld onder de voorwaarden van een eigendomslicentie, bijvoorbeeld voor het verlenen van een dienst in het algemeen belang of in gevallen die objectief gerechtvaardigd zijn, vanwege belangen van het overheidsbeleid, andere beleidsredenen of overwegingen op het gebied van technologieoverdracht. De eigendomslicentie kan indien nodig op exclusieve basis worden verleend en kan de betaling van royalty’s omvatten.
In dergelijke gevallen is de delegatie van bevoegdheden op het gebied van intellectuele eigendom als bedoeld in SEC(2001) 1397 van toepassing en wordt er een besluit van de Commissie vastgesteld.
Artikel 11
Interdepartementale groep
Er wordt een interdepartementale groep opgericht die wordt voorgezeten door de directeur-generaal die verantwoordelijk is voor de administratieve uitvoering van besluiten in verband met intellectuele-eigendomsrechten bij de Commissie. De groep bestaat uit vertegenwoordigers van de directoraten-generaal en diensten van de Commissie. De groep bespreekt kwesties van gemeenschappelijk belang en stelt, tenzij de voorzitter dit onnodig acht, overeenkomstig artikel 12 verslagen op over de uitvoering van dit besluit.
Artikel 12
Evaluatie
Dit besluit wordt voor het eerst drie jaar na de vaststelling ervan en vervolgens om de vijf jaar geëvalueerd.
Artikel 13
Bekendmaking
Dit besluit wordt bekendgemaakt in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 8 december 2021.
Voor de Commissie
Mariya GABRIEL
Lid van de Commissie
(1) Mededeling aan de Commissie, “Open Source Software Strategy 2020-2023 – Think Open”, 21 oktober 2020, C(2020) 7149 final.
(2) Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/863 van de Commissie van 18 mei 2017 tot actualisering van de licentie voor opensourcesoftware EUPL met het oog op de verdere vergemakkelijking van het delen en hergebruiken van software die door overheidsdiensten wordt ontwikkeld (PB L 128 van 19.5.2017, blz. 59).
(3) Besluit 2011/833/EU van de Commissie van 12 december 2011 betreffende het hergebruik van documenten van de Commissie (PB L 330 van 14.12.2011, blz. 39).
(4) Richtlijn (EU) 2019/1024 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie (PB L 172 van 26.6.2019, blz. 56).
(5) Richtlijn 2009/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma’s (PB L 111 van 5.5.2009, blz. 16).
(6) Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).