EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019D0039

Besluit (EU) 2019/2195 van de Europese Centrale Bank van 5 december 2019 tot wijziging van Besluit ECB/2010/14 inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten (ECB/2019/39)

OJ L 330, 20.12.2019, p. 91–103 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2019/2195/oj

20.12.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 330/91


BESLUIT (EU) 2019/2195 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 5 december 2019

tot wijziging van Besluit ECB/2010/14 inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten (ECB/2019/39)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 128, lid 1,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, met name artikel 16,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Europese Centrale Bank (ECB) heeft het alleenrecht machtiging te geven tot de uitgifte van eurobankbiljetten binnen de Unie. Dit recht omvat de bevoegdheid tot het nemen van maatregelen ter bescherming van de integriteit van eurobankbiljetten als betaalmiddel. Besluit ECB/2010/14 (1) legt gemeenschappelijke regels en procedures vast inzake echtheids- en geschiktheidscontroles van eurobankbiljetten en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten. In het licht van de opgedane ervaring met de toepassing en interpretatie van Besluit ECB/2010/14 is een aantal technische wijzigingen en nadere verduidelijkingen en verbeteringen van bepaalde regels, procedures en definities noodzakelijk. Met name zijn duidelijker instructies en definities nodig met betrekking tot de gegevens die moeten worden gerapporteerd over het aantal verwerkte, niet-geschikte en opnieuw in omloop gebrachte eurobankbiljetten.

(2)

Momenteel moeten categorie 3-eurobankbiljetten onverwijld, doch niet later dan twintig werkdagen nadat zij in een bankbiljettensorteermachine zijn gestort, aan de nationale centrale banken worden overhandigd. Het sporadisch mengen van categorie 3- en categorie 4a- en 4b-eurobankbiljetten leidt tot een hoger aantal echte bankbiljetten die onnodig voor nadere analyse worden verzonden. Daarom is het noodzakelijk regels vast te stellen voor het opnieuw verwerken van categorie 3b-bankbiljetten om deze te kunnen scheiden van categorie 4a- en 4b-eurobankbiljetten.

(3)

Bijlage IV bij Besluit ECB/2010/14 zet de details uiteen van de gegevens die moeten worden verzameld bij geldverwerkers. Omwille van de duidelijkheid dienen de details van de te rapporteren gegevens verder te worden uitgewerkt om te verzekeren dat zij zo volledig en nauwkeurig mogelijk zijn.

(4)

Besluit ECB/2013/10 (2) introduceerde nieuwe regels om toekomstige series van eurobankbiljetten af te dekken en om bepaalde procedures met betrekking tot de reproductie, vervanging en het uit omloop nemen van eurobankbiljetten te verduidelijken en te verbeteren. Dientengevolge zijn ook bepaalde wijzigingen in de bepalingen van Besluit ECB/2010/14 noodzakelijk.

(5)

Besluit ECB/2010/14 moet derhalve dienovereenkomstig gewijzigd worden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Besluit ECB/2010/14 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 2, punt 13, wordt vervangen door:

“13.   “eurobankbiljetten”: bankbiljetten die voldoen aan de vereisten van Besluit ECB/2013/10 (*1), of enige rechtshandeling tot vervanging of aanvulling van dat besluit, en aan de door de Raad van bestuur vastgestelde technische specificaties.

(*1)  Besluit ECB/2013/10 van de Europese Centrale Bank van vrijdag 19 april 2013 betreffende de denominaties, specificaties, reproductie, vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (PB L 118 van 30.4.2013, blz. 37).”."

2)

Bijlage I wordt vervangen door bijlage I bij dit besluit.

3)

Bijlage IIa wordt vervangen door bijlage II bij dit besluit.

4)

Bijlage IV wordt vervangen door bijlage III bij dit besluit.

Artikel 2

Slotbepalingen

1.   Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag volgende op de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.   Geldverwerkers in een lidstaat die de euro aanneemt na de datum van vaststelling van dit besluit, passen dit besluit toe met ingang van de datum waarop de lidstaat de euro aanneemt.

Gedaan te Frankfurt am Main, 5 december 2019.

Voor de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Christine LAGARDE


(1)  Besluit ECB/2010/14 van de Europese Centrale Bank 16 september 2010 inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten (PB L 267 van 9.10.2010, blz. 1).

(2)  Besluit ECB/2013/10 van de Europese Centrale Bank van 19 april 2013 betreffende de denominaties, specificaties, reproductie, vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (PB L 118 van 30.4.2013, blz. 37).


BIJLAGE I

“BIJLAGE I

BANKBILJETTENSORTEERMACHINES

1.   Algemene technische vereisten

1.1.

Om als zodanig te kwalificeren, kan een bankbiljettensorteermachine partijen eurobankbiljetten verwerken, individuele eurobankbiljetten classificeren en eurobankbiljetten naar classificatie fysiek scheiden zonder tussenkomst van de machineoperator, zulks volgens bijlagen IIa en IIb. Met uitzondering van Coin Dispensing Machines (CDM’s) dienen bankbiljettensorteermachines het vereiste aantal specifieke uitvoerladen te hebben en/of anderszins de betrouwbare scheiding van verwerkte eurobankbiljetten te verzekeren.

1.2.

Bankbiljettensorteermachines dienen aanpasbaar te zijn opdat zij betrouwbaar nieuwe vervalsingen kunnen ontdekken. Bovendien meer of minder restrictieve geschiktheidssorteringsnormen o de machines kunnen worden ingesteld, indien toepasselijk.

2.   Categorieën bankbiljettensorteermachines

Bankbiljettensorteermachines worden hetzij door cliënten, hetzij door personeelsleden bediend:

Tabel 1

Door cliënten bediende machines

A.

door cliënten bediende machines waarin naar de cliënt te traceren geld is ingevoerd

1.

Cash-in machines (CIM’s)

Middels CIM’s kunnen cliënten met een bankpas of anderszins eurobankbiljetten op hun bankrekeningen storten, zonder dat gelduitgifte mogelijk is. CIM’s controleren eurobankbiljetten op echtheid en voorzien in tracering naar de rekeninghouder, geschiktheidscontroles zijn optioneel.

2.

Cash-recycling machines (CRM’s)

Middels CRM’s kunnen cliënten met een bankkaart of anderszins eurobankbiljetten op hun bankrekeningen storten en eurobankbiljetten van hun bankrekeningen opnemen. CRM’s controleren eurobankbiljetten op echtheid en geschiktheid met tracering naar de rekeninghouder. Voor opnamen kunnen CRM’s echt en geschikt bevonden eurobankbiljetten gebruiken die andere cliënten bij eerdere transacties hebben gestort.

3.

Combined cash-in machines (CCM’s)

Middels CCM’s kunnen cliënten met een bankpas of anderszins eurobankbiljetten op hun bankrekeningen storten en eurobankbiljetten van hun bankrekeningen opnemen. CCM’s controleren eurobankbiljetten op echtheid met tracering naar de rekeninghouder; geschiktheidscontroles zijn optioneel. Voor opnamen gebruiken CCM’s geen eurobankbiljetten die andere cliënten bij eerdere transacties hebben gestort, maar enkel eurobankbiljetten die afzonderlijk in de CCM’s zijn geladen.

B.

Cash-out machines (COM’s)

4.

Cash-out machines (COM’s)

COM’s zijn geldautomaten die eurobankbiljetten voor uitgifte aan cliënten controleren op echtheid en geschiktheid. COM’s gebruiken eurobankbiljetten die door geldverwerkers of andere geautomatiseerde systemen (bv. verkoopautomaten) in de COM’s zijn geladen.

C.

Coin Dispensing Machines

5.

Coin Dispensing Machines (CDM’s)

Middels CDM’s kunnen klanten munten verkrijgen door eurobankbiljetten in te geven. Voordat munten worden uitgegeven, stelt de CDM de echtheid van de eurobankbiljetten vast. Deze eurobankbiljetten worden niet opnieuw in omloop gebracht.

Een CRM kan worden gebruikt als een CIM of een CCM indien de detectiesystemen, software en overige componenten voor het uitvoeren van haar kernfunctionaliteiten dezelfde zijn als die van het op de ECB-website (*1) vermelde CRM-type.

Een CCM kan worden gebruikt als een CIM indien de detectiesystemen, software en overige componenten voor het uitvoeren van haar kernfunctionaliteiten dezelfde zijn als die van het op de ECB-website vermelde CCM-type.

Tabel 2

Door personeelsleden bediende machines

1.

Bankbiljettenverwerkingsmachines (Banknote processing machines — BPM’s)

BPM’s controleren eurobankbiljetten op echtheid en geschiktheid.

2.

Bankbiljettendetectiemachines (Banknote authentication machines — BAM’s)

BAM’s controleren eurobankbiljetten op echtheid.

3.

Teller assistant recycling machines (TARM’s)

TARM’s zijn door geldverwerkers bediende automaten voor het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten en die eurobankbiljeten op echtheid en geschiktheid controleren. Voor opnamen kunnen TARM’s echt en geschikt bevonden eurobankbiljetten gebruiken die andere cliënten bij eerdere transacties hebben gestort. Bovendien houden zij eurobankbiljetten in bewaring en faciliteren crediteringen en debiteringen van cliëntenbankrekeningen door geldverwerkers.

4.

Teller assistant machines (TAM’s)

TAM’s zijn door geldverwerkers bediende machines die eurobankbiljetten controleren op echtheid. Bovendien houden zij eurobankbiljetten in bewaring en faciliteren crediteringen en debiteringen van cliëntenbankrekeningen door geldverwerkers.

Door personeelsleden bediende machines moeten bankbiljetten in partijen verwerken.

Een machine die getest is en op de ECB-website as een CRM, of een CIM/CCM wordt vermeld kan als een TARM, respectievelijk een TAM worden gebruikt. In dat geval mag de machine enkel worden bediend door personeelsleden van de geldverwerker.

3.   Typen bankbiljettensorteermachines

Het Eurosysteem test typen bankbiljettensorteermachines. Typen bankbiljettensorteermachines kunnen onderling worden onderscheiden door hun specifieke detectiesystemen, software en andere componenten voor het uitvoeren van hun kernfunctionaliteiten. Dit zijn: a) de echtheidsbevinding van echte eurobankbiljetten; b) de detectie en scheiding van vermoedelijk valse eurobankbiljetten; c) de detectie en scheiding van niet-geschikte eurobankbiljetten van geschikte eurobankbiljetten, indien toepasselijk, en d) het opsporen van als vals aangemerkte exemplaren en van eurobankbiljetten die niet duidelijk echt zijn bevonden, indien van toepassing.


(*1)  www.ecb.europa.eu.”


BIJLAGE II

“BIJLAGE IIa

CLASSIFICATIE EN BEHANDELING VAN EUROBANKBILJETTEN MIDDELS DOOR CLIENTEN BEDIENDE MACHINES

Eurobankbiljetten worden in een van de volgende categorieën geclassificeerd en worden per categorie gescheiden. Machines die eurobankbiljetten niet op geschiktheid controleren, hoeven niet te onderscheiden tussen de categorieën 4a- en 4b-eurobankbiljetten.

Tabel 1

Classificatie en behandeling van eurobankbiljetten middels door cliënten bediende machines waarin naar de cliënt het traceren geld is ingevoerd

Categorie

Kenmerken

Behandeling

1.

Exemplaren niet herkend als eurobankbiljetten

Niet herkend als eurobankbiljet, omdat:

de machine geen eurobankbiljetten aanvaardt

het geen eurobankbiljet is

het op een eurobankbiljet lijkt

het een onjuiste afbeelding of formaat heeft

het grote ezelsoren of ontbrekende gedeelte(n) heeft

het een machinale invoerfout betreft

Machine retourneert aan cliënt

2.

Vermoedelijk valse eurobankbiljetten

Afbeelding en formaat herkend, maar een of meerdere door machine gecontroleerde echtheidskenmerken werden niet herkend of lagen duidelijk buiten tolerantie

Uit omloop nemen.

Samen met informatie over de rekeninghouder onverwijld, doch niet later dan twintig werkdagen na invoer in de machine voor echtheidsbevinding aan de bevoegde nationale autoriteiten afgeven Niet aan rekeninghouder crediteren.

3.

Niet duidelijk echt bevonden eurobankbiljetten

Afbeelding en formaat herkend, maar niet alle door machine gecontroleerde echtheidskenmerken werden herkend vanwege kwaliteits- en/of tolerantieafwijkingen. Veelal niet-geschikte eurobankbiljetten

Uit omloop nemen.

De eurobankbiljetten worden onverwijld, doch niet later dan twintig dagen na invoering in de machine voor echtheidsbevinding aan de NCB afgegeven.

Informatie over de rekeninghouder wordt gedurende acht weken na ontdekking van de eurobankbiljetten door de machine opgeslagen. Op verzoek wordt deze informatie aan de bevoegde nationale autoriteiten ter beschikking gesteld. In overeenstemming met de NCB kan evenwel informatie die de rekeninghouder traceert samen met de eurobankbiljetten aan die autoriteiten worden overhandigd.

Kan aan de rekeninghouder worden gecrediteerd

4a.

Echt en geschikt bevonden eurobankbiljetten

Alle door de machine uitgevoerde echtheids- en geschiktheidscontroles zijn positief

Kunnen opnieuw in omloop worden gebracht.

Aan de rekeninghouder gecrediteerd.

4b.

Echt en niet-geschikt bevonden eurobankbiljetten

Alle door de machine uitgevoerde echtheidscontroles leiden zijn positief. Een negatief resultaat bij minstens één gecontroleerd geschiktheidscriterium

Kunnen niet opnieuw in omloop worden gebracht en worden teruggestuurd naar NCB.

Aan de rekeninghouder gecrediteerd.

Specifieke tabel 1 betreffende regels:

1.

Categorie 2- en 3-eurobankbiljetten worden door een machine niet aan de cliënt geretourneerd indien de machine annulering van een storting toestaat. Dergelijke eurobankbiljetten kunnen na een geannuleerde transactie tijdelijk in de machine worden bewaard.

2.

Categorie 3-eurobankbiljetten hoeven fysiek niet te worden gescheiden van categorie 4a- of 4b-eurobankbiljetten. Indien geen fysieke scheiding plaatsvindt, blijven de afgiftetermijn voor categorie 3-, 4a- en 4b-eurobankbiljetten aan de NCB en de vereisten inzake cliëntentracering van categorie 3-eurobankbiljetten van toepassing.

3.

Categorie 3-eurobankbiljetten, ook wanneer gemengd met categorie 4a- of 4b-eurobankbiljetten, kunnen opnieuw worden verwerkt op elk type geteste en goedgekeurde bankbiljettensorteermachine. Deze bankbiljetten worden dan behandeld alsof zij door de tweede bankbiljettensorteermachine geclassificeerd zijn, waarbij de tracering naar de oorspronkelijke rekeninghouder moet worden gehandhaafd indien deze bankbiljetten worden geweigerd door de tweede machine als niet duidelijk echt bevonden eurobankbiljetten.

Tabel 2

Classificatie en behandeling van eurobankbiljetten middels cash-out machines (COM’s)

Categorie

Kenmerken

Behandeling

1.

Exemplaren niet herkend als eurobankbiljetten

Niet herkend als eurobankbiljet, omdat:

de machine geen eurobankbiljetten aanvaardt

het geen eurobankbiljet is

het op een eurobankbiljet lijkt

het een onjuiste afbeelding of formaat heeft

het exemplaar grote ezelsoren of ontbrekende gedeelte(n) heeft

het een machinale invoerfout betreft

Kunnen niet aan cliënten worden gedistribueerd

2.

Vermoedelijk valse eurobankbiljetten

Afbeelding en formaat herkend, maar een of meerdere door machine gecontroleerde echtheidskenmerken werden niet herkend of lagen duidelijk buiten tolerantie

Kunnen niet aan cliënten worden gedistribueerd.

Onverwijld, doch niet later dan twintig werkdagen na invoer in de machine voor echtheidsbevinding aan de bevoegde nationale autoriteiten afgeven, samen met informatie over de rekeninghouder, indien beschikbaar.

3.

Niet duidelijk echt bevonden eurobankbiljetten

Afbeelding en formaat herkend, maar niet alle door machine gecontroleerde echtheidskenmerken werden herkend vanwege kwaliteits- en/of tolerantieafwijkingen. Veelal niet-geschikte eurobankbiljetten

Kunnen niet aan cliënten worden gedistribueerd.

De eurobankbiljetten worden onverwijld, doch niet later dan twintig dagen na invoering in de machine voor echtheidsbevinding aan de NCB afgegeven.

4a.

Echt en geschikt bevonden eurobankbiljetten

Alle door de machine uitgevoerde echtheids- en geschiktheidscontroles zijn positief

Kunnen aan cliënten worden gedistribueerd

4b.

Echt en niet-geschikt bevonden eurobankbiljetten

Alle door de machine uitgevoerde echtheidscontroles zijn positief.

Een negatief resultaat bij minstens één gecontroleerd geschiktheidscriterium.

Kunnen niet aan cliënten worden gedistribueerd en worden teruggestuurd naar de NCB.

Specifieke tabel 2 betreffende regels:

1.

Categorie 1-, 2- en 3-eurobankbiljetten hoeven niet fysiek gescheiden te worden. Indien gemengd, dienen de drie categorieën te worden behandeld als categorie 2-eurobankbiljetten. Indien categorie 1-, 2- en 3-eurobankbiljetten op een andere bankbiljettensorteermachine of, indien een NCB daarmee instemt, door daartoe getrainde personeelsleden kunnen worden gescheiden, dienen deze biljetten overeenkomstig tabel 2 te worden behandeld.

2.

Categorie 3-eurobankbiljetten hoeven fysiek niet gescheiden te worden van categorie 4a- en 4b-eurobankbiljetten. Indien geen fysieke scheiding plaatsvindt, blijft de afgiftetermijn voor de gemengde categorie 3-, 4a- en 4b-eurobankbiljetten zoals bepaald voor categorie 3-eurobankbiljetten van toepassing.

3.

Categorie 3-eurobankbiljetten, ook wanneer vermengd met categorie 4a- of 4b-eurobankbiljetten, kunnen opnieuw worden verwerkt op elk type geteste en goedgekeurde bankbiljettensorteermachine. Deze bankbiljetten worden behandeld alsof zij zijn geclassificeerd door de tweede bankbiljettensorteermachine.

Tabel 3

Classificatie en behandeling van eurobankbiljetten middels Coin Dispensing Machines — CDM’s

CDM’s moeten de voor echtheidsbevinding ontvangen bankbiljetten controleren en de vermoedelijke valse eurobankbiljetten bewaren, maar hoeven deze niet fysiek per categorie te scheiden.

Vermoedelijke valse eurobankbiljetten moeten onverwijld, doch uiterlijk twintig werkdagen na herkenning door de machine aan de bevoegde nationale autoriteiten worden afgegeven samen met informatie over de rekeninghouder, indien beschikbaar.

De door een CDM ontvangen bankbiljetten kunnen opnieuw worden verwerkt op elk type geteste en goedgekeurde bankbiljettensorteermachine. De informatie over de rekeninghouder van exemplaren die als categorie 2 of categorie 3 zijn geclassificeerd tijdens het opnieuw verwerken worden behouden, indien beschikbaar.


BIJLAGE III

BIJLAGE IV

GEGEVENSVERZAMELING BIJ GELDVERWERKERS

1.   Doelstellingen

De gegevensverzameling beoogt de nationale centrale banken (NCB’s) en de Europese Centrale Bank (ECB) in staat te stellen de relevante activiteiten van geldverwerkers en ontwikkelingen in de geldcirculatie te volgen.

2.   Algemene beginselen

2.1.

Gegevens inzake bankbiljettensorteermachines moeten worden gerapporteerd indien de machines worden gebruikt om aan dit besluit te voldoen. Coin Dispensing Machines (CDM’s) zijn uitgesloten van de rapportageverplichtingen.

2.2.

Geldverwerkers verstrekken de NCB van hun lidstaat regelmatig:

informatie inzake vestigingen waar contanten worden verwerkt, zoals filialen, en

informatie inzake bankbiljettensorteermachines en geldautomaten.

2.3.

Bovendien verstrekken geldverwerkers die middels bankbiljettensorteermachines en geldautomaten eurobankbiljetten opnieuw in omloop brengen aan de NCB van hun lidstaat:

informatie inzake het volume van middels bankbiljettensorteermachines en geldautomaten uitgevoerde cashtransacties (aantal verwerkte eurobankbiljetten), en

informatie betreffende verafgelegen filialen van kredietinstellingen met een zeer laag aantal cashtransacties, waar geschiktheidscontroles manueel worden uitgevoerd.

3.   Soort gegevens en rapportaverplichtingen

3.1.

Afhankelijk van hun aard worden verzamelde gegevens ingedeeld in stamgegevens en operationele gegevens.

Stamgegevens

3.2.

Stamgegevens omvatten informatie inzake: a) de individuele geldverwerkers en hun bankbiljettensorteermachines en operationele geldautomaten, en b) verafgelegen filialen van kredietinstellingen.

3.3.

Stamgegevens worden op de datum van toepassing van dit besluit aan de NCB en vervolgens elke zes maanden verstrekt. De in het template in aanhangsel 1 opgesomde gegevens moeten worden verstrekt, ook al kan de NCB verstrekking in een ander formaat verlangen.

3.4.

Een NCB kan besluiten om voor controledoeleinden gegevens op locaal niveau te verzamelen, bijvoorbeeld bij filialen.

3.5.

Een NCB kan van geldverwerkers verlangen aan te geven welke cash-recycling machines (CRM’s) worden gebruikt als gecombineerde cash-in-machines (CCM’s), respectievelijk cash-in-machines (CIM’s) en welke CCM’s als CIM’s worden gebruikt.

3.6.

De in het template van aanhangsel 3 opgesomde gegevens inzake verafgelegen filialen moeten worden verstrekt, ook al kan de NCB verstrekking in een ander formaat verlangen.

Operationele gegevens

3.7.

Gegevens inzake het verwerken en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten door geldverwerkers worden als operationele gegevens ingedeeld.

3.8.

Een NCB kan de in artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad (1) genoemde economische actoren uitsluiten van de rapportageverplichting inzake operationele gegevens, indien het aantal door hen middels geldautomaten opnieuw in omloop gebrachte eurobankbiljetten onder een door de NCB vastgestelde drempel ligt.

3.9.

Gegevens worden elke zes maanden verstrekt. Ten laatste twee maanden na de betrokken rapportageperiode, d.w.z. eind februari en eind augustus, worden de gegevens aan de NCB gerapporteerd. Gegevens kunnen worden aangeleverd middels het template in aanhangsel 2. Gedurende een overgangsperiode kunnen NCB’s maandelijkse rapportage, indien dit het geval was voor de inwerkingtreding van dit besluit, of kwartaalsgewijze rapportage verlangen.

3.10.

Geldverwerkers die eurobankbiljetten fysiek sorteren, verstrekken de gegevens. Indien een geldverwerker de echtheids- en geschiktheidscontroles aan een andere geldverwerker heeft uitbesteed, dan levert de overeenkomstig artikel 3, lid 2, aangewezen geldverwerker de gegevens aan.

3.11.

Geldverwerkers rapporteren gegevens in aantallen (volume), op nationaal niveau geaggregeerd en uitgesplitst naar denominatie van de eurobankbiljetten. Een uitsplitsing naar bankbiljettenserie is niet vereist. Voor verafgelegen filialen van kredietinstellingen worden operationele gegevens apart gerapporteerd.

3.12.

Voor controledoeleinden kan een NCB besluiten om gegevens op locaal niveau te verzamelen, bijvoorbeeld bij filialen.

3.13.

De NCB kan van geldverwerkers die de echtheids- en geschiktheidscontroles aan andere geldverwerkers hebben uitbesteed, over laatstgenoemden gedetailleerde informatie verlangen, waaronder de uitbestedingsregelingen.

3.14.

De in het template van aanhangsel 3 opgesomde gegevens inzake verafgelegen filialen moeten worden verstrekt, ook al kan de NCB verstrekking in een ander formaat verlangen en met geldverwerkers de verzameling van uitgebreidere gegevens overeenkomen.

4.   Vertrouwelijkheid en publicatie van gegevens

4.1.

Zowel stam-, alsook operationele gegevens worden vertrouwelijk behandeld.

4.2.

Onder gebruikmaking van de uit hoofde van deze bijlage verkregen gegevens kunnen de NCB’s en de ECB besluiten rapporten of statistieken te publiceren. Dergelijke publicaties worden zodanig geaggregeerd dat gegevens niet aan één rapporterende entiteit kunnen worden toegeschreven.

Aanhangsel 1

RAPPORTAGETEMPLATE

Stamgegevens

Deze informatie dient te worden verstrekt aan:

[Naam van de NCB; contactgegevens voor vragen; adres]

1.   Informatie inzake geldverwerker

Naam geldverwerker:

Adres hoofdkantoor:

Postcode:

Stad:

Straat:

Type onderneming:

Kredietinstelling

Wisselkantoor

Waardevervoerder die geen betalingsinstelling is

Handelaar (middenstand)

Casino

Overige, waaronder betalingsinstellingen indien niet reeds onder een van de bovengenoemde categorieën geclassificeerd (specificeer)

Contactpersonen:

Namen:

Telefoonnumers:

Telefaxnummers:

E-mailadressen:

Outsourcing partner (indien toepasselijk)

Naam:

Adres:

Postcode:

Stad:

2.   Door cliënten bediende machines

Machinecategorie

Identificatienummer  (2)

Fabrikant  (2)

Naam machine  (2)

Identificatie  (2)

(detectiesysteem/software versies)

Aantal operationele machines

CIM’s

 

 

 

 

 

CRM’s

 

 

 

 

 

CCM’s

 

 

 

 

 

COM’s

 

 

 

 

 

3.   Door personeelsleden bediende machines

Machinecategorie

Identificatienummer  (3)

Fabrikant  (3)

Naam machine  (3)

Identificatie  (3)

(detectiesysteem/software versies)

Aantal operationele machines

BPM’s

 

 

 

 

 

BAM’s

 

 

 

 

 

TARM’s

 

 

 

 

 

TAM’s

 

 

 

 

 

4.   Geldautomaten die niet in bovenstaande tabel in door cliënten bediende machines zijn opgenomen

 

Aantal operationele machines

ATM’s

 

SCoT’s

 

Overige

 

Aanhangsel 2

RAPPORTAGETEMPLATE

Operationele gegevens

1.   Informatie inzake geldverwerker

Naam geldverwerker

 

Verslagperiode

 

2.   Gegevens

De volgende gegevens dienen op nationaal of regionaal niveau geaggregeerd te worden, al naargelang het besluit van de NCB en met uitzondering van verafgelegen filialen.

 

Totaal aantal verwerkte eurobankbiljetten

Verwerkte niet-geschikte eurobankbiljetten

Opnieuw in omloop gebrachte Eurobankbiljetten

EUR 5

 

 

 

EUR 10

 

 

 

EUR 20

 

 

 

EUR 50

 

 

 

EUR 100

 

 

 

EUR 200

 

 

 

EUR 500

 

 

 

In de bovenstaande tabel moet de kolom met het opschrift “Totaal aantal verwerkte eurobankbiljetten” het totale aantal bankbiljetten waarvan de echtheid en geschiktheid zijn gecontroleerd door bankbiljettensorteermachines, bijv. cash-recycling machines (CRM’s), cash-out machines (COM’s), teller assistant recycling machines (TARM’s) en bankbiljettenverwerkingsmachines (BPM’s) en gecombineerde cash-in en cash-out machines (CCM’s) met optionele geschiktheidscontrole bevatten. De volgende bankbiljetten zijn niet opgenomen in deze gegevens: a) bankbiljetten waarvan de echtheids- en geschiktheidscontrole handmatig wordt uitgevoerd, bijvoorbeeld over-the-counter-transacties en back-office-transacties; b) bankbiljeten die op echtheid, maar niet op geschiktheid zijn gecontroleerd door bankbiljettensorteermachines, bijv. bankbiljetten in cash-in-machines (CIM’s), CCM’s (zonder optionele geschiktheidscontrole), teller assistant machines (TAM’s) en bankbiljettendetectiemachines (BAM’s).

De kolom met het opschrift “Verwerkte niet-geschikte eurobankbiljetten” is een deelverzameling van het totale aantal verwerkte eurobankbiljetten en dient het aantal bankbiljetten te bevatten die door de machines echt en niet-geschikt zijn bevonden (d.w.z. categorie 4b). Deze gegevenspost heeft betrekking op CRM’s, COM’s, TARM’s en BPM’s, en op CCM’s met optionele geschiktheidscontroles.

De kolom met het opschrift “Opnieuw in omloop gebrachte eurobankbiljetten” is een deelverzameling van het totale aantal verwerkte eurobankbiljetten en:

a)

dient voor CRM’s, COM’s en TARM’s het aantal bankbiljetten te omvatten die door machines echt en geschikt zijn bevonden (d.w.z. categorie 4a) en aan cliënten zijn gedistribueerd, zoals door de statistieken van de machines verstrekt;

b)

dient voor BPM’s en CCM’s met optionele geschiktheidscontrole het aantal bankbiljetten te omvatten die door de machines echt geschikt zijn bevonden (d.w.z. categorie 4a) en die niet zijn teruggestuurd naar de NCB, maar bewaard zijn met het oogmerk om de bankbiljetten opnieuw in omloop te brengen.

Aantal middels door cliënten bediende machines en geldautomaten gedistribueerde eurobankbiljetten

 

Indien een NCB de uitzondering van artikel 7 voor verafgelegen filialen toepast, dan zijn deze gegevens verplicht voor de kredietinstellingen van die lidstaat. Kredietinstellingen dienen bij hun NCB’s na te vragen of deze gegevens moeten worden gerapporteerd.

Aanhangsel 3

VERAFGELEGEN FILIALEN VAN KREDIETINSTELLINGEN

Deze informatie wordt slechts verstrekt door kredietinstellingen die verafgelegen filialen hebben, zoals bedoeld in artikel 7, lid 1.

1.

Kredietinstelling betreffende informatie

Naam kredietinstelling

 

Verslagperiode

 


2.

Gegevens

Naam verafgelegen filiaal

Adres

Aantal middels door cliënten bediende machines en geldautomaten gedistribueerde eurobankbiljetten

 

 

 


(1)  Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij ( PB L 181 van 4.7.2001, blz. 6 ).

(2)  Deze posten worden ingevuld conform de overeenstemmende gegevens op de ECB-website.

(3)  Deze posten worden ingevuld conform de overeenstemmende gegevens op de ECB-website.


Top