EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32018R1118

Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1118 van de Commissie van 7 juni 2018 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 wat betreft de voorwaarden voor een vermindering van het bedrag van de doorlopende zekerheid en ontheffing van zekerheidstelling

C/2018/3568

OJ L 204, 13.8.2018, p. 11–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2018/1118/oj

13.8.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 204/11


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2018/1118 VAN DE COMMISSIE

van 7 juni 2018

tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 wat betreft de voorwaarden voor een vermindering van het bedrag van de doorlopende zekerheid en ontheffing van zekerheidstelling

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1), en met name artikel 99, onder c),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 95, lid 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013 zijn de voorwaarden vastgelegd waaraan een marktdeelnemer moet voldoen om een doorlopende zekerheid te mogen stellen om de betaling van een douaneschuld en andere heffingen te garanderen. In artikel 95, lid 2, van Verordening (EU) nr. 952/2013 zijn verdere criteria vastgelegd waaraan een marktdeelnemer moet voldoen om een dergelijke doorlopende zekerheid te mogen stellen voor een verminderd bedrag dan wel van zekerheidstelling te worden ontheven voor mogelijke douaneschulden en andere heffingen. Een van deze criteria is dat van de financiële solvabiliteit (2). Dit criterium wordt geacht aangetoond te zijn als de aanvrager een goede financiële positie heeft die hem in staat stelt aan zijn verplichtingen te voldoen, waarbij naar behoren wordt gelet op de kenmerken van het type zakelijke activiteiten in kwestie.

(2)

In het kader van een aanvraag voor een vermindering van de doorlopende zekerheid of voor ontheffing van zekerheidstelling moeten de douaneautoriteiten beoordelen of de aanvrager in staat is het bedrag van de douaneschuld en andere heffingen in voorkomend geval te betalen.

(3)

In artikel 84 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie (3) zijn de voorwaarden vastgelegd waaraan een marktdeelnemer moet voldoen om een doorlopende zekerheid voor een verminderd bedrag te mogen stellen of van zekerheidstelling te worden ontheven. Naast de andere voorwaarden die op het criterium van financiële solvabiliteit zijn gebaseerd, bevat dit artikel de voorwaarde dat de aanvrager aantoont dat hij over voldoende financiële middelen beschikt om aan zijn verplichtingen te voldoen wat betreft het bedrag van de douaneschuld en andere heffingen die kunnen ontstaan, en die niet door de zekerheid zijn gedekt. Uit de praktische ervaring met de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 952/2013 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 is evenwel gebleken dat deze voorwaarde te restrictief is omdat zij uitsluitend wordt uitgelegd als dat de nodige liquide middelen voorhanden moeten zijn. Liquide middelen vormen evenwel niet altijd de enige middelen waarmee een marktdeelnemer in staat is om de douaneschuld of andere heffingen die niet door de zekerheid zijn gedekt, te betalen. Andere elementen zoals gemakkelijk om te zetten activa zouden ook in aanmerking kunnen worden genomen. Daarom dient het liquiditeitsaspect als afzonderlijke voorwaarde te worden verwijderd en te worden verduidelijkt dat de beoordeling van de mate waarin een marktdeelnemer aan zijn verplichtingen kan voldoen om de douaneschuld en andere heffingen die niet door de zekerheid zijn gedekt, te betalen, een onderdeel vormt van de beoordeling van de financiële draagkracht van de aanvrager.

(4)

Tegelijkertijd en met het oog op een eenvormige toepassing van deze regels dient te worden verduidelijkt dat de beoordeling van de voorwaarde van „voldoende financiële draagkracht” met betrekking tot de mate waarin de marktdeelnemer in staat is de douaneschuld en andere heffingen die kunnen ontstaan en die niet door de zekerheid zijn gedekt, specifiek betrekking heeft op de beoordeling van de aanvragen voor een doorlopende zekerheid voor een verminderd bedrag of ontheffing van zekerheidstelling (vereenvoudiging). Dit is nodig om de grenzen af te bakenen van deze beoordeling in het kader van de doorlopende zekerheid in alle gevallen waarin het bedrag wordt verminderd.

(5)

In situaties waarin het overeenkomstig artikel 155 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (4) vastgestelde referentiebedrag niet in verhouding staat tot het bedrag van de douaneschulden die zouden kunnen ontstaan, dient te worden voorzien in de mogelijkheid dat de douaneautoriteiten, naar eigen oordeel, rekening houden met het risico dat een douaneschuld ontstaat wanneer zij over de hoogte van de vermindering beslissen.

(6)

Tot slot dient te worden verduidelijkt dat AEO's overeenkomstig artikel 38, lid 5, van Verordening (EU) nr. 952/2013 niet tweemaal aan een beoordelingsprocedure mogen worden onderworpen maar ook dat de douaneautoriteiten, voordat zij vergunning verlenen voor specifieke vereenvoudigingen waarvoor AEO's in aanmerking willen komen, kunnen nagaan of de specifieke vereisten voor die vereenvoudiging worden nageleefd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 84 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In lid 1 wordt punt f) geschrapt.

2)

In lid 2 wordt punt g) geschrapt.

3)

In lid 3 wordt punt l) geschrapt.

4)

De volgende leden 3 bis en 3 ter worden ingevoegd:

„3 bis.   Wanneer zij nagaan of de aanvrager over voldoende financiële draagkracht beschikt om vergunning te krijgen voor het gebruik van een doorlopende zekerheid voor een verminderd bedrag of ontheffing van zekerheidstelling krachtens lid 1, onder e), lid 2, onder f), en lid 3, onder k), houden de douaneautoriteiten rekening met de mate waarin de aanvrager in staat is aan zijn verplichtingen te voldoen met betrekking tot de betaling van zijn douaneschulden en andere heffingen die kunnen ontstaan en die niet door die zekerheid zijn gedekt.

Indien zulks gerechtvaardigd is, kunnen de douaneautoriteiten rekening houden met het risico dat die douaneschulden en andere heffingen zullen ontstaan afhankelijk van het soort en de omvang van de douanegerelateerde bedrijfsactiviteiten van de aanvrager en het soort goederen die onder de zekerheid moeten vallen.

3 ter.   Wanneer de voorwaarde van voldoende financiële draagkracht al is onderzocht in het kader van de toepassing van het in artikel 39, onder c), van het wetboek bedoelde criterium, gaan de douaneautoriteiten alleen na of de financiële draagkracht van de aanvrager de verlening van een vergunning voor het gebruik van een doorlopende zekerheid voor een verminderd bedrag of ontheffing van zekerheidstelling rechtvaardigt.”.

5)

Lid 4 wordt vervangen door:

„4.   Wanneer de aanvrager minder dan drie jaar gevestigd is, wordt aan de hand van de beschikbare administratie en gegevens gecontroleerd of aan de in lid 1, onder d) en e), lid 2, onder e) en f), en lid 3, onder j) en k), vastgelegde voorwaarden is voldaan.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 juni 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.

(2)  Artikel 39, onder c), van Verordening (EU) nr. 952/2013.

(3)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).


Top