EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32019R1890
Council Regulation (EU) 2019/1890 of 11 November 2019 concerning restrictive measures in view of Turkey’s unauthorised drilling activities in the Eastern Mediterranean
Verordening (EU) 2019/1890 van de Raad van 11 november 2019 betreffende beperkende maatregelen in het licht van ongeoorloofde booractiviteiten van Turkije in het oostelijk deel van de Middellandse Zee
Verordening (EU) 2019/1890 van de Raad van 11 november 2019 betreffende beperkende maatregelen in het licht van ongeoorloofde booractiviteiten van Turkije in het oostelijk deel van de Middellandse Zee
ST/13265/2019/INIT
OJ L 291, 12.11.2019, p. 3–12
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force: This act has been changed. Current consolidated version: 13/04/2022
12.11.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 291/3 |
VERORDENING (EU) 2019/1890 VAN DE RAAD
van 11 november 2019
betreffende beperkende maatregelen in het licht van ongeoorloofde booractiviteiten van Turkije in het oostelijk deel van de Middellandse Zee
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,
Gezien Besluit (GBVB) 2019/1894 van de Raad van 11 november 2019 betreffende beperkende maatregelen in het licht van ongeoorloofde booractiviteiten van Turkije in het oostelijk deel van de Middellandse Zee (1),
Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 11 november 2019 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2019/1894 betreffende beperkende maatregelen in het licht van ongeoorloofde booractiviteiten van Turkije in het oostelijk deel van de Middellandse Zee vastgesteld. Dat besluit voorziet in de bevriezing van tegoeden en economische middelen van bepaalde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die verantwoordelijk zijn voor booractiviteiten in verband met de exploratie en productie van koolwaterstoffen of de uit die activiteiten voortvloeiende winning van koolwaterstoffen binnen de territoriale wateren of de exclusieve economische zone of op het continentaal plat van de Republiek Cyprus en waarvoor dat land geen toestemming heeft gegeven, alsook van degenen die daarbij betrokken zijn, onder meer door het plannen van, het voorbereiden van, bijvoorbeeld door middel van seismisch onderzoek, het deelnemen aan, het leiding geven aan of het verlenen van bijstand aan dergelijke activiteiten, of het verlenen van financiële, technische of materiële steun daaraan, alsook van personen die met hen geassocieerd zijn. Die natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen worden vermeld in de bijlage bij Besluit (GBVB) 2019/1894. |
(2) |
Zoals in Besluit (GBVB) 2019/1894 wordt verklaard, maken bovengenoemde booractiviteiten inbreuk op de soevereiniteit of de soevereine rechten en jurisdictie van de Republiek Cyprus in haar territoriale wateren, in haar exclusieve economische zone en op haar continentaal plat; wanneer die activiteiten plaatsvinden in gebieden waarin de exclusieve economische zone en het continentaal plat overeenkomstig het internationaal recht zijn afgebakend van een staat met een tegenoverliggende kust, ondermijnen of belemmeren ze het bereiken van een afbakeningsovereenkomst. Die acties druisen in tegen de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties, waaronder de vreedzame beslechting van geschillen, en vormen een bedreiging voor de belangen en de veiligheid van de Unie. In dat besluit wordt er tevens aan herinnerd dat de Raad met tevredenheid kennisnam van het verzoek van de regering van Cyprus om met Turkije te onderhandelen en wordt vermeld dat de afbakening van exclusieve economische zones en het continentaal plat moet worden aangepakt via dialoog en onderhandelingen te goeder trouw, met volledige inachtneming van het internationaal recht en in overeenstemming met het beginsel van goede nabuurschapsbetrekkingen. |
(3) |
Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend, in het bijzonder de rechten op een doeltreffende voorziening in rechte, op een eerlijk proces en op de bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening dient te worden toegepast overeenkomstig die rechten. |
(4) |
Met het oog op samenhang met de vaststellings-, wijzigings- en herzieningsprocedure voor de bijlage bij Besluit (GBVB) 2019/1894, dient de bevoegdheid om de lijst in bijlage I bij deze verordening vast te stellen en te wijzigen, te worden uitgeoefend door de Raad. |
(5) |
De procedure tot wijziging van de lijst in bijlage I bij deze verordening dient in te houden dat de aangewezen natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in kennis worden gesteld van de redenen voor hun plaatsing op de lijst, zodat zij opmerkingen kunnen indienen. |
(6) |
Met het oog op de uitvoering van deze verordening en een zo groot mogelijke rechtszekerheid binnen de Unie dienen de namen en andere relevante gegevens openbaar te worden gemaakt van de natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen krachtens deze verordening worden bevroren. De verwerking van de persoonsgegevens moet gebeuren overeenkomstig Verordeningen (EU) 2016/679 (2) en (EU) 2018/1725 (3) van het Europees Parlement en de Raad. |
(7) |
Deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en derhalve is EU-regelgeving noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging, om te garanderen dat ze in alle lidstaten door de marktdeelnemers uniform worden toegepast. |
(8) |
De lidstaten en de Commissie dienen elkaar in kennis te stellen van de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen, alsmede van andere relevante informatie waarover zij in verband met deze verordening beschikken. |
(9) |
De lidstaten dienen regels vast te stellen voor sancties in geval van overtreding van de bepalingen van deze verordening en zij dienen ervoor te zorgen dat die daadwerkelijk worden toegepast. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
a) |
“vordering”: elke vóór, op of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingediende eis, ook wanneer deze de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een contract of transactie, en met name:
|
b) |
“contract of transactie”: een verrichting, ongeacht haar vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dat verband worden onder “contract” tevens begrepen alle — ook de uit juridisch oogpunt op zichzelf staande — met name financiële garanties of contragaranties en kredieten, alsmede alle uit een dergelijke transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen; |
c) |
“bevoegde autoriteiten”: de bevoegde autoriteiten van de lidstaten als aangegeven op de websites die zijn opgesomd in bijlage II; |
d) |
“economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen; |
e) |
“bevriezing van economische middelen”: voorkomen dat economische middelen worden gebruikt om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door deze te verkopen, te verhuren of te verhypothekeren; |
f) |
“bevriezing van tegoeden”: voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren of gebruiken van, toegang verschaffen tot of omgaan met tegoeden met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken of bestemming of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt; |
g) |
“tegoeden”: financiële activa en voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:
|
h) |
“grondgebied van de Unie”: het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim. |
Artikel 2
1. Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn van, in het bezit zijn van of onder zeggenschap staan van in bijlage I vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen, worden bevroren.
2. Er worden geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van de in bijlage I vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen.
3. Bijlage I omvat natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvoor de Raad overeenkomstig artikel 1, lid 1, en artikel 2, lid 1, van Besluit (GBVB) 2019/1894, heeft geconstateerd dat zij:
a) |
verantwoordelijk zijn voor of betrokken zijn bij, onder meer door het plannen van, het voorbereiden van, het deelnemen aan, het leiding geven aan of het verlenen van bijstand aan booractiviteiten die verbonden zijn aan de exploratie en productie van koolwaterstoffen of de uit die activiteiten voortvloeiende winning van koolwaterstoffen die niet zijn toegestaan door de Republiek Cyprus, binnen haar territoriale wateren, haar exclusieve economische zone of op haar continentaal plat, met inbegrip van, in gevallen waarin de exclusieve economische zone of het continentaal plat niet overeenkomstig het internationaal recht is afgebakend van een staat met een tegenoverliggende kust, activiteiten die het bereiken van een afbakeningsovereenkomst kunnen ondermijnen of belemmeren; |
b) |
financiële, technische of materiële steun verlenen voor de onder punt a) bedoelde booractiviteiten die verbonden zijn aan de exploratie en productie van koolwaterstoffen of de uit die activiteiten voortvloeiende winning van koolwaterstoffen; |
c) |
geassocieerd zijn met de onder a) en b) bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen. |
Artikel 3
1. In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten, onder zodanige voorwaarden als zij geraden achten, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:
a) |
noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in bijlage I vermelde natuurlijke personen of rechtspersonen, en de gezinsleden die van deze natuurlijke personen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of nutsvoorzieningen; |
b) |
uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria of de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten; |
c) |
uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het loutere houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen; |
d) |
noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de relevante bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken vóór zij de toestemming verleent, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming dient te worden verleend, of |
e) |
gestort worden op of betaald worden van een rekening van een diplomatieke of consulaire missie of een internationale organisatie die bescherming geniet op grond van het internationaal recht, voor zover die betalingen bestemd zijn voor de officiële doelen van de diplomatieke of consulaire missie of de internationale organisatie. |
2. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken in kennis van elke toestemming die overeenkomstig lid 1 is verleend.
Artikel 4
1. In afwijking van artikel 2, lid 1, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) |
de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een arbitragebesluit dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 2 bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of het in artikel 2 bedoelde lichaam op de lijst van bijlage I werd opgenomen, dan wel van een vóór of na die datum in de Unie gegeven rechterlijke of administratieve beslissing of in de betrokken lidstaat uitvoerbare rechterlijke beslissing; |
b) |
de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend gebruikt om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijke beslissing zeker zijn gesteld of geldig zijn verklaard, binnen de grenzen gesteld door de toepasselijke wet- en regelgeving betreffende de rechten van houders van dergelijke vorderingen; |
c) |
de beslissing komt niet ten goede aan een op de lijst van bijlage I geplaatste natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam, en |
d) |
de erkenning van de beslissing is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat. |
2. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken in kennis van elke toestemming die overeenkomstig lid 1 is verleend.
Artikel 5
1. In afwijking van artikel 2, lid 1, en mits een betaling verschuldigd is door in bijlage I vermelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen op grond van een contract of overeenkomst dat of die is gesloten of een verplichting die is ontstaan vóór de datum waarop de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon of entiteit of het betrokken lichaam in bijlage I werd opgenomen, kunnen de bevoegde autoriteiten onder zodanige voorwaarden als zij geraden achten toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat:
a) |
de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een betaling door in bijlage I vermelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, en |
b) |
de betaling niet in strijd is met artikel 2, lid 2. |
2. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken in kennis van elke toestemming die overeenkomstig lid 1 is verleend.
Artikel 6
1. Artikel 2, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen die tegoeden ontvangen die door derden naar de rekening van een in bijlage I vermelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn overgemaakt, op voorwaarde dat de bijgeboekte bedragen eveneens bevroren worden. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteit onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.
2. Artikel 2, lid 2, is niet van toepassing op het overmaken op bevroren rekeningen van:
a) |
rente of andere inkomsten op die rekeningen; |
b) |
betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 2 bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon of entiteit of het in artikel 2 bedoelde lichaam werd opgenomen in bijlage I, of |
c) |
betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van rechterlijke, administratieve of arbitrale beslissingen die in een lidstaat zijn gegeven of in de betrokken lidstaat uitvoerbaar zijn; |
mits deze rente, andere inkomsten en betalingen onderworpen blijven aan de in artikel 2, lid 1, vervatte maatregelen.
Artikel 7
1. Onverminderd de geldende voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:
a) |
alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie in verband met rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 2 zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, en deze informatie, direct of via de lidstaat, aan de Commissie te doen toekomen, en |
b) |
samen te werken met de bevoegde autoriteit bij de verificatie van deze informatie. |
2. Alle rechtstreeks door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt ter beschikking gesteld van de lidstaten.
3. Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie wordt uitsluitend gebruikt voor de doeleinden waarvoor die informatie is verstrekt of ontvangen.
Artikel 8
Het is verboden om bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of gevolg hebben dat de maatregelen van artikel 2 worden omzeild.
Artikel 9
1. De bevriezing van tegoeden en economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming is met deze verordening, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die de maatregel uitvoeren, of van directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.
2. Acties van natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen geven geen aanleiding tot aansprakelijkheid van deze natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, indien zij niet wisten en niet redelijkerwijs konden vermoeden dat hun acties een inbreuk zouden vormen op de maatregelen waarin deze verordening voorziet.
Artikel 10
1. Vorderingen in verband met contracten of andere transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van onderhavige verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot schuldvergelijking of een garantievordering, met name een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, met name een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm hiervan, worden niet toegewezen indien deze vorderingen worden ingesteld door:
a) |
in bijlage I vermelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen; |
b) |
een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam, handelend voor rekening of ten behoeve van een van de onder a) bedoelde personen, entiteiten of lichamen. |
2. In procedures waartoe een vordering aanleiding geeft, wordt het bewijs dat de vordering niet op grond van lid 1 hoort te worden afgewezen, door de eisende natuurlijke persoon, rechtspersoon, de eisende entiteit of het eisende lichaam geleverd.
3. Dit artikel geldt onverminderd het recht van de in lid 1 bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen op toetsing door de rechter van de rechtmatigheid van de niet-nakoming van contractuele verplichtingen in overeenstemming met onderhavige verordening.
Artikel 11
1. De Commissie en de lidstaten stellen elkaar in kennis van de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen, en verstrekken elkaar alle relevante informatie waarover zij beschikken in verband met deze verordening, in het bijzonder informatie:
a) |
met betrekking tot middelen die zijn bevroren krachtens artikel 2 en toestemmingen die zijn verleend krachtens de artikelen 3 tot en met 5; |
b) |
met betrekking tot inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken. |
2. De lidstaten stellen elkaar en de Commissie onmiddellijk in kennis van alle andere relevante informatie waarover zij beschikken, en die van invloed kan zijn op de doeltreffende tenuitvoerlegging van deze verordening.
Artikel 12
1. Indien de Raad besluit een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam te onderwerpen aan de in artikel 3 bedoelde maatregelen, wijzigt hij bijlage I dienovereenkomstig.
2. De Raad stelt de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of het betrokken lichaam in kennis van het besluit uit hoofde van lid 1, met inbegrip van de redenen voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks (indien het adres bekend is), hetzij middels de bekendmaking van een kennisgeving, zodat die natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of dat lichaam daarover opmerkingen kan indienen.
3. Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, evalueert de Raad het in lid 1 bedoelde besluit en brengt hij de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of het betrokken lichaam daarvan op de hoogte.
4. De lijst in bijlage I wordt regelmatig, en ten minste om de twaalf maanden, geëvalueerd.
5. De Commissie is bevoegd om bijlage II te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.
Artikel 13
1. In bijlage I worden de redenen vermeld voor het op de lijst plaatsen van de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen.
2. Bijlage I bevat informatie, voor zover die beschikbaar is, die nodig is voor het identificeren van de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen en aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten en lichamen kan die informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registerinschrijving, registratienummer, en plaats van vestiging.
Artikel 14
1. De lidstaten stellen de voorschriften vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om te waarborgen dat zij ten uitvoer worden gelegd. De vastgestelde sancties dienen doeltreffend, evenredig en afschrikkend te zijn.
2. De lidstaten stellen de Commissie onverwijld na de inwerkingtreding van deze verordening in kennis van deze regels, en stellen haar in kennis van alle latere wijzigingen.
Artikel 15
1. De Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (hierna “de hoge vertegenwoordiger” genoemd) mogen voor de uitoefening van hun taken uit hoofde van deze verordening persoonsgegevens verwerken. Deze taken omvatten het volgende:
a) |
wat betreft de Raad, het opstellen en wijzigen van bijlage I; |
b) |
wat betreft de hoge vertegenwoordiger, het opstellen van wijzigingen van bijlage I; |
c) |
wat betreft de Commissie:
|
2. De Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger mogen in voorkomend geval relevante gegevens verwerken die betrekking hebben op strafbare feiten die zijn gepleegd door natuurlijke personen op de lijst, op strafrechtelijke veroordelingen van die personen of veiligheidsmaatregelen betreffende die personen, doch uitsluitend voor zover deze verwerking noodzakelijk is voor het opstellen van bijlage I.
3. Voor de toepassing van deze verordening gelden de Raad, de in bijlage II vermelde dienst van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger als “verwerkingsverantwoordelijke” in de zin van artikel 3, punt 8, van Verordening (EU) 2018/1725, teneinde te verzekeren dat de betrokken natuurlijke personen hun rechten uit hoofde van Verordening (EU) 2018/1725 kunnen uitoefenen.
Artikel 16
1. De lidstaten wijzen hun bevoegde autoriteiten aan en identificeren deze op de in bijlage II vermelde websites. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke wijziging van het adres van de in bijlage II vermelde websites van de bevoegde autoriteiten.
2. De lidstaten delen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld mede wie hun bevoegde autoriteiten zijn en hoe contact met hen kan worden opgenomen, en delen haar alle latere wijzigingen mede.
3. Waar deze verordening een meldingsplicht vaststelt, of een verplichting om de Commissie te informeren of op een andere wijze met haar te communiceren, wordt daartoe gebruikgemaakt van het adres en de andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage II.
Artikel 17
Deze verordening is van toepassing:
a) |
op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim; |
b) |
aan boord van vlieg- of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen; |
c) |
op alle zich op of buiten het grondgebied van de Unie bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn; |
d) |
op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen, binnen of buiten het grondgebied van de Unie; |
e) |
op alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties. |
Artikel 18
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 11 november 2019.
Voor de Raad
De voorzitter
F. MOGHERINI
(1) Zie bladzijde 47 van dit Publicatieblad.
(2) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(3) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
BIJLAGE I
LIJST VAN DE IN ARTIKEL 2 BEDOELDE NATUURLIJKE PERSONEN EN RECHTSPERSONEN, ENTITEITEN EN LICHAMEN
[…]
BIJLAGE II
WEBSITES VOOR INFORMATIE OVER DE BEVOEGDE AUTORITEITEN EN ADRES VOOR KENNISGEVINGEN AAN DE COMMISSIE
BELGIË
https://diplomatie.belgium.be/nl/Beleid/beleidsthemas/vrede_en_veiligheid/sancties
https://diplomatie.belgium.be/fr/politique/themes_politiques/paix_et_securite/sanctions
https://diplomatie.belgium.be/en/policy/policy_areas/peace_and_security/sanctions
BULGARIJE
https://www.mfa.bg/en/101
TSJECHIË
www.financnianalytickyurad.cz/mezinarodni-sankce.html
DENEMARKEN
http://um.dk/da/Udenrigspolitik/folkeretten/sanktioner/
DUITSLAND
http://www.bmwi.de/DE/Themen/Aussenwirtschaft/aussenwirtschaftsrecht,did=404888.html
ESTLAND
http://www.vm.ee/est/kat_622/
IERLAND
http://www.dfa.ie/home/index.aspx?id=28519
GRIEKENLAND
http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html
SPANJE
http://www.exteriores.gob.es/Portal/en/PoliticaExteriorCooperacion/GlobalizacionOportunidadesRiesgos/Paginas/SancionesInternacionales.aspx
FRANKRIJK
http://www.diplomatie.gouv.fr/fr/autorites-sanctions/
KROATIË
http://www.mvep.hr/sankcije
ITALIË
https://www.esteri.it/mae/it/politica_estera/politica_europea/misure_deroghe
CΥΡRUS
http://www.mfa.gov.cy/mfa/mfa2016.nsf/mfa35_en/mfa35_en?OpenDocument
LETLAND
http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539
LITOUWEN
http://www.urm.lt/sanctions
LUXEMBURG
https://maee.gouvernement.lu/fr/directions-du-ministere/affaires-europeennes/mesures-restrictives.html
HONGARIJE
http://www.kormany.hu/download/9/2a/f0000/EU%20szankci%C3%B3s%20t%C3%A1j%C3%A9koztat%C3%B3_20170214_final.pdf
MALTA
https://foreignaffairs.gov.mt/en/Government/SMB/Pages/Sanctions-Monitoring-Board.aspx
NEDERLAND
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-sancties
OOSTENRIJK
http://www.bmeia.gv.at/view.php3?f_id=12750&LNG=en&version=
POLEN
https://www.gov.pl/web/dyplomacja
PORTUGAL
http://www.portugal.gov.pt/pt/ministerios/mne/quero-saber-mais/sobre-o-ministerio/medidas-restritivas/medidas- restritivas.aspx
ROEMENIË
http://www.mae.ro/node/1548
SLOVENIË
https://www.gov.si/teme/omejevalni-ukrepi/
SLOWAKIJE
https://www.mzv.sk/europske_zalezitosti/europske_politiky-sankcie_eu
FINLAND
http://formin.finland.fi/kvyhteistyo/pakotteet
ZWEDEN
http://www.ud.se/sanktioner
VERENIGD KONINKRIJK
https://www.gov.uk/guidance/uk-sanctions
Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:
Europese Commissie |
1049 Brussel BELGIË |
E‐mail: relex-sanctions@ec.europa.eu