EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020D1722

Besluit (EU) 2020/1722 van de Commissie van 16 november 2020 betreffende de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie die in het kader van het EU-emissiehandelssysteem voor 2021 moet worden verleend (Kennisgeving geschied onder nummer C(2020) 7704) (Voor de EER relevante tekst)

C/2020/7704

OJ L 386, 18.11.2020, p. 26–27 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2020/1722/oj

18.11.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 386/26


BESLUIT (EU) 2020/1722 VAN DE COMMISSIE

van 16 november 2020

betreffende de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie die in het kader van het EU-emissiehandelssysteem voor 2021 moet worden verleend

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2020) 7704)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (1), en met name artikel 9 en artikel 9 bis,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Besluit 2010/634/EU van de Commissie (2) is de hoeveelheid emissierechten vastgesteld die voor 2013 voor de hele Unie voor veiling of kosteloze toewijzing moet worden verleend, overeenkomstig artikel 9 en artikel 9 bis, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG. Om rekening te houden met de toetreding van Kroatië tot de Unie, de uitbreiding van het EU-emissiehandelssysteem (EU-ETS) tot de EER-EVA-staten en aanvullende informatie en nauwkeurigere gegevens die beschikbaar zijn gekomen, is Besluit 2010/634/EU bij Besluit 2013/448/EU van de Commissie (3) dienovereenkomstig gewijzigd waarbij voor 2013 de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie op 2 084 301 856 is vastgesteld. Dit bedrag moest jaarlijks worden verlaagd met een lineaire verminderingsfactor van 1,74 % om de totale hoeveelheid emissierechten te bepalen die in de kalenderjaren na 2013 moet worden verleend.

(2)

Richtlijn 2003/87/EG is gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2018/410 van het Europees Parlement en de Raad (4) om de lineaire verminderingsfactor met ingang van 2021 te verhogen tot 2,2 %, wat neerkomt op een vermindering van de jaarlijks in de Unie te verlenen emissierechten met 43 003 515. De in dit besluit vastgestelde hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie voor 2021 is met deze hoeveelheid verminderd.

(3)

Op 1 februari 2020 is het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (5) (“het terugtrekkingsakkoord”) in werking getreden. Overeenkomstig artikel 127 van het terugtrekkingsakkoord is Richtlijn 2003/87/EG tot en met 31 december 2020 (de datum waarop de in artikel 126 van het terugtrekkingsakkoord vastgestelde overgangsperiode afloopt) van toepassing op en in het Verenigd Koninkrijk. Bovendien is vanaf het einde van de overgangsperiode het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland bij het terugtrekkingsakkoord van toepassing. Overeenkomstig artikel 9 van en bijlage 4 bij het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland blijft Richtlijn 2003/87/EG van toepassing op en in het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot de opwekking van elektriciteit in Noord-Ierland. Bijgevolg blijven de emissies uit elektriciteitsopwekking in Noord-Ierland na het einde van de overgangsperiode onder de ETS-richtlijn vallen.

(4)

De hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie voor 2021 moet daarom worden berekend op basis van de gemiddelde jaarlijkse hoeveelheid emissierechten die de huidige lidstaten overeenkomstig hun respectieve nationale toewijzingsplannen in de jaren 2008 tot en met 2012 hebben verleend (6), en de gemiddelde jaarlijkse hoeveelheid emissierechten voor de periode van 2008 tot en met 2012 die is toegewezen in verband met Noord-Ierse installaties die elektriciteit opwekken. Aangezien een betrokken installatie in Noord-Ierland tijdens de referentieperiode zowel elektriciteit als warmte heeft geproduceerd, is de gemiddelde jaarlijkse hoeveelheid emissierechten die wordt toegewezen in verband met de opwekking van elektriciteit door deze installatie bepaald door de hoeveelheid emissies in verband met warmteproductie in mindering te brengen, waarbij de warmtebenchmark wordt gebruikt om het aantal kosteloos toegewezen emissierechten te bepalen.

(5)

Voorts moet, overeenkomstig artikel 9 bis van Richtlijn 2003/87/EG, en met name de leden 1 en 4 daarvan, bij de vaststelling van de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie voor 2021 rekening worden gehouden met de meest recente wetenschappelijke gegevens over het aardopwarmingsvermogen van broeikasgassen en met de uitsluiting uit het EU-ETS van kleine installaties door Kroatië, Frankrijk, Duitsland, Italië, Slovenië, Spanje, Portugal en IJsland overeenkomstig artikel 27 van Richtlijn 2003/87/EG.

(6)

Op basis van het voorgaande moet voor 2021 de in artikel 9 van Richtlijn 2003/87/EG bedoelde hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie 1 571 583 007 bedragen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor 2021 bedraagt de in artikel 9 van Richtlijn 2003/87/EG bedoelde hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie 1 571 583 007.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 16 november 2020.

Voor de Commissie

Frans TIMMERMANS

Uitvoerend vicevoorzitter


(1)  PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.

(2)  Besluit 2010/634/EU van de Commissie van 22 oktober 2010 tot aanpassing van de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie die in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten voor 2013 moet worden verleend en tot intrekking van Besluit 2010/384/EU (PB L 279 van 23.10.2010, blz. 34).

(3)  Besluit 2013/448/EU van de Commissie van 5 september 2013 betreffende nationale uitvoeringsmaatregelen voor de voorlopige kosteloze toewijzing van broeikasgasemissierechten overeenkomstig artikel 11, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 240 van 7.9.2013, blz. 27).

(4)  Richtlijn (EU) 2018/410 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2018 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen en van Besluit (EU) 2015/1814 (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 3).

(5)  Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 29 van 31.1.2020, blz. 7).

(6)  Aangezien Kroatië op 1 juli 2013 tot de Unie is toegetreden, werd de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie berekend met betrekking tot Kroatië overeenkomstig punt 8 van bijlage III bij de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië en de aanpassing van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 112 van 24.4.2012, blz. 21).


Top