EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32019R2075
Commission Regulation (EU) 2019/2075 of 29 November 2019 amending Regulation (EC) No 1126/2008 adopting certain international accounting standards in accordance with Regulation (EC) No 1606/2002 of the European Parliament and of the Council as regards International Accounting Standards 1, 8, 34, 37 and 38, International Financial Reporting Standards 2, 3 and 6, Interpretations 12, 19, 20 and 22 of the International Financial Reporting Interpretations Committee and Interpretation 32 of the Standing Interpretations Committee (Text with EEA relevance)
Verordening (EU) 2019/2075 van de Commissie van 29 november 2019 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat International Accounting Standards 1, 8, 34, 37 en 38, International Financial Reporting Standards 2, 3 en 6, Interpretations 12, 19, 20 en 22 van het International Financial Reporting Interpretations Committee en Interpretation 32 van het Standing Interpretations Committee betreft (Voor de EER relevante tekst)
Verordening (EU) 2019/2075 van de Commissie van 29 november 2019 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat International Accounting Standards 1, 8, 34, 37 en 38, International Financial Reporting Standards 2, 3 en 6, Interpretations 12, 19, 20 en 22 van het International Financial Reporting Interpretations Committee en Interpretation 32 van het Standing Interpretations Committee betreft (Voor de EER relevante tekst)
C/2019/8649
OJ L 316, 6.12.2019, p. 10–18
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 15/10/2023; stilzwijgende opheffing door 32023R1803
6.12.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 316/10 |
VERORDENING (EU) 2019/2075 VAN DE COMMISSIE
van 29 november 2019
houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat International Accounting Standards 1, 8, 34, 37 en 38, International Financial Reporting Standards 2, 3 en 6, Interpretations 12, 19, 20 en 22 van het International Financial Reporting Interpretations Committee en Interpretation 32 van het Standing Interpretations Committee betreft
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (1), en met name artikel 3, lid 1, daarvan,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 (2) van de Commissie zijn bepaalde op 15 oktober 2008 bestaande internationale standaarden en interpretaties goedgekeurd. |
(2) |
Op 29 maart 2018 heeft de International Accounting Standards Board wijzigingen uitgebracht in de verwijzingen in het Conceptual Framework in de International Financial Reporting Standards. Het doel van de wijzigingen is de bestaande verwijzingen in verschillende standaarden en interpretaties naar eerdere kaders te actualiseren met verwijzingen naar het herziene Conceptual Framework. |
(3) |
Het overleg met de European Financial Reporting Advisory Group bevestigt dat de wijzigingen in International Accounting Standard (IAS) 1 Presentatie van de jaarrekening, IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten, IAS 34 Tussentijdse financiële verslaggeving, IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa en IAS 38 Immateriële activa, en International Financial Reporting Standard (IFRS) 2 Op aandelen gebaseerde betalingen, IFRS 3 Bedrijfscombinaties en IFRS 6 Exploratie en evaluatie van minerale hulpbronnen, en Interpretation 12 van het International Financial Reporting Interpretations Committee (IFRIC) Dienstverlening uit hoofde van concessieovereenkomsten, IFRIC 19 Aflossing van financiële verplichtingen met eigenvermogensinstrumenten, IFRIC 20 Afgravingskosten tijdens de productiefase van een dagbouwmijn en IFRIC 22 Transacties in vreemde valuta en vooruitbetalingen, en Interpretation 32 van het Standing Interpretations Committee (SIC) Immateriële activa — Kosten van websites voldoen aan de in artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1606/2002 vastgestelde criteria voor goedkeuring. |
(4) |
Verordening (EG) nr. 1126/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
De in deze verordening vastgestelde maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Regelgevend Comité voor financiële verslaglegging, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 wordt als volgt gewijzigd:
a) |
International Accounting Standard (IAS) 1 Presentatie van de jaarrekening wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening; |
b) |
IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening; |
c) |
IAS 34 Tussentijdse financiële verslaggeving wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening; |
d) |
IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening; |
e) |
IAS 38 Immateriële activa wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening; |
f) |
International Financial Reporting Standard IFRS 2 Op aandelen gebaseerde betalingen wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening; |
g) |
IFRS 3 Bedrijfscombinaties wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening; |
h) |
IFRS 6 Exploratie en evaluatie van minerale hulpbronnen wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening; |
i) |
Interpretation 12 van het International Financial Reporting Interpretations Committee (IFRIC) Dienstverlening uit hoofde van concessieovereenkomsten wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening; |
j) |
IFRIC 19 Aflossing van financiële verplichtingen met eigenvermogensinstrumenten wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening; |
k) |
IFRIC 20 Afgravingskosten tijdens de productiefase van een dagbouwmijn wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening; |
l) |
IFRIC 22 Transacties in vreemde valuta en vooruitbetalingen wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening; |
m) |
Interpretation 32 van het Standing Interpretations Committee (SIC-32) Immateriële activa — Kosten van websites wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening. |
Artikel 2
Elke onderneming past de in artikel 1 bedoelde wijzigingen toe vanaf uiterlijk de aanvangsdatum van haar eerste boekjaar dat op of na 1 januari 2020 van start gaat.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 29 november 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1.
(2) Verordening (EG) nr. 1126/2008 van de Commissie van 3 november 2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 320 van 29.11.2008, blz. 1).
BIJLAGE
Amendments to References to the Conceptual Framework in IFRS Standards
Wijzigingen in IFRS-standaarden
Wijzigingen in IFRS 2 Op aandelen gebaseerde betalingen
Alinea 63E wordt toegevoegd.
Ingangsdatum
…
63E |
Amendments to References to the Conceptual Framework in IFRS Standards, uitgegeven in 2018, heeft de voetnoot bij de definitie van een eigenvermogensinstrument in bijlage A gewijzigd. Een entiteit moet deze wijziging toepassen op jaarperioden die op of na 1 januari 2020 aanvangen. Eerdere toepassing is toegestaan als een entiteit tegelijkertijd ook alle andere wijzigingen toepast die zijn aangebracht bij Amendments to References to the Conceptual Framework in IFRS Standards. Een entiteit moet de wijziging in IFRS 2 retroactief toepassen, behoudens de overgangsbepalingen in de alinea’s 53 tot en met 59 van deze standaard, in overeenstemming met IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten. Als een entiteit echter bepaalt dat retroactieve toepassing praktisch niet haalbaar zou zijn of buitensporige kosten of inspanningen met zich mee zou brengen, moet zij de wijziging in IFRS 2 toepassen door te verwijzen naar de alinea’s 23 tot en met 28, 50 tot en met 53 en 54F van IAS 8. |
In bijlage A wordt de voetnoot bij de definitie van een eigenvermogensinstrument gewijzigd.
* |
Het in 2018 uitgegeven Conceptual Framework for Financial Reporting definieert een verplichting als een actuele verplichting van de entiteit om een economisch middel over te dragen als gevolg van gebeurtenissen in het verleden |
Wijziging in IFRS 3 Bedrijfscombinaties
In alinea 11 wordt de voetnoot bij “Raamwerk” geschrapt en wordt een voetnoot bij “Raamwerk voor de opstelling en presentatie van jaarrekeningen” toegevoegd. Alinea 11 is niet anderszins gewijzigd, maar is wel opgenomen voor het leesgemak.
Voorwaarden voor opname
11 |
Om in aanmerking te komen voor opname in het kader van de toepassing van de overnamemethode, moeten de verworven identificeerbare activa en overgenomen verplichtingen op de overnamedatum voldoen aan de definities van activa en verplichtingen in het Raamwerk voor de opstelling en presentatie van jaarrekeningen †. Kosten die de overnemende partij verwacht maar niet verplicht is in de toekomst te maken om haar plan voor de afstoting van een activiteit van een overgenomen partij uit te voeren, het dienstverband van werknemers van een overgenomen partij te beëindigen of werknemers van een overgenomen partij over te plaatsen, zijn bijvoorbeeld geen verplichtingen op de overnamedatum. Derhalve neemt de overnemende partij deze kosten niet op in het kader van de toepassing van de overnamemethode. In plaats daarvan neemt de overnemende partij deze kosten op in haar jaarrekening na de bedrijfscombinatie in overeenstemming met andere IFRSs. |
† |
Voor deze standaard zijn overnemende partijen verplicht om de definities van een actief en een verplichting en ondersteunende leidraden in het Raamwerk voor de opstelling en presentatie van jaarrekeningen van IASC, dat in 2001 door IASB is goedgekeurd, toe te passen in plaats van het in 2018 uitgegeven Conceptual Framework for Financial Reporting. |
Wijzigingen in IFRS 6 Exploratie en evaluatie van minerale hulpbronnen
Alinea 10 wordt gewijzigd, de voetnoot bij “Raamwerk” in alinea 10 wordt geschrapt en alinea 26A wordt toegevoegd.
Elementen van de kostprijs van exploratie- en evaluatieactiva
…
10 |
Uitgaven in verband met de ontwikkeling van minerale hulpbronnen mogen niet als exploratie- en evaluatieactiva worden opgenomen. Het Conceptual Framework for Financial Reporting en IAS 38 Immateriële activa verschaffen een leidraad voor de opname van activa die ontstaan uit ontwikkelingsactiviteiten. … |
Ingangsdatum
…
26 A |
Amendments to References to the Conceptual Framework in IFRS Standards, uitgegeven in 2018, heeft alinea 10 gewijzigd. Een entiteit moet deze wijziging toepassen op jaarperioden die op of na 1 januari 2020 aanvangen. Eerdere toepassing is toegestaan als een entiteit tegelijkertijd ook alle andere wijzigingen toepast die zijn aangebracht bij Amendments to References to the Conceptual Framework in IFRS Standards. Een entiteit moet de wijziging in IFRS 6 retroactief toepassen in overeenstemming met IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten. Als een entiteit echter bepaalt dat retroactieve toepassing praktisch niet haalbaar zou zijn of buitensporige kosten of inspanningen met zich mee zou brengen, moet zij de wijziging in IFRS 6 toepassen door te verwijzen naar de alinea’s 23 tot en met 28, 50 tot en met 53 en 54F van IAS 8. |
Wijzigingen in IAS 1 Presentatie van de jaarrekening
De alinea’s 7, 15, 19 tot en met 20, 23 tot en met 24, 28 en 89 worden gewijzigd en alinea 139S wordt toegevoegd. Vier voetnoten worden geschrapt: de voetnoten bij “alinea 25” in alinea 7, bij de tweede zin in alinea 15, bij alinea 28 en bij “Raamwerk” in alinea 89.
Definities
7 |
De volgende begrippen worden in deze standaard gebruikt met de hierna omschreven betekenis: … Materieel belang Het weglaten of onjuist weergeven van posten is van materieel belang indien de weglating of onjuiste weergave, afzonderlijk of gezamenlijk, de economische beslissingen die gebruikers op basis van de jaarrekening nemen, zou kunnen beïnvloeden. De materialiteit is afhankelijk van de omvang en aard van de weglating of de onjuiste weergave, en wordt beoordeeld op basis van de omstandigheden die zich voordoen. De omvang of aard van de post, of een combinatie van beide, kan de beslissende factor vormen.Bij de beoordeling of een weglating of onjuiste weergave invloed zou kunnen hebben op economische beslissingen van gebruikers, en daardoor van materieel belang zou zijn, moet rekening worden gehouden met de kenmerken van deze gebruikers. Gebruikers worden geacht een redelijke kennis te bezitten van het bedrijfsleven, van economische activiteiten, evenals van verslaggeving, en bereid te zijn de informatie met een redelijke mate van toewijding te bestuderen.” Daarom moet bij de beoordeling rekening worden gehouden met de mate waarin redelijkerwijs verwacht kan worden dat gebruikers die aan deze omschrijving voldoen, beïnvloed kunnen worden bij het nemen van hun economische beslissingen. … |
Getrouw beeld en naleving van de IFRSs
15 |
Een jaarrekening moet een getrouw beeld geven van de financiële positie, de financiële prestaties en de kasstromen van een entiteit. Een getrouw beeld vereist een getrouwe weergave van de gevolgen van transacties, andere gebeurtenissen en omstandigheden overeenkomstig de in het Conceptual Framework for Financial Reporting (Conceptual Framework) uiteengezette definities en opnamecriteria voor activa, verplichtingen, baten en lasten. De toepassing van de IFRSs, met waar nodig aanvullende informatie, wordt geacht te leiden tot een jaarrekening die een getrouw beeld geeft. … |
19 |
In de uitzonderlijke omstandigheden waarin het management tot de conclusie komt dat de naleving van een vereiste in een IFRS dermate misleidend zou zijn dat dit in strijd zou zijn met het doel van de jaarrekening zoals dat in het Conceptual Framework is uiteengezet, moet de entiteit op de in alinea 20 uiteengezette wijze van die vereiste afwijken indien de relevante regelgeving een dusdanige afwijking vereist of niet verbiedt. |
20 |
Indien een entiteit overeenkomstig alinea 19 afwijkt van een vereiste van een IFRS, moet zij vermelden:
… |
23 |
In de uitzonderlijke omstandigheden waarin het management tot de conclusie komt dat de naleving van een vereiste in een IFRS dermate misleidend zou zijn dat dit in strijd zou zijn met het doel van de jaarrekening zoals dat in het Conceptual Framework is uiteengezet, maar de relevante regelgeving de afwijking van die vereiste verbiedt, moet de entiteit de waargenomen misleidende aspecten van de naleving tot een minimum beperken door de volgende informatie te verstrekken:
|
24 |
In de context van alinea’s 19 tot en met 23 zou een informatiepost in strijd zijn met het doel van de jaarrekening als hij geen getrouw beeld geeft van de transacties en van andere gebeurtenissen en omstandigheden die hij ofwel voorgeeft weer te geven, ofwel in redelijkheid verwacht mag worden weer te geven, en het dientengevolge waarschijnlijk is dat de economische beslissingen genomen door gebruikers van jaarrekeningen zullen worden beïnvloed. Bij het beoordelen of de naleving van een specifieke vereiste in een IFRS dermate misleidend zou zijn dat dit in strijd zou zijn met het doel van de jaarrekening zoals dat in het Conceptual Framework is uiteengezet, neemt het management in overweging:
… |
Het toerekeningsbeginsel
…
28 |
Bij toepassing van het toerekeningsbeginsel neemt een entiteit posten op als activa, verplichtingen, eigen vermogen, baten en lasten (de elementen van de jaarrekening) wanneer zij voldoen aan de in het Conceptual Framework beschreven definities en opnamecriteria voor die elementen. … |
Winst of verlies over de periode
…
89 |
In sommige IFRSs zijn omstandigheden beschreven waarin een entiteit bepaalde posten niet in winst of verlies over de lopende periode moet opnemen. IAS 8 behandelt twee van dergelijke omstandigheden: de correctie van fouten en de gevolgen van wijzigingen in de grondslagen voor financiële verslaggeving. Andere IFRSs vereisen of staan toe dat componenten van niet-gerealiseerde resultaten die beantwoorden aan de in het Conceptual Framework opgenomen definitie van baten of lasten niet in winst of verlies worden opgenomen (zie alinea 7). … |
Overgang en ingangsdatum
…
139S |
Amendments to References to the Conceptual Framework in IFRS Standards, uitgegeven in 2018, heeft de alinea’s 7, 15, 19 tot en met 20, 23 tot en met 24, 28 en 89 gewijzigd. Een entiteit moet deze wijzigingen toepassen op jaarperioden die op of na 1 januari 2020 aanvangen. Eerdere toepassing is toegestaan als een entiteit tegelijkertijd ook alle andere wijzigingen toepast die zijn aangebracht bij Amendments to References to the Conceptual Framework in IFRS Standards. Een entiteit moet de wijzigingen in IAS 1 retroactief toepassen in overeenstemming met IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten. Als een entiteit echter bepaalt dat retroactieve toepassing praktisch niet haalbaar zou zijn of buitensporige kosten of inspanningen met zich mee zou brengen, moet zij de wijzigingen in IAS 1 toepassen door te verwijzen naar de alinea’s 23 tot en met 28, 50 tot en met 53 en 54F van IAS 8. |
Wijzigingen in IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten
De alinea’s 6 en 11 (b) worden gewijzigd. De voetnoten bij “alinea 25” in alinea 6 en bij alinea 11(b) worden geschrapt en er wordt een nieuwe voetnoot bij alinea 11(b) toegevoegd. De titel boven alinea 54 wordt gewijzigd en de alinea’s 54F tot en met 54G worden toegevoegd.
Definities
…
6 |
Bij de beoordeling of een weglating of onjuiste weergave invloed zou kunnen hebben op economische beslissingen van gebruikers, en daardoor van materieel belang zou zijn, moet rekening worden gehouden met de kenmerken van deze gebruikers. Gebruikers worden geacht een redelijke kennis te bezitten van het bedrijfsleven, van economische activiteiten, evenals van verslaggeving, en bereid te zijn de informatie met een redelijke mate van toewijding te bestuderen. Daarom moet bij de beoordeling rekening worden gehouden met de mate waarin redelijkerwijs verwacht kan worden dat gebruikers die aan deze omschrijving voldoen, beïnvloed kunnen worden bij het nemen van hun economische beslissingen. … |
Keuze en toepassing van grondslagen voor financiële verslaggeving
…
11 |
Bij de oordeelsvorming zoals die in alinea 10 is beschreven, moet het management gebruikmaken, en de toepasbaarheid beoordelen, van de volgende bronnen (in afnemende volgorde van betekenis):
|
† |
In alinea 54G wordt uiteengezet hoe dit vereiste wordt gewijzigd voor de saldi van een uitgestelde rekening in verband met prijsregulering. … |
Ingangsdatum en overgang
…
54F |
Amendments to References to the Conceptual Framework in IFRS Standards, uitgegeven in 2018, heeft de alinea’s 6 en 11(b) gewijzigd. Een entiteit moet deze wijzigingen toepassen op jaarperioden die op of na 1 januari 2020 aanvangen. Eerdere toepassing is toegestaan als een entiteit tegelijkertijd ook alle andere wijzigingen toepast die zijn aangebracht bij Amendments to References to the Conceptual Framework in IFRS Standards. Een entiteit moet de wijzigingen in de alinea’s 6 en 11(b) retroactief toepassen in overeenstemming met deze standaard. Als een entiteit echter bepaalt dat retroactieve toepassing praktisch niet haalbaar zou zijn of buitensporige kosten of inspanningen met zich mee zou brengen, moet zij de wijzigingen in de alinea’s 6 en 11(b) toepassen door te verwijzen naar de alinea’s 23 tot en met 28 van deze standaard. Als retroactieve toepassing van een wijziging in Amendments to References to the Conceptual Framework in IFRS Standards buitensporige kosten of inspanningen met zich mee zou brengen, moet een entiteit, bij de toepassing van de alinea’s 23 tot en met 28, elke “praktisch niet haalbaar is”, behalve in de laatste zin van alinea 27, lezen als “buitensporige kosten of inspanningen met zich meebrengt” en elke “praktisch haalbaar” als “mogelijk zonder buitensporige kosten of inspanningen”. |
54G |
Als een entiteit IFRS 14 Uitgestelde rekeningen in verband met prijsregulering niet toepast, moet de entiteit bij de toepassing van alinea 11(b) op saldi van een uitgestelde rekening in verband met prijsregulering blijven verwijzen naar en rekening houden met de toepasselijkheid van de definities, opnamecriteria en waarderingsbegrippen in het Raamwerk voor de opstelling en presentatie van jaarrekeningen* in plaats van die in het Conceptual Framework. Een saldo van een uitgestelde rekening in verband met prijsregulering is het saldo van alle lasten (of baten) die niet als een actief of een verplichting worden opgenomen in overeenstemming met andere toepasselijke IFRS-standaarden, maar door de instantie voor tariefregulering worden opgenomen of naar verwachting zullen worden opgenomen bij het vaststellen van tarieven die aan klanten kunnen worden berekend. Een instantie voor tariefregulering is een bevoegde instantie die bij wet of regelgeving is gemachtigd om het tarief of een reeks tarieven vast te stellen die bindend zijn voor een entiteit. De instantie voor tariefregulering kan een externe instantie of een verbonden partij van de entiteit zijn, met inbegrip van de eigen raad van bestuur van de entiteit, indien deze instantie bij wet of regelgeving is verplicht om tarieven vast te stellen in het belang van de klanten en om de algemene financiële draagkracht van de entiteit te waarborgen. |
* |
De verwijzing betreft het door de Board in 2001 goedgekeurde Raamwerk voor de opstelling en presentatie van jaarrekeningen van IASC. |
Wijzigingen in IAS 34 Tussentijdse financiële verslaggeving
De alinea’s 31 en 33 worden gewijzigd en alinea 58 wordt toegevoegd. De voetnoot bij “(het Raamwerk)” in alinea 31 wordt geschrapt.
Dezelfde grondslagen voor financiële verslaggeving als in de jaarrekening
…
31 |
Volgens het Conceptual Framework for Financial Reporting (Conceptual Framework) is opname het proces van het vastleggen, voor opvoering in het overzicht van de financiële positie of overzichten van de financiële prestaties, van een post die voldoet aan de definitie van een van de elementen van de jaarrekening. De definities van activa, verplichtingen, baten en lasten zijn fundamenteel voor de opname, aan het eind van zowel jaarlijkse als tussentijdse verslagperioden. … |
33 |
Een essentieel kenmerk van baten (opbrengsten) en lasten is dat de gerelateerde instroom en uitstroom van activa en verplichtingen reeds hebben plaatsgevonden. Indien deze instroom of uitstroom heeft plaatsgevonden, worden de gerelateerde opbrengsten en lasten opgenomen; in het andere geval worden ze niet opgenomen. Het Conceptual Framework laat niet toe dat posten in het overzicht van de financiële positie worden opgenomen die niet aan de definitie van actief of verplichting voldoen. … |
Ingangsdatum
…
58 |
Amendments to References to the Conceptual Framework in IFRS Standards, uitgegeven in 2018, heeft de alinea’s 31 en 33 gewijzigd. Een entiteit moet deze wijzigingen toepassen op jaarperioden die op of na 1 januari 2020 aanvangen. Eerdere toepassing is toegestaan als een entiteit tegelijkertijd ook alle andere wijzigingen toepast die zijn aangebracht bij Amendments to References to the Conceptual Framework in IFRS Standards. Een entiteit moet de wijzigingen in IAS 34 retroactief toepassen in overeenstemming met IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten. Als een entiteit echter bepaalt dat retroactieve toepassing praktisch niet haalbaar zou zijn of buitensporige kosten of inspanningen met zich mee zou brengen, moet zij de wijzigingen in IAS 34 toepassen door te verwijzen naar de alinea’s 43 tot en met 45 van deze standaard en de alinea’s 23 tot en met 28, 50 tot en met 53 en 54F van IAS 8. |
Wijziging in IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa
Aan de definitie van een verplichting in alinea 10 wordt een voetnoot toegevoegd.
* |
De definitie van een verplichting in deze standaard is niet herzien ingevolge de herziening van de definitie van een verplichting in het in 2018 uitgegeven Conceptual Framework for Financial Reporting. |
Wijziging in IAS 38 Immateriële activa
Aan de definitie van een actief in alinea 8 wordt een voetnoot toegevoegd.
* |
De definitie van een actief in deze standaard is niet herzien ingevolge de herziening van de definitie van een actief in het in 2018 uitgegeven Conceptual Framework for Financial Reporting. |
Wijziging in IFRIC 12 Dienstverlening uit hoofde van concessieovereenkomsten
De voetnoot bij het “Raamwerk voor de opstelling en presentatie van jaarrekeningen” in “Referenties” wordt gewijzigd.
* |
De verwijzing betreft het Raamwerk voor de opstelling en presentatie van de jaarrekening van IASC, dat in 2001 door de Board is goedgekeurd en van kracht was toen de Interpretatie werd ontwikkeld. |
Wijziging in IFRIC 19 Aflossing van financiële verplichtingen met eigenvermogensinstrumenten
De voetnoot bij het “Raamwerk voor de opstelling en presentatie van jaarrekeningen” in “Referenties” wordt gewijzigd.
* |
De verwijzing betreft het Raamwerk voor de opstelling en presentatie van de jaarrekening van IASC, dat in 2001 door de Board is goedgekeurd en van kracht was toen de Interpretatie werd ontwikkeld. |
Wijziging in IFRIC 20 Afgravingskosten tijdens de productiefase van een dagbouwmijn
Aan het “Conceptual Framework for Financial Reporting” in “Referenties” wordt een voetnoot toegevoegd.
* |
De verwijzing betreft het Conceptual Framework for Financial Reporting, dat in 2010 is uitgegeven en van kracht was toen de Interpretatie werd ontwikkeld. |
Wijziging in IFRIC 22 Transacties in vreemde valuta en vooruitbetalingen
Aan het “Conceptual Framework for Financial Reporting” in “Referenties” wordt een voetnoot toegevoegd.
* |
De verwijzing betreft het Conceptual Framework for Financial Reporting, dat in 2010 is uitgegeven en van kracht was toen de Interpretatie werd ontwikkeld. |
Wijzigingen in SIC-32 Immateriële activa — Kosten van websites
Alinea 5 wordt gewijzigd en de voetnoot bij het “Raamwerk” in alinea 5 wordt geschrapt. Aan het einde van de rubriek onder het kopje “Ingangsdatum” wordt een nieuwe alinea toegevoegd.
Probleemstelling
…
5 |
Deze interpretatie is niet van toepassing op uitgaven voor de aankoop, de ontwikkeling en de werking van hardware (bijvoorbeeld webservers, testomgevingen, productieservers en internetverbindingen) die vereist is voor de website. Dergelijke uitgaven worden administratief verwerkt in overeenstemming met IAS16. Voorts, indien een entiteit uitgaven doet voor het hosten van de website van de entiteit via een internetprovider, worden die uitgaven op grond van IAS 1.88 en het Conceptual Framework for Financial Reporting opgenomen als lasten op het moment dat de diensten worden ontvangen. … |
Ingangsdatum
…
Amendments to References to the Conceptual Framework in IFRS Standards, uitgegeven in 2018, heeft alinea 5 gewijzigd. Een entiteit moet deze wijziging toepassen op jaarperioden die op of na 1 januari 2020 aanvangen. Eerdere toepassing is toegestaan als een entiteit tegelijkertijd ook alle andere wijzigingen toepast die zijn aangebracht bij Amendments to References to the Conceptual Framework in IFRS Standards. Een entiteit moet de wijziging in SIC-32 retroactief toepassen in overeenstemming met IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten. Als een entiteit echter bepaalt dat retroactieve toepassing praktisch niet haalbaar zou zijn of buitensporige kosten of inspanningen met zich mee zou brengen, moet zij de wijziging in SIC-32 toepassen door te verwijzen naar de alinea’s 23 tot en met 28, 50 tot en met 53 en 54F van IAS 8.