EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019R1975

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1975 van de Commissie van 31 oktober 2019 houdende wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Unie

OJ L 308, 29.11.2019, p. 4–39 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2019/1975/oj

29.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 308/4


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1975 VAN DE COMMISSIE

van 31 oktober 2019

houdende wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Unie

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Unie (1), en met name artikel 5, lid 1, derde alinea, artikel 5 bis, lid 2, artikel 5 ter, lid 7, artikel 6, lid 5, artikel 7, lid 2, artikel 8, lid 3, derde en vierde alinea, en artikel 19, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Vanwege de vaststelling van Verordening (EU) 2018/1091 van het Europees Parlement en de Raad (2) en Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1874 van de Commissie (3), waarbij de geïntegreerde landbouwstatistieken (IFS) zijn ingevoerd, moet de typologie van de Unie voor landbouwbedrijven zoals vervat in Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 van de Commissie (4), worden aangepast.

(2)

De productierichting en de economische bedrijfsomvang moeten worden bepaald aan de hand van een economisch criterium. Daartoe moet de in artikel 5 ter, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1217/2009 bedoelde standaardopbrengst worden gebruikt en het concept “standaardopbrengstcoëfficiënt” worden ingevoerd. Deze standaardopbrengstcoëfficiënten moeten worden vastgesteld per product en overeenkomstig de lijst van variabelen van de IFS zoals vervat in bijlage III bij Verordening (EU) 2018/1091 en omschreven in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1874, en er moet een tabel van overeenstemming tussen de variabelen van de IFS en de rubrieken van het bedrijfsformulier van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (“ILB”) worden opgesteld. De relevante producten waarvoor een standaardopbrengstcoëfficiënt vereist is, moeten niet worden gespecificeerd in Verordening (EU) 2018/1091, maar in Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220.

(3)

De artikelen 11 tot en met 14 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 bevatten gedetailleerde procedures voor de forfaitaire vergoeding. Om de werkzaamheden van het boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Unie te vergemakkelijken, moeten de verplichtingen in het kader van het naar behoren invullen van de bedrijfsformulieren en in het kader van de forfaitaire vergoeding worden verduidelijkt. Daarnaast moet overeenkomstig artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1217/2009 nader worden bepaald dat de kosten voor de oprichting en de werking van het Nationaal Comité, de Streekcomités en de verbindingsorganen een zaak van de lidstaten zijn.

(4)

Omwille van een eerdere beschikbaarheid, de volledigheid en de kwaliteit van de door de lidstaten in te dienen boekhoudkundige gegevens zijn de termijnen voor de toezending van de gegevens en de procedure voor de betaling van de forfaitaire vergoeding door de Commissie geëvalueerd en er is gebleken dat deze moeten worden gewijzigd. Ze worden gekoppeld aan de termijn van levering en de volledigheid van de aan de Commissie toegezonden ILB-gegevens.

(5)

Naar aanleiding van het verzoek van Tsjechië en Denemarken om het aantal bedrijven met boekhouding en de drempelwaarde van de economische omvang vanwege structurele wijzigingen in de landbouw te wijzigen, moet het die lidstaten worden toegestaan hun keuzeschema of drempelwaarde van de economische omvang voor het boekjaar 2020 te herzien en het aantal bedrijven met boekhouding dienovereenkomstig te herverdelen of aan te passen.

(6)

Bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 bevat een tabel van overeenstemming tussen Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1874 en de ILB-bedrijfsformulieren. In deze bijlage moeten de termen “standaardopbrengst” en “standaardopbrengstcoëfficiënt” worden gedefinieerd. De overeenstemmingstabel van die bijlage moet in lijn worden gebracht met de omschrijving van variabelen in Verordening (EU) 2018/1091 en Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1874.

(7)

In bijlage VI bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 moet de wijze van berekening van de “standaardopbrengst” en de “standaardopbrengstcoëfficiënt” worden gedefinieerd. De lidstaten moeten deze berekenen voor elk relevant product en voor elke regio. De lidstaten moeten worden verplicht om hun methodiek(en) voor de berekening van hun standaardopbrengstcoëfficiënten in te dienen bij de Commissie, zodat mogelijke fouten worden voorkomen en de basis wordt gelegd voor de discussie over een gemeenschappelijke methodiek.

(8)

Bijlage VIII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 bevat de vorm en opmaak van de in de bedrijfsformulieren opgenomen boekhoudkundige gegevens. Duidelijkheidshalve moet die bijlage worden aangepast vanwege de afschaffing van de suikerquota en de daaruit voortvloeiende wijzigingen in de kennisgevingsverplichtingen van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie (5), vanwege de noodzaak om de afschrijving op “Biologische activa — gewassen” aan te passen aan de internationale standaarden voor jaarrekeningen, vanwege de noodzaak om de namen van de standaardopbrengstcoëfficiënten aan te passen aan de namen die in Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1874 worden gebruikt, en vanwege de nieuwe codes die bij Verordening (EU) 2017/2393 van het Europees Parlement en de Raad (6) zijn ingevoerd.

(9)

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

Gezien de aard van de wijzigingen moet deze verordening met ingang van boekjaar 2020 van toepassing zijn.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 6 wordt vervangen door:

Artikel 6

Standaardopbrengstcoëfficiënt en totale standaardopbrengst van een bedrijf

1.   De methode voor de berekening van de standaardopbrengstcoëfficiënt van elk kenmerkend onderdeel als bedoeld in artikel 5 ter, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1217/2009, en de procedure voor het verzamelen van de overeenkomstige gegevens zijn vastgesteld in de bijlagen IV en VI bij de onderhavige verordening.

De standaardopbrengstcoëfficiënt van de verschillende kenmerkende onderdelen van een bedrijf als bedoeld in artikel 5 ter, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1217/2009 wordt vastgesteld voor de gewas- en veekenmerken als vermeld in bijlage IV, deel B, punt I, bij de onderhavige verordening en voor elke geografische eenheid als bedoeld in bijlage VI, punt 2, onder b), bij de onderhavige verordening.

2.   De totale standaardopbrengst van een bedrijf wordt berekend door de standaardopbrengstcoëfficiënt van elke gewas- en veevariabele te vermenigvuldigen met het desbetreffende aantal eenheden.”.

2)

Aan artikel 11 wordt de volgende tweede alinea toegevoegd:

“Bureaus voor bedrijfsboekhouding en administratieve diensten die taken van deze bureaus uitvoeren, zijn ervoor verantwoordelijk dat de bedrijfsformulieren naar behoren en tijdig worden ingevuld, zodat ze binnen de in artikel 14, leden 3 en 4, van deze verordening genoemde termijnen kunnen worden ingediend bij de verbindingsorganen.”.

3)

Aan artikel 13 worden de volgende derde, vierde en vijfde alinea toegevoegd:

“De forfaitaire vergoeding vormt een bijdrage in de kosten voor het naar behoren invullen van de bedrijfsformulieren en voor verbeteringen van de termijnen, processen, systemen en procedures voor de gegevenslevering en van de algehele kwaliteit van de bedrijfsformulieren, met name door de bureaus voor bedrijfsboekhouding en administratieve diensten die taken van deze bureaus ter zake uitvoeren.

De forfaitaire vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald voor het in aanmerking komende aantal naar behoren ingevulde bedrijfsformulieren dat aan de Commissie is toegezonden, valt onder de middelen van de lidstaat en niet meer onder de middelen van de Unie.

De financiering van de kosten voor de oprichting en werking van het Nationaal Comité, de Streekcomités en de verbindingsorganen is een zaak van de lidstaten.”.

4)

In artikel 14, lid 4, wordt de eerste alinea vervangen door:

“4.   Aan de verhoging van de forfaitaire vergoeding op grond van lid 3, onder a) en b), kan 2 EUR worden toegevoegd voor het boekjaar 2018, 5 EUR voor de boekjaren 2019 en 2020 en 10 EUR vanaf het boekjaar 2021 indien de boekhoudkundige gegevens door de Commissie overeenkomstig artikel 13, eerste alinea, onder b), van deze verordening zijn geverifieerd en worden geacht naar behoren te zijn ingevuld overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1217/2009, hetzij op het moment van de indiening ervan bij de Commissie, of binnen veertig werkdagen vanaf de datum waarop de Commissie de indienende lidstaat ervan in kennis heeft gesteld dat de ingediende boekhoudkundige gegevens niet naar behoren zijn ingevuld.”.

5)

De bijlagen I, II, IV, VI en VIII worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van het boekjaar 2020.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 oktober 2019.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 328 van 15.12.2009, blz. 27.

(2)  Verordening (EU) 2018/1091 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 betreffende geïntegreerde landbouwstatistieken en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1166/2008 en (EU) nr. 1337/2011 (PB L 200 van 7.8.2018, blz. 1).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1874 van de Commissie van 29 november 2018 betreffende de gegevens die voor 2020 moeten worden verstrekt uit hoofde van Verordening (EU) 2018/1091 van het Europees Parlement en de Raad betreffende geïntegreerde landbouwstatistieken en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1166/2008 en (EU) nr. 1337/2011, met betrekking tot de lijst van variabelen en hun beschrijving (PB L 306 van 30.11.2018, blz. 14).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 van de Commissie van 3 februari 2015 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Unie (PB L 46 van 19.2.2015, blz. 1).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie van 20 april 2017 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aan de Commissie te melden informatie en documenten en tot wijziging en intrekking van diverse verordeningen van de Commissie (PB L 171 van 4.7.2017, blz. 113).

(6)  Verordening (EU) 2017/2393 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2017 tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), (EU) nr. 1306/2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, (EU) nr. 1307/2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, (EU) nr. 1308/2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en (EU) nr. 652/2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal (PB L 350 van 29.12.2017, blz. 15).


BIJLAGE

De bijlagen I, II, IV, VI en VIII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 worden als volgt gewijzigd:

(1)

in bijlage I worden de vermeldingen betreffende Tsjechië en Denemarken vervangen door:

“Tsjechië

15 000

Denemarken

25 000 ”

(2)

in bijlage II worden de vermeldingen betreffende Tsjechië en Denemarken vervangen door:

“745

TSJECHIË

1 282

370

DENEMARKEN

1 600 ”

(3)

bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:

a)

vóór deel A worden de volgende definities ingevoegd:

“De volgende definities zijn van toepassing:

a)

standaardopbrengst (SO): de standaardwaarde van de brutoproductie. De SO wordt gebruikt voor de indeling van landbouwbedrijven overeenkomstig de typologie van de Unie voor landbouwbedrijven (waarin de productierichting wordt bepaald op basis van de hoofdproductie) en voor de bepaling van de economische omvang van landbouwbedrijven.

b)

standaardopbrengstcoëfficiënt (SOC): de gemiddelde geldwaarde van de brutoproductie van elke landbouwvariabele als bedoeld in artikel 6, lid 1, die overeenstemt met de gemiddelde situatie in een bepaalde regio, per productie-eenheid. SOC’s worden berekend tegen de prijs af boerderij, in EUR per hectare gewas of in EUR per stuk vee (uitzonderingen zijn paddenstoelen (in EUR per 100m2), pluimvee (in EUR per 100 stuks) en bijen (in EUR per volk)). Btw, belastingen en subsidies zijn niet inbegrepen in de prijs af boerderij. SOC’s worden ten minste telkens geactualiseerd wanneer een Europese enquête naar de structuur van de landbouwbedrijven wordt gehouden.

c)

totale SO van een bedrijf: de som van de afzonderlijke productie-eenheden van een specifiek bedrijf, die telkens worden vermenigvuldigd met de desbetreffende SOC.”;

b)

de delen A en B worden vervangen door:

“A.   GESPECIALISEERDE BIJZONDERE PRODUCTIERICHTINGEN

Aan de bepaling van de gespecialiseerde bijzondere productierichtingen liggen twee uitgangspunten ten grondslag, namelijk:

(a)

De aard van de betrokken variabelen

De variabelen zijn ontleend aan de lijst van variabelen waarvoor bij de telling van 2020 gegevens worden verzameld: ze worden aangeduid met de code die is vermeld in de overeenstemmingstabel in deel B.I van deze bijlage, of met een code waaronder een aantal van die variabelen is gegroepeerd, voor welke codes wordt verwezen naar deel B.II van deze bijlage (1).

(b)

De voorwaarden voor de bepaling van de klassengrenzen

Tenzij anders vermeld, worden deze voorwaarden aangegeven als breuken van de totale SO van het bedrijf.

Het bedrijf mag alleen onder de desbetreffende gespecialiseerde bijzondere productierichting worden ingedeeld als aan alle voor de gespecialiseerde bijzondere productierichtingen aangegeven voorwaarden cumulatief is voldaan.

Gespecialiseerde bedrijven — gewassen

Productierichting (PR)

(* omwille van de leesbaarheid zijn de eerste zes kolommen van deze rubriek opnieuw opgevoerd in deel C van deze bijlage)

Methode voor de berekening van de gespecialiseerde bijzondere productierichtingen

INDIEN (C1) EN (C2) EN (C3), DAN (S1)

Algemeen

Omschrijving

Hoofd-PR

Omschrijving

Bijzondere specialisatie

Omschrijving

(S1)

Omschrijving van de berekening

(D1)

Code van de variabelen en voorwaarden

(zie deel B van deze bijlage)

Voorwaarde 1 (C1)

Voorwaarde 2

(C2)

Voorwaarde 3

(C3)

1

Gespecialiseerde akkerbouwbedrijven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

15

Bedrijven gespecialiseerd in de teelt van granen, oliehoudende zaden en eiwithoudende gewassen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

151

Bedrijven gespecialiseerd in de teelt van granen (andere dan rijst), oliehoudende zaden en eiwithoudende gewassen

Granen, uitgezonderd rijst, oliehoudende zaden, drooggeoogste peulvruchten en eiwithoudende gewassen voor korrelwinning > 2/3

P1 > 2/3

P15 + P16 + SO_CLND014 > 2/3

P151 + P16 + SO_CLND014 > 2/3

 

 

 

 

152

Gespecialiseerde rijstbedrijven

Rijst > 2/3

P1 > 2/3

P15 + P16 + SO_CLND014 > 2/3

SO_CLND013 > 2/3

 

 

 

 

153

Bedrijven met gecombineerde teelt van granen, oliehoudende zaden, eiwithoudende gewassen en rijst

Bedrijven die aan de voorwaarden C1 en C2 voldoen, uitgezonderd de bedrijven van de klassen 151 en 152

P1 > 2/3

P15 + P16 + SO_CLND014 > 2/3

 

 

 

16

Andere akkerbouwbedrijven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

161

Gespecialiseerde hakvruchtenbedrijven

Aardappelen, suikerbieten en andere hakvruchten, niet elders genoemd > 2/3

P1 > 2/3

P15 + P16 + SO_CLND014 ≤ 2/3

P17 > 2/3

 

 

 

 

162

Bedrijven met gecombineerde teelt van granen, oliehoudende zaden, eiwithoudende gewassen en hakvruchten

Granen, oliehoudende zaden en drooggeoogste peulvruchten en eiwithoudende gewassen voor korrelwinning > 1/3 EN hakvruchten > 1/3

P1 > 2/3

P15 + P16 + SO_CLND014 ≤ 2/3

P15 + P16 + SO_CLND014 > 1/3 EN P17 > 1/3

 

 

 

 

163

Gespecialiseerde akkerbouwgroentebedrijven

Verse groenten (inclusief meloenen) en aardbeien — akkerbouwmatig geteeld > 2/3

P1 > 2/3

P15 + P16 + SO_CLND014 ≤ 2/3

SO_CLND045 > 2/3

 

 

 

 

164

Gespecialiseerde tabakbedrijven

Tabak > 2/3

P1 > 2/3

P15 + P16 + SO_CLND014 ≤ 2/3

SO_CLND032 > 2/3

 

 

 

 

165

Gespecialiseerde katoenbedrijven

Katoen > 2/3

P1 > 2/3

P15 + P16 + SO_CLND014 ≤ 2/3

SO_CLND030 > 2/3

 

 

 

 

166

Bedrijven met diverse combinaties van akkerbouwgewassen

Bedrijven die aan de voorwaarden C1 en C2 voldoen, uitgezonderd de bedrijven van de klassen 161, 162, 163, 164 en 165

P1 > 2/3

P15 + P16 + SO_CLND014 ≤ 2/3

 

2

Gespecialiseerde tuinbouwbedrijven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

21

Gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

211

Gespecialiseerde glasgroentebedrijven

Groenten (inclusief meloenen) en aardbeien onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking > 2/3

P2 > 2/3

SO_CLND081 + SO_CLND082 > 2/3

SO_CLND081 > 2/3

 

 

 

 

212

Gespecialiseerde bedrijven bloemen en sierplanten onder glas

Bloemen en sierplanten (exclusief boomkwekerijgewassen) onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking > 2/3

P2 > 2/3

SO_CLND081 + SO_CLND082 > 2/3

SO_CLND082 > 2/3

 

 

 

 

213

Gespecialiseerde bedrijven gemengde tuinbouw onder glas

Bedrijven die aan de voorwaarden C1 en C2 voldoen, uitgezonderd die van de klassen 211 en 212

P2 > 2/3

SO_CLND081 + SO_CLND082 > 2/3

 

 

 

22

Gespecialiseerde opengrondstuinbouwbedrijven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

221

Gespecialiseerde opengrondsgroentebedrijven

Verse groenten (inclusief meloenen) en aardbeien — tuinbouwmatig geteeld > 2/3

P2 > 2/3

SO_CLND044 + SO_CLND046 > 2/3

SO_CLND044 > 2/3

 

 

 

 

222

Gespecialiseerde bedrijven bloemen en sierplanten in de open grond

Bloemen en sierplanten (exclusief boomkwekerijgewassen) > 2/3

P2 > 2/3

SO_CLND044 + SO_CLND046 > 2/3

SO_CLND046 > 2/3

 

 

 

 

223

Gespecialiseerde bedrijven gemengde tuinbouw in de open grond

Bedrijven die aan de voorwaarden C1 en C2 voldoen, uitgezonderd die van de klassen 221 en 222

P2 > 2/3

SO_CLND044 + SO_CLND046 > 2/3

 

 

 

23

Andere tuinbouwbedrijven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

231

Gespecialiseerde paddenstoelbedrijven

Paddenstoelen > 2/3

P2 > 2/3

SO_CLND044 + SO_CLND046 ≤ 2/3 EN SO_CLND081 + SO_CLND082 ≤ 2/3

SO_CLND079 > 2/3

 

 

 

 

232

Gespecialiseerde boomkwekerijbedrijven

Boomkwekerijgewassen > 2/3

P2 > 2/3

SO_CLND044 + SO_CLND046 ≤ 2/3 EN SO_CLND081 + SO_CLND082 ≤ 2/3

SO_CLND070 > 2/3

 

 

 

 

233

Bedrijven met diverse tuinbouwteelten

Bedrijven die aan de voorwaarden C1 en C2 voldoen, uitgezonderd die van de klassen 231 en 232

P2 > 2/3

SO_CLND044 + SO_CLND046 ≤ 2/3 EN SO_CLND081 + SO_CLND082 ≤ 2/3

 

3

Gespecialiseerde bedrijven blijvende teelten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

35

Gespecialiseerde bedrijven wijnbouw en druiventeelt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

351

Gespecialiseerde wijnbouwbedrijven — kwaliteitswijn

Druiven voor de productie van wijn met een beschermde oorsprongsbenaming (BOB) en druiven voor de productie van wijn met een beschermde geografische aanduiding (BGA) > 2/3

P3 > 2/3

SO_CLND062> 2/3

SO_CLND064 + SO_CLND065 > 2/3

 

 

 

 

352

Gespecialiseerde wijnbouwbedrijven — andere wijn dan kwaliteitswijn

Druiven voor de productie van andere wijn, niet elders genoemd (exclusief BOB/BGA) > 2/3

P3 > 2/3

SO_CLND062> 2/3

SO_CLND066 > 2/3

 

 

 

 

353

Gespecialiseerde bedrijven tafeldruiven

Tafeldruiven > 2/3

P3 > 2/3

SO_CLND062> 2/3

SO_CLND067 > 2/3

 

 

 

 

354

Andere bedrijven wijnbouw en druiventeelt

Bedrijven die aan de voorwaarden C1 en C2 voldoen, uitgezonderd die van de klassen 351, 352 en 353

P3 > 2/3

SO_CLND062> 2/3

 

 

 

36

Gespecialiseerde fruit- en citrusteeltbedrijven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

361

Gespecialiseerde fruitteeltbedrijven (andere vruchten dan citrusfruit, tropisch en subtropisch fruit en noten)

Fruit van gematigde breedten en kleinfruit (uitgezonderd aardbeien) > 2/3

P3 > 2/3

SO_CLND055+ SO_CLND061> 2/3

SO_CLND056_57 + SO_CLND059 > 2/3

 

 

 

 

362

Gespecialiseerde citrusteeltbedrijven

Citrusfruit > 2/3

P3 > 2/3

SO_CLND055+ SO_CLND061> 2/3

SO_CLND061> 2/3

 

 

 

 

363

Gespecialiseerde notenteeltbedrijven

Noten > 2/3

P3 > 2/3

SO_CLND055 + SO_CLND061> 2/3

SO_CLND060 > 2/3

 

 

 

 

364

Gespecialiseerde bedrijven tropisch en subtropisch fruit

Fruit van subtropische en tropische breedten > 2/3

P3 > 2/3

SO_CLND055 + SO_CLND061> 2/3

SO_CLND058 > 2/3

 

 

 

 

365

Gespecialiseerde bedrijven fruit, citrusfruit, tropisch en subtropisch fruit en noten: gemengde productie

Bedrijven die aan de voorwaarden C1 en C2 voldoen, uitgezonderd die van de klassen 361, 362, 363 en 364

P3 > 2/3

SO_CLND055 + SO_CLND061> 2/3

 

 

 

37

Gespecialiseerde olijventeeltbedrijven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

370

Gespecialiseerde olijventeeltbedrijven

Olijfboomgaarden > 2/3

P3 > 2/3

SO__CLND069 > 2/3

 

 

 

38

Bedrijven met diverse combinaties van blijvende teelten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

380

Bedrijven met diverse combinaties van blijvende teelten

Bedrijven die aan voorwaarde C1 voldoen, uitgezonderd die van de klassen 351 tot en met 370

P3 > 2/3

 

 

Gespecialiseerde bedrijven — veeteelt

Productierichting (PR)

(* omwille van de leesbaarheid zijn de eerste zes kolommen van deze rubriek opnieuw opgevoerd in deel C van deze bijlage)

Methode voor de berekening van de gespecialiseerde bijzondere productierichtingen

INDIEN (C1) EN (C2) EN (C3), DAN (S1)

Algemeen

Omschrijving

Hoofd-PR

Omschrijving

Bijzondere specialisatie

Omschrijving

(S1)

Omschrijving van de berekening

(D1)

Code van de variabelen en voorwaarden

(zie deel B van deze bijlage)

Voorwaarde 1 (C1)

Voorwaarde 2

(C2)

Voorwaarde 3

(C3)

4

Gespecialiseerde graasdierbedrijven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

45

Gespecialiseerde melkveebedrijven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

450

Gespecialiseerde melkveebedrijven

Melkkoeien > 3/4 van alle graasdieren EN graasdieren > 1/10 van de graasdieren en voedergewassen

P4 > 2/3

SO_CLVS009 + SO_CLVS011 > 3/4 GL EN GL > 1/10 P4

 

 

 

46

In jong- en vleesvee gespecialiseerde rundveebedrijven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

460

In jong- en vleesvee gespecialiseerde rundveebedrijven

Alle runderen (d.w.z. runderen jonger dan een jaar, runderen van een tot twee jaar oud en runderen van twee jaar en ouder (mannelijke dieren, vaarzen, melkkoeien, andere koeien en buffelkoeien))

> 2/3 van de graasdieren EN melkkoeien ≤ 1/10 van de graasdieren EN

graasdieren > 1/10 van de graasdieren en voedergewassen

P4 > 2/3

P46 > 2/3 GL EN SO_CLVS009 + SO_CLVS011 ≤ 1/10 GL EN GL > 1/10 P4

 

 

 

47

Rundveebedrijven: melk en jong- en mestvee gecombineerd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

470

Rundveebedrijven: melk en jong- en mestvee gecombineerd

Alle runderen > 2/3 van de graasdieren EN melkkoeien > 1/10 van de graasdieren EN graasdieren > 1/10 van de graasdieren en voedergewassen; uitgezonderd de bedrijven van klasse 450

P4 > 2/3

P46 > 2/3 GL EN SO_CLVS009 + SO_CLVS011 > 1/10 GL EN GL > 1/10 P4; uitgezonderd 450

 

 

 

48

Graasdierbedrijven: schapen, geiten en andere graasdieren

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

481

Gespecialiseerde schapenbedrijven

Schapen > 2/3 van de graasdieren EN graasdieren > 1/10 van de graasdieren en voedergewassen

P4 > 2/3

Bedrijven die aan voorwaarde C1 voldoen, uitgezonderd die van de klassen 450, 460 en 470

SO_CLVS012 > 2/3 GL EN GL > 1/10 P4

 

 

 

 

482

Bedrijven met schapen en rundvee gecombineerd

Alle runderen > 1/3 van de graasdieren EN schapen > 1/3 van de graasdieren EN graasdieren > 1/10 van de graasdieren en voedergewassen

P4 > 2/3

Bedrijven die aan voorwaarde C1 voldoen, uitgezonderd die van de klassen 450, 460 en 470

P46 > 1/3 GL EN SO_CLVS012 > 1/3 GL EN GL > 1/10 P4

 

 

 

 

483

Gespecialiseerde geitenbedrijven

Geiten > 2/3 van de graasdieren EN graasdieren > 1/10 van de graasdieren en voedergewassen

P4 > 2/3

Bedrijven die aan voorwaarde C1 voldoen, uitgezonderd die van de klassen 450, 460 en 470

SO_CLVS015 > 2/3 GL EN GL > 1/10 P4

 

 

 

 

484

Bedrijven met diverse graasdieren

Bedrijven die aan de voorwaarden C1 en C2 voldoen, uitgezonderd die van de klassen 481, 482 en 483

P4 > 2/3

Bedrijven die aan voorwaarde C1 voldoen, uitgezonderd die van de klassen 450, 460 en 470

 

5

Gespecialiseerde hokdierbedrijven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

51

Gespecialiseerde varkensbedrijven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

511

Gespecialiseerde fokvarkensbedrijven

Fokzeugen > 2/3

P5 > 2/3

P51 > 2/3

SO_CLVS019 > 2/3

 

 

 

 

512

Gespecialiseerde vleesvarkensbedrijven

Biggen en andere varkens > 2/3

P5 > 2/3

P51 > 2/3

SO_CLVS018 + SO_CLVS020 > 2/3

 

 

 

 

513

Bedrijven met fok- en vleesvarkens gecombineerd

Bedrijven die aan de voorwaarden C1 en C2 voldoen, uitgezonderd die van de klassen 511 en 512

P5 > 2/3

P51 > 2/3

 

 

 

52

Gespecialiseerde pluimveebedrijven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

521

Gespecialiseerde legkippenbedrijven

Legkippen > 2/3

P5 > 2/3

P52 > 2/3

SO_CLVS022 > 2/3

 

 

 

 

522

Gespecialiseerde slachtpluimveebedrijven

Mesthoenders en ander pluimvee > 2/3

P5 > 2/3

P52 > 2/3

SO_CLVS021 + SO_CLVS023 > 2/3

 

 

 

 

523

Bedrijven met combinaties van legkippen en slachtpluimvee

Bedrijven die aan de voorwaarden C1 en C2 voldoen, uitgezonderd die van de klassen 521 en 522

P5 > 2/3

P52 > 2/3

 

 

 

53

Andere gespecialiseerde hokdierbedrijven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

530

Andere gespecialiseerde hokdierbedrijven

Bedrijven die aan voorwaarde C1 voldoen, uitgezonderd die van de klassen 511 tot en met 523

P5 > 2/3

 

 

Gemengde bedrijven

Productierichting (PR)

(* omwille van de leesbaarheid zijn de eerste zes kolommen van deze rubriek opnieuw opgevoerd in deel C van deze bijlage)

Methode voor de berekening van de gespecialiseerde bijzondere productierichtingen

INDIEN (C1) EN (C2) EN (C3), DAN (S1)

Algemeen

Omschrijving

Hoofd-PR

Omschrijving

Bijzondere specialisatie

Omschrijving

(S1)

Omschrijving van de berekening

(D1)

Code van de variabelen en voorwaarden

(zie deel B van deze bijlage)

Voorwaarde 1 (C1)

Voorwaarde 2

(C2)

Voorwaarde 3

(C3)

6

Bedrijven met combinaties van gewassen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

61

Bedrijven met combinaties van gewassen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

611

Bedrijven met combinaties van tuinbouw en blijvende teelten

Tuinbouw > 1/3 EN meerjarige teelten > 1/3

(P1 + P2 + P3) > 2/3 EN P1 ≤ 2/3 EN P2 ≤ 2/3 EN P3 ≤ 2/3

P2 > 1/3 EN P3 > 1/3

 

 

 

 

 

612

Bedrijven met combinaties van akker- en tuinbouw

Akkerbouw > 1/3 EN tuinbouw > 1/3

(P1 + P2 + P3) > 2/3 EN P1 ≤ 2/3 EN P2 ≤ 2/3 EN P3 ≤ 2/3

P1 > 1/3 EN P2 > 1/3

 

 

 

 

 

613

Bedrijven met combinaties van akkerbouw en wijnbouw/druiventeelt

Akkerbouw > 1/3 EN wijngaarden > 1/3

(P1 + P2 + P3) > 2/3 EN P1 ≤ 2/3 EN P2 ≤ 2/3 EN P3 ≤ 2/3

P1 > 1/3 EN SO_CLND062> 1/3

 

 

 

 

 

614

Bedrijven met combinaties van akkerbouw en blijvende teelten

Akkerbouw > 1/3 EN meerjarige teelten > 1/3 EN wijngaarden ≤ 1/3

(P1 + P2 + P3) > 2/3 EN P1 ≤ 2/3 EN P2 ≤ 2/3 EN P3 ≤ 2/3

P1 > 1/3 EN P3 > 1/3 EN SO_CLND062 ≤ 1/3

 

 

 

 

 

615

Bedrijven met combinaties van gewassen (accent op akkerbouw)

Akkerbouw > 1/3 EN geen enkele andere productietak > 1/3

(P1 + P2 + P3) > 2/3 EN P1 ≤ 2/3 EN P2 ≤ 2/3 EN P3 ≤ 2/3

P1 > 1/3 EN P2 ≤ 1/3 EN P3 ≤ 1/3

 

 

 

 

 

616

Andere bedrijven met combinaties van gewassen

Bedrijven die aan de voorwaarden C1 en C2 voldoen, uitgezonderd de bedrijven van de klassen 611, 612, 613, 614 en 615

(P1 + P2 + P3) > 2/3 EN P1 ≤ 2/3 EN P2 ≤ 2/3 EN P3 ≤ 2/3

 

 

7

Bedrijven met combinaties van veeteelt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

73

Bedrijven met veeteeltcombinaties, accent op graasdieren

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

731

Bedrijven met veeteeltcombinaties, accent op melkvee

Melkvee > 1/3 van de graasdieren EN melkkoeien > 1/2 van het melkvee

P4 + P5 > 2/3 EN P4 ≤ 2/3; P5 ≤ 2/3

P4 > P5

P45 > 1/3 GL EN SO_CLVS009 + SO_CLVS011 > 1/2 P45

 

 

 

 

732

Bedrijven met veeteeltcombinaties, accent op graasdieren andere dan melkvee

Bedrijven die aan de voorwaarden C1 en C2 voldoen, uitgezonderd de bedrijven van klasse 731

P4 + P5 > 2/3 EN P4 ≤ 2/3 EN P5 ≤ 2/3

P4 > P5

 

 

 

74

Bedrijven met veeteeltcombinaties, accent op hokdieren

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

741

Bedrijven met veeteeltcombinaties: hokdieren en melkvee

Melkvee > 1/3 van de graasdieren EN hokdieren > 1/3 EN melkkoeien > 1/2 van het melkvee

P4 + P5 > 2/3 EN P4 ≤ 2/3 EN P5 ≤ 2/3

P4 ≤ P5

P45 > 1/3 GL EN P5 > 1/3 EN SO_CLVS009 + SO_CLVS011 > 1/2 P45

 

 

 

 

742

Bedrijven met veeteeltcombinaties: hokdieren en graasdieren andere dan melkvee

Bedrijven die aan de voorwaarden C1 en C2 voldoen, uitgezonderd de bedrijven van klasse 741

P4 + P5 > 2/3 EN P4 ≤ 2/3 EN P5 ≤ 2/3

P4 ≤ P5

 

8

Bedrijven met combinaties van gewassen en veeteelt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

83

Bedrijven met combinaties van akkerbouw en graasdieren

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

831

Bedrijven met combinaties van akkerbouw met melkvee

Melkvee > 1/3 van de graasdieren EN melkkoeien + buffelkoeien > 1/2 van het melkvee EN melkvee < akkerbouw

Bedrijven die niet in de klassen 151-742 of 999 vallen

P1> 1/3 EN P4 > 1/3

P45 > 1/3 GL EN SO_CLVS009 + SO_CLVS011 > 1/2 P45 EN P45 < P1

 

 

 

 

832

Bedrijven met combinaties van melkvee met akkerbouw

Melkvee > 1/3 van de graasdieren EN melkkoeien + buffelkoeien > 1/2 van het melkvee EN melkvee ≥ akkerbouw

Bedrijven die niet in de klassen 151-742 of 999 vallen

P1> 1/3 EN P4 > 1/3

P45 > 1/3 GL EN SO_CLVS009 + SO_CLVS011 > 1/2 P45 EN P45 ≥ P1

 

 

 

 

833

Bedrijven met combinaties van akkerbouw met graasdieren andere dan melkvee

Akkerbouw > graasdieren en voedergewassen; uitgezonderd de bedrijven van klasse 831

Bedrijven die niet in de klassen 151-742 of 999 vallen

P1> 1/3 EN P4 > 1/3

P1 > P4; uitgezonderd 831

 

 

 

 

834

Bedrijven met combinaties van graasdieren andere dan melkvee met akkerbouw

Bedrijven die aan de voorwaarden C1 en C2 voldoen, uitgezonderd de bedrijven van de klassen 831, 832 en 833

Bedrijven die niet in de klassen 151-742 of 999 vallen

P1> 1/3 EN P4 > 1/3

 

 

 

84

Bedrijven met diverse gewassen- en veeteeltcombinaties

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

841

Bedrijven met combinaties van akkerbouw en hokdieren

Akkerbouw > 1/3 EN hokdieren > 1/3

Bedrijven die niet in de klassen 151-742 of 999 vallen

Bedrijven die aan voorwaarde C1 voldoen, uitgezonderd de bedrijven van de klassen 831, 832, 833 en 834

P1> 1/3 EN P5 > 1/3

 

 

 

 

842

Bedrijven met combinaties van blijvende teelten en graasdieren

Meerjarige teelten > 1/3 EN graasdieren en voedergewassen > 1/3

Bedrijven die niet in de klassen 151-742 of 999 vallen

Bedrijven die aan voorwaarde C1 voldoen, uitgezonderd de bedrijven van de klassen 831, 832, 833 en 834

P3 > 1/3 EN P4 > 1/3

 

 

 

 

843

Bijenteeltbedrijven

Bijen > 2/3

Bedrijven die niet in de klassen 151-742 of 999 vallen

Bedrijven die aan voorwaarde C1 voldoen, uitgezonderd de bedrijven van de klassen 831, 832, 833 en 834

SO_CLVS030 > 2/3

 

 

 

 

844

Bedrijven met andere gewassen- en veeteeltcombinaties

Bedrijven die aan de voorwaarden C1 en C2 voldoen, uitgezonderd de bedrijven van de klassen 841, 842 en 843

Bedrijven die niet in de klassen 151-742 of 999 vallen

Bedrijven die aan voorwaarde C1 voldoen, uitgezonderd de bedrijven van de klassen 831, 832, 833 en 834

 

Niet-geclassificeerde bedrijven

Productierichting (PR)

(* omwille van de leesbaarheid zijn de eerste zes kolommen van deze rubriek opnieuw opgevoerd in deel C van deze bijlage)

Methode voor de berekening van de gespecialiseerde bijzondere productierichtingen

INDIEN (C1) EN (C2) EN (C3), DAN (S1)

Algemeen

Omschrijving

Hoofd-PR

Omschrijving

Bijzondere specialisatie

Omschrijving

(S1)

Omschrijving van de berekening

Code van de variabelen en voorwaarden

(zie deel B van deze bijlage)

Voorwaarde 1 (C1)

Voorwaarde 2

(C2)

Voorwaarde 3

(C3)

9

Niet-geclassificeerde bedrijven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

99

Niet-geclassificeerde bedrijven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

999

Niet-geclassificeerde bedrijven

Totale SO = 0

 

 

 

B.   OVEREENSTEMMINGSTABEL EN GROEPERINGSCODES

I.   Vergelijking tussen de rubrieken van de enquête 2020 van de Unie naar geïntegreerde landbouwstatistieken (“IFS 2020”) als bedoeld in Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1874, de rubrieken van de voor 2017 te verzamelen SOC’s en het bedrijfsformulier van het ILB.

Voor de toepassing van de SOC’s gelijk te stellen rubrieken

IFS-code

IFS 2020 (Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1874)

SOC-code

SOC-rubriek 2017

ILB-bedrijfsformulier

(bijlage VIII bij deze verordening)

I. Gewassen

CLND004

Zachte tarwe en spelt

SOC_CLND004

Zachte tarwe en spelt

10110. Zachte tarwe en spelt

CLND005

Harde tarwe (durum)

SOC_CLND005

Harde tarwe (durum)

10120. Harde tarwe (durum)

CLND006

Rogge en mengsels van wintergranen (mengkoren)

SOC_CLND006

Rogge en mengsels van wintergranen (mengkoren)

10130. Rogge en mengsels van wintergranen (mengkoren)

CLND007

Gerst

SOC_CLND007

Gerst

10140. Gerst

CLND008

Mengsels van haver en zomergranen (andere graanmengsels dan mengkoren)

SOC_CLND008

Mengsels van haver en zomergranen (andere graanmengsels dan mengkoren)

10150. Mengsels van haver en zomergranen (andere graanmengsels dan mengkoren)

CLND009

Korrelmaïs en zaad-spil-mengsel

SOC_CLND009

Korrelmaïs en zaad-spil-mengsel

10160. Korrelmaïs en zaad-spil-mengsel

CLND010

CLND011

CLND012

Triticale

Kafferkoren

Andere granen, niet elders genoemd (boekweit, gierst, kanariezaad enz.)

SOC_CLND010_011_012

Triticale, kafferkoren en andere granen, niet elders genoemd (boekweit, gierst, kanariezaad enz.)

10190. Triticale, kafferkoren en andere granen, niet elders genoemd (boekweit, gierst, kanariezaad enz.)

CLND013

Rijst

SOC_CLND013

Rijst

10170. Rijst

CLND014

Drooggeoogste peulvruchten en eiwithoudende gewassen voor korrelwinning (inclusief zaaizaad en mengsels van granen en peulvruchten)

SOC_CLND014

Drooggeoogste peulvruchten en eiwithoudende gewassen voor korrelwinning (inclusief zaaizaad en mengsels van granen en peulvruchten)

10210. Erwten, bonen en niet-bittere lupinen

10220. Linzen, kekers en wikke

10290. Overige eiwithoudende gewassen

CLND015

Erwten, bonen en niet-bittere lupinen

SOC_CLND015

Erwten, bonen en niet-bittere lupinen

10210. Erwten, bonen en niet-bittere lupinen

CLND017

Aardappelen (inclusief pootaardappelen)

SOC_CLND017

Aardappelen (inclusief pootaardappelen)

10300. Aardappelen (inclusief primeurs en pootaardappelen)

CLND018

Suikerbieten (exclusief zaaizaad)

SOC_CLND018

Suikerbieten (exclusief zaaizaad)

10400. Suikerbieten (exclusief zaaizaad)

CLND019

Andere hakvruchten, niet elders genoemd

SOC_CLND019

Andere hakvruchten, niet elders genoemd

10500. Andere hakvruchten, niet elders genoemd

CLND022

Kool- en raapzaad

SOC_CLND022

Kool- en raapzaad

10604. Kool- en raapzaad

CLND023

Zonnebloemzaad

SOC_CLND023

Zonnebloemzaad

10605. Zonnebloemzaad

CLND024

Sojabonen

SOC_CLND024

Sojabonen

10606. Sojabonen

CLND025

Lijnzaad

SOC_CLND025

Lijnzaad

10607. Lijnzaad

CLND026

Andere oliehoudende gewassen, niet elders genoemd

SOC_CLND026

Andere oliehoudende gewassen, niet elders genoemd

10608. Andere oliehoudende gewassen, niet elders genoemd

CLND028

Vezelvlas

SOC_CLND028

Vezelvlas

10609. Vezelvlas

CLND029

Hennep

SOC_CLND029

Hennep

10610. Hennep

CLND030

Katoen

SOC_CLND030

Katoen

10603. Katoen

CLND031

Andere vezelgewassen, niet elders genoemd

SOC_CLND031

Andere vezelgewassen, niet elders genoemd

10611. Andere vezelgewassen, niet elders genoemd

CLND032

Tabak

SOC_CLND032

Tabak

10601. Tabak

CLND033

Hop

SOC_CLND033

Hop

10602. Hop

CLND034

Aromatische planten, geneeskrachtige kruiden en specerijen

SOC_CLND034

Aromatische planten, geneeskrachtige kruiden en specerijen

10612. Aromatische planten, geneeskrachtige kruiden en specerijen

CLND035

CLND036

Energiegewassen, niet elders genoemd

Andere handelsgewassen, niet elders genoemd

SOC_CLND035_036

Energiegewassen en andere handelsgewassen, niet elders genoemd

10613. Suikerriet

10690. Energiegewassen en andere handelsgewassen, niet elders genoemd

CLND037

Groen geoogste akkerbouwgewassen

SOC_CLND037

Groen geoogste akkerbouwgewassen

 

CLND038

Tijdelijk grasland en begrazing

SOC_CLND038

Tijdelijk grasland en begrazing

10910. Tijdelijk grasland en begrazing

CLND039

Groen geoogste peulgewassen

SOC_CLND039

Groen geoogste peulgewassen

10922. Groen geoogste peulgewassen

CLND040

Voedermaïs

SOC_CLND040

Voedermaïs

10921. Voedermaïs

CLND041

CLND042

Andere groen geoogste granen (exclusief snijmaïs) Andere groen geoogste akkerbouwgewassen, niet elders genoemd

SOC_CLND041_042

Andere groen geoogste akkerbouwgewassen en granen (exclusief maïs), niet elders genoemd

10923. Andere groen geoogste akkerbouwgewassen en granen (exclusief snijmaïs), niet elders genoemd

CLND043

Verse groenten (inclusief meloenen) en aardbeien

SOC_CLND043

Verse groenten (inclusief meloenen) en aardbeien — in de openlucht

 

CLND044

Verse groenten (inclusief meloenen) en aardbeien (tuinbouwmatig geteeld)

SOC_CLND044

Verse groenten (inclusief meloenen) en aardbeien (tuinbouwmatig geteeld)

10712. Verse groenten (inclusief meloenen) en aardbeien (tuinbouwmatig geteeld)

CLND045

Verse groenten (inclusief meloenen) en aardbeien (akkerbouwmatig geteeld)

SOC_CLND045

Verse groenten (inclusief meloenen) en aardbeien (akkerbouwmatig geteeld)

10711. Verse groenten (inclusief meloenen) en aardbeien (akkerbouwmatig geteeld)

CLND046

Bloemen en sierplanten (exclusief boomkwekerijgewassen)

SOC_CLND046

Bloemen en sierplanten (exclusief boomkwekerijgewassen) — in de openlucht

10810. Bloemen en sierplanten (exclusief boomkwekerijgewassen)

CLND047

Zaai- en plantgoed

SOC_CLND047

Zaai- en plantgoed

11000. Zaaizaad en zaailingen op bouwland

CLND048

CLND083

Andere gewassen op bouwland, niet elders genoemd

Andere gewassen op bouwland onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking

SOC_CLND048_083

Andere gewassen op bouwland, niet elders genoemd, inclusief onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking

11100. Andere gewassen op bouwland, niet elders genoemd, inclusief onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking

CLND049

Braakland

SOC_CLND049

Braakland

11200. Braakland

CLND050

Blijvend grasland

SOC_CLND050

Blijvend grasland

 

CLND051

Grasland, exclusief weiden met geringe opbrengst

SOC_CLND051

Grasland, exclusief weiden met geringe opbrengst

30100. Grasland, exclusief weiden met geringe opbrengst

CLND052

Weiden met geringe opbrengst

SOC_CLND052

Weiden met geringe opbrengst

30200. Weiden met geringe opbrengst

CLND053

Blijvend grasland dat niet langer voor productiedoeleinden wordt gebruikt en voor financiële steun in aanmerking komt

SOC_CLND053

Blijvend grasland dat niet langer voor productiedoeleinden wordt gebruikt en voor financiële steun in aanmerking komt

30300. Blijvend grasland dat niet langer voor productiedoeleinden wordt gebruikt en voor financiële steun in aanmerking komt

CLND055

Fruit, kleinfruit en noten (exclusief citrusvruchten, druiven en aardbeien)

SOC_CLND055

Fruit, kleinfruit en noten (exclusief citrusvruchten, druiven en aardbeien)

 

 

 

SOC_CLND056_057

Fruit van gematigde breedten

 

CLND056

Pitvruchten

SOC_CLND056

Pitvruchten

40101. Pitvruchten

CLND057

Steenvruchten

SOC_CLND057

Steenvruchten

40102. Steenvruchten

CLND058

Fruit van subtropische en tropische breedten

SOC_CLND058

Fruit van subtropische en tropische breedten

40115. Fruit van subtropische en tropische breedten

CLND059

Kleinfruit (exclusief aardbeien)

SOC_CLND059

Kleinfruit (exclusief aardbeien)

40120. Kleinfruit (exclusief aardbeien)

CLND060

Noten

SOC_CLND060

Noten

40130. Noten

CLND061

Citrusvruchten

SOC_CLND061

Citrusvruchten

40200. Citrusvruchten

CLND062

Druiven

SOC_CLND062

Druiven

 

CLND063

Druiven voor de productie van wijn

SOC_CLND063

Druiven voor de productie van wijn

 

CLND064

Druiven voor de productie van wijn met een beschermde oorsprongsbenaming (BOB)

SOC_CLND064

Druiven voor de productie van wijn met een beschermde oorsprongsbenaming (BOB)

40411. Wijnen met beschermde oorsprongsbenaming (BOB) 40451. Druiven voor de productie van wijn met een beschermde oorsprongsbenaming (BOB)

CLND065

Druiven voor de productie van wijn met een beschermde geografische aanduiding (BGA)

SOC_CLND065

Druiven voor de productie van wijn met een beschermde geografische aanduiding (BGA)

40412. Wijnen met beschermde geografische aanduiding (BGA)

40452. Druiven voor de productie van wijn met een beschermde geografische aanduiding (BGA)

CLND066

Druiven voor de productie van andere wijn, niet elders genoemd (exclusief BOB/BGA)

SOC_CLND066

Druiven voor de productie van andere wijn, niet elders genoemd (exclusief BOB/BGA)

40420. Overige wijnen

40460. Druiven voor overige wijn

CLND067

Tafeldruiven

SOC_CLND067

Tafeldruiven

40430. Tafeldruiven

CLND068

Druiven voor de productie van rozijnen

SOC_CLND068

Druiven voor de productie van rozijnen

40440. Druiven voor de productie van rozijnen

CLND069

Olijven

SOC_CLND069

Olijven

 

 

 

SOC_CLND069A

waar gewoonlijk tafelolijven worden geproduceerd

40310. Tafelolijven

 

 

SOC_CLND069B

waar gewoonlijk olijven voor de oliewinning worden geproduceerd

40320. Olijven voor oliewinning (verkocht in de vorm van vruchten) 40330. Olijfolie

CLND070

Boomkwekerijgewassen

SOC_CLND070

Boomkwekerijgewassen

40500. Boomkwekerijgewassen

CLND071

Andere meerjarige teelten met inbegrip van andere meerjarige teelten voor menselijke consumptie

SOC_CLND071

Andere meerjarige teelten

40600. Andere meerjarige teelten

CLND072

Kerstbomen

SOC_CLND072

Kerstbomen

40610. Kerstbomen

CLND073

CLND085

Tuinen voor eigen gebruik

Andere OCG onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking, niet elders genoemd

SOC_CLND073_085

Tuinen voor eigen gebruik en andere OCG onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking, niet elders genoemd

20000. Tuinen voor eigen gebruik

CLND079

Gekweekte paddenstoelen

SOC_CLND079

Gekweekte paddenstoelen

60000. Gekweekte paddenstoelen

CLND081

Groenten (inclusief meloenen) en aardbeien onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking

SOC_CLND081

Groenten (inclusief meloenen) en aardbeien onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking

10720. Groenten (inclusief meloenen) en aardbeien onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking

CLND082

Bloemen en sierplanten (exclusief boomkwekerijgewassen) onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking

SOC_CLND082

Bloemen en sierplanten (exclusief boomkwekerijgewassen) onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking

10820. Bloemen en sierplanten (exclusief boomkwekerijgewassen) onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking

CLND084

Meerjarige teelten onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking

SOC_CLND084

Meerjarige teelten onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking

40700. Meerjarige teelten onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking

II. Vee

CLVS001

Runderen jonger dan een jaar

SOC_CLVS001

Runderen jonger dan een jaar

210. Runderen jonger dan een jaar

CLVS003

Mannelijke runderen tussen een en twee jaar oud

SOC_CLVS003

Mannelijke runderen tussen een en twee jaar oud

220. Mannelijke runderen tussen een en twee jaar oud

CLVS004

Vaarzen tussen een en twee jaar oud

SOC_CLVS004

Vaarzen tussen een en twee jaar oud

230. Vaarzen tussen een en twee jaar oud

CLVS005

Mannelijke runderen van twee jaar en ouder

SOC_CLVS005

Mannelijke runderen van twee jaar en ouder

240. Mannelijke runderen van twee jaar en ouder

CLVS007

Vaarzen van twee jaar en ouder

SOC_CLVS007

Vaarzen van twee jaar en ouder

251. Fokvaarzen

252. Mestvaarzen

CLVS008

Koeien

SOC_CLVS008

Koeien

 

CLVS009

Melkkoeien

SOC_CLVS009

Melkkoeien

261. Melkkoeien

CLVS010

Andere koeien

SOC_CLVS010

Andere koeien

269. Andere koeien

CLVS011

Buffelkoeien

SOC_CLVS011

Buffelkoeien

262. Buffelmelkkoeien

CLVS012

Schapen (alle leeftijden)

SOC_CLVS012

Schapen (alle leeftijden)

 

CLVS013

Vrouwelijke schapen voor de voortplanting

SOC_CLVS013

Vrouwelijke schapen voor de voortplanting

311. Vrouwelijke schapen voor de voortplanting

CLVS014

Andere schapen

SOC_CLVS014

Andere schapen

319. Andere schapen

CLVS015

Geiten (alle leeftijden)

SOC_CLVS015

Geiten (alle leeftijden)

 

CLVS016

Vrouwelijke geiten voor de voortplanting

SOC_CLVS016

Vrouwelijke geiten voor de voortplanting

321. Vrouwelijke geiten voor de voortplanting

CLVS017

Andere geiten

SOC_CLVS017

Andere geiten

329. Andere geiten

CLVS018

Biggen met een levend gewicht van minder dan 20 kg

SOC_CLVS018

Biggen met een levend gewicht van minder dan 20 kg

410. Biggen met een levend gewicht van minder dan 20 kg

CLVS019

Fokzeugen met een levend gewicht van 50 kg of meer

SOC_CLVS019

Fokzeugen met een levend gewicht van 50 kg of meer

420. Fokzeugen met een levend gewicht van 50 kg of meer

CLVS020

Andere varkens

SOC_CLVS020

Andere varkens

491. Mestvarkens

499. Andere varkens

CLVS021

Mesthoenders

SOC_CLVS021

Mesthoenders

510. Pluimvee — slachtkuikens

CLVS022

Legkippen

SOC_CLVS022

Legkippen

520. Legkippen

CLVS023

Ander pluimvee

SOC_CLVS023

Ander pluimvee

530. Ander pluimvee

CLVS029

Vrouwelijke konijnen voor de voortplanting

SOC_CLVS029

Vrouwelijke konijnen voor de voortplanting

610. Vrouwelijke konijnen voor de voortplanting

CLVS030

Bijen

SOC_CLVS030

Bijen

700. Bijen

II.   Codes waaronder diverse variabelen van de IFS 2020 worden gegroepeerd:

P45.

Melkvee = SO_CLVS001 (runderen jonger dan een jaar) + SO_CLVS004 (vaarzen tussen een en twee jaar oud) + SO_CLVS007 (vaarzen van twee jaar en ouder) + SO_CLVS009 (melkkoeien) + SO_CLVS011 (buffelkoeien)

P46.

Runderen = P45 (melkvee) + SO_CLVS003 (mannelijke runderen tussen een en twee jaar oud) + SO_CLVS005 (mannelijke runderen van twee jaar en ouder) + SO_CLVS010 (andere koeien)

GL

Graasdieren = P46 (runderen) + SO_CLVS013 (vrouwelijke schapen voor de voortplanting) + SO_CLVS014 (andere schapen) + SO_CLVS016 (vrouwelijke geiten voor de voortplanting) + SO_CLVS017 (andere geiten)

Indien GL = 0, DAN

FCP1

Voor verkoop bestemde voedergewassen = SO_CLND019 (andere hakvruchten, niet elders genoemd) + SO_CLND037 (groen geoogste akkerbouwgewassen) + SO_CLND051 (grasland, exclusief weiden met geringe opbrengst) + SO_CLND052 (weiden met geringe opbrengst)

EN

FCP4

Voedergewassen voor graasdieren = 0

EN

P17

Hakvruchten = SO_CLND017 (aardappelen (inclusief pootaardappelen)) + SO_CLND018 (suikerbieten (exclusief zaaizaad)) + SO_CLND019 (andere hakvruchten, niet elders genoemd)

Indien GL > 0, DAN

FCP1

Voor verkoop bestemde voedergewassen = 0

EN

FCP4

Voedergewassen voor graasdieren = SO_CLND019 (andere hakvruchten, niet elders genoemd) + SO_CLND037 (groen geoogste akkerbouwgewassen) + SO_CLND051 (grasland, exclusief weiden met geringe opbrengst) + SO_CLND052 (weiden met geringe opbrengst)

EN

P17

Hakvruchten = SO_CLND017 (aardappelen (inclusief pootaardappelen)) + SO_CLND018 (suikerbieten (exclusief zaaizaad))

P151.

Granen, uitgezonderd rijst = SO_CLND004 (zachte tarwe en spelt) + SO_CLND005 (harde tarwe (durum)) + SO_CLND006 (rogge en mengsels van wintergranen (mengkoren)) + SO_CLND007 (gerst) + SO_CLND008 (mengsels van haver en zomergranen (andere graanmengsels dan mengkoren)) + SO_CLND009 (korrelmaïs en zaad-spil-mengsel) + SO_CLND010_011_012 (triticale, kafferkoren en andere granen, niet elders genoemd (boekweit, gierst, kanariezaad enz.))

P15.

Granen = P151 (granen, uitgezonderd rijst) + SO_CLND013 (rijst)

P16.

Oliehoudende zaden = SO_CLND022 (kool- en raapzaad) + SO_CLND023 (zonnebloemzaad) + SO_CLND024 (sojabonen) + SO_CLND025 (lijnzaad) + SO_CLND026 (andere oliehoudende gewassen, niet elders genoemd)

P51.

Varkens = SO_CLVS018 (biggen met een levend gewicht van minder dan 20 kg) + SO_CLVS019 (fokzeugen met een levend gewicht van 50 kg of meer) + SO_CLVS020 (andere varkens)

P52.

Pluimvee = SO_CLVS021 (mesthoenders) + SO_CLVS022 (legkippen) + SO_CLVS023 (ander pluimvee)

P1.

Akkerbouw = P15 (granen) + SO_CLND014 (drooggeoogste peulvruchten en eiwithoudende gewassen voor korrelwinning (inclusief zaaizaad en mengsels van granen en peulvruchten)) + SO_CLND017 (aardappelen (inclusief pootaardappelen)) + SO_CLND018 (suikerbieten (exclusief zaaizaad)) + SO_CLND032 (tabak) + SO_CLND033 (hop) + SO_CLND030 (katoen) + P16 (oliehoudende zaden) + SO_CLND028 (vezelvlas) + SO_CLND029 (hennep) + SO_CLND031 (andere vezelgewassen, niet elders genoemd) + SO_CLND034 (aromatische planten, geneeskrachtige kruiden en specerijen) + SO_CLND035_036 (energiegewassen en andere handelsgewassen, niet elders genoemd) + SO_CLND045 (verse groenten (inclusief meloenen) en aardbeien (akkerbouwmatig geteeld)) + SO_CLND047 (zaai- en plantgoed) + SO_CLND048_083 (andere gewassen op bouwland, niet elders genoemd, inclusief onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking) + SO_CLND049 (braakland) + FCP1 (voor verkoop bestemde voedergewassen)

P2.

Tuinbouw = SO_CLND044 (verse groenten (inclusief meloenen) en aardbeien (tuinbouwmatig geteeld)) + SO_CLND081 (groenten (inclusief meloenen) en aardbeien onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking) + SO_CLND046 (bloemen en sierplanten (exclusief boomkwekerijgewassen)) + SO_CLND082 (bloemen en sierplanten (exclusief boomkwekerijgewassen) onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking) + SO_CLND079 (gekweekte paddenstoelen) + SO_CLND070 (boomkwekerijgewassen)

P3.

Meerjarige teelten = SO_CLND055 (fruit, kleinfruit en noten (exclusief citrusvruchten, druiven en aardbeien)) + SO_CLND061 (citrusvruchten) + SO_CLND069 (olijven) + SO_CLND062 (druiven) + SO_CLND071 (andere meerjarige teelten) + SO_CLND084 (meerjarige teelten onder glas)

P4.

Graasdieren en voedergewassen = GL (graasdieren) + FCP4 (voedergewassen voor graasdieren)

P5.

Hokdieren = P51 (varkens) + P52 (pluimvee) + SO_CLVS029 (vrouwelijke konijnen voor de voortplanting)”;

(4)

Bijlage VI wordt vervangen door:

“BIJLAGE VI

STANDAARDOPBRENGSTCOËFFICIËNTEN (SOC’S) ALS BEDOELD IN ARTIKEL 6

1.   DEFINITIE EN WIJZE VAN BEREKENING VAN DE SOC’s

a)

Bijlage IV bij deze verordening bevat de definitie van standaardopbrengst (SO), standaardopbrengstcoëfficiënt (SOC) en totale SO van een bedrijf.

b)

Productieperiode

De SOC’s hebben betrekking op een productieperiode van twaalf maanden

Voor de plantaardige en de dierlijke producten waarbij de productieduur minder of meer dan twaalf maanden bedraagt, wordt een SOC berekend die betrekking heeft op de aanwas of productie over een periode van twaalf maanden.

c)

Basisgegevens en referentieperiode

De SOC’s worden bepaald op basis van de productie per eenheid en de prijs af boerderij als omschreven in de definitie van SOC in bijlage IV. De daarvoor benodigde basisgegevens worden in de lidstaten verzameld over een referentieperiode als omschreven in artikel 4 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1198/2014 van de Commissie (*1).

d)

Eenheden

1)

Fysieke eenheden

a)

De SOC’s voor de variabelen van de plantaardige productie worden bepaald per hectare van het betrokken areaal.

b)

Voor paddenstoelen worden de SOC’s bepaald op basis van de bruto-opbrengst van alle opeenvolgende oogsten in de loop van het jaar en uitgedrukt per 100 m2 oppervlak van de bedden. Voor gebruik in het kader van het ILB worden dergelijke SOC’s voor paddenstoelen gedeeld door het krachtens artikel 8 van deze verordening aan de Commissie mee te delen aantal opeenvolgende oogsten per jaar.

c)

De SOC’s voor de variabelen van de dierlijke productie worden bepaald per dier.

d)

Uitzonderingen zijn pluimvee, waarvoor de SOC’s per honderd stuks worden bepaald, en bijen, waarvoor de SOC’s per volk worden bepaald.

2)

Munteenheden en afronding

De basisgegevens voor de bepaling van de SOC’s en de berekende SOC’s dienen te luiden in EUR. Voor de lidstaten die niet deelnemen aan de economische en monetaire unie, worden de SOC’s in EUR omgerekend met behulp van de gemiddelde wisselkoersen in de referentieperiode als omschreven in punt 1, onder c), van deze bijlage. Deze gemiddelde wisselkoersen worden berekend op basis van de door de Commissie (Eurostat) gepubliceerde officiële wisselkoersen.

In passende gevallen mogen de SOC’s op het naaste veelvoud van 5 EUR worden afgerond.

2.   UITSPLITSING VAN DE SOC’s

a)

per variabele van de plantaardige en de dierlijke productie

De SOC’s worden bepaald voor alle landbouwvariabelen van de rubrieken voor de toepassing van SOC’s zoals opgenomen in tabel B, deel I, van bijlage IV bij deze verordening.

b)

geografisch

De SOC’s worden op zijn minst bepaald op basis van geografische eenheden die bruikbaar zijn voor de IFS en voor het ILB. Deze geografische eenheden zijn alle gebaseerd op de nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) als omschreven in Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad (*2). Deze eenheden worden beschreven als een hergroepering van de NUTS 3-regio’s. Gebieden met natuurlijke beperkingen worden niet als een geografische eenheid beschouwd.

Er wordt geen SOC bepaald voor variabelen die in de betrokken regio niet van belang zijn.

3.   VERZAMELING VAN GEGEVENS VOOR DE BEPALING VAN DE SOC’s

a)

De basisgegevens voor de bepaling van de SOC’s worden ten minste telkens vernieuwd wanneer een Europese enquête naar de structuur van de landbouwbedrijven wordt gehouden in de vorm van een telling als bedoeld in artikel 5 van Verordening (EU) 2018/1091.

b)

Wanneer de IFS wordt gehouden in de vorm van een steekproefenquête als bedoeld in artikel 5 van Verordening (EU) 2018/1091, worden de SOC’s geactualiseerd:

i)

hetzij door de basisgegevens te vernieuwen op soortgelijke wijze als vermeld onder a),

ii)

hetzij door een wijzigingscoëfficiënt toe te passen waarbij de SOC’s worden geactualiseerd op basis van door de lidstaat geraamde veranderingen in de geproduceerde hoeveelheden per eenheid en in de prijzen voor elke variabele en elke regio die zich hebben voorgedaan sinds de meest recente referentieperiode als bedoeld in artikel 4 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1198/2014.

4.   UITVOERING

De lidstaten hebben tot taak overeenkomstig het bepaalde in deze bijlage de basisgegevens voor de berekening van de SOC’s te verzamelen, de SOC’s te berekenen en in EUR om te rekenen en in voorkomend geval de voor de toepassing van de actualisatiemethode benodigde gegevens te verzamelen. Met het oog op een harmonisatie van de SO-berekeningsmethodiek moeten de lidstaten hun verzamelings- en berekeningsmethodiek bij de Commissie indienen en zo nodig nader toelichten.

5.   BEHANDELING VAN BIJZONDERE GEVALLEN

Voor de berekening van de SOC’s voor bepaalde variabelen en voor de berekening van de totale SO van het bedrijf gelden de volgende bijzondere voorschriften:

a)

Braakland

De SOC voor braakland wordt slechts meegerekend in de totale SO van het bedrijf wanneer er op dat bedrijf andere positieve SOC’s zijn.

b)

Tuinen voor eigen gebruik

Aangezien de producten van tuinen voor eigen gebruik normaliter bestemd zijn voor consumptie door de bezitter en niet voor verkoop, worden de SOC’s van dergelijke tuinen geacht gelijk te zijn aan nul.

c)

Vee

Voor rundvee wordt bij de variabelen onderscheid gemaakt naar leeftijdscategorie. De opbrengst komt dan overeen met de waarde van de aanwas van het dier tijdens zijn verblijf in de betrokken categorie. Met andere woorden, de opbrengst komt overeen met het verschil tussen de waarde van het dier wanneer het de categorie verlaat en zijn waarde wanneer het de categorie binnenkomt (ook vervangingswaarde genoemd).

d)

Runderen jonger dan een jaar

SOC’s voor runderen jonger dan een jaar tellen bij de berekening van de totale SO van het bedrijf alleen mee als er op het bedrijf meer runderen jonger dan een jaar zijn dan koeien. Alleen de SOC’s voor de boventallige runderen jonger dan een jaar worden meegerekend. Voor runderen jonger dan een jaar is er slechts één SOC, ongeacht het geslacht van het dier.

e)

Andere schapen en andere geiten

De SOC’s voor andere schapen worden slechts meegerekend in de totale SO van het bedrijf wanneer er op het bedrijf geen vrouwelijke schapen voor de voortplanting zijn.

De SOC’s voor andere geiten worden slechts meegerekend in de totale SO van het bedrijf wanneer er op het bedrijf geen vrouwelijke geiten voor de voortplanting zijn.

f)

Biggen

De SOC’s voor biggen worden slechts meegerekend in de totale SO van het bedrijf wanneer er op het bedrijf geen fokzeugen zijn.

g)

Voedergewassen

Wanneer er geen graasdieren (d.w.z. runderen, schapen of geiten) op het bedrijf zijn, worden de voedergewassen (d.w.z. voederhakvruchten, groen geoogste gewassen en grasland) beschouwd als bestemd voor verkoop en maakt de opbrengst ervan deel uit van de opbrengst van de akkerbouw.

Wanneer er wel graasdieren op het bedrijf zijn, worden de voedergewassen beschouwd als bestemd voor vervoedering aan de graasdieren en maakt de opbrengst ervan deel uit van de opbrengst van de graasdieren en voedergewassen.

;

(*1)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1198/2014 van de Commissie van 1 augustus 2014 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Unie (PB L 321 van 7.11.2014, blz. 2)."

(*2)  Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1)."

(5)

bijlage VIII wordt als volgt gewijzigd:

(a)

tabel E wordt vervangen door:

“Tabel E

Quota en andere rechten

Categorie quota of rechten

Code (*)


 

 

Kolommen

Informatiegroep

Quota in eigendom

Gehuurde quota

Verhuurde quota

Belastingen

N

I

O

T

QQ

Hoeveelheid aan het einde van het boekjaar

 

 

 

-

QP

Aangekochte quota

 

-

-

-

QS

Verkochte quota

 

-

-

-

OV

Begininventaris

 

-

-

-

CV

Eindinventaris

 

-

-

-

PQ

Betalingen voor geleasete of gehuurde quota

-

 

-

-

RQ

Ontvangsten uit het leasen of verhuren van quota

-

-

 

-

TX

Belastingen

-

-

-

 


Code (*)

Omschrijving

50

Organische mest

60

Betalingsrechten in het kader van de basisbetalingsregeling

De hoeveelheden quota (quota in eigendom, gehuurde en verhuurde quota) zijn verplicht in te vullen rubrieken. Alleen de hoeveelheid aan het einde van het boekjaar wordt geregistreerd.

De waarden van quota die los kunnen worden verhandeld van de grond waaraan zij zijn gekoppeld, worden in deze tabel geboekt. Quota die niet los kunnen worden verhandeld van de grond waaraan zij zijn gekoppeld, worden uitsluitend in tabel D “Activa” geboekt. Ook quota die oorspronkelijk kosteloos zijn verkregen, moeten met hun huidige marktwaarde worden vermeld als zij los van grond verhandeld kunnen worden.

Sommige in te vullen gegevens zijn tegelijk ook, afzonderlijk of als deel van een groter geheel, begrepen in andere groepen of categorieën in de tabellen D “Activa”, H “Productiemiddelen” en/of I “Gewassen”.

De volgende categorieën moeten worden gebruikt:

50.

Organische mest

60.

Betalingsrechten in het kader van de basisbetalingsregeling

De volgende informatiegroepen moeten worden gebruikt:

E.QQ. Hoeveelheid (uitsluitend de kolommen N, I en O)

De volgende eenheden moeten worden gebruikt:

categorie 50 (organische mest): aantal dieren omgerekend met standaardomrekeningsfactoren voor de mestuitscheiding

categorie 60 (basisbetalingsregeling): het aantal rechten/are.

E.QP. Aangekochte quota (uitsluitend kolom N)

Het bedrag dat is betaald voor de aankoop tijdens het boekjaar van quota of andere rechten die los kunnen worden verhandeld van de grond waaraan zij zijn gekoppeld.

E.QS. Verkochte quota (uitsluitend kolom N)

Het bedrag dat is ontvangen voor de verkoop tijdens het boekjaar van quota of andere rechten die los kunnen worden verhandeld van de grond waaraan zij zijn gekoppeld.

E.OV. Begininventaris (uitsluitend kolom N)

De waarde op de begininventaris (huidige marktwaarde) van de hoeveelheden die het bedrijfshoofd in eigendom heeft, ongeacht of deze hoeveelheden oorspronkelijk kosteloos zijn verkregen dan wel zijn aangekocht, moet worden ingevuld indien de quota los van de betrokken grond kunnen worden verhandeld.

E.CV. Eindinventaris (uitsluitend kolom N)

De waarde op de eindinventaris (huidige marktwaarde) van de hoeveelheden die het bedrijfshoofd in eigendom heeft, ongeacht of deze hoeveelheden oorspronkelijk kosteloos zijn verkregen dan wel zijn aangekocht, moet worden ingevuld indien de quota los van de betrokken grond kunnen worden verhandeld.

E.PQ. Betalingen voor geleasete of gehuurde quota (uitsluitend kolom I)

Bedrag aan leasing- of huurkosten voor het quotum of ander recht. Ook begrepen in categorie 5070 (betaalde pacht) van tabel H “Productiemiddelen”.

E.RQ. Ontvangsten uit het leasen of verhuren van quota (uitsluitend kolom O)

Ontvangsten uit het leasen of verhuren van quota of andere rechten. Ook begrepen in categorie 90900 (“Overige”) van tabel I “Gewassen”.

E.TX. Belastingen, extra heffing (kolom T)

Betaald bedrag

KOLOMMEN IN TABEL E

Kolom N verwijst naar quota in eigendom, kolom I naar gehuurde quota, kolom O naar verhuurde quota en kolom T naar belastingen.”;

(b)

in tabel H wordt de vierde alinea vervangen door:

“Als de vermelde kosten het totale “verbruik” van productiemiddelen gedurende het boekjaar betreffen, maar niet zijn gemaakt voor productie in dat jaar, moeten de voorraadmutaties voor de productiemiddelen worden aangegeven in tabel D onder de code 1040. “Voorraden”, behalve de kosten van de veldinventaris meerjarige teelten en gewassen op stam, die moeten worden geregistreerd onder 2010. Biologische activa — gewassen”;

(c)

in tabel I wordt de tweede tabel met de gewasgroepcodes vervangen door:

Code (*)

Omschrijving

Granen voor korrelwinning (inclusief zaaizaad)

10110

Zachte tarwe en spelt

10120

Harde tarwe (durum)

10130

Rogge en mengsels van wintergranen (mengkoren)

10140

Gerst

10150

Mengsels van haver en zomergranen (andere graanmengsels dan mengkoren)

10160

Korrelmaïs en zaad-spil-mengsel

10170

Rijst

10190

Triticale, kafferkoren en andere granen, niet elders genoemd (boekweit, gierst, kanariezaad enz.)

Drooggeoogste peulvruchten en eiwithoudende gewassen voor korrelwinning (inclusief zaaizaad en mengsels van granen en peulvruchten)

10210

Erwten, bonen en niet-bittere lupinen

10220

Linzen, kekers en wikke

10290

Overige eiwithoudende gewassen

10300

Aardappelen (inclusief primeurs en pootaardappelen)

10310

— waarvan aardappelen voor zetmeelproductie

10390

— waarvan overige aardappelen

10400

Suikerbieten (exclusief zaaizaad)

10500

Andere hakvruchten, niet elders genoemd

Handelsgewassen

10601

Tabak

10602

Hop

10603

Katoen

10604

Kool- en raapzaad

10605

Zonnebloemzaad

10606

Sojabonen

10607

Lijnzaad

10608

Andere oliehoudende gewassen, niet elders genoemd

10609

Vezelvlas

10610

Hennep

10611

Andere vezelgewassen, niet elders genoemd

10612

Aromatische planten, geneeskrachtige kruiden en specerijen

10613

Suikerriet

10690

Energiegewassen en andere handelsgewassen, niet elders genoemd

Verse groenten, meloenen en aardbeien, waarvan:

Verse groenten, meloenen en aardbeien — In de openlucht of onder lage (niet-betreedbare) beschermingsafdekking

10711

Verse groenten (inclusief meloenen) en aardbeien (akkerbouwmatig geteeld)

10712

Verse groenten (inclusief meloenen) en aardbeien (tuinbouwmatig geteeld)

10720

Verse groenten (inclusief meloenen) en aardbeien onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking

Gegevens voor alle subcategorieën van “verse groenten (inclusief meloenen) en aardbeien”

10731

Bloemkool en broccoli

10732

Sla

10733

Tomaten

10734

Suikermaïs

10735

Uien

10736

Knoflook

10737

Wortelen

10738

Aardbeien

10739

Meloenen

10790

Overige groenten

Bloemen en sierplanten (exclusief boomkwekerijgewassen)

10810

Bloemen en sierplanten (exclusief boomkwekerijgewassen)

10820

Bloemen en sierplanten (exclusief boomkwekerijgewassen) onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking

Gegevens voor alle subcategorieën van “Bloemen en sierplanten (exclusief boomkwekerijgewassen)”

10830

Bloembollen en -knollen

10840

Snijbloemen, bloesems en bloemknoppen

10850

Bloemen en sierplanten

Groen geoogste gewassen

10910

Tijdelijk grasland en begrazing

Andere groen geoogste gewassen

10921

Voedermaïs

10922

Groen geoogste peulgewassen

10923

Andere groen geoogste akkerbouwgewassen en granen (exclusief snijmaïs), niet elders genoemd

Zaai- en plantgoed en andere gewassen op bouwland

11000

Zaai- en plantgoed

11100

Andere gewassen op bouwland

Braakland

11200

Braakland

Tuinen voor eigen gebruik

20000

Tuinen voor eigen gebruik

Blijvend grasland

30100

Grasland, exclusief weiden met geringe opbrengst

30200

Weiden met geringe opbrengst

30300

Blijvend grasland dat niet langer voor productiedoeleinden wordt gebruikt en voor financiële steun in aanmerking komt

Blijvende teelten

Fruit, waarvan:

40101

Pitvruchten

40111

- waarvan appelen

40112

- waarvan peren

40102

Steenvruchten

40113

- waarvan perziken en nectarines

40115

Fruit van subtropische en tropische breedten

40120

Kleinfruit (exclusief aardbeien)

40130

Noten

Citrusvruchtaanplantingen

40200

Citrusvruchten

40210

- waarvan sinaasappelen

40230

- waarvan citroenen

Olijfboomgaarden

40310

Tafelolijven

40320

Olijven voor oliewinning (verkocht in de vorm van vruchten)

40330

Olijfolie

40340

Bijproducten van de olijventeelt

Wijngaarden

40411

Wijnen met beschermde oorsprongsbenaming (BOB)

40412

Wijnen met beschermde geografische aanduiding (BGA)

40420

Overige wijnen

40430

Tafeldruiven

40440

Druiven voor de productie van rozijnen

40451

Wijndruiven voor wijn met beschermde oorsprongsbenaming (BOB)

40452

Wijndruiven voor wijn met beschermde geografische aanduiding (BGA)

40460

Druiven voor overige wijn

40470

Diverse producten van de wijnbouw: druivenmost, sap, brandewijn, wijnazijn e.a. voor zover zij op het bedrijf worden geproduceerd

40480

Bijproducten van de wijnbouw (druivenmoer, droesem enz.)

Boomkwekerijgewassen, andere meerjarige teelten, meerjarige teelten onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking en jonge aanplantingen

40500

Boomkwekerijgewassen

40600

Andere meerjarige teelten

40610

- waarvan kerstbomen

40700

Meerjarige teelten onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking

40800

Aanwas van jonge aanplantingen

Overig areaal

50100

Oppervlakte niet in gebruik zijnde cultuurgrond

50200

Bosareaal

50210

- waarvan hakhoutbosjes

50900

Andere gronden (gebouwen, erven, wegen, vijvers, steengroeven, onvruchtbare gronden, rotsen enz.)

60000

Gekweekte paddenstoelen

Overige producten en ontvangsten

90100

Ontvangsten uit het verpachten van landbouwgrond

90200

Door oogstverzekeringen betaalde vergoedingen die niet aan een specifiek gewas kunnen worden toegerekend

90300

Plantaardige bijproducten, andere dan die van de olijventeelt en de wijnbouw

90310

Stro

90320

Suikerbietenkoppen

90330

Andere bijproducten

90900

Overige”

(d)

tabel J wordt vervangen door:

“Tabel J

Dieren

Structuur van de tabel

Categorie dieren

Code (*)


 

 

Kolommen

Informatiegroep

Gemiddeld aantal

Aantal

Waarde

A

N

V

AN

Gemiddeld aantal

 

-

-

OV

Begininventaris

-

 

 

CV

Eindinventaris

-

 

 

PU

Aankopen

-

 

 

SA.

Totaal van de verkopen

-

 

 

SS

Verkopen voor de slacht

-

 

 

SR

Verkopen voor verdere opfok/fokdoeleinden

-

 

 

SU

Verkopen met onbekende bestemming

-

 

 

FC

Verbruik in de huishouding

-

 

 

FU

Intern verkeer

-

 

 


Code (*)

Omschrijving

100

Paardachtigen

210

Mannelijke en vrouwelijke runderen, jonger dan een jaar

220

Mannelijke runderen tussen een en twee jaar oud

230

Vaarzen tussen een en twee jaar oud

240

Mannelijke runderen van twee jaar en ouder

251

Fokvaarzen

252

Mestvaarzen

261

Melkkoeien

262

Buffelmelkkoeien

269

Andere koeien

311

Vrouwelijke schapen voor de voortplanting

319

Andere schapen

321

Vrouwelijke geiten voor de voortplanting

329

Andere geiten

410

Biggen met een levend gewicht van minder dan 20 kg

420

Fokzeugen met een levend gewicht van 50 kg of meer

491

Mestvarkens

499

Andere varkens

510

Pluimvee — slachtkuikens

520

Legkippen

530

Ander pluimvee

610

Vrouwelijke konijnen voor de voortplanting

699

Andere konijnen

700

Bijen

900

Andere dieren

Categorie dieren

De volgende categorieën dieren worden onderscheiden:

100.

Paardachtigen

Inclusief ren- en rijpaarden, ezels, muildieren, muilezels enz.

210.

Mannelijke en vrouwelijke runderen, jonger dan een jaar

220.

Mannelijke runderen tussen een en twee jaar oud

230.

Vaarzen tussen een en twee jaar oud

Niet inbegrepen zijn vrouwelijke runderen die reeds hebben gekalfd.

240.

Mannelijke runderen van twee jaar en ouder

251.

Fokvaarzen

Vrouwelijke runderen die ten minste twee jaar oud zijn, nog niet hebben gekalfd en voor de fokkerij zijn bestemd.

252.

Mestvaarzen

Vrouwelijke runderen die ten minste twee jaar oud zijn, nog niet hebben gekalfd en niet voor de fokkerij zijn bestemd.

261.

Melkkoeien

Vrouwelijke runderen die hebben gekalfd (inclusief die jonger dan twee jaar) en die uitsluitend of hoofdzakelijk worden gehouden voor de productie van melk, bestemd voor menselijke consumptie of voor verwerking tot zuivelproducten. Omvat afgemolken koeien.

262.

Buffelmelkkoeien

Vrouwelijke buffels die hebben gekalfd (inclusief die jonger dan twee jaar) en die uitsluitend of hoofdzakelijk worden gehouden voor de productie van melk, bestemd voor menselijke consumptie of voor verwerking tot zuivelproducten. Omvat afgemolken buffelkoeien.

269.

Andere koeien

1.

Vrouwelijke runderen die hebben gekalfd (inclusief die jonger dan twee jaar) en die uitsluitend of hoofdzakelijk voor het zogen van kalveren worden gehouden en waarvan de melk niet voor menselijke consumptie of voor verwerking tot zuivelproducten is bestemd.

2.

Werkkoeien.

3.

Uitstootkoeien (die al dan niet vóór het slachten worden gemest) uitgezonderd afgemolken koeien.

In de categorieën 210 tot en met 252 en 269 worden ook de overeenkomstige categorieën buffels opgenomen.

311.

Vrouwelijke schapen voor de voortplanting

Vrouwelijke schapen die ten minste een jaar oud zijn en voor de fokkerij zijn bestemd.

319.

Andere schapen

Schapen van alle leeftijden met uitzondering van vrouwelijke schapen voor de voortplanting

321.

Vrouwelijke geiten voor de voortplanting

329.

Andere geiten

Andere geiten dan vrouwelijke geiten voor de voortplanting.

410.

Biggen met een levend gewicht van minder dan 20 kg

Biggen van minder dan 20 kg, uitgedrukt in levend gewicht.

420.

Fokzeugen met een levend gewicht van 50 kg of meer

Fokzeugen van ten minste 50 kg. Niet inbegrepen zijn uitgeschifte zeugen (zie categorie 499 “andere varkens”).

491.

Mestvarkens

Mestvarkens met een levend gewicht van ten minste 20 kg. Niet inbegrepen zijn uitgeschifte zeugen en beren (zie categorie 499 “Andere varkens”).

499.

Andere varkens

Varkens met een levend gewicht van ten minste 20 kg met uitzondering van fokzeugen (zie categorie 420) en van mestvarkens (zie categorie 491).

510.

Pluimvee — slachtkuikens

Slachtkuikens. Niet inbegrepen zijn legkippen en oudere legkippen. Niet inbegrepen zijn eendagskuikens.

520.

Legkippen

Inbegrepen zijn jonge hennen, leghennen, oudere leghennen en fokhanen voor leghennen die als leghennen zijn gestald. Jonge hennen zijn hennen die nog niet legrijp zijn. Niet inbegrepen zijn eendagskuikens.

530.

Ander pluimvee

Omvat eenden, kalkoenen, ganzen, parelhoenders, struisvogels en fokhanen (uitgezonderd fokhanen voor leghennen). Inbegrepen zijn vrouwelijke fokdieren. Niet inbegrepen zijn eendagskuikens.

610.

Vrouwelijke konijnen voor de voortplanting

699.

Andere konijnen

700.

Bijen

Wordt uitgedrukt in bijenvolken (aantal bezette kasten of korven).

900.

Andere dieren

Omvat eendagskuikens, herten en vissen. Ook inbegrepen zijn andere voor boerderijtoerisme gebruikte dieren. Niet inbegrepen zijn de producten van deze andere dieren (zie tabel K, categorie 900).”;

(e)

in tabel M worden aan het eind van de tabel met de categorieën waaruit een keuze moet worden gemaakt, de volgende drie rijen toegevoegd:

“Code (*)

Groep

Omschrijving van de categorieën

Kolommen

N

V

T

10320

AI

Arealen met Miscanthus

 

-

-

10321

AI

Arealen met Silphium perfoliatum

 

-

-

10322

AI

Braakland met drachtplanten (bestaande uit soorten die veel pollen en nectar bevatten)

 

-

-”


(*1)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1198/2014 van de Commissie van 1 augustus 2014 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Unie (PB L 321 van 7.11.2014, blz. 2).

(*2)  Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1).”


(1)  De variabelen SO_CLND019 (andere hakvruchten, niet elders genoemd), SO_CLND037 (groen geoogste akkerbouwgewassen), SO_CLND049 (braakland), SO_CLND073_085 (tuinen voor eigen gebruik en andere OCG onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking, niet elders genoemd), SO_CLND051 (grasland, exclusief weiden met geringe opbrengst), SO_CLND052 (weiden met geringe opbrengst), SO_CLND053 (blijvend grasland dat niet langer voor productiedoeleinden wordt gebruikt en voor financiële steun in aanmerking komt), SO_CLVS001 (mannelijke en vrouwelijke runderen, jonger dan een jaar), SO_CLVS014 (andere schapen), SO_CLVS017 (andere geiten) en SO_CLVS018 (biggen met een levend gewicht van minder dan 20 kg) worden slechts onder bepaalde voorwaarden gebruikt (zie bijlage VI, punt 5).


Top