This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32020R0461
Regulation (EU) 2020/461 of the European Parliament and of the Council of 30 March 2020 amending Council Regulation (EC) No 2012/2002 in order to provide financial assistance to Member States and to countries negotiating their accession to the Union that are seriously affected by a major public health emergency
Verordening (EU) 2020/461 van het Europees Parlement en de Raad van 30 maart 2020 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad om financiële steun te verlenen aan lidstaten en landen die over toetreding tot de Unie onderhandelen die zwaar worden getroffen door een grote volksgezondheidscrisis
Verordening (EU) 2020/461 van het Europees Parlement en de Raad van 30 maart 2020 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad om financiële steun te verlenen aan lidstaten en landen die over toetreding tot de Unie onderhandelen die zwaar worden getroffen door een grote volksgezondheidscrisis
PE/6/2020/REV/1
PB L 99 van 31.3.2020, p. 9–12
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
31.3.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 99/9 |
VERORDENING (EU) 2020/461 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 30 maart 2020
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad om financiële steun te verlenen aan lidstaten en landen die over toetreding tot de Unie onderhandelen die zwaar worden getroffen door een grote volksgezondheidscrisis
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 175, derde alinea, en artikel 212, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Na raadpleging van het Europees Economisch en Sociaal Comité,
Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (“het Fonds”) is opgericht bij Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad (2). Het Fonds werd opgericht om financiële steun te verlenen aan lidstaten bij grote rampen als een concreet teken van Europese solidariteit in noodsituaties. |
(2) |
In het geval van grote volksgezondheidscrises moet de Unie blijk geven van solidariteit met de lidstaten en de betrokken bevolking door financiële bijstand te verlenen om de getroffen bevolking bij te staan, een snelle terugkeer naar de normale levensomstandigheden in de getroffen regio’s mogelijk te maken en de verspreiding van besmettelijke ziekten te beperken. |
(3) |
De Unie moet in geval van grote volksgezondheidscrises ook solidair zijn met de landen waarmee wordt onderhandeld over toetreding tot de Unie. |
(4) |
Een ernstige crisissituatie kan het gevolg zijn van volksgezondheidscrises, met name een officieel verklaarde viruspandemie. Via het Fonds kan de Unie noodhulp mobiliseren om te voldoen aan de directe behoeften van de bevolking en bij te dragen aan het snelle herstel van beschadigde belangrijke infrastructuur zodat de economische activiteit in getroffen gebieden kan worden hervat. Dat Fonds is echter strikt beperkt tot natuurrampen die fysieke schade berokkenen en omvat geen grote rampen als gevolg van biologische gevaren. Er moeten voorzieningen worden getroffen om de Unie in staat te stellen in te grijpen in het geval van grote volksgezondheidscrises. |
(5) |
De te nemen maatregelen hebben tot doel de inspanningen van de betrokken staten aan te vullen wanneer de gevolgen van een crisis zo ernstig zijn dat die staten de situatie niet met eigen middelen alleen aankunnen. Daar deze doelstelling niet voldoende door de lidstaten alleen kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen van het optreden beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken. |
(6) |
Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel moeten de maatregelen in het kader van deze verordening beperkt blijven tot grote volksgezondheidscrises. Die crisissen moeten worden gedefinieerd op basis van de overheidsuitgaven die nodig zijn om ze aan te pakken. |
(7) |
De bijstand van de Unie moet de inspanningen van de betrokken staten aanvullen en worden gebruikt om een gedeelte van de overheidsuitgaven te dekken die worden gedaan in verband met de meest essentiële noodmaatregelen als gevolg van de noodsituatie worden. |
(8) |
Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel moet de bijstand van de Unie alleen worden toegekend na een aanvraag van de getroffen staat. De Commissie moet zorg dragenvoor een billijke behandeling van de door de staten ingediende verzoeken. |
(9) |
De Commissie moet snel kunnen besluiten specifieke financiële middelen zo spoedig mogelijk toe te zeggen en beschikbaar te stellen. De bestaande bepalingen inzake het betalen van voorschotten moeten derhalve worden versterkt door de bedragen ervan te verhogen. |
(10) |
Deze verordening moet met spoed in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
(11) |
Gezien de COVID-19-uitbraak en de urgentie waarmee de hiermee gepaard gaande volksgezondheidscrisis aangepakt moet worden, is het nodig gebleken een uitzondering te maken op de periode van acht weken als bedoeld in artikel 4 van Protocol nr. 1 betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie, gehecht aan het VEU, aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie. |
(12) |
Verordening (EG) nr. 2012/2002 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 2012/2002 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
artikel 2 wordt vervangen door: “Artikel 2 1. Op verzoek van een lidstaat of van een land dat toetredingsonderhandelingen met de Europese Unie voert (hierna “subsidiabele staat” genoemd), kan steun uit het Fonds worden verleend wanneer de levensomstandigheden, de menselijke gezondheid, het natuurlijk milieu of de economie van een of meer regio’s van die subsidiabele staat ernstige gevolgen ondervinden van:
Directe schade die het directe gevolg is van een natuurramp wordt beschouwd als deel van de door die natuurramp veroorzaakte schade. 2. In deze verordening wordt onder een “grote natuurramp” verstaan een natuurramp die in een subsidiabele staat tot directe schade leidt die geraamd wordt op meer dan 3 000 000 000 EUR in prijzen van 2011 of meer dan 0,6 % van het bni van die staat of dat land. 2 bis. In deze verordening wordt onder een “grote volksgezondheidscrisis” verstaan een levensbedreigend of anderszins ernstig gevaar voor de gezondheid van biologische oorsprong in een subsidiabele staat dat een ernstige bedreiging voor de menselijke gezondheid vormt en daadkrachtige actie vereist om verdere verspreiding te beperken, die voor de subsidiabele staat een publieke financiële last voor crisismaatregelen meebrengt die wordt geraamd op meer dan 1 500 000 000 EUR in prijzen van 2011, of meer dan 0,3 % van zijn bni. 3. In deze verordening wordt onder een “regionale natuurramp” verstaan een natuurramp die in een regio op NUTS-niveau 2 van een subsidiabele staat tot directe schade leidt van meer dan 1,5 % van het bruto binnenlands product (bbp) van die regio. Bij wijze van afwijking van de eerste alinea wordt, indien de betrokken regio waarin zich een natuurramp heeft voorgedaan, een ultraperifeer gebied is in de zin van artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, onder “regionale natuurramp” verstaan een natuurramp die leidt tot directe schade van meer dan 1 % van het bbp van die regio. Indien de natuurramp diverse regio’s op NUTS-niveau 2 treft, wordt de drempel toegepast op het gemiddelde bbp van die regio’s, gewogen naar het aandeel van de totale schade in elke regio. 4. Bijdragen uit het Fonds kunnen ook worden verleend in het geval van een natuurramp in een subsidiabele staat die tevens een grote natuurramp in een aangrenzende subsidiabele staat is. 5. Voor toepassing van dit artikel wordt gebruikgemaakt van door Eurostat verstrekte, geharmoniseerde statistische gegevens.”; |
2) |
in artikel 3 worden de leden 1 en 2 vervangen door: “1. De steun geschiedt in de vorm van een financiële bijdrage uit het Fonds. Voor elke subsidiabele ramp of crisis wordt aan een subsidiabele staat één enkele financiële bijdrage toegekend. 2. Het Fonds heeft tot doel een aanvulling te vormen op de inspanningen van de betrokken staten en moet een deel van hun overheidsuitgaven dekken om de subsidiabele staat te helpen om, naargelang van de aard van de subsidiabele ramp of crisis, de volgende noodacties inzake eerste levensbehoeften en herstel te treffen:
Voor de toepassing van punt a) van de eerste alinea wordt onder “herstel” verstaan het herstellen van infrastructuurvoorzieningen en uitrustingen in de toestand waarin zij zich vóór de natuurramp bevonden. Indien dat juridisch onmogelijk of economisch niet verantwoord is om de toestand van vóór de natuurramp te herstellen, of indien de begunstigde staat besluit de getroffen infrastructuurvoorzieningen of uitrustingen te verplaatsen of de functionaliteit ervan te verbeteren, teneinde de bestendigheid ervan tegen toekomstige natuurrampen te versterken, is de bijdrage van het Fonds aan de herstelkosten beperkt tot de geraamde kosten van de terugkeer naar de status quo ante. De kosten die het in de tweede alinea bedoelde kostenniveau overstijgen, worden door de begunstigde staat uit eigen middelen of, indien mogelijk, uit andere fondsen van de Unie betaald. Voor de toepassing van punt b) van de eerste alinea wordt onder “voorlopige huisvesting” verstaan de huisvesting waar de betrokken bevolking is ondergebracht totdat zij kan terugkeren naar de eigen woning nadat deze is hersteld of herbouwd.”; |
3) |
in artikel 4 bis wordt lid 2 vervangen door: “2. Het voorschot mag niet meer bedragen dan 25 % van de verwachte financiële bijdrage en mag in geen geval meer bedragen dan 100 000 000 EUR. Na vaststelling van het definitieve bedrag van de financiële bijdrage verrekent de Commissie het voorschot met de uit te keren financiële bijdrage. De Commissie vordert ten onrechte betaalde voorschotten terug.”; |
4) |
In artikel 8 wordt lid 3 vervangen door: “3. Uiterlijk zes maanden na afloop van de in lid 1 genoemde termijn van 18 maanden presenteert de begunstigde staat een verslag over de uitvoering van de financiële bijdrage van het Fonds, met een verantwoordingsstaat van de uitgaven waarin eventuele andere bronnen van voor de betrokken acties ontvangen financiering worden vermeld, met inbegrip van de verzekeringsuitkeringen en de van derden ontvangen schadevergoedingen. In het uitvoeringsverslag wordt, afhankelijk van de aard van de subsidiabele ramp of crisis, het volgende in detail vermeld:
Overeenkomstig artikel 59, lid 5, en artikel 60, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 gaat het uitvoeringsverslag vergezeld van een volgens internationaal aanvaarde auditnormen opgesteld advies van een onafhankelijk auditorgaan waarin staat of de verantwoordingsstaat van de uitgaven een juist en getrouw beeld geeft en of de financiële bijdrage uit het Fonds wettig en regelmatig is. Aan het einde van de in de eerste alinea bedoelde procedure gaat de Commissie over tot afsluiting van de steun van het Fonds.”. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 30 maart 2020.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
D. M. SASSOLI
Voor de Raad
De voorzitter
G. GRLIĆ RADMAN
(1) Standpunt van het Europees Parlement van 26 maart 2020 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en Besluit van de Raad van 30 maart 2020.
(2) Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3).