EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021D0753

Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/753 van de Raad van 6 mei 2021 waarbij Malta wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/279

ST/7743/2021/INIT

OJ L 163, 10.5.2021, p. 1–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2021/753/oj

10.5.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 163/1


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2021/753 VAN DE RAAD

van 6 mei 2021

waarbij Malta wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/279

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 287, punt 13), van Richtlijn 2006/112/EG kan Malta vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde (“btw”) verlenen aan drie categorieën belastingplichtigen, namelijk diegenen met een jaaromzet van niet meer dan 37 000 EUR wanneer de economische activiteit voornamelijk bestaat uit goederenleveringen, diegenen met een jaaromzet van niet meer dan 24 300 EUR wanneer de economische activiteit voornamelijk bestaat uit diensten met een lage toegevoegde waarde (hoge inputs), en diegenen met een jaaromzet van niet meer dan 14 600 EUR in andere gevallen, namelijk diensten met een hoge toegevoegde waarde (lage inputs).

(2)

Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/279 van de Raad (2) werd Malta gemachtigd om tot en met 31 december 2024 een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 287, punt 13), van Richtlijn 2006/112/EG, teneinde belastingplichtigen van wie de economische activiteit voornamelijk bestaat uit dienstverlening met een hoge toegevoegde waarde (lage inputs) en de jaaromzet niet hoger is dan 20 000 EUR, van de btw vrij te stellen.

(3)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 20 oktober 2020, heeft Malta verzocht om machtiging tot toepassing, tot en met 31 december 2024, van een maatregel die afwijkt van artikel 287, punt 13), van Richtlijn 2006/112/EG, zodat het belastingplichtigen van wie de economische activiteit voornamelijk bestaat uit dienstverlening met een lage toegevoegde waarde (hoge inputs) of uit dienstverlening met een hoge toegevoegde waarde (lage inputs) en van wie de jaaromzet niet hoger is dan 30 000 EUR, van de btw kan vrijstellen (“de derogatiemaatregel”). De Commissie heeft nadere informatie over het verzoek gevraagd, die haar bij brief, ingekomen op 9 november 2020, is verstrekt.

(4)

Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie het verzoek van Malta bij brief van 17 december 2020 aan de andere lidstaten toegezonden. Bij brief van 18 december 2020 heeft de Commissie Malta meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

(5)

Aangezien de verhoogde drempel naar verwachting zal leiden tot lagere btw-verplichtingen en dus tot lagere administratieve lasten en nalevingskosten voor kleine ondernemingen, en tot een eenvoudigere belastinginning voor de belastingautoriteiten, en aangezien het effect op de totale btw-inkomsten die Malta in het stadium van het eindverbruik int, verwaarloosbaar is, moet Malta worden gemachtigd de derogatiemaatregel toe te passen.

(6)

De derogatiemaatregel zal geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw omdat Malta een compensatieberekening zal verrichten overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad (3).

(7)

De machtiging tot toepassing van de derogatiemaatregel moet in de tijd beperkt worden. De periode moet lang genoeg zijn om te kunnen evalueren of de drempel doeltreffend en passend is. Bovendien wordt artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG bij Richtlijn (EU) 2020/285 van de Raad (4), die voorziet in eenvoudigere btw-regels voor kleine ondernemingen, geschrapt met ingang van 1 januari 2025. Het is daarom passend Malta te machtigen de derogatiemaatregel toe te passen tot en met 31 december 2024.

(8)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/279 moet daarom worden ingetrokken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 287, punt 13), van Richtlijn 2006/112/EG wordt Malta gemachtigd om belastingplichtigen van wie de economische activiteit voornamelijk bestaat uit dienstverlening met een lage toegevoegde waarde (hoge inputs) of uit dienstverlening met een hoge toegevoegde waarde (lage inputs) en van wie de jaaromzet niet hoger is dan 30 000 EUR, van de btw vrij te stellen.

Artikel 2

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/279 wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan.

Het is van toepassing tot en met 31 december 2024.

Artikel 4

Dit besluit is gericht tot de Republiek Malta.

Gedaan te Brussel, 6 mei 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

J. BORRELL FONTELLES


(1)  PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/279 van de Raad van 20 februari 2018 waarbij Malta wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 54 van 24.2.2018, blz. 14).

(3)  Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9).

(4)  Richtlijn (EU) 2020/285 van de Raad van 18 februari 2020 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen en Verordening (EU) nr. 904/2010 betreffende de administratieve samenwerking en uitwisseling van inlichtingen voor doeleinden van toezicht op de juiste uitvoering van de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen (PB L 62 van 2.3.2020, blz. 13).


Top