Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020R1234

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1234 van de Commissie van 9 juni 2020 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 139/2014 wat betreft de voorwaarden en procedures voor de verklaring van de organisaties die verantwoordelijk zijn voor het verlenen van platformbeheersdiensten (Voor de EER relevante tekst)

    C/2020/3625

    PB L 282 van 31.8.2020, p. 1–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2020/1234/oj

    31.8.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 282/1


    GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2020/1234 VAN DE COMMISSIE

    van 9 juni 2020

    tot wijziging van Verordening (EU) nr. 139/2014 wat betreft de voorwaarden en procedures voor de verklaring van de organisaties die verantwoordelijk zijn voor het verlenen van platformbeheersdiensten

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (1), en met name artikel 39, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Verordening (EU) nr. 139/2014 van de Commissie (2) zijn eisen en administratieve procedures met betrekking tot luchtvaartterreinen en het verlenen van platformbeheersdiensten (AMS) vastgesteld. Die verordening bevat echter een beperkt aantal bepalingen die betrekking hebben op de veilige levering van die diensten. Daarom moet, als onderdeel van de activiteiten van luchtvaartterreinen, een specifieke reeks aanvullende eisen worden vastgesteld.

    (2)

    In bijlage II (Deel-ADR.AR) van Verordening (EU) nr. 139/2014 zijn eisen vastgesteld inzake het beheer van en het toezicht op organisaties door de bevoegde autoriteiten. Deze bijlage moet worden gewijzigd om de bevoegde instantie van de lidstaat waar de AMS wordt verleend de bevoegdheid te verlenen om verklaringen van bekwaamheid die worden ingediend door voor het verlenen van platformbeheersdiensten verantwoordelijke organisaties te ontvangen en te registreren.

    (3)

    Om een hoog niveau van veiligheid op luchtvaartterreinen te waarborgen, moeten de eisen die van toepassing zijn op organisaties die verantwoordelijk zijn voor de levering van AMS, worden afgestemd op de eisen die van toepassing zijn op exploitanten van luchtvaartterreinen, met name op de eisen inzake veiligheidsbeheer, operationele procedures en personeel.

    (4)

    Er moeten ook eisen worden vastgesteld voor het beheer van de veiligheidsgerelateerde interfaces tussen exploitanten van het luchtvaartterreinen, organisaties die verantwoordelijk zijn voor de verlening van AMS en verleners van luchtverkeersdiensten met betrekking tot de activiteiten op het platform.

    (5)

    Om bij te dragen tot de veiligheid van de activiteiten op een platform, moeten specifieke operationele procedures worden vastgesteld die van toepassing zijn op exploitanten van luchtvaartterreinen. Exploitanten van luchtvaartterreinen moeten de mogelijkheid krijgen verantwoordelijkheden te delegeren aan andere organisaties.

    (6)

    Het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart heeft overeenkomstig artikel 75, lid 2, onder b) en c), en artikel 76, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1139 ontwerpuitvoeringsvoorschriften opgesteld en ingediend als Advies nr. 2/2014 (3),

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EU) nr. 139/2014 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    lid 1, onder h), wordt vervangen door:

    “h)

    voorwaarden en procedures voor de in artikel 37, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad (*1) bedoelde verklaring van verleners van platformbeheersdiensten en voor het toezicht op deze dienstverleners, zoals uiteengezet in de bijlagen II en III.

    (*1)  Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 (PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1).”;"

    b)

    lid 3 wordt vervangen door:

    “3.

    Exploitanten van luchtvaartterreinen en voor het verlenen van platformbeheersdiensten verantwoordelijke organisaties moeten voldoen aan de eisen van de bijlagen III en IV.”;

    c)

    lid 4 wordt geschrapt.

    2)

    Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    de titel wordt vervangen door:

    “Toezicht”;

    b)

    lid 1 wordt vervangen door:

    “1.

    De lidstaten duiden een of meer entiteiten aan als bevoegde autoriteit(en) in die lidstaat, met de nodige bevoegdheden en verantwoordelijkheden voor de certificering van en toezicht op luchtvaartterreinen en exploitanten van luchtvaartterreinen, het ontvangen van verklaringen van en het toezicht op verleners van platformbeheersdiensten, en de daarbij betrokken personeelsleden en organisaties.”.

    3)

    In artikel 11 wordt lid 5 geschrapt.

    4)

    Bijlage II wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

    5)

    Bijlage III wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

    6)

    Bijlage IV wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij deze verordening.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 20 maart 2022.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 9 juni 2020.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1.

    (2)  Verordening (EU) nr. 139/2014 van de Commissie van 12 februari 2014 tot vaststelling van eisen en administratieve procedures met betrekking tot luchtvaartterreinen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 44 van 14.2.2014, blz. 1).

    (3)  https://www.easa.europa.eu/document-library/opinions


    BIJLAGE I

    Bijlage II (Deel-ADR.AR) bij Verordening (EU) nr. 139/2014 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Punt ADR.AR.A.001 wordt vervangen door:

    “ADR.AR.A.001 Toepassingsgebied

    In deze bijlage worden de vereisten vastgesteld voor de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor:

    a)

    de certificering van en het toezicht op luchtvaartterreinen en exploitanten van luchtvaartterreinen;

    b)

    het ontvangen van verklaringen van voor het verlenen van platformbeheersdiensten verantwoordelijke organisaties betreffende hun bekwaamheid en middelen om zich van hun verantwoordelijkheden te kwijten en het toezicht op die organisaties.”.

    2)

    In ADR.AR.A.005 wordt punt b) vervangen door:

    “b)

    het ontvangen van verklaringen van organisaties die verantwoordelijk zijn voor het verlenen van platformbeheersdiensten betreffende hun bekwaamheid en middelen om zich te kwijten van hun verantwoordelijkheden en het toezicht op die organisaties”.

    3)

    In ADR.AR.A.010 wordt punt b) vervangen door:

    “b)

    De bevoegde autoriteit stelt regelgeving, normen, voorschriften, technische publicaties en daarmee samenhangende documenten ter beschikking van exploitanten van luchtvaartterreinen, voor het verlenen van platformbeheersdiensten verantwoordelijke organisaties en andere belanghebbende partijen teneinde hen te ondersteunen bij naleving van de toepasselijke eisen.”.

    4)

    Punt ADR.AR.A.015, onder d), wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    de eerste alinea wordt vervangen door:

    “d)

    De bevoegde autoriteit beoordeelt de door een exploitant van luchtvaartterreinen of een organisatie die verantwoordelijk is voor het verlenen van AMS voorgestelde alternatieve wijzen van naleving door, overeenkomstig ADR.OR.A.015, de verstrekte documentatie te analyseren en, indien nodig, een inspectie uit te voeren van de exploitant van een luchtvaartterrein, het luchtvaartterrein of de voor het verlenen van AMS verantwoordelijke organisatie.”;

    b)

    in de tweede alinea komt punt 4 als volgt te luiden:

    “4)

    de gecertificeerde luchtvaartterreinen en de voor het verlenen van AMS verantwoordelijke organisatie waarop zij toezicht uitoefent in kennis stellen, voor zover passend.”;

    5)

    ADR.AR.A.030 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    punt a) wordt vervangen door:

    “a)

    De bevoegde autoriteit voert een systeem in om veiligheidsinformatie op passende wijze te verzamelen, te analyseren en te verspreiden overeenkomstig Verordening (EU) nr. 376/2014 van het Europees Parlement en de Raad (*1).

    (*1)  Verordening (EU) nr. 376/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 inzake het melden, onderzoeken en opvolgen van voorvallen in de burgerluchtvaart en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2003/42/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 1321/2007 en (EG) nr. 1330/2007 van de Commissie (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 18).”;"

    b)

    punt d) wordt vervangen door:

    “d)

    De overeenkomstig punt c) genomen maatregelen worden onmiddellijk meegedeeld aan de exploitanten van luchtvaartterreinen of de voor het verlenen van AMS verantwoordelijke organisatie die daaraan moeten voldoen krachtens Verordening (EU) 2018/1139 en de op grond daarvan vastgestelde uitvoeringsbepalingen. De bevoegde autoriteit stelt ook het Agentschap in kennis van deze maatregelen, en de andere betrokken lidstaten als een gecombineerd optreden vereist is.”;

    c)

    het volgende punt e) wordt toegevoegd:

    “e)

    Maatregelen die worden meegedeeld aan een voor het verlenen van AMS verantwoordelijke organisatie, worden ook meegedeeld aan de exploitant van het luchtvaartterrein waar de dienst wordt verleend.”.

    6)

    Aan ADR.AR.A.040 wordt het volgende punt e) toegevoegd:

    “e)

    Veiligheidsrichtsnoeren die worden meegedeeld aan een voor het verlenen van AMS verantwoordelijke organisatie worden ook meegedeeld aan de exploitant van het luchtvaartterrein waar de dienst wordt verleend.”.

    7)

    In ADR.AR.B.005 wordt punt c) vervangen door:

    “c)

    De bevoegde autoriteit stelt procedures vast voor de deelname aan wederzijdse uitwisselingen van alle nodige informatie en bijstand met andere betrokken bevoegde autoriteiten, met inbegrip van informatie over alle vastgestelde bevindingen, corrigerende follow-upmaatregelen die naar aanleiding van die bevindingen zijn genomen en handhavingsmaatregelen die zijn genomen naar aanleiding van het toezicht op een voor het verlenen van AMS verantwoordelijke organisatie die in meerdere lidstaten is geregistreerd.”.

    8)

    In ADR.AR.B.020, onder a), wordt punt 11 vervangen door:

    “11)

    het gebruik van de flexibiliteitsregeling overeenkomstig artikel 71 van Verordening (EU) 2018/1139.”;

    9)

    In ADR.AR.C.005, onder a), wordt punt 2 vervangen door:

    “2)

    de permanente naleving van de certificeringsbasis en de eisen die van toepassing zijn op luchtvaartterreinen, exploitanten van luchtvaartterreinen of voor het verlenen van AMS verantwoordelijke organisaties, en”.

    10)

    ADR.AR.C.010 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    onder a) wordt de inleidende zin vervangen door:

    “a)

    Voor alle exploitanten van luchtvaartterreinen en alle voor het verlenen van AMS verantwoordelijke organisaties, zal de bevoegde autoriteit:”;

    b)

    punt c) wordt vervangen door:

    “c)

    Het toezichtsprogramma en de planningscyclus vormen een weergave van de veiligheidsprestaties van de exploitant van het luchtvaartterrein of de voor het verlenen van AMS verantwoordelijke organisatie en de risicogevoeligheid van het luchtvaartterrein.”.

    11)

    De titel van ADR.AR.C.040 wordt vervangen door:

    “ADR.AR.C.040 Wijzigingen — exploitant van het luchtvaartterrein”.

    12)

    Punt ADR.AR.C.050 wordt vervangen door:

    “ADR.AR.C.050 Verklaringen van voor het verlenen van AMS verantwoordelijke organisaties en kennisgeving van wijzigingen

    a)

    Na ontvangst van een verklaring van een voor het verlenen van AMS verantwoordelijke organisatie die voornemens is op een luchtvaartterrein een dergelijke dienst te verlenen, of na ontvangst van een kennisgeving van een wijziging van de informatie in die verklaring, controleert de bevoegde autoriteit of de verklaring alle informatie bevat die op grond van bijlage III (Deel-ADR.OR) is vereist en bevestigt zij de ontvangst van de verklaring of kennisgeving aan de organisatie.

    b)

    Indien de verklaring of de kennisgeving van een wijziging niet alle op grond van bijlage III, punt ADR.OR.F.005, vereiste informatie bevat of informatie bevat waaruit blijkt dat de toepasselijke eisen niet zijn nageleefd, stelt de bevoegde autoriteit de voor het verlenen van AMS verantwoordelijke organisatie en de exploitant van het luchtvaartterrein waar die diensten worden verleend in kennis van de niet-naleving en vraagt zij nadere informatie. Indien dit nodig wordt geacht, voert de bevoegde autoriteit een inspectie uit van de organisatie. Als wordt bevestigd dat de eisen niet worden nageleefd, onderneemt de bevoegde autoriteit stappen zoals gedefinieerd in ADR.AR.C.055 van deze bijlage.

    c)

    De bevoegde autoriteit houdt een register bij van de verklaringen en kennisgevingen van wijzigingen van de voor het verlenen van AMS verantwoordelijke organisaties waarop zij toezicht houdt.”.

    13)

    Aan ADR.AR.C.055 wordt het volgende punt f) toegevoegd:

    “f)

    Alle bevindingen met betrekking tot een voor het verlenen van AMS verantwoordelijke organisatie of alle opmerkingen die ter kennis worden gebracht van een voor het verlenen van AMS verantwoordelijke organisatie worden door de bevoegde autoriteit meegedeeld aan de exploitant van het luchtvaartterrein waar de diensten worden verleend.”.


    (*1)  Verordening (EU) nr. 376/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 inzake het melden, onderzoeken en opvolgen van voorvallen in de burgerluchtvaart en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2003/42/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 1321/2007 en (EG) nr. 1330/2007 van de Commissie (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 18).”;”


    BIJLAGE II

    Bijlage III bij Verordening (EU) nr. 139/2014 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    De titel van bijlage III wordt vervangen door:

    “Deel Organisatievereisten (Deel-ADR.OR)”.

    2)

    De titel van subdeel B wordt vervangen door:

    “SUBDEEL B — CERTIFICERING — LUCHTVAARTTERREINEN EN EXPLOITANTEN VAN LUCHTVAARTTERREINEN (ADR.OR.B)”.

    3)

    Punt ADR.OR.B.037 wordt geschrapt.

    4)

    Punt ADR.OR.B.060 wordt geschrapt.

    5)

    Het volgende punt ADR.OR.B.070 wordt toegevoegd:

    “ADR.OR.B.070 Beëindiging van de verlening van de platformbeheersdienst

    De exploitant van het luchtvaartterrein:

    a)

    neemt passende maatregelen om te waarborgen dat de door de beëindiging van de exploitatie veroorzaakte veiligheidsrisico’s worden beoordeeld en beperkt;

    b)

    verstrekt informatie over de onder a) bedoelde maatregelen aan de betrokken verlener van luchtvaartinformatiediensten.”.

    6)

    In ADR.OR.C.015 wordt de inleidende zin vervangen door:

    “Om te kunnen vaststellen of de relevante vereisten van Verordening (EU) 2018/1139 en de op grond daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen worden nageleefd, verleent een exploitant van een luchtvaartterrein aan alle door de bevoegde autoriteit gemachtigde personen toestemming om:”.

    7)

    In ADR.OR.C.020 wordt de inleidende zin vervangen door:

    “Na ontvangst van de kennisgeving van bevindingen dient de exploitant van het luchtvaartterrein:”.

    8)

    Punt ADR.OR.C.025 wordt vervangen door:

    “ADR.OR.C.025 Onmiddellijke reactie op een veiligheidsprobleem — naleving van veiligheidsrichtsnoeren

    De exploitant van het luchtvaartterrein voert alle veiligheidsmaatregelen uit, inclusief door de bevoegde autoriteit overeenkomstig ADR.AR.A.030, onder c), en ADR.AR.A.040 van bijlage II vastgestelde veiligheidsrichtsnoeren.”.

    9)

    ADR.OR.C.030 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    punt a) wordt vervangen door:

    “a)

    De exploitant van het luchtvaartterrein meldt alle ongevallen, ernstige incidenten en voorvallen zoals gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad (*1) en Verordening (EU) nr. 376/2014 aan de bevoegde autoriteit en alle andere organisaties die daarvan volgens het land waar het luchtvaartterrein zich bevindt in kennis moeten worden gesteld.

    (*1)  Verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 inzake onderzoek en preventie van ongevallen en incidenten in de burgerluchtvaart en tot intrekking van richtlijn 94/56/EG (PB L 295 van 12.11.2010, blz. 35).”;"

    b)

    de punten d) en e) worden vervangen door:

    “d)

    Exploitanten van luchtvaartterreinen dienen melding te doen binnen 72 uur na de vaststelling van het voorval waarop de melding betrekking heeft, tenzij dit door uitzonderlijke omstandigheden niet mogelijk is.

    e)

    Voor zover relevant, dient de exploitant van een luchtvaartterrein een follow-uprapport op te stellen waarin nadere informatie wordt verstrekt over de maatregelen die hij voornemens is te treffen om dergelijke voorvallen in de toekomst te voorkomen, en wel zodra deze maatregelen zijn vastgesteld. Dit rapport wordt opgesteld op een door de lidstaat vastgestelde wijze.”.

    10)

    De titel van subdeel D wordt vervangen door:

    “SUBDEEL D — BEHEER — EXPLOITANTEN VAN LUCHTVAARTTERREINEN (ADR.OR.D)”.

    11)

    Het volgende subdeel F wordt toegevoegd:

    “SUBDEEL F — PLATFORMBEHEERSDIENSTEN (ADR.OR.F)

    ADR.OR.F.001 Verantwoordelijkheden van de voor het verlenen van AMS verantwoordelijke organisatie

    De voor het verlenen van AMS verantwoordelijke organisatie verleent de platformbeheersdienst overeenkomstig:

    a)

    de vereisten van bijlage VII bij Verordening (EU) 2018/1139 en bijlage III (Deel-ADR.OR) en bijlage IV (Deel-ADR.OPS) bij deze verordening;

    b)

    haar verklaring;

    c)

    de vluchtuitvoeringsprocedures die zijn opgenomen in het handboek voor het luchtvaartterrein;

    d)

    haar handboek voor het managementsysteem overeenkomstig ADR.OR.F.095;

    e)

    alle andere handboeken die voor het verlenen van de platformbeheersdienst worden gebruikt.

    ADR.OR.F.005 Verklaring van de voor het verlenen van AMS verantwoordelijke organisaties

    a)

    Wanneer een voor de levering van AMS verantwoordelijke organisatie voornemens is ten minste de in ADR.OPS.D.001, onder a, punten 1 en 2, bedoelde richtsnoeren aan luchtvaartuigen te verstrekken, dient zij ten minste twee maanden voor de datum van de geplande aanvang van de dienstverlening een verklaring in bij de bevoegde autoriteit. Die verklaring moet de volgende informatie bevatten:

    1)

    de naam van de voor het verlenen van AMS verantwoordelijke organisatie;

    2)

    de contactgegevens van de voor het verlenen van AMS verantwoordelijke organisatie;

    3)

    de naam en contactgegevens van de verantwoordelijke manager;

    4)

    de namen van de luchtvaartterreinen in de lidstaat waar de dienst zal worden verleend;

    5)

    een lijst van luchtvaartterreinen in andere lidstaten waar de dienst wordt verleend;

    6)

    de geplande aanvangsdatum van de verlening van de platformbeheersdienst;

    7)

    een verklaring waarin wordt bevestigd dat zij formele regelingen heeft getroffen met de exploitant van het luchtvaartterrein en de verlener van luchtverkeersdiensten op het luchtvaartterrein waar zij voornemens is de platformbeheersdienst te verlenen;

    8)

    een verklaring waarin wordt bevestigd dat de organisatie die verantwoordelijk is voor de levering van AMS een veiligheidsbeleid heeft ontwikkeld en dat zij dat beleid zal toepassen tijdens het verlenen van de dienst waarop de verklaring betrekking heeft, overeenkomstig ADR.OR.F.045, onder b), punt 2;

    9)

    een verklaring die bevestigt dat de voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie voldoet aan de toepasselijke vereisten van bijlage VII bij Verordening (EU) 2018/1139 en bijlage III (Deel-ADR.OR) en bijlage IV (Deel-ADR.OPS) bij deze verordening en dat zij daar tijdens de verlening van de diensten waarop de verklaring betrekking heeft aan zal blijven voldoen.

    b)

    In afwijking van punt a) dient een gecertificeerde exploitant van een luchtvaartterrein of een erkende verlener van luchtverkeersdiensten die voornemens is platformbeheersdiensten te verlenen:

    1)

    de bevoegde autoriteit in te lichten;

    2)

    zijn veiligheidsbeleid te herzien zodat het ook de verlening van platformbeheersdiensten bestrijkt;

    3)

    de bevoegde autoriteit in kennis te stellen van het opleidingsprogramma van het personeel dat hij voor het verlenen van de dienst wil inzetten.

    ADR.OR.F.010 Blijvende geldigheid van de verklaring

    Een overeenkomstig punt ADR.OR.F.005 ingediende verklaring van een voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie blijft geldig onder de volgende voorwaarden:

    a)

    de voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie voldoet aan de vereisten van bijlage VII bij Verordening (EU) 2018/1139 en bijlage III (Deel-ADR.OR) en bijlage IV (Deel-ADR.OPS) bij deze verordening, rekening houdend met de bepalingen inzake de follow-up van bevindingen in punt ADR.OR.F.035 van deze bijlage;

    b)

    de bevoegde autoriteit krijgt toegang tot de voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie overeenkomstig punt ADR.OR.F.030 van deze bijlage voor de vaststelling van de blijvende naleving van de eisen in bijlage VII bij Verordening (EU) 2018/1139 en in bijlage III (Deel-ADR.OR) en bijlage IV (Deel-ADR.OPS) bij deze verordening;

    c)

    de verklaring is niet ingetrokken door de voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie noch aangemeld door de bevoegde autoriteit met het oog op de stopzetting van de diensten, of een deel daarvan, waarop de verklaring betrekking heeft.

    ADR.OR.F.015 Aanvang van de verlening van de platformbeheersdienst

    De voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie begint met de verlening van platformbeheersdiensten op het luchtvaartterrein als:

    a)

    de bevoegde autoriteit de verklaring heeft ontvangen;

    b)

    zij formele regelingen heeft getroffen met de gecertificeerde exploitant van het luchtvaartterrein en de erkende verlener van luchtverkeersdiensten op het luchtvaartterrein waar de dienst wordt verleend overeenkomstig de punten ADR.OR.F.085 en ADR.OR.F.090;

    c)

    zij bewijs levert dat haar personeel de vereiste basisopleiding en eenheidsopleiding heeft voltooid.

    ADR.OR.F.020 Beëindiging van de verlening van de platformbeheersdienst

    Een voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie die voornemens is de levering van de dienst op een luchtvaartterrein definitief stop te zetten:

    a)

    stelt de exploitant van het luchtvaartterrein en de bevoegde autoriteit daar zo spoedig mogelijk van in kennis, zodat passende maatregelen kunnen worden genomen voor de veilige voortzetting van de dienst;

    b)

    dient bij de bevoegde instantie een gewijzigde verklaring of een verzoek tot schrapping van de verklaring in op de datum waarop de dienst wordt beëindigd.

    ADR.OR.F.025 Wijzigingen

    a)

    De voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie coördineert met de exploitant van het luchtvaartterrein alle wijzigingen in de informatie die is opgenomen in de in punt ADR.OR.F.005, onder a), bedoelde verklaring en in het opleidingsprogramma of het handboek van het veiligheidsbeheersysteem als bedoeld in respectievelijk punt ADR.OR.F.005, onder b), en punt ADR.OR.F.095.

    b)

    De voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie stelt de bevoegde autoriteit onverwijld in kennis van alle onder a) bedoelde wijzigingen en dient zo nodig een gewijzigde verklaring in.

    c)

    De voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie verstrekt de bevoegde autoriteit de relevante documentatie overeenkomstig punt d).

    d)

    Als onderdeel van het in punt ADR.OR.F.045 genoemde beheersysteem dient een voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie die een wijziging in haar organisatie, beheersysteem of opleidingsprogramma voorstelt:

    1)

    de banden met alle betrokken partijen vast te stellen en een veiligheidsbeoordeling te plannen en uit te voeren in overleg met deze organisaties;

    2)

    de veronderstellingen en risicobeperkende maatregelen op systematische wijze op één lijn te brengen met alle betrokken partijen;

    3)

    te zorgen voor een uitgebreide beoordeling van de wijziging, inclusief alle nodige interacties;

    4)

    ervoor te zorgen dat volledige en geldige argumenten, bewijzen en veiligheidscriteria worden opgesteld en gedocumenteerd om de veiligheidsbeoordeling te ondersteunen, en dat de wijziging de verbetering van de veiligheid ondersteunt, voor zover redelijkerwijs haalbaar.

    ADR.OR.F.030 Toegang

    Om te kunnen beoordelen of een voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie overeenkomstig haar verklaring handelt, zorgt die organisatie ervoor dat elke door de bevoegde autoriteit naar behoren gemachtigde persoon, te allen tijde:

    a)

    toegang krijgt tot alle faciliteiten, documenten, registers, gegevens, procedures of ander materiaal dat relevant is voor haar activiteiten;

    b)

    alle door de bevoegde autoriteit nodig geachte acties, inspecties, tests, beoordelingen of oefeningen mag uitvoeren of bijwonen.

    ADR.OR.F.035 Bevindingen en corrigerende maatregelen

    a)

    Nadat de bevoegde autoriteit overeenkomstig punt ADR.AR.C.055 van bijlage II een voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie in kennis heeft gesteld van een bevinding, neemt die organisatie de volgende stappen binnen de door de bevoegde autoriteit vastgestelde termijn:

    1)

    de oorzaken van de niet-naleving vaststellen;

    2)

    opstellen van een corrigerend actieplan;

    3)

    aantonen dat het corrigerend actieplan tot tevredenheid van de bevoegde autoriteit ten uitvoer is gelegd binnen de overeenkomstig ADR.AR.C.055, onder d), van bijlage II met die autoriteit afgesproken termijn.

    b)

    De voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie stelt de exploitant van het luchtvaartterrein in kennis van de onder a) beschreven acties en coördineert die acties in voorkomend geval met de exploitant van het luchtvaartterrein.

    ADR.OR.F.040 Onmiddellijke reactie op een veiligheidsprobleem — naleving van veiligheidsrichtsnoeren

    Een organisatie die verantwoordelijk is voor de verlening van AMS:

    a)

    voert alle veiligheidsmaatregelen uit, met inbegrip van door de bevoegde autoriteit overeenkomstig ADR.AR.A.030, onder c), en ADR.AR.A.040 van bijlage II vastgestelde veiligheidsrichtsnoeren;

    b)

    bij de uitvoering van de onder a) bedoelde maatregelen, zorgen de exploitant van het luchtvaartterrein en de verlener van luchtverkeersdiensten voor de nodige coördinatie.

    ADR.OR.F.045 Beheersysteem

    a)

    De voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie, de exploitant van het luchtvaartterrein of de verlener van luchtverkeersdiensten, als die laatste gedeeltelijk of uitsluitend platformbeheersdiensten verleent, zorgt voor de invoering en handhaving van een beheersysteem, met inbegrip van een veiligheidsbeheersysteem dat ook die activiteiten bestrijkt.

    b)

    Het beheersysteem omvat:

    1)

    duidelijk omschreven verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden voor de volledige organisatie, inclusief een de rechtstreekse aansprakelijkheid van het senior management voor de veiligheid;

    2)

    een beschrijving van de algemene veiligheidsfilosofie en ‐beginselen van de voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie, zoals vermeld in het veiligheidsbeleid, ondertekend door de verantwoordelijke manager;

    3)

    een formeel proces dat garandeert dat de gevaren van activiteiten worden geïdentificeerd;

    4)

    een formeel proces voor de analyse, beoordeling en beperking van de veiligheidsrisico’s bij het verlenen van platformbeheersdiensten;

    5)

    de middelen om de veiligheidsprestaties van de voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie te toetsen aan de veiligheidsprestatie-indicatoren en veiligheidsprestatiedoelstellingen van het veiligheidsbeheersysteem, en om te garanderen dat de controles van de veiligheidsrisico’s effectief zijn;

    6)

    een formeel proces om:

    i)

    veranderingen in de organisatie, haar beheersysteem of de verlening van platformbeheersdienst die gevolgen kunnen hebben voor vastgestelde processen, procedures en diensten in kaart te brengen;

    ii)

    de regelingen te beschrijven om de veiligheidsprestaties te garanderen vóór wijzigingen ten uitvoer worden gelegd;

    iii)

    controles van veiligheidsrisico’s die niet meer nodig zijn of niet meer effectief zijn wegens wijzigingen in de exploitatieomgeving, te schrappen of te wijzigen;

    7)

    een formeel proces om het onder a) vermelde beheersysteem opnieuw te bekijken, de oorzaken van ondermaatse prestaties van het veiligheidsbeheersysteem te identificeren, de gevolgen van dergelijke ondermaatse prestaties voor de exploitatie vast te stellen en die oorzaken weg te nemen of te beperken;

    8)

    een veiligheidsopleidingsprogramma dat garandeert dat personeelsleden die bij de verlening van platformbeheersdiensten zijn betrokken opgeleid en bevoegd zijn om hun taken binnen het veiligheidsbeheersysteem uit te voeren;

    9)

    een formeel middel voor veiligheidscommunicatie dat garandeert dat het personeel volledig op de hoogte is van het veiligheidsbeheersysteem, dat zorgt voor de verspreiding van veiligheidskritieke informatie en dat uitlegt waarom bepaalde veiligheidsacties worden genomen en waarom veiligheidsprocedures worden ingevoerd of gewijzigd;

    10)

    een formeel proces om na te gaan of de organisatie beantwoordt aan de relevante eisen.

    c)

    De voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie documenteert in een handboek alle sleutelprocessen van het beheersysteem.

    ADR.OR.F.050 Rapportage van alle storingen van voor de verlening van platformbeheersdiensten gebruikte systemen

    Onverminderd Verordening (EU) nr. 376/2014 stelt de voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie de bevoegde autoriteit van het land waar het luchtvaartterrein zich bevindt, de exploitant van het luchtvaartterrein en de organisatie die verantwoordelijk is voor het ontwerp van apparatuur van het luchtvaartterrein die voor de verlening van AMS wordt gebruikt in kennis van alle storingen, technische defecten, overschrijdingen van de technische toleranties, voorvallen of andere onregelmatigheden die de veiligheid in gevaar hebben gebracht of hadden kunnen brengen maar die niet tot een ongeval of ernstig incident hebben geleid.

    ADR.OR.F.055 Veiligheidsrapporteringssysteem

    a)

    De voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie zorgt voor de vaststelling en toepassing van een veiligheidsrapporteringssysteem voor haar personeel.

    b)

    In het kader van het in ADR.OR.F.045, onder b), punt 3, bedoelde proces zorgt de voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie ervoor dat:

    1)

    haar personeel gebruik maakt van het veiligheidsrapporteringssysteem voor de verplichte melding van ongevallen, ernstige incidenten en voorvallen;

    2)

    dat het veiligheidsrapporteringssysteem kan worden gebruikt voor de vrijwillige rapportering van defecten, fouten en veiligheidsrisico’s die gevolgen kunnen hebben voor de veiligheid.

    c)

    Het veiligheidsrapporteringssysteem beschermt de identiteit van de melder, moedigt vrijwillige melding aan en biedt de mogelijkheid om anoniem meldingen te doen.

    d)

    De voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie:

    1)

    registreert alle meldingen;

    2)

    zendt de rapporten naar de exploitant van het luchtvaartterrein en, indien relevant, naar de verlener van luchtverkeersdiensten;

    3)

    analyseert en beoordeelt in samenwerking met de exploitant van het luchtvaartterrein en/of de verlener van luchtverkeersdiensten de verslagen om de veiligheidstekortkomingen weg te werken en trends in kaart te brengen;

    4)

    neemt in voorkomend geval deel aan het onderzoek van de verslagen van de exploitant van het luchtvaartterrein;

    5)

    onthoudt zich van de toewijzing van schuld, overeenkomstig het beginsel van een “cultuur van billijkheid”.

    ADR.OR.F.060 Veiligheidsprogramma’s

    De voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie neemt deel aan de door de exploitant van het luchtvaartterrein opgezette veiligheidsprogramma’s.

    ADR.OR.F.065 Personeelsvoorschriften

    a)

    De voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie:

    1)

    stelt een verantwoordelijke beheerder aan die de bevoegdheid heeft om te waarborgen dat alle activiteiten overeenkomstig de toepasselijke eisen kunnen worden gefinancierd en uitgevoerd. Die beheerder is verantwoordelijk voor het vaststellen en onderhouden van een effectief managementsysteem;

    2)

    wijst een persoon aan die verantwoordelijk is voor het beheer van en het toezicht op de operationele diensten in verband met het platformbeheer;

    3)

    wijst een persoon aan die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling, het onderhoud en het dagelijkse beheer van het veiligheidsbeheersysteem. Die persoon handelt onafhankelijk van andere beheerders binnen de organisatie, heeft rechtstreekse toegang tot de verantwoordelijke beheerder en tot het passende veiligheidsbeheersysteem, en legt verantwoording af aan de verantwoordelijke beheerder;

    4)

    beschikt over voldoende en gekwalificeerd personeel voor de geplande taken en activiteiten die moeten worden verricht in overeenstemming met de toepasselijke eisen;

    5)

    stelt voldoende personeelssupervisors aan om welbepaalde taken uit te voeren en verantwoordelijkheden op te nemen, rekening houdend met de organisatiestructuur van de exploitant en met het aantal personeelsleden dat de organisatie in dienst heeft;

    6)

    zorgt ervoor dat het bij de verlening van de platformbeheersdienst betrokken personeel naar behoren wordt opgeleid in overeenstemming met het opleidingsprogramma.

    b)

    Indien de exploitant van het luchtvaartterrein of de verlener van luchtverkeersdiensten gedeeltelijk of uitsluitend de platformbeheersdienst verricht, zorgt hij ervoor dat de eisen onder a) worden opgenomen in de toewijzing van verantwoordelijkheden binnen hun beheersystemen.

    ADR.OR.F.075 Gebruik van alcohol, psychoactieve stoffen en geneesmiddelen

    De voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie past de procedures toe die zijn vastgesteld door de exploitant van het luchtvaartterrein overeenkomstig ADR.OR.C.045 met betrekking tot het gebruik van alcohol, psychoactieve stoffen en geneesmiddelen door het personeel dat betrokken is bij de verlening van platformbeheersdiensten.

    ADR.OR.F.080 Bijhouden van gegevens

    a)

    De voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie stelt een passend systeem op voor het bijhouden van gegevens, dat betrekking heeft op alle activiteiten die zij onderneemt uit hoofde van Verordening (EU) 2018/1139 en de op basis daarvan vastgestelde gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen.

    b)

    Het formaat van de gegevens wordt gespecificeerd in het handboek voor het beheersysteem.

    c)

    De registers worden opgeslagen op een manier die bescherming tegen beschadiging, wijziging en diefstal waarborgt.

    d)

    De gegevens worden ten minste vijf jaar bewaard, met dien verstande dat:

    1)

    de huidige verklaring wordt bewaard gedurende de looptijd van die verklaring;

    2)

    schriftelijke overeenkomsten met andere organisaties worden bewaard zolang ze van kracht zijn;

    3)

    veiligheidsbeoordelingsverslagen worden bijgehouden gedurende de volledige levensduur van het systeem/de procedure/de activiteit;

    4)

    gegevens over de opleiding en kwalificaties van het personeel, alsmede vaardigheidstests worden bijgehouden tot minstens vier jaar na het einde van de arbeidsovereenkomst of tot de bevoegde autoriteit een audit heeft uitgevoerd van het terrein waarop het personeel werkzaam was.

    e)

    De voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie stelt een gevarenregister in en houdt dit bij.

    ADR.OR.F.085 Formele overeenkomst tussen de voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie en de exploitant van het luchtvaartterrein

    a)

    De voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie sluit een formele overeenkomst met de exploitant van het luchtvaartterrein waar zij voornemens is de platformbeheersdienst aan te bieden.

    b)

    De overeenkomst wordt gesloten voor het begin van de dienstverlening.

    c)

    De formele overeenkomst bevat ten minste de volgende elementen:

    1)

    de looptijd van de overeenkomst;

    2)

    de afbakening van het gebied waar de platformbeheersdienst zal worden verleend;

    3)

    een lijst van de diensten die zullen worden uitgevoerd door de voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie;

    4)

    methoden voor de uitwisseling van operationele informatie tussen de exploitant van het luchtvaartterrein en de voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie.

    ADR.OR.F.090 Formele overeenkomst tussen de voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie en de verlener van luchtverkeersdiensten

    a)

    De voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie sluit een formele overeenkomst met de verleners van luchtverkeersdiensten van het luchtvaartterrein waar zij voornemens is de platformbeheersdienst aan te bieden.

    b)

    De overeenkomst wordt gesloten voor het begin van de dienstverlening.

    c)

    De formele overeenkomst bevat ten minste de volgende elementen:

    1)

    de looptijd van de overeenkomst;

    2)

    de reikwijdte van de te verlenen diensten, met inbegrip van de coördinatie van tart-, taxi- of de push-backklaringen voor luchtvaartuigen;

    3)

    overdrachtspunten tussen de platformbeheersdienst en de verlener van luchtverkeersdiensten;

    4)

    methoden voor de uitwisseling van operationele informatie tussen de verlener van luchtverkeersdiensten en de voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie;

    5)

    coördinatie van start-, taxi- of de push-backklaringen voor luchtvaartuigen.

    ADR.OR.F.095 Handboek voor het beheersysteem

    a)

    De voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie:

    1)

    stelt een handboek voor het beheersysteem op en houdt dat bij;

    2)

    zorgt ervoor dat haar personeel gemakkelijk toegang heeft tot dat handboek en op de hoogte is van eventuele wijzigingen;

    3)

    stelt, na overleg en in overleg met de exploitant van het luchtvaartterrein, de bevoegde autoriteit in kennis van geplande wijzigingen en herzieningen van dat handboek vóór die in werking treden;

    4)

    controleert de inhoud van dat handboek en zorgt ervoor dat dit waar nodig wordt bijgewerkt en aangepast;

    5)

    neemt alle door de bevoegde autoriteit verlangde wijzigingen en herzieningen op in het handboek;

    6)

    brengt de andere betrokken organisaties op de hoogte van de wijzigingen die relevant zijn voor hun taken;

    7)

    waarborgt dat alle informatie uit andere goedgekeurde documenten en wijzigingen daarvan correct wordt weergegeven in het handboek van het luchtvaartterrein;

    8)

    zorgt ervoor dat het handboek is geschreven in een taal die aanvaardbaar is voor de bevoegde autoriteit;

    9)

    zorgt ervoor dat alle personeelsleden de taal waarin de delen van het handboek en andere documenten die betrekking hebben op hun taken en verantwoordelijkheden zijn geschreven, kunnen lezen en begrijpen;

    10)

    zorgt ervoor zorgt dat het handboek wordt ondertekend door de verantwoordelijke manager van de organisatie;

    11)

    zorgt ervoor dat het handboek wordt gedrukt of beschikbaar is in elektronisch formaat en gemakkelijk kan worden herzien;

    12)

    zorgt dat het handboek over een systeem voor het beheer van versies beschikt dat wordt toegepast en in het handboek, zichtbaar wordt gemaakt;

    13)

    ziet erop toe dat in het handboek rekening wordt gehouden met de beginselen inzake menselijke factoren en dat het is georganiseerd op een manier die de opstelling, het gebruik en de toetsing ervan vergemakkelijkt;

    14)

    houdt minstens een volledig en actueel exemplaar van het handboek bij op het luchtvaartterrein waar zij diensten verleent en stelt dat voor inspectie ter beschikking van de bevoegde autoriteit.

    b)

    De inhoud van het handboek wordt als volgt gestructureerd:

    1)

    algemeen deel;

    2)

    het beheersysteem en de kwalificatievereisten van de organisatie.

    c)

    Indien de exploitant van het luchtvaartterrein of de verlener van luchtverkeersdiensten gedeeltelijk of uitsluitend platformbeheersdienst verricht, zorgt hij ervoor dat de eisen onder b) worden opgenomen in respectievelijk het handboek van het luchtvaartterrein of het handboek van de luchtverkeersdiensten.

    ADR.OR.F.100 Eisen inzake documentatie

    De voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie:

    a)

    stelt de delen van het luchtvaartterreinhandboek met betrekking tot de verlening van platformbeheersdiensten ter beschikking van haar operationeel personeel;

    b)

    stelt alle andere door de bevoegde autoriteit verlangde documenten en bijbehorende wijzigingen ter beschikking;

    c)

    verspreidt onverwijld operationele instructies en andere informatie.”.


    (*1)  Verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 inzake onderzoek en preventie van ongevallen en incidenten in de burgerluchtvaart en tot intrekking van richtlijn 94/56/EG (PB L 295 van 12.11.2010, blz. 35).”;”


    BIJLAGE III

    Aan bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 139/2014 wordt het volgende subdeel D toegevoegd:

    “SUBDEEL D — PLATFORMBEHEERSACTIVITEITEN

    ADR.OPS.D.001 Veiligheidsgerelateerde activiteiten in verband met platformbeheer

    a)

    De exploitant van het luchtvaartterrein ziet erop toe dat er op het platform middelen en procedures beschikbaar zijn om:

    1)

    de beweging te reguleren met als doel botsingen tussen luchtvaartuigen onderling en tussen luchtvaartuigen en obstakels te voorkomen;

    2)

    de toegang van luchtvaartuigen tot het platform te reguleren en het verlaten van dat platform door luchtvaartuigen met de verkeerstoren van de luchthaven te coördineren;

    3)

    veilige en vlotte bewegingen van voertuigen te waarborgen;

    4)

    de volgende activiteiten adequaat te reguleren:

    i)

    toewijzen van standplaatsen voor luchtvaartuigen;

    ii)

    het aanbieden van marshallingdiensten;

    iii)

    de parkeerprocedure voor luchtvaartuigen en het vertrekken vanaf de standplaats;

    iv)

    bijtanken van luchtvaartuigen;

    v)

    bescherming tegen jet blast en het testen van motoren;

    vi)

    startklaringen en instructies voor het taxiën.

    b)

    Voor de uitvoering van punt a) kan de exploitant van het luchtvaartterrein verantwoordelijkheden delegeren aan andere organisaties. Indien de exploitant van het luchtvaartterrein dergelijke verantwoordelijkheden delegeert, neemt hij de delegatie daarvan op in het handboek voor het luchtvaartterrein.

    ADR.OPS.D.005 Platformgrenzen

    a)

    De exploitant van het luchtvaartterrein bakent, in overleg met de verlener van luchtverkeersdiensten, de grenzen van het platform af en deelt deze mee aan de verlener van luchtvaartinformatiediensten met het oog op publicatie in de luchtvaartgids (AIP).

    b)

    Bij de afbakening van de grenzen van het platform wordt ten minste rekening gehouden met het volgende:

    1)

    de inrichting van het luchtvaartterrein;

    2)

    de configuratie van de start- en landingsbaan en de wijze waarop die worden geëxploiteerd;

    3)

    de verkeersdichtheid;

    4)

    de weersomstandigheden;

    5)

    de vluchtuitvoeringsprocedures.

    ADR.OPS.D.010 Coördinatie van de toegang van luchtvaartuigen tot en het vertrek van luchtvaartuigen vanaf het platform

    a)

    Als de vliegtuigbewegingen op het platform niet door de verlener van luchtverkeersdiensten worden beheerd, zorgt de exploitant van het luchtvaartterrein ervoor dat de toegang van luchtvaartuigen tot het platform en het vertrek vanaf dat platform worden gecoördineerd met de verlener van luchtverkeersdiensten. Die coördinatie omvat:

    1)

    aangewezen overdrachtspunten tussen platformbeheersdiensten en luchtverkeersdiensten voor aankomende en vertrekkende luchtvaartuigen;

    2)

    aangewezen lucht-grondcommunicatiefaciliteiten die op het platform moeten worden gebruikt;

    3)

    wachtzones voor aankomende vliegtuigen wanneer er geen standplaats voor luchtvaartuigen beschikbaar is.

    b)

    De exploitant van het luchtvaartterrein verstrekt de luchtvaartinlichtingendiensten de volgende informatie met het oog op publicatie in de luchtvaartgids (AIP):

    1)

    de aangewezen overdrachtspunten als bedoeld onder a), punt 1;

    2)

    de aangewezen lucht-grondcommunicatiefaciliteiten als bedoeld onder a), punt 2.

    ADR.OPS.D.015 Beheer van bewegingen van luchtvaartuigen op het platform

    De exploitant van het luchtvaartterrein zorgt ervoor dat:

    a)

    luchtvaartuigen instructies krijgen over de route die zij op het platform moeten volgen;

    b)

    passende visuele hulpmiddelen worden verstrekt om ervoor te zorgen dat het cockpitpersoneel de toegewezen route kan identificeren;

    c)

    de geplande route vrij is van alle obstakels die een botsing met het bewegende luchtvaartuig kunnen veroorzaken.

    ADR.OPS.D.025 Toewijzing van standplaatsen aan luchtvaartuigen

    a)

    Door de exploitant van het luchtvaartterrein worden procedures vastgesteld en toegepast om ervoor te zorgen dat de toegewezen standplaats van luchtvaartuigen:

    1)

    geschikt is voor het type luchtvaartuig dat geacht wordt ze te gebruiken;

    2)

    wordt meegedeeld aan de voor de verlening van AMS verantwoordelijke organisatie, indien die bepaald is, of aan de relevante verlener van luchtverkeersdiensten;

    3)

    wordt meegedeeld aan de personen die verantwoordelijk zijn voor het manoeuvreren van het luchtvaartuig.

    b)

    De exploitant van het luchtvaartterrein zorgt ervoor dat bij de toewijzing van luchtvaartuigen aan standplaatsen ten minste rekening wordt gehouden met de volgende parameters:

    1)

    de kenmerken van het luchtvaartuig;

    2)

    parkeerhulpvoorzieningen;

    3)

    de voorzieningen van de standplaats;

    4)

    de nabijheid van infrastructuur;

    5)

    andere geparkeerde luchtvaartuigen op naburige standplaatsen;

    6)

    andere aan de standplaatsen gekoppelde randvoorwaarden.

    ADR.OPS.D.030 Marshalling van luchtvaartuigen

    De exploitant van het luchtvaartterrein zorgt ervoor dat de bij de marshalling van luchtvaartuigen gebruik wordt gemaakt van seinen overeenkomstig aanhangsel 1 van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 van de Commissie (*1).

    ADR.OPS.D.035 Parkeren van luchtvaartuigen

    De exploitant van het luchtvaartterrein zorgt voor de vaststelling en toepassing van procedures om te garanderen dat:

    a)

    een voor het parkeren van een luchtvaartuig aangewezen zone op een platform wordt gemonitord om ervoor te zorgen dat de veiligheidsafstand tijdens het parkeermanoeuvre wordt aangehouden;

    b)

    er richtsnoeren worden gegeven om het luchtvaartuig in staat te stellen veilig te parkeren;

    c)

    de automatische parkeergeleiding, indien geïnstalleerd, naar behoren functioneert;

    d)

    de personen die verantwoordelijk zijn voor het taxiën van het luchtvaartuig, worden gewaarschuwd om het luchtvaartuig te doen stoppen als de veiligheidsafstand niet wordt nageleefd;

    e)

    alleen personen die bij de parkeerprocedure moeten assisteren in de buurt van het luchtvaartuig worden toegelaten wanneer de antibotsingslichten branden;

    f)

    er zich geen vreemde voorwerpen (FOD) op de standplaats van het luchtvaartuig bevinden.

    ADR.OPS.D.040 Vertrek van het luchtvaartuig vanaf de standplaats

    Door de exploitant van het luchtvaartterrein worden procedures vastgesteld en toegepast om ervoor te zorgen dat tijdens het vertrek van het luchtvaartuig vanaf de standplaats:

    a)

    alle afhandelingsmaterieel en voertuigen, met uitzondering van eventuele voor de verplaatsingen van het luchtvaartuig vereiste push-backtrucks, van de standplaats van het luchtvaartuig zijn verwijderd of op de aangewezen plaats zijn geparkeerd;

    b)

    indien de standplaats over passagiersbruggen beschikt, die bruggen zijn ingetrokken;

    c)

    er zich geen vreemde voorwerpen (FOD) op de aangewezen vertrekroute vanuit de standplaats voor vliegtuigen bevinden;

    d)

    er geen voertuigbewegingen op de standplaats plaatsvinden en er geen verkeer op de aangrenzende weg(en) is, met uitzondering van de voor de beweging van het luchtvaartuig vereiste push-backtrucks;

    e)

    alleen personen die bij het vertrek van het luchtvaartuig moeten assisteren worden toegelaten in de buurt van het luchtvaartuig als de antibotsingslichten branden en de motoren in werking zijn.

    ADR.OPS.D.045 Verstrekken van informatie aan organisaties die actief zijn op het platform

    a)

    De exploitant van het luchtvaartterrein stelt organisaties die op het platform actief zijn, tijdig in kennis van informatie inzake operationele beperkingen op het platform.

    b)

    De te verstrekken informatie omvat, naargelang het geval:

    1)

    de aard van de beperking;

    2)

    de duur van de beperking, indien bekend;

    3)

    de toe te passen mitigatiemaatregelen;

    4)

    de operationele impact van de beperking;

    5)

    de beschikbaarheid van standplaatsen voor luchtvaartuigen;

    6)

    beperkingen op de standplaatsen voor luchtvaartuigen;

    7)

    de beschikbaarheid van vaste installaties bij de standplaatsen voor luchtvaartuigen;

    8)

    speciale parkeerprocedures;

    9)

    tijdelijke wijzigingen van de rijroutes;

    10)

    lopende werkzaamheden;

    11)

    alle andere informatie die van belang is voor de activiteiten van platformgebruikers.

    ADR.OPS.D.050 Alarmeren van noodhulpdiensten

    a)

    De exploitant van het luchtvaartterrein zorgt ervoor dat:

    1)

    in het noodplan voor het luchtvaartterrein een procedure wordt vastgesteld en uitgevoerd om hulpdiensten te alarmeren bij ongevallen en incidenten op het platform;

    2)

    de passende middelen en faciliteiten ter beschikking worden gesteld om de betrokken hulpdiensten te alarmeren.

    b)

    De door de exploitant van het luchtvaartterrein vastgestelde procedure omvat ten minste het volgende:

    1)

    de contactgegevens en de middelen die worden gebruikt om de noodhulpdiensten te alarmeren;

    2)

    de informatie die moet worden verstrekt aan noodhulpdiensten met het oog op een efficiënte afhandeling van het incident, zoals:

    i)

    de locatie van het ongeval of incident;

    ii)

    de aard van het ongeval of incident;

    iii)

    de schade;

    iv)

    letsels van personen;

    v)

    gevaarlijke goederen.

    ADR.OPS.D.055 Voorzorgsmaatregelen tegen jetblast

    a)

    De exploitant van het luchtvaartterrein maakt de platformgebruikers bewust van de gevaren van jetblast en de slipstream van propellers.

    b)

    De exploitant van het luchtvaartterrein verlangt van de platformgebruikers dat zij voertuigen en apparatuur goed beveiligen en wijzen parkeerzones aan waar het effect van jetblast of propellerslipstream minimaal is.

    c)

    Bij het ontwerpen of wijzigen van de inrichting van platforms houdt de exploitant van het luchtvaartterrein rekening met het effect van jetblast of de slipstream van propellers.

    d)

    De exploitant van het luchtvaartterrein identificeert plaatsen die gevoelig zijn voor jetblast en publiceert een verzoek aan piloten om de stuwkracht zo veel mogelijk te beperken of neemt passende risicobeperkende maatregelen om het effect van jetblast maximaal te reduceren.

    ADR.OPS.D.060 Tanken van luchtvaartuigen

    a)

    De exploitant van het luchtvaartterrein stelt procedures vast voor het tanken van luchtvaartuigen.

    b)

    De procedure vereist het volgende:

    1)

    een verbod op open vuur en het gebruik van elektrisch of soortgelijk gereedschap dat binnen de zone voor brandstofbevoorrading vonken of vlambogen kan veroorzaken;

    2)

    een verbod op het inschakelen van elektriciteitskasten tijdens het bijtanken;

    3)

    de aanwezigheid van een obstakelvrije evacuatieroute van bij het luchtvaartuig zodat tankwagens en personen in geval van nood snel kunnen worden geëvacueerd;

    4)

    de correcte aansluiting tussen vliegtuigen en de brandstoftoevoerbronnen en de correcte toepassing van de aardingsprocedures;

    5)

    de onmiddellijke melding door de personen die toezicht houden op het tanken als er bij het tanken brandstof is gelekt en gedetailleerde instructies over de afhandeling van gelekte brandstof;

    6)

    de zodanige opstelling van gronduitrusting dat nooduitgangen obstakelvrij blijven om een snelle evacuatie van de passagiers mogelijk te maken, indien de passagiers instappen of uitstappen of tijdens het bijtanken aan boord van het luchtvaartuig blijven;

    7)

    de onmiddellijke beschikbaarheid van brandblustoestellen van een geschikt type voor ten minste een eerste interventie in geval van een brandstofbrand;

    8)

    de stopzetting van de tankverrichtingen bij onweer op of in nabijheid van het luchtvaartterrein.

    ADR.OPS.D.065 Testen van motoren

    a)

    De exploitant van het luchtvaartterrein zorgt voor de vaststelling en toepassing van een procedure voor het testen van de motoren.

    b)

    De procedure omvat het volgende:

    1)

    de persoon die bevoegd is om testen van motoren goed te keuren;

    2)

    de zones waar motoren worden getest;

    3)

    de veiligheidsmaatregelen die moeten worden genomen.

    ADR.OPS.D.070 Reflecterende kleding

    De exploitant van het luchtvaartterrein eist dat alle personeelsleden die buiten, te voet, op het bewegingsgebied werken reflecterende kleding dragen.

    ADR.OPS.D.075 Startklaringen en instructies voor het taxiën

    a)

    Als de vliegtuigbewegingen op het platform niet door de verlener van luchtverkeersdiensten worden beheerd, zorgt de exploitant van het luchtvaartterrein ervoor dat de startklaringen, push-backklaringen, indien nodig, en taxi-instructies worden gecoördineerd met de verlener van luchtverkeersdiensten.

    b)

    De exploitant van het luchtvaartterrein zorgt in samenwerking met de verlener van luchtverkeersdiensten voor de vaststelling en toepassing van een procedure die het volgende omvat:

    1)

    definitie van de bevoegdheid om een startklaring te verlenen;

    2)

    de middelen om elkaar op de hoogte te stellen van verleende startklaringen;

    3)

    middelen om elkaar op de hoogte te stellen van gegeven push-backklaringen en taxi-instructies.

    ADR.OPS.D.080 Opleiding en bekwaamheidsprogramma’s voor marshallers en “FOLLOW-ME”-chauffeurs

    a)

    De exploitant van het luchtvaartterrein zorgt voor de vaststelling en toepassing van een opleidingsprogramma voor personen die een van de volgende verlenen:

    1)

    marshallingdiensten;

    2)

    “FOLLOW-ME”-begeleiding.

    b)

    Het opleidingsprogramma wordt uitgevoerd overeenkomstig ADR.OR.D.017 van bijlage III.

    c)

    Bij de ontwikkeling van de opleiding wordt gezorgd voor de verwerving van de basiskennis en praktische vaardigheden voor de uitvoering van de taken.

    d)

    De exploitant van het luchtvaartterrein past een programma voor het testen van vaardigheden van het onder a) bedoelde personeel toe om te zorgen voor:

    1)

    de blijvende competentie van het personeel;

    2)

    kennis van het personeel van de voor zijn functies en taken relevante regels en procedures. De exploitant van het luchtvaartterrein zorgt ervoor dat de onder a) bedoelde personen na het voltooien van hun basisopleiding met intervallen van maximaal twaalf maanden aan een vaardigheidstest worden onderworpen.

    ADR.OPS.D.085 Opleiding en programma voor het testen van de vaardigheden van personeel dat via radiotelefonie taxi-instructies aan luchtvaartuigen geeft

    a)

    De exploitant van het luchtvaartterrein zorgt ervoor dat:

    1)

    personen die op het platform via radiotelefonie, via de toegewezen frequenties, taxi-instructies aan luchtvaartuigen geven, naar behoren zijn opgeleid en gekwalificeerd;

    2)

    het opleidingsprogramma wordt uitgevoerd overeenkomstig ADR.OR.D.017 van bijlage III, met de volgende uitzonderingen:

    i)

    de basisopleiding wordt gevolgd door een opleiding per eenheid die de volgende fasen omvat:

    A)

    de overgangsfase, die overwegend is bedoeld voor het bijbrengen van kennis en begrip van locatiespecifieke operationele procedures en taakspecifieke aspecten;

    B)

    de werkplekfase, die de laatste fase van de opleiding voor de eenheid vormt en die dient om reeds verworven routinewerkzaamheden en vaardigheden die verband houden met het werk, onder toezicht van een gekwalificeerde instructeur voor opleidingen in de praktijk te integreren in een situatie met echt verkeer;

    ii)

    periodieke training vindt plaats met tussenpozen van niet meer dan twaalf kalendermaanden en omvat een herhaling van de inhoud van de basisopleiding;

    iii)

    een herhalingsopleiding wordt gegeven aan personen die gedurende meer dan twaalf maanden afwezig waren en omvat de volledige inhoud van de basisopleiding.

    b)

    De onder a), punt 1, bedoelde personen moeten de taalvaardigheid aantonen, ten minste op operationeel niveau, zowel bij het gebruik van standaardzinnen als gewone taal, overeenkomstig punt c), in de talen die op het luchtvaartterrein voor lucht-grondcommunicatie worden gebruikt.

    c)

    De kandidaat dient blijk te geven van de vaardigheid om:

    1)

    effectief te communiceren met alleen maar de stem en in situaties van persoon tot persoon;

    2)

    over algemene en werkgerelateerde onderwerpen nauwgezet en duidelijk te kunnen communiceren;

    3)

    geschikte communicatiestrategieën te gebruiken voor het uitwisselen van berichten en voor het herkennen en oplossen van misverstanden in een algemene of werkgerelateerde context;

    4)

    om te gaan met de taalkundige uitdagingen die ontstaan door een complicatie of onverwachte wending van gebeurtenissen die voorkomen binnen de context van een routinematige werksituatie of communicatietaak, waarmee hij voor het overige vertrouwd is;

    5)

    een dialect of accent te gebruiken dat voor de luchtvaartgemeenschap begrijpelijk is.

    d)

    De taalvaardigheid wordt aangetoond aan de hand van een certificaat van de organisatie die de beoordeling heeft uitgevoerd, waarin de talen, de taalvaardigheidsniveaus en de datum van de beoordeling worden vermeld.

    e)

    Behalve voor personen die blijk hebben gegeven van taalvaardigheid op het niveau van deskundige, wordt de talenkennis opnieuw beoordeeld om de:

    1)

    vier jaar, indien het aangetoonde niveau gelijk is aan niveau “operationeel”;

    2)

    zes jaar, indien het aangetoonde niveau gelijk is aan niveau “zeer goed”.

    f)

    De taalvaardigheid wordt aangetoond aan de hand van een beoordelingsmethode, die het volgende omvat:

    1)

    het proces van beoordeling;

    2)

    de kwalificaties van de beoordelaars die de talenkennis beoordelen;

    3)

    de beroepsprocedure.

    g)

    De exploitant van het luchtvaartterrein biedt een taalopleiding aan om het vereiste niveau van taalvaardigheid van zijn personeel in stand te houden.

    h)

    De exploitant van het luchtvaartterrein past een programma voor het testen van vaardigheden van het onder a), punt 1, bedoelde personeel toe om te zorgen voor:

    1)

    de blijvende competentie van het personeel;

    2)

    kennis van het personeel van de voor zijn functies en taken relevante regels en procedures. De exploitant van het luchtvaartterrein zorgt ervoor dat de onder a) bedoelde personen na het voltooien van hun basisopleiding met intervallen van maximaal twaalf maanden aan een vaardigheidstest worden onderworpen.


    (*1)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 van de Commissie van 26 september 2012 tot vaststelling van gemeenschappelijke luchtverkeersregels en operationele bepalingen betreffende luchtvaartnavigatiediensten en ‐procedures en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 en Verordeningen (EG) nr. 1265/2007, (EG) nr. 1794/2006, (EG) nr. 730/2006, (EG) nr. 1033/2006 en (EU) nr. 255/2010 (PB L 281 van 13.10.2012, blz. 1).”.”


    Top