EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019R1745

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1745 van de Commissie van 13 augustus 2019 tot aanvulling en wijziging van Richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad op het gebied van oplaadpunten voor motorvoertuigen van categorie L, walstroomvoorzieningen voor binnenschepen, waterstofvoorzieningen voor het wegvervoer, aardgasvoorziening en voor het wegvervoer en de scheepvaart en tot intrekking van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/674 van de Commissie (Voor de EER relevante tekst)

OJ L 268, 22.10.2019, p. 1–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 12/04/2024; opgeheven door 32023R1804

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2019/1745/oj

22.10.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 268/1


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/1745 VAN DE COMMISSIE

van 13 augustus 2019

tot aanvulling en wijziging van Richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad op het gebied van oplaadpunten voor motorvoertuigen van categorie L, walstroomvoorzieningen voor binnenschepen, waterstofvoorzieningen voor het wegvervoer, aardgasvoorziening en voor het wegvervoer en de scheepvaart en tot intrekking van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/674 van de Commissie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (1), en met name artikel 4, lid 14, artikel 5, lid 3, en artikel 6, lid 11,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De normalisatiewerkzaamheden van de Commissie hebben tot doel ervoor te zorgen dat in Europese of internationale normen technische specificaties inzake de interoperabiliteit van oplaad- en tankpunten worden vastgesteld door de beschrijving van de vereiste technische specificaties, rekening houdend met bestaande Europese normen en gerelateerde internationale normalisatieactiviteiten.

(2)

Overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad (2), heeft de Commissie het Europees Comité voor Normalisatie (CEN) en het Europees Comité voor elektrotechnische normalisatie (Cenelec) verzocht (3) passende Europese normen (EN) te ontwikkelen en vast te stellen, of bestaande normen bij te werken, op het gebied van elektriciteitsvoorziening voor het wegvervoer, de zeevaart en de binnenvaart; waterstofvoorzieningen voor het wegvervoer; aardgasvoorzieningen, met inbegrip van biomethaanbevoorrading, voor het wegvervoer, de zeevaart en de binnenvaart.

(3)

De door CEN en Cenelec ontwikkelde normen zijn door de Europese industrie aanvaard en moeten de mobiliteit van voertuigen en vaartuigen op diverse brandstoffen in de hele Unie waarborgen. Het CEN en het Cenelec hebben de Commissie aanbevolen die normen in het Unierecht op te nemen. De in bijlage II bij Richtlijn 2014/94/EU genoemde technische specificaties moeten dienovereenkomstig worden aangevuld of gewijzigd.

(4)

De bepalingen inzake “interoperabiliteit” in de context van deze gedelegeerde verordening hebben uitsluitend betrekking op de capaciteit van oplaad- en tankstations om energie te leveren die compatibel is met alle voertuigtechnologieën om ervoor te zorgen dat voertuigen op alternatieve brandstoffen zonder belemmeringen in de hele EU kunnen worden gebruikt.

(5)

CEN en Cenelec hebben de Commissie in kennis gesteld van de normen die worden aanbevolen voor oplaadpunten voor motorvoertuigen van de categorie L. De normen EN 62196-2 “Contactstoppen, contactdozen, voertuigcontactstoppen en voertuigcontactdozen — Het via een leiding opladen van elektrische voertuigen — Eisen aan afmetingen voor de aansluitbaarheid en uitwisselbaarheid voor met pennen en bussen uitgeruste aansluitmiddelen voor gebruik met wisselspanning” en IEC 60884-1 “Contactdozen en contactstoppen voor huishoudelijk en soortgelijk gebruik — Deel 1: Algemene eisen” moeten op dergelijke oplaadpunten van toepassing zijn. Derhalve moet punt 1.5 van bijlage II bij Richtlijn 2014/94/EU dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

CEN en Cenelec hebben de Commissie in kennis gesteld van de aanbevolen normen voor walstroomvoorzieningen voor binnenschepen. De normen EN 15869-2 “Schepen voor de binnenvaart — Elektrische shore-verbinding, driefasenstroom 400 V, tot 63 A, 50 Hz, — Deel 2: Walzijdige eenheid, veiligheidseisen (wordt op dit moment gewijzigd om de stroomsterkte te verhogen van 63 tot 125 A)” en EN 16840 “Binnenvaartschepen — Elektrische walaansluiting, driefasestroom van 400 V, 50 Hz en minstens 250 A, 50 Hz” moeten op de stroomvoorziening van toepassing zijn. Derhalve moet punt 1.8 van bijlage II bij Richtlijn 2014/94/EU dienovereenkomstig worden aangevuld.

(7)

CEN en Cenelec hebben de Commissie in kennis gesteld van de normen die worden aanbevolen voor CNG-tankstations. De Europese norm EN-ISO 16923 “Aardgasvulstations — CNG stations voor het vullen van voertuigen” bestrijkt het ontwerp, de bouw, de werking, de inspectie en het onderhoud van CNG-tankstations voor voertuigen, met inbegrip van de uitrusting, veiligheid en bedieningsorganen. Deze Europese norm is ook van toepassing op de delen van een tankstation waar aardgas zich in een gasvormige toestand bevindt en waar CNG uit vloeibaar aardgas (L-CNG) wordt verkregen overeenkomstig EN ISO 16924. De norm is ook van toepassing op biomethaan, opgewaardeerde steenkoolmethaan (CBM) en gasleveringen door verdamping van LNG (ter plaatse of elders). De elementen van de norm EN ISO 16923 betreffende de interoperabiliteit van de CNG-tankstations en de voertuigen moeten van toepassing zijn op CNG-tankpunten. Derhalve moet punt 3.4 van bijlage II bij Richtlijn 2014/94/EU dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

CEN en Cenelec hebben de Commissie in kennis gesteld van de normen die worden aanbevolen voor LNG-tankstations. De huidige versie van de Europese norm EN ISO 16924 “Aardgasvulstations — LNG-stations voor het vullen van voertuigen” bestrijkt het ontwerp, de bouw, de werking, de inspectie en het onderhoud van LNG-tankstations voor voertuigen, met inbegrip van de uitrusting, veiligheid en bedieningsorganen. Deze Europese norm specificeert ook het ontwerp, de bouw, de werking, het onderhoud en de inspectie van tankstations voor het gebruik van LNG als plaatselijke bron voor het tanken van voertuigen met CNG (L-CNG-tankstations), met inbegrip van de veiligheids- en bedieningsorganen van het station en de specifieke uitrusting voor het tanken van L-CNG. De Europese norm heeft betrekking op tankstations met de volgende kenmerken: particuliere toegang; publieke toegang (selfservice of met personeel); gedoseerde en niet gedoseerde dispensers; tankstations met vaste LNG-opslag; tankstations met mobiele LNG-opslag. De huidige versie van de Europese norm EN ISO 12617 “Wegvoertuigen — Brandstofvulaansluiting voor vloeibaar aardgas (LNG) — Vulaansluiting voor 3,1 MPa” bevat specificaties voor LNG-mondstukken en -vulaansluitingen die volledig zijn vervaardigd uit nieuwe en ongebruikte onderdelen en materialen voor door LNG aangedreven wegvoertuigen. Een LNG-tankconnector, indien van toepassing, bestaat uit het aansluitpunt, de beschermkap (gemonteerd op het voertuig) en de sproeier. Deze Europese norm is alleen van toepassing op apparatuur die is ontwerpen voor een maximale bedrijfsdruk van 3,4 MPa (34 bar) voor het gebruik van LNG als voertuigbrandstof en met gestandaardiseerde koppelcomponenten. De elementen van de norm EN ISO 16924 betreffende de interoperabiliteit van de LNG-tankstations en de norm EN ISO 12617 met specificaties voor connectoren moeten van toepassing zijn op LNG-tankpunten. Derhalve moet punt 3.2 van bijlage II bij Richtlijn 2014/94/EU dienovereenkomstig worden aangevuld.

(9)

CEN en Cenelec hebben de Commissie in kennis gesteld van de normen die worden aanbevolen voor tankpunten voor binnen- en zeeschepen. In de Europese norm EN ISO 20519 “Schepen en maritieme techniek — Eisen voor bunkeren van schepen met gasmotoren” wordt een onderscheid gemaakt tussen tankpunten voor zeeschepen en binnenschepen. De LNG-tankpunten voor zeeschepen, waarop de internationale code voor de bouw en uitrusting van schepen die vloeibaar gas in bulk vervoeren (IGC-code) niet van toepassing is, moeten voldoen aan norm EN ISO 20519. LNG-tankpunten voor binnenschepen moeten echter, uitsluitend met het oog op de interoperabiliteit, voldoen aan norm EN-ISO 20519 (delen 5.3 tot en met 5.7). De Europese norm EN ISO 20519 moet van toepassing zijn op tankpunten voor zeeschepen en de delen 5.3 tot en met 5.7 van dezelfde Europese norm moeten van toepassing zijn op tankpunten voor binnenschepen. Derhalve moet punt 3.1 van bijlage II bij Richtlijn 2014/94/EU dienovereenkomstig worden aangevuld.

(10)

CEN en Cenelec hebben de Commissie in kennis gesteld van de normen die worden aanbevolen voor waterstoftankstations voor de verdeling van gasvormige waterstof en voor tankprotocollen. De huidige versie van de Europese norm EN 17127 “Tankpunten in open lucht voor gasvormige waterstof en vulprotocollen” heeft betrekking op de interoperabiliteit van het ontwerp, de bouw, de werking, de inspectie en het onderhoud van stations waar voertuigen met gasvormige waterstof worden getankt. De eisen inzake interoperabiliteit die in norm EN 17127 zijn beschreven, moeten van toepassing zijn op waterstoftankpunten en dezelfde Europese norm moet van toepassing zijn op de relevante vulprotocollen. Derhalve moeten de punten 2.1 en 2.3 van bijlage II bij Richtlijn 2014/94/EU dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(11)

CEN en Cenelec hebben de Commissie in kennis gesteld van de aanbevolen norm om de kwaliteitskenmerken te bepalen van waterstof die kan worden getankt aan waterstoftankpunten voor wegvoertuigen.. De huidige versie van de Europese norm EN 17124 “Waterstof brandstof — Productspecificatie en kwaliteitsgarantie — protonuitwisselingsmembraansystemen (PEM) brandstofceltoepassingen voor wegvoertuigen” heeft betrekking op de kwaliteitskenmerken van waterstof als brandstof en de bijbehorende kwaliteitsborging om te zorgen voor uniformiteit van het waterstofproduct voor gebruik in de protonuitwisselingsmembraansystemen (PEM) voor wegvoertuigen met een brandstofcel. De Europese norm EN 17124, waarin de kwaliteitskenmerken van waterstof die door waterstoftankpunten wordt verstrekt is gedefinieerd, moet van toepassing zijn. Derhalve moet punt 2.2 van bijlage II bij Richtlijn 2014/94/EU dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(12)

CEN en Cenelec hebben de Commissie meegedeeld dat de Europese norm EN ISO 17268 “Vulaansluitingen voor wegvoertuigen met gecomprimeerde waterstof als motorbrandstof” werd aanbevolen voor connectoren voor het tanken van motorvoertuigen met gasvormige waterstof. Daarom is het belangrijk het proces voor de certificering van connectoren voor het tanken van motorvoertuigen met gasvormige waterstof overeenkomstig norm EN ISO 17268 te voltooien. Wanneer dit proces is afgerond, moeten connectoren voor het tanken van motorvoertuigen met gasvormige waterstof voldoen aan norm EN ISO 17268. Derhalve moet punt 2.4 van bijlage II bij Richtlijn 2014/94/EU dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(13)

CEN en Cenelec hebben de Commissie meegedeeld dat de Europese norm EN ISO 14469 “Wegvoertuigen — Brandstofvulaansluiting voor gecomprimeerd aardgas (CNG)” van toepassing moet zijn op CNG-connectoren en -aansluitpunten. Derhalve moet punt 3.3 van bijlage II bij Richtlijn 2014/94/EU dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(14)

De deskundigengroep “Forum Duurzaam Vervoer” en de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) zijn geraadpleegd en hebben advies uitgebracht over de Europese normen die het voorwerp uitmaken van deze gedelegeerde verordening van de Commissie.

(15)

De Commissie dient Richtlijn 2014/94/EU dienovereenkomstig te wijzigen en aan te vullen met de verwijzingen naar de door CEN en Cenelec ontwikkelde normen.

(16)

Wanneer nieuwe technische specificaties als genoemd in bijlage II bij Richtlijn 2014/94/EU moeten worden vastgesteld, bijgewerkt of aangevuld door middel van gedelegeerde verordeningen van de Commissie, moet in een overgangsperiode van 24 maanden worden voorzien.

(17)

In deze verordening moeten de actualiseringen worden opgenomen naar aanleiding van verzoeken van enkele lidstaten op het gebied van oplaadpunten voor motorvoertuigen van categorie L, walstroomvoorzieningen voor binnenschepen en tankpunten voor LNG voor de scheepvaart, alsmede de nieuwe ontwikkelingen van CEN en Cenelec met betrekking tot normen voor de levering van aardgas en waterstof. Uitvoeringsverordening (EU) 2018/674 van de Commissie (4) moet daarom worden ingetrokken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Oplaadpunten voor motorvoertuigen van de L-categorie

Voor oplaadpunten voor motorvoertuigen van categorie L, als bedoeld in punt 1.5 van bijlage II bij Richtlijn 2014/94/EU, zijn de volgende technische specificaties van toepassing:

(1)

Om de interoperabiliteit te waarborgen, moeten openbaar toegankelijke oplaadpunten (wisselstroom) tot 3,7 kVA voor elektrische voertuigen van categorie L minstens worden uitgerust met een van de volgende:

(a)

contactdozen of voertuigconnectoren van het type 3A als beschreven in norm EN 62196-2 (voor laadmodus 3);

(b)

contactdozen die conform zijn met IEC 60884-1 (voor laadmodus 1 of 2).

(2)

Om de interoperabiliteit te waarborgen, moeten openbaar toegankelijke oplaadpunten (wisselstroom) met meer dan 3,7 kVA voor elektrische voertuigen van categorie L minstens worden uitgerust met contactdozen of voertuigconnectoren van type 2 als beschreven in norm EN 62196-2.

Artikel 2

Walstroomvoorzieningen voor binnenschepen

Voor walstroomvoorzieningen voor binnenschepen, als bedoeld in punt 1.8 van bijlage II bij Richtlijn 2014/94/EU, zijn de volgende technische specificaties van toepassing:

De walstroomvoorziening voor binnenschepen moet, afhankelijk van de energiebehoeften, voldoen aan norm EN 15869-2 of EN 16840.

Artikel 3

CNG-tankpunten voor motorvoertuigen

Voor tankpunten voor gecomprimeerd aardgas (CNG), als bedoeld in punt 3.4 van bijlage II bij Richtlijn 2014/94/EU, zijn de volgende technische specificaties van toepassing:

De vuldruk (bedrijfsdruk) moet bij 15 °C 20,0 MPa (200 bar) bedragen. Een maximale vuldruk van 26,0 MPa met temperatuurcompensatie is toegestaan overeenkomstig norm EN ISO 16923 “Aardgasvulstations — CNG stations voor het vullen van voertuigen”.

Artikel 4

LNG-tankpunten voor motorvoertuigen

Voor tankpunten voor vloeibaar aardgas (LNG), voor motorvoertuigen als bedoeld in punt 3.2 van bijlage II bij Richtlijn 2014/94/EU, zijn de volgende technische specificaties van toepassing:

De vuldruk moet lager zijn dan de maximaal toegestane bedrijfsdruk van de brandstoftank als gespecificeerd in EN ISO 16924 “Aardgasvulstations — LNG stations voor het vullen van voertuigen”.

Het connectorprofiel voldoet aan EN ISO 12617 “Wegvoertuigen -—Brandstofvulaansluiting voor vloeibaar aardgas (LNG) — Vulaansluiting voor 3,1 MPa”.

Artikel 5

Tankpunten voor binnenschepen of zeeschepen

Voor tankpunten voor binnenschepen of zeeschepen, als bedoeld in punt 3.1 van bijlage II bij Richtlijn 2014/94/EU, zijn de volgende technische specificaties van toepassing:

LNG-tankpunten voor zeeschepen die niet vallen onder de internationale code voor de bouw en uitrusting van schepen die vloeibaar gas in bulk vervoeren (IGC-code), moeten voldoen aan norm EN ISO 20519.

LNG-tankpunten voor binnenschepen moeten, uitsluitend met het oog op de interoperabiliteit, voldoen aan norm EN ISO 20519 (delen 5.3 tot en met 5.7).

Artikel 6

Bijlage II bij Richtlijn 2014/94/EU wordt als volgt gewijzigd:

(1)

Punt 2.1 wordt vervangen door:

“2.1. Waterstoftankpunten in de open lucht waar gasvormige waterstof kan worden getankt voor gebruik in motorvoertuigen moeten voldoen aan de interoperabiliteitseisen als beschreven in norm EN 17127 “tankpunten in open lucht voor gasvormige waterstof en vulprotocollen.”.

(2)

Punt 2.2 wordt vervangen door:

“2.2. De kwaliteitskenmerken van waterstof die door waterstoftankpunten wordt verstrekt voor gebruik in motorvoertuigen moeten voldoen aan de eisen als beschreven in norm EN 17124 “Waterstofbrandstof — Productspecificatie en kwaliteitsgarantie — PEM-brandstofceltoepassingen voor wegvoertuigen”; ook de methoden om te waarborgen dat aan de vereiste waterstofkwaliteit wordt voldaan, worden in die norm beschreven.”.

(3)

Punt 2.3 wordt vervangen door:

“2.3. Het tankalgoritme moet voldoen aan de eisen van norm EN 17127 “tankpunten in open lucht voor gasvormige waterstof en vulprotocollen”.”.

(4)

Punt 2.4 wordt vervangen door:

“2.4. Na afronding van de certificeringsprocessen voor connectoren die aan norm EN ISO 17268 voldoen, moeten connectoren voor het tanken van motorvoertuigen met gasvormige waterstof voldoen aan EN ISO 17268 “Vulaansluitingen voor wegvoertuigen met gasvormige waterstof als brandstof”.”.

(5)

Punt 3.3 wordt vervangen door:

“3.3. Het connectorprofiel moet voldoen aan de eisen van norm EN-ISO 14469 “Wegvoertuigen — Samengeperst aardgas (CNG) vulconnector”.”.

Artikel 7

Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/674 van de Commissie wordt ingetrokken.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij is van toepassing met ingang van 12 november 2021.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 augustus 2019.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Violeta BULC

Lid van de Commissie


(1)  PB L 307 van 28.10.2014, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).

(3)  M/533 Uitvoeringsbesluit C(2015) 1330 final van de Commissie van 12 maart 2015 betreffende een normalisatieverzoek aan de Europese normalisatie-instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad voor de opstelling van Europese normen voor infrastructuur voor alternatieve brandstoffen.

(4)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/674 van de Commissie van 17 november 2017 tot aanvulling van Richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de oplaadpunten voor motorvoertuigen van categorie L, walstroomvoorzieningen voor binnenvaartschepen en tankpunten voor LNG voor het vervoer over water, en tot wijziging van die richtlijn met betrekking tot connectoren voor motorvoertuigen voor het tanken van gasvormige waterstof (PB L 114 van 4.5.2018, blz. 1).


Top