EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32018R1013

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1013 van de Commissie van 17 juli 2018 tot instelling van voorlopige vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van bepaalde staalproducten

C/2018/4555

OJ L 181, 18.7.2018, p. 39–83 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 15/11/2018

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2018/1013/oj

18.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 181/39


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1013 VAN DE COMMISSIE

van 17 juli 2018

tot instelling van voorlopige vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van bepaalde staalproducten

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 (1), en met name de artikelen 5 en 7,

Gezien Verordening (EU) 2015/755 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 (2), en met name de artikelen 3 en 4,

Na raadpleging van het bij artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) 2015/478, respectievelijk artikel 22, lid 3, van Verordening (EU) 2015/755 ingestelde Comité vrijwaringsmaatregelen,

Overwegende hetgeen volgt:

I.   ACHTERGROND

(1)

Op 26 maart 2018 heeft de Commissie een bericht van opening van een vrijwaringsonderzoek betreffende de invoer van 26 categorieën staalproducten (2018/C 111/10) (3) bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. De Commissie heeft besloten het onderzoek te openen in het licht van voldoende bewijsmateriaal waaruit blijkt dat de invoer van die producten ernstige schade kan veroorzaken of dreigt te veroorzaken voor de betrokken producenten in de Unie.

(2)

Op 28 juni heeft de Commissie tevens een bericht bekendgemaakt waarmee het onderzoek werd uitgebreid met twee aanvullende productcategorieën (4).

(3)

Uit de gegevens waarover de Commissie beschikt en die afkomstig zijn uit het bestaande mechanisme voor voorafgaand toezicht op staalproducten (5) en van bronnen uit de bedrijfstak van de Unie, bleek dat een opwaartse trend van de invoer van deze productcategorieën en de huidige dreigende economische en commerciële omstandigheden, met inbegrip van de toestand van de staalindustrie van de Unie, een grondig onderzoek rechtvaardigen.

(4)

Bovendien was er door de op grond van afdeling 232 van de Trade Expansion Act van 1962 („afdeling 232”) door de Verenigde Staten („VS”) genomen maatregelen ten aanzien van de invoer van staalproducten een groot risico van een verdere toename van de invoer als gevolg van verlegging van het handelsverkeer.

(5)

In het kader van de aanhoudende wereldwijde overcapaciteit kunnen deze omstandigheden een gevaar inhouden voor de staalindustrie van de Unie, die nog steeds kwetsbaar is voor de waarschijnlijke dreigende toename van invoer en aan het herstellen is van de schade die werd veroorzaakt door oneerlijke handelspraktijken, wat wordt onderschreven door het aanzienlijke aantal handelsbeschermingsmaatregelen dat recentelijk wereldwijd is genomen ten aanzien van staalproducten.

(6)

Op 11 april 2018 heeft de Commissie een mededeling in het dossier uitgebracht met belangrijke invoerstatistieken en beschikbare schade-indicatoren. In verband met deze „mededeling in het dossier” heeft de Commissie 41 opmerkingen ontvangen van derde landen, nationale verenigingen en individuele staalbedrijven.

(7)

Diverse belanghebbenden hebben aangevoerd dat de Commissie heeft nagelaten om het bewijsmateriaal waarop de opening van het vrijwaringsonderzoek werd gebaseerd tijdig en op toereikende manier openbaar te maken. Belanghebbenden voerden aan dat zij, doordat dit was nagelaten, niet de mogelijkheid hebben gekregen om hun recht van verweer ten volle uit te oefenen. Meer in het bijzonder hebben diverse belanghebbenden aangevoerd dat de „mededeling in het dossier”, die werd uitgebracht op 11 april 2018, geen gegevens bevatte over de verkoop in de Unie, de uitvoer uit de Unie, het verbruik in de Unie of de totale productie in de Unie.

(8)

In tegenstelling tot deze beweringen bevatte de „mededeling in het dossier” wel gegevens over de verkoop in de Unie, het verbruik in de Unie en de totale productie in Unie. Bovendien is de Commissie van mening dat de belangrijkste elementen en het beschikbare bewijsmateriaal op adequate en beknopte wijze zijn vermeld in zowel het bericht van opening dat in het Publicatieblad van de Europese Unie werd gepubliceerd als in de kennisgeving van het onderzoek aan de WTO overeenkomstig artikel 12, lid 1, onder a), van de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen.

(9)

Derhalve is de Commissie van mening dat zij heeft voldaan aan haar wettelijke verplichtingen om het recht van verweer van belanghebbenden op adequate wijze te beschermen. Belanghebbenden hebben in elk geval nog steeds de mogelijkheid om hun rechten uit te oefenen tijdens de rest van het onderzoek.

(10)

Om de inlichtingen te verkrijgen die zij nodig achtte om een diepgaande beoordeling te verrichten, heeft de Commissie vragenlijsten toegezonden aan de haar bekende producenten in de EU en aan alle producenten-exporteurs, importeurs en gebruikers van de onderzochte producten die daarom binnen de in het bericht van opening vastgestelde termijnen hadden verzocht. Evenals derde landen werden deze partijen tevens uitgenodigd om relevante opmerkingen in te dienen. De Commissie heeft 222 antwoorden op de vragenlijsten en 74 opmerkingen ontvangen.

II.   BETROKKEN PRODUCT EN SOORTGELIJK OF RECHTSTREEKS CONCURREREND PRODUCT

(11)

De Commissie heeft een vrijwaringsonderzoek geopend naar 26 categorieën staalproducten die in de EU worden ingevoerd, en op 28 juni is het toepassingsgebied ervan bij een bericht tot wijziging van het bericht van opening (6) met twee extra productcategorieën uitgebreid. De 28 productcategorieën („het betrokken product” of „de betrokken productcategorieën”) vallen alle onder het in mei 2016 door de Commissie ingevoerde mechanisme voor toezicht op staalproducten. Zij vallen tevens onder de tariefmaatregelen van de VS op grond van afdeling 232. De betrokken productcategorieën zijn samen met de GN-codes waaronder deze producten momenteel zijn ingedeeld, vermeld in bijlage I.

(12)

Bij deze voorlopige beoordeling heeft de Commissie vastgesteld dat de 28 productcategorieën die door de producenten in de Unie („het soortgelijk product” of „de soortgelijke productcategorieën”) worden geproduceerd, soortgelijk zijn aan of rechtstreeks concurreren met de betrokken productcategorieën. De in de Unie geproduceerde en de ingevoerde betrokken producten hebben dezelfde fysieke, technische en chemische basiskenmerken; zij hebben dezelfde toepassingen, en de prijs- en kwaliteitsinformatie erover is vrij beschikbaar; zij worden tevens via vergelijkbare of identieke verkoopkanalen verkocht aan afnemers die ze kopen of mogelijk kopen van zowel binnenlandse als, bij wijze van alternatief, van buitenlandse exporteurs. Bijgevolg bestaat er een sterke concurrentie tussen de betrokken productcategorieën en die welke door producenten in de Unie worden geproduceerd in de overeenkomstige categorieën.

(13)

De Commissie heeft in deze voorlopige analyse ook vastgesteld dat er sprake is van een sterk verband en hevige concurrentie tussen in verschillende categorieën ingedeelde producten en tevens tussen producten in verschillende productiestadia binnen bepaalde categorieën, aangezien sommige categorieën de voornaamste grondstof of input bevatten voor de productie van andere producten in andere productcategorieën.

(14)

Enkele voorbeelden tonen dit verband en deze concurrentie binnen en tussen productcategorieën aan. Zo wordt warmgewalst breedband vervaardigd uit platen en opgerold tot rollen of plat vervaardigd op kwartoplaatwalsen. Door het band op lengte te snijden worden bladen. Bandstaal wordt ofwel direct geproduceerd ofwel door warmgewalst breedband te snijden. Warmgewalste platte producten worden tevens gebruikt bij het produceren van buizen en pijpen voor de petrochemische industrie en koudgewalste platte producten worden vervolgens door producenten van gelaste buizen gebruikt. Het geproduceerde warmgewalste breedband wordt echter grotendeels verder verwerkt tot koudgewalst bandstaal, dat dunner is en een betere oppervlakteafwerking heeft. Een aanzienlijk deel van de koudgewalste producten wordt metallisch bekleed, met tin of chroom voor de conservenindustrie, of met zink (7).

(15)

Veel producenten in de Unie zijn actief in de productie van de meeste van de bovengenoemde producten. Arcelor Mittal produceert bijvoorbeeld niet alleen warmgewalste en koudgewalste bladen en strippen, maar bekleedt tevens diverse staalproducten en produceert platen. Evenzo produceren bedrijven als Voest Alpine en Tata Steel warmgewalste en koudgewalste bladen en strippen en tevens beklede staalproducten die uit deze producten worden vervaardigd.

(16)

Bovendien kan de concurrentiedruk, als gevolg van dit niveau van verwevenheid, gemakkelijk van het ene op het andere product worden verschoven. Indien bijvoorbeeld handelsbeschermingsmaatregelen worden ingesteld ten aanzien van een product, zoals rollen staal, dan kan dit product verder worden verwerkt in hetzelfde land en in een andere vorm worden uitgevoerd om de aanvullende maatregelen te vermijden en nog steeds te kunnen concurreren met binnenlandse producten. Tevens is het niet uitgesloten dat derde landen enkele van deze producten tegen een lage prijs invoeren en ze verwerken om deze naderhand weer naar de Unie uit te voeren.

(17)

Vanwege deze verwevenheid en onderlinge verbindingen, en gezien het feit dat — zoals hieronder wordt uiteengezet — de mogelijke verlegging van het handelsverkeer die voortvloeit uit de maatregelen van de VS op grond van afdeling 232 geldt voor alle productcategorieën vanwege het feit dat deze maatregelen horizontaal worden toegepast op alle staalproducten, zonder onderscheid naar hun vorm, omvang of samenstelling, is de analyse ten behoeve van de voorlopige vaststelling uitgevoerd voor zowel alle 28 productcategorieën in het algemeen, als het betrokken product (dat wil zeggen staal in diverse vormen), en tevens op individueel niveau voor elke productcategorie (8).

III.   DE PRODUCENTEN IN DE UNIE

(18)

De meeste producenten in de Unie zijn lid van de European Confederation of the Iron and Steel Industry („Eurofer”) of, indien de producten buizen en pijpen zijn, lid van de European Steel Tube Association („ESTA”). Deze twee brancheverenigingen vertegenwoordigen meer dan 95 % van de staalproductie in de Unie. De leden ervan zijn in vrijwel alle lidstaten gevestigd.

(19)

Deze brancheverenigingen hebben de Commissie namens hun leden in kennis gesteld van het feit dat zij de opening van het vrijwaringsonderzoek ondersteunen, alsmede de vaststelling van maatregelen om ook de verlegging van het handelsverkeer aan te pakken die voortvloeit uit de maatregelen op grond van afdeling 232 en de staalmarkt, die nog niet geheel is hersteld van de staalcrisis, ernstig verstoort.

IV.   TOENAME VAN DE INVOER

(20)

Op basis van de informatie van Eurostat, het mechanisme voor voorafgaand toezicht op staalproducten en de door de bedrijfstak van de Unie ingediende informatie heeft de Commissie een voorlopige analyse uitgevoerd van de toename van de invoer van de betrokken producten in de periode 2013-2017. De Commissie heeft ook de ontwikkeling van de invoer tijdens het eerste kwartaal van 2018 onderzocht om de recente toename van de invoer te bevestigen.

(21)

De totale invoer van de betrokken producten heeft zich als volgt ontwikkeld:

 

2013

2014

2015

2016

2017

Invoer (× 1 000 ton)

18 861

22 437

27 164

29 778

30 573

Index (2013 = 100)

100

119

144

158

162

Marktaandeel

12,7 %

14,4 %

16,9 %

17,9 %

18,0 %

Bron: Eurostat

(22)

Globaal genomen nam de invoer van de 28 betrokken productcategorieën in absolute termen in totaal met 62 % toe in de periode 2013-2017. De stijging van de invoer was vooral opmerkelijk tot 2016. Vervolgens bleef de invoer toenemen om op een zeer hoog niveau te blijven.

(23)

Ook de invoer van het grootste deel van de individuele productcategorieën waarop het onderzoek van toepassing is, heeft in de afgelopen vijf jaar een toename in absolute termen laten zien. De invoer van de grootste categorieën in termen van invoer (productcategorieën 1, 4, en 7) is bijvoorbeeld met respectievelijk 45 %, 168 % en 78 % toegenomen.

(24)

Voor vijf productcategorieën was echter geen toename te zien, namelijk de producten 10, 11, 19, 24, en 27. De Commissie is derhalve van mening dat deze productcategorieën vooralsnog moeten worden uitgesloten van het toepassingsgebied van de voorlopige maatregelen. De Commissie behoudt zich echter het recht voor om deze vijf productcategorieën op te nemen in het toepassingsgebied van de definitieve maatregelen en zal in dit verband de invoer binnen deze categorieën blijven monitoren. De ontwikkeling van de invoer van elke productcategorie is opgenomen in bijlage II.

(25)

Naast de uitsluiting van de bovengenoemde productcategorieën in dit stadium heeft de Commissie tevens de uitsluiting van bepaalde landen van het toepassingsgebied van de maatregelen in overeenstemming met de conclusies in overweging 121 overwogen. Bijgevolg heeft de Commissie de invoer van deze productcategorieën uit deze voornoemde landen uitgesloten van de rest van haar voorlopige analyse en heeft zij de ontwikkeling van de invoer onderzocht.

(26)

Op basis hiervan heeft de invoer van de betrokken producten zich volgens deze voorlopige vaststelling als volgt ontwikkeld:

 

2013

2014

2015

2016

2017

Invoer (× 1 000 ton)

17 367

20 764

25 556

28 174

29 122

Index (2013 = 100)

100

120

147

162

168

Marktaandeel

12,1 %

13,8 %

16,5 %

17,5 %

17,8 %

Bron: Eurostat

(27)

De invoer is in absolute termen toegenomen met 68 % in de periode 2013-2017, met een marktaandeel dat steeg van 12,1 % naar 17,80 %. De belangrijkste toename vond plaats in de periode 2013-2016, maar de invoer bleef stijgen en bleef op een hoog niveau in 2017.

(28)

De trend van toenemende invoer houdt aan in 2018. Bij vergelijking van het eerste kwartaal van 2018 met het eerste kwartaal van 2017 bedraagt de totale invoerstijging 10 %. Voor negen productcategorieën bedraagt de toename meer dan 20 % en voor een van deze categorieën (categorie 13) loopt de toename op tot meer dan 100 %. Bovendien vond deze toename plaats nog voordat de maatregelen op grond van afdeling 232 in werking traden.

(29)

De Commissie concludeert dan ook dat er sprake was van een plotselinge, sterke en aanzienlijke toename van de invoer in absolute termen voor 23 productcategorieën. Daarnaast houdt de toename van de invoer aan in het eerste kwartaal van 2018, en deze zal naar verwachting nog groter zijn gezien de verwachte verlegging van het handelsverkeer vanwege de maatregelen op grond van afdeling 232.

V.   ONVOORZIENE ONTWIKKELINGEN

(30)

De Commissie heeft voorlopig vastgesteld dat de bovengenoemde toename van de invoer van staalproducten in de Unie het resultaat is geweest van onvoorziene ontwikkelingen die het gevolg zijn van een aantal factoren die onevenwichtigheden in de internationale handel in de betrokken producten veroorzaken en verergeren.

(31)

Ten eerste is de nominale wereldwijde staalproductiecapaciteit sinds 2000 meer dan verdubbeld, van een niveau van 1,05 miljard ton in 2000 naar 2,29 miljard ton in 2016, en in 2017 op een heel hoog niveau gebleven (2,27 miljard ton) (9). Daarnaast was de werkelijke wereldwijde staalproductie in 2016 (1,6 miljard ton) nog 100 miljoen ton hoger dan de wereldwijde vraag naar staal (1,5 miljard ton). Bijgevolg heeft er de afgelopen jaren een enorme kloof bestaan tussen de nominale wereldwijde capaciteit en de productie en tussen productie en vraag, waardoor een ongekende overcapaciteit op de wereldwijde staalmarkt is ontstaan, die zich ondanks de aangenomen maatregelen om ze te beperken heeft doorgezet. Vooruitkijkend zal bovendien de wereldwijde vraag naar staal in 2018 slechts een gemiddelde groei aantonen, met een verwachte verdere vertraging in 2019, terwijl de wereldwijde productie in 2017 toenam met meer dan 5 % vanwege een economisch herstel. Er was een teken van herstel in 2017, maar belangrijke risico's blijven bestaan.

(32)

De staalbedrijven blijven financieel kwetsbaar aangezien er, zoals hierboven vermeld, sprake is van aanhoudende structurele onevenwichtigheden in de staalindustrie. Deze onevenwichtigheden worden versterkt door marktverstorende subsidies en steunmaatregelen van de overheid (10). Gezien de hoge vaste kosten in de staalindustrie hielden veel staalproducenten, met name in landen waarin de staat de normale werking van de markt verstoort, de bezettingsgraad hoog, en overspoelden zij de markten van derde landen met hun producten tegen lage prijzen wanneer deze niet door het binnenlandse verbruik konden worden geabsorbeerd. Dit heeft geleid tot een toename van de invoer in de EU en een algehele prijsverlaging. Op basis van een vergelijking van de gemiddelde prijzen voor elke productcategorie hebben de invoerprijzen de prijzen van de bedrijfstak van de Unie in 2017in het algemeen onderboden. Een dergelijke vergelijking van de gemiddelde prijzen weerspiegelt niet noodzakelijkerwijs alle specifieke kenmerken die invloed kunnen hebben gehad op de vergelijkbaarheid, maar geeft desondanks een goede indicatie van het algemene prijsniveau van de invoer in vergelijking met de prijzen in de Unie. Voor 17 productcategorieën werd prijsonderbieding vastgesteld, die varieerde tussen 1,2 % en 23 %.

(33)

Ten tweede is het bovengenoemde effect versterkt door handelsbeperkende praktijken op de markten van derde landen. Naar aanleiding van het bovengenoemde overaanbod van staal en de marktverstorende praktijken zijn diverse landen immers sinds 2014/2015 begonnen met meer gebruik te maken van handelsbeleids- en handelsbeschermingsinstrumenten in de staalindustrie om hun binnenlandse producenten te beschermen. Mexico, Zuid-Afrika, India en Turkije hebben verhogingen van invoertarieven van tussen de 2,5 % en 40 % toegepast op een reeks staalproducten, met inbegrip van onder meer warmgewalst en koudgewalst staal, platte staalproducten zoals strippen, en ook betonstaal. Deze producten werden tijdens het onderzoektijdvak in het algemeen in steeds grotere hoeveelheden ingevoerd. Bovendien bleven derde landen gedurende 2017 handelsbeperkende maatregelen opleggen: sommige landen voerden minimuminvoerprijzen in (India), sommige legden verplichte nationale normen voor staal op (Indonesië) en andere legden vereisten inzake plaatselijke toegevoegde waarde op, onder meer door middel van overheidsopdrachten (VS).

(34)

Bovendien is het gebruik van handelsbeschermingsinstrumenten gestaag toegenomen. Daar waar in de periode 2011-2013 per jaar gemiddeld ongeveer 77 staalgerelateerde onderzoeken werden geopend, steeg dit gemiddelde volgens WTO-statistieken in de periode 2015-2016 naar 117. In februari 2018 golden er in de VS 169 antidumping- en compenserende maatregelen met betrekking tot staal, en liepen er 25 onderzoeken die zouden kunnen leiden tot een nog strenger beleid ten aanzien van de invoer van staal in de VS (11). Aangezien de VS een van de grootste invoerende landen van staal ter wereld is — goed voor ongeveer 13,1 % van de invoer van staal in de wereld (in 2016) — is de impact van een zo groot aantal handelsmaatregelen wereldwijd sterk merkbaar.

(35)

Ten derde zullen de illegale en beperkende maatregelen van de VS op grond van afdeling 232, gezien het niveau en het toepassingsgebied ervan, in de context van de heersende aanhoudende wereldwijde overcapaciteit, waarschijnlijk leiden tot een aanzienlijke verlegging van het handelsverkeer van staalproducten naar de markt van de Unie. De VS heeft berekend dat de instelling van een enkel tarief voor alle producten krachtens de maatregelen op grond van afdeling 232 met uitsluiting van vrijwel geen enkel land, de invoer vermindert met ongeveer 13 miljoen ton — wat overeenkomt met 7 % van het verbruik in de Unie (12). De markt van de Unie is in het algemeen een zeer aantrekkelijke markt voor staalproducten in termen van zowel vraag als prijzen. Enkele van de voornaamste exporteurs naar de VS zijn tevens traditionele leveranciers van staal aan de Unie en er bestaat geen twijfel dat deze landen, alsook andere waarvan de uitvoer en productie door de maatregelen van de VS en de te verwachten opeenvolging van verleggingen van het handelsverkeer zullen worden getroffen, hun uitvoer naar de Unie zullen verleggen. Zelfs een gedeeltelijke verlegging van de bovengenoemde handelsstromen naar de Unie zal onvermijdelijk leiden tot een nieuwe prijsverlaging en -onderbieding op de markt van de EU, waardoor de prijs omlaag zal worden gebracht naar een niveau dat vergelijkbaar is met dat van 2016, met aanzienlijke negatieve gevolgen voor de winstgevendheid van de staalindustrie van de Unie. Tot slot moet worden opgemerkt dat de extra toename van de invoer, waardoor de economische situatie van de staalindustrie van de Unie mogelijk verder verslechtert, in het bijzonder afkomstig kan zijn uit landen die momenteel niet aan antidumping-/compenserende maatregelen zijn onderworpen.

(36)

Bijgevolg hebben de bovengenoemde onvoorziene ontwikkelingen geleid en zullen zij verder leiden tot een duidelijke toename van de invoer van staal in de Unie.

VI.   DREIGING VAN ERNSTIGE SCHADE

1.   Algemene situatie van de staalindustrie van de Unie

(37)

Ten behoeve van de formulering van haar voorlopige vaststelling of er bewijs is van ernstige schade of dreiging van ernstige schade voor de bedrijfstak van de Unie wat betreft het te beoordelen betrokken product, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 9 van Verordening 2015/478 en artikel 6 van Verordening 2015/755 de ontwikkeling van het verbruik, de productie, de bezettingsgraad, de verkoop, het marktaandeel, de prijzen, de winstgevendheid, de voorraden, het rendement van geïnvesteerd vermogen (ROCE), de kasstroom en de werkgelegenheid voor het betrokken product voor de jaren 2013 tot en met 2017 (in afwachting van het verzamelen van de gegevens voor 2018) onderzocht.

(38)

Deze analyse is algemeen alsook individueel verricht voor de 23 productcategorieën die een toename van het invoervolume lieten zien („de te beoordelen producten/productcategorieën”). Zoals uiteengezet in hoofdstuk II acht de Commissie een dergelijke algemene en uitgebreide analyse in dit onderzoek passend gezien de verwevenheid, de onderlinge verbindingen en de mate van concurrentie tussen de verschillende producten vanuit het perspectief van vraag en aanbod.

(39)

Wat de algemene situatie betreft, hebben het verbruik in de Unie, de verkoop van producenten in de Unie en het hiermee overeenstemmende marktaandeel zich als volgt ontwikkeld:

(× 1 000 ton)

2013

2014

2015

2016

2017

Verbruik

144 908

152 146

157 236

163 100

166 244

Index (2013 = 100)

100

105

109

113

115

Binnenlandse verkoop

125 808

129 261

129 542

132 717

134 542

Index (2013 = 100)

100

103

103

105

107

Marktaandeel (%)

86,8 %

85,0 %

82,4 %

81,4 %

80,9 %

Bron: Eurostat en gegevens van de bedrijfstak

(40)

Tijdens de periode 2013-2017 nam het verbruik van de te beoordelen producten elk jaar gestaag toe, en in totaal met 15 %. De verkoop van de producenten in de Unie nam ook toe, maar in een veel mindere mate dan het verbruik in de Unie, dat wil zeggen met slechts 7 %. Bijgevolg konden de producenten in de Unie niet profiteren van de groeiende vraag in de Unie en daalde hun marktaandeel van 86,8 % naar 80,9 %. Herhaald moet worden dat tijdens dezelfde periode de invoer toenam met 68 %.

(41)

Uit de van de producenten in de Unie ontvangen antwoorden op de vragenlijst blijkt dat de productie en productiecapaciteit zich als volgt hebben ontwikkeld:

(× 1 000 ton)

2013

2014

2015

2016

2017

Productie in de EU

184 912

190 687

192 493

194 369

200 650

Index (2013 = 100)

100

103

104

105

109

Productiecapaciteit

257 331

257 138

258 056

260 171

265 353

Index (2013 = 100)

100

100

100

101

103

Bezettingsgraad (%)

71,9 %

74,2 %

74,6 %

74,7 %

75,6 %

Bron: gegevens van de bedrijfstak

(42)

De productiecapaciteit nam in de periode 2013-2017 met 3 % toe, maar minder dan het productieniveau, dat met 9 % toenam. Als gevolg daarvan nam de bezettingsgraad toe van 72 % tot 76 %.

(43)

De voorraden die in het bezit waren van de medewerkende ondernemingen namen in de periode 2013-2017 in het algemeen toe met 20 %.

(× 1 000 ton)

2013

2014

2015

2016

2017

Voorraden

11 006

11 896

12 391

12 117

13 222

Index (2013 = 100)

100

108

113

110

120

Bron: antwoorden op vragenlijst

(44)

De verkoopprijzen per eenheid, winstgevendheid en kasstroom van de producenten in de Unie hebben zich als volgt ontwikkeld:

 

2013

2014

2015

2016

2017

Verkoopprijzen per eenheid (EUR/ton)

673,5

652,8

616,9

572,9

681,5

Index (2013 = 100)

100

97

92

85

101

Winstgevendheid

– 1,0 %

0,9 %

0,9 %

2,2 %

6,2 %

Kasstroom (miljoen EUR)

3 133

4 975

6 519

5 386

6 141

Index (2013 = 100)

100

159

208

172

196

Bron: antwoorden op vragenlijst

(45)

In de periode 2013-2016 vond er een aanzienlijke verlaging van de prijzen op de markt van de Unie plaats: de verkoopprijzen per eenheid daalden met 15 %. Herhaald moet worden dat de invoer tevens sterk toenam tijdens deze periode. De gemiddelde verkoopprijs per eenheid herstelde zich echter in 2017 en bereikte een niveau dat vergelijkbaar was met dat van 2013. De winstgevendheid bleef in het algemeen op een zeer laag niveau in de periode 2013-2016. Ondanks een aanzienlijke daling van de prijzen kon de bedrijfstak van de Unie zijn kosten in 2016 desondanks dermate verlagen dat een kleine winst van 2,2 % kon worden geboekt. De situatie herstelde zich tijdelijk in 2017. De verkoopprijzen stegen met bijna 20 % tussen 2016 en 2017 en bereikten hun niveau van 2013. De bedrijfstak van de Unie behaalde een winstniveau van 6,2 % aangezien de productiekosten (grondstoffen) lager bleven dan in 2013, ook al waren ze stijgende. De algemene kasstroompositie van de bedrijfstak van de Unie nam toe met ongeveer 60 %.

(46)

Wat werkgelegenheid betreft, verloren de producenten in de Unie van de te beoordelen productcategorieën in de periode van vijf jaar bijna 10 000 banen.

 

2013

2014

2015

2016

2017

Werkgelegenheid (VTE)

189 265

183 470

182 136

182 162

181 303

Index (2013 = 100)

100

97

96

96

96

Bron: antwoorden op vragenlijst

2.   De situatie op het niveau van individuele productcategorieën

(47)

In aanvulling op de analyse van de situatie van het betrokken product in het algemeen, hetgeen de Commissie beschouwt als het passende gezichtspunt voor de beoordeling van de noodzaak van vrijwaringsmaatregelen in dit onderzoek, heeft de Commissie ook de situatie op het niveau van de individuele productcategorieën beoordeeld om de bovengenoemde ontwikkelingen op een uitgesplitst niveau vast te stellen.

(48)

Wat de individuele productcategorieën betreft, bestaan er meer verschillen, maar laat de situatie in het algemeen dezelfde ontwikkelingen zien. De economische indicatoren worden in bijlage III individueel en per productcategorie verstrekt.

(49)

Voor op twee na alle productcategorieën is het verbruik in de Unie in de afgelopen vijf jaar toegenomen. Hoewel deze toename voor bepaalde individuele producten bescheiden bleef, met een minimumtoename van 2 %, was deze voor andere veel duidelijker, met een maximumtoename van 169 %.

(50)

Het verkoopvolume bleef in de periode 2013-2017 in het algemeen stabiel of nam in sommige gevallen licht toe, maar het nam niet zoveel toe als het verbruik in de EU, met uitzondering van drie productcategorieën. Als gevolg daarvan daalde het marktaandeel in de periode van vijf jaar voor op drie na alle producten.

(51)

Het productieniveau en de bezettingsgraad namen in het algemeen toe voor 18 van de 23 individuele producten.

(52)

In termen van prijzen was er in de periode 2013-2016 een aanzienlijke daling voor elk product (met uitzondering van één product waarop antidumpingrechten van toepassing waren in de vorm van een minimuminvoerprijs). De prijzen herstelden zich in 2017, in het licht van een algemeen herstel van de staalmarkt, maar ook als gevolg van de diverse handelsbeschermingsmaatregelen tegen oneerlijke prijsstelling en invoer met subsidiëring. Voor 16 producten bleef het prijsniveau in 2017 lager dan in 2013. Het moet worden opgemerkt dat de gemiddelde invoerprijzen voor alle jaren en voor alle productcategorieën bijna systematisch lager waren dan de prijzen in de Unie.

(53)

Wat de winst betreft, werden tot 2016 alle productcategorieën met verlies verkocht of tegen een veel lagere winst. Slechts zeven producten konden zich in 2017 herstellen tot een winstniveau van meer dan 6 %. Deze producten zijn belangrijk in termen van productievolume in de EU en zes ervan zijn momenteel onderworpen aan (recente) antidumping- of compenserende maatregelen. Deze maatregelen zijn van toepassing op slechts enkele landen van oorsprong. Alle andere producten bleven ofwel verliesgevend (drie producten), ofwel slechts dicht bij het kostendekkend niveau (dertien producten). Een winstniveau onder 6 % wordt ontoereikend bevonden om de investeringen af te dekken die nodig zijn om de activiteit in stand te houden, aangezien de Commissie in de meeste recente onderzoeken een niveau van ongeveer 8 % winst heeft gehanteerd als een toereikend winstniveau in deze sector om investeringen af te dekken. Wat betreft de kasstroom, geldt dat deze voor de helft van de producten verslechterde in de periode 2013-2017 en voor zes producten zelfs negatief was in 2017. Het rendement van geïnvesteerd vermogen (ROCE) bleef laag in de periode 2013-2016, maar verbeterde vervolgens voor een grote meerderheid van de productcategorieën, hoewel het ROCE voor vijf producten nog negatief was in 2017.

(54)

In termen van voorraden was er voor 17 productcategorieën sprake van een toename. Slechts van vijf productcategorieën nam de voorraad af en van één productcategorie bleef deze op hetzelfde niveau in die periode.

(55)

Uit de bovengenoemde analyse blijkt dat de situatie van de staalindustrie van de Unie in de periode 2013-2016 aanzienlijk verslechterde. Dit kwam tot uiting in een daling van het marktaandeel en een aanzienlijke prijsverlaging waardoor de bedrijfstak niet kon profiteren van de lagere grondstofkosten. Deze ontwikkelingen deden zich zowel in het algemeen als op individueel productniveau voor. De situatie herstelde zich gedeeltelijk in 2017. Hoewel veel productcategorieën zich nog steeds onder het niveau van een toereikende winst bevinden, hebben sommige vooruitgang geboekt, zeer waarschijnlijk als gevolg van de recente instelling van antidumping- en antisubsidiemaatregelen. In het algemeen en voor de individuele productcategorieën wordt derhalve geoordeeld dat de bedrijfstak van de Unie nog in een kwetsbare situatie verkeert en gevoelig is voor een verdere toename van de invoer, in het bijzonder indien invoer uit landen waarop handelsbeschermingsmaatregelen van toepassing zijn wordt vervangen door andere invoer, die is verlegd van de markt van de VS als gevolg van de maatregel op grond van afdeling 232.

(56)

Dit is bijvoorbeeld typisch het geval voor de productcategorieën 1, 2 en 4, die belangrijk zijn in termen van de vraag in de Unie, maar ook omdat deze productcategorieën (in het bijzonder de categorieën 1 en 2) worden gebruikt als grondstof voor de productie van andere staalproducten. De financiële situatie voor de productcategorieën 1, 2, en 4 was in 2016 negatief, maar werd in 2017 positief na de instelling van antidumping- en antisubsidiemaatregelen tegen een aantal landen, zoals onder meer China en Rusland. Invoer uit die landen werd recentelijk echter gedeeltelijk vervangen door invoer uit India, Korea en Turkije, waarvan de twee laatstgenoemde landen ook grote leveranciers zijn aan de VS. In het eerste kwartaal van 2018, dat wil zeggen voorafgaand aan de instelling van de maatregelen in de VS, is de invoer in de Unie voor productcategorie 1 reeds toegenomen in vergelijking met het eerste kwartaal van 2017, en deze stijging is hoofdzakelijk het gevolg van de invoer uit Turkije.

(57)

Het is waarschijnlijk dat een verdere toename van de invoer van staal in de Unie zal verhinderen dat de bedrijfstak van de Unie, die nog niet geheel is hersteld, kan profiteren van het positieve effect van de recente handelsbeschermingsmaatregelen.

3.   Dreiging van ernstige schade

(58)

De Commissie heeft in haar mededeling inzake staal van maart 2016 (13) geconcludeerd dat de staalindustrie van de Unie, als gevolg van de wereldwijde overcapaciteit, werd geconfronteerd met een aantal serieuze uitdagingen, een uitzonderlijke toename van de wereldwijde uitvoer en een ongekende golf van oneerlijke handelspraktijken.

(59)

Tegelijkertijd heeft de Unie, om de door oneerlijke invoer veroorzaakte schade teniet te doen, een aantal antidumping- en antisubsidiemaatregelen ingesteld tegen de invoer van staalproducten. In totaal zijn er momenteel ten minste 19 antidumping- en antisubsidiemaatregelen tegen de oneerlijke invoer van 14 onderzochte productcategorieën uit diverse landen van kracht. In de onderzochte periode, dat wil zeggen 2013-2017, werd in 13 nieuwe onderzoeken vastgesteld dat de staalindustrie van de EU aanmerkelijke schade leed (of in één geval dreigde te lijden) als gevolg van oneerlijke handelspraktijken.

(60)

Zoals vermeld in overweging 55 verkeert de bedrijfstak van de Unie nog steeds in een kwetsbare situatie en is deze gevoelig voor een verdere toename van de invoer. Het recente besluit van de VS om de EU-uitvoer niet uit te sluiten van het toepassingsgebied van de maatregelen op grond van afdeling 232 zal er waarschijnlijk toe leiden dat de mogelijkheden van de producenten in de Unie om hun producten naar de VS uit te voeren, worden beperkt en dat de positie van deze producenten nog kwetsbaarder wordt.

(61)

De invoer van staal is aanzienlijk toegenomen en bleef in 2017 op een hoog niveau. De verdere toename van de invoer in 2018 — met name uit die landen of van die exporteurs die niet aan handelsbeschermingsmaatregelen zijn onderworpen — zal de bedrijfstak er waarschijnlijk van weerhouden om zich volledig te herstellen en van deze maatregelen te profiteren. De staalindustrie van de Unie wordt immers nog steeds kwetsbaar geacht voor een verdere toename van de invoer.

(62)

Zonder voorlopige vrijwaringsmaatregelen is het waarschijnlijk dat de situatie zich in de nabije toekomst zal ontwikkelen tot werkelijke ernstige schade.

(63)

In dit verband heeft de Commissie overeenkomstig artikel 9, lid 2, van Verordening 2015/478 en artikel 6, lid 3, van Verordening 2015/755 het percentage waarmee de uitvoer naar de Unie is gestegen en de waarschijnlijkheid dat beschikbare capaciteit wordt gebruikt voor uitvoer naar de Unie onderzocht.

(64)

Ten eerste is de invoer in de Unie, zoals hierboven geconcludeerd, in de periode 2013-2017 aanzienlijk toegenomen, te weten in het algemeen met 68 %. Hoewel de stijging vooral opmerkelijk was tot en met 2016, bleef de invoer in de daaropvolgende periode toenemen, zij het met een lager tempo. Zoals benadrukt in de overwegingen 37 en 82 over kritieke omstandigheden is de invoer in het eerste kwartaal van 2018 wederom sterk toegenomen, met bijna 10 %. Het percentage waarmee de invoer is gestegen, is derhalve aanzienlijk.

(65)

Ten tweede is het in een situatie van algemene overcapaciteit in diverse landen waarschijnlijk dat de beperkende maatregelen van de VS op grond van afdeling 232, gezien het niveau en het toepassingsgebied ervan, zullen leiden tot een verlegging van het handelsverkeer van staalproducten naar de Unie.

(66)

De VS heeft laten weten voornemens te zijn de invoer met ongeveer 13 miljoen ton te verminderen en heeft bijgevolg in maart 2018 een aanvullend invoerrecht van 25 % ingesteld op een zeer groot aantal staalproducten. Het is onvermijdelijk dat de hoeveelheid staal die niet meer naar de VS zal worden uitgevoerd, naar andere derde landen zal worden verlegd.

(67)

Enkele van de voornaamste exporteurs naar de VS zijn tevens traditionele leveranciers van staal aan de Unie. Het is meer dan waarschijnlijk dat deze landen, en ook andere, hun uitvoer in grote mate naar de Unie zullen willen verleggen. De markt van de Unie is in het algemeen immers een aantrekkelijke markt voor staalproducten, zowel in termen van vraag als van prijzen. In feite is de EU, na China, maar voor de VS, een van de voornaamste markten voor staal, waar de vraag de laatste jaren is toegenomen en de prijzen zich nu ook hebben hersteld.

(68)

In dit verband zal een aanzienlijke stijging van het aanbod op de markt van de Unie als gevolg van een toenemende invoer een algemene neerwaartse druk op de prijzen veroorzaken, die zal leiden tot prijsniveaus die vergelijkbaar zijn met deze van 2016, met aanzienlijke negatieve gevolgen voor de winstgevendheid van de staalindustrie van de Unie.

4.   Conclusies

(69)

Onder deze omstandigheden, en gebaseerd op het bovenstaande, wordt de voorlopige conclusie getrokken dat, hoewel de staalindustrie van de Unie in 2017 — met name als gevolg van handelsbeschermingsmaatregelen — wat betreft sommige productcategorieën gedeeltelijk is hersteld, voor de meeste te beoordelen productcategorieën geldt dat de financiële positie nog altijd ruim onder het toereikende niveau ligt, waardoor de bedrijfstak van de Unie nog steeds kwetsbaar is voor een nieuwe toename van de invoer. Bijgevolg heeft de Commissie geconcludeerd dat de staalindustrie van de Unie zich wat de 23 te beoordelen productcategorieën betreft, in een situatie van dreigende ernstige schade bevindt.

VII.   OORZAKELIJK VERBAND

1.   Toename van de invoer

(70)

De Commissie is op de volgende gronden tot de voorlopige vaststelling gekomen dat er een oorzakelijk verband is tussen de toegenomen invoer van het te beoordelen product enerzijds en een dreiging van ernstige schade anderzijds.

(71)

Er wordt in de eerste plaats aan herinnerd dat de door de producenten in de Unie geproduceerde producten soortgelijk zijn aan of rechtstreeks concurreren met de betrokken producten. Ze hebben dezelfde basiskenmerken, dezelfde toepassingen en worden via vergelijkbare of identieke verkoopkanalen verkocht en ze concurreren sterk op basis van de prijs.

(72)

Zoals uiteengezet in de hoofdstukken IV en VI hebben de producenten in de Unie geleden in termen van verlies van marktaandeel en aanzienlijke prijsdruk, met een negatief of ontoereikend winstniveau tot gevolg. Voor sommige producten lijkt ernstige schade ophanden te zijn, zelfs als de producenten zich hebben hersteld.

(73)

In de periode 2013-2017 nam de invoer van het betrokken product sterk toe en won deze marktaandeel in de Unie op basis van prijsniveaus die lager waren dan deze van de producenten in de Unie. Het marktaandeel van de invoer groeide immers in totaal van 12,2 % tot 17,6 % en de invoerprijzen bleven voor elk individueel product bijna systematisch lager dan de verkoopprijzen van de bedrijfstak van de Unie.

(74)

Het oorzakelijk verband tussen de toegenomen invoer en de situatie van de producenten in de Unie was vooral opmerkelijk in de periode 2013-2016, toen de invoer tegen lage prijzen een piek bereikte (+ 62 %) en de prijzen van de producenten in de EU met 15 % daalden. Voor categorie 13 daalden de prijzen zelfs met 20 %, terwijl dat percentage voor de categorieën 1 en 3 respectievelijk 19 % en 18 % was. Bijgevolg leden de producenten in de Unie van de soortgelijke producten verlies of bevonden zij zich dicht bij het kostendekkend niveau. In 2017 bevond de invoer zich ondanks een algemene prijsstijging nog altijd op een hoog niveau en bleef deze de prijzen onderbieden. De prijzen in de Unie herstelden zich, maar voor een aantal producten slechts in onvoldoende mate; deze werden nog steeds met verlies of tegen een lagere winst verkocht.

(75)

Ondanks het feit dat de winst zich wat enkele productcategorieën betreft, heeft hersteld, blijft de situatie ervan nog steeds kwetsbaar. Uit de ontwikkelingen in de voorgaande jaren is immers gebleken dat deze productcategorieën bijzonder gevoelig zijn voor prijsdruk, en elke verdere toename van de invoer tegen lage prijzen zou een aanzienlijke negatieve invloed hebben op de situatie van die producten.

(76)

In dit verband wordt geoordeeld dat de beperkende maatregelen van de VS op grond van afdeling 232 van de Trade Expansion Act, gezien het niveau en het toepassingsgebied ervan, waarschijnlijk ophanden zijnde ernstige schade voor de producenten in de Unie tot gevolg hebben.

(77)

Derhalve heeft de Commissie voorlopig geconcludeerd dat er, met betrekking tot de 23 te beoordelen productcategorieën, een oorzakelijk verband bestaat tussen de toename van de invoer, de druk op de prijzen op de staalmarkt van de Unie en de dreiging van ernstige schade voor de producenten in de Unie.

2.   Andere bekende factoren

(78)

Om er zeker van te zijn dat de ernstige schade niet aan andere factoren dan de toegenomen invoer kan worden toegeschreven, heeft de Commissie een voorlopige analyse uitgevoerd om te bepalen of de andere factoren mogelijk hebben bijgedragen tot de ernstige schade voor de producenten in de Unie.

(79)

Er is vastgesteld dat de wereldwijde overcapaciteit een rol heeft gespeeld in de zin dat zij goedkope invoer in de Unie in de hand heeft gewerkt. Het verbruik van de betrokken staalproducten nam toe en kon derhalve het oorzakelijk verband niet verzwakken.

(80)

De Commissie heeft ook de toerekening van ernstige schade aan de invoer van de betrokken producten uit landen die lid zijn van de Europese Economische Ruimte (EER) in overweging genomen. Als gevolg van de EER-overeenkomst tussen de Unie en haar lidstaten, enerzijds, en leden van de EER (Noorwegen, IJsland en Liechtenstein), anderzijds, heeft de Unie een sterke economische integratie met de markten van de EER-landen, alsook met de bedrijfstakken van de betrokken producten tot stand gebracht. De bedrijfstak op die markten is volgroeid en verzadigd, op grond waarvan wordt geoordeeld dat de uitsluiting van producten van oorsprong uit de EER-landen van de vrijwaringsmaatregelen weinig (of geen) gevolgen zal hebben voor het invoerniveau van de producten. Hoewel de invoer vanuit deze landen voor sommige productcategorieën inderdaad heeft bijgedragen tot een toename van de invoer (de totale invoer uit deze landen is met ongeveer 9 % gestegen), is het aandeel van die invoer in de totale invoer immers beperkt (het aandeel van de EER in de invoer is ongeveer 1,5 %, met een overeenkomstig marktaandeel van in totaal 0,3 %). Bovendien zijn EER-landen traditioneel kleinere leveranciers van het betrokken product aan de VS, wat inhoudt dat het risico van verlegging van het handelsverkeer voorlopig ook als beperkt is vastgesteld. Derhalve is de Commissie van mening dat, gezien de traditioneel kleine leveringen aan de VS, de volwassenheid van de bedrijfstak op EER-markten en het daarmee verbonden beperkte risico van verlegging van het handelsverkeer dat daaruit voortvloeit, de invoer van de betrokken producten uit EER-landen slechts in zeer beperkte mate, of helemaal niet, kan hebben bijgedragen tot de dreiging van ernstige schade.

(81)

Bijgevolg heeft de Commissie geen andere factoren vastgesteld die het oorzakelijk verband tussen de toename van de invoer en de ernstige schade voor de producenten in de Unie zouden verzwakken. In het verdere verloop van het onderzoek zullen niettemin alle andere factoren die tot de schade hebben of kunnen hebben bijgedragen grondiger worden onderzocht.

VIII.   KRITIEKE OMSTANDIGHEDEN

(82)

Zoals hierboven aangegeven bevinden de staalproducenten in de Unie zich in het algemeen in een situatie van dreigende schade en is ernstige schade duidelijk ophanden. Voor bepaalde afzonderlijke productcategorieën zijn er al indicaties van ernstige schade. Een verdere toename van de invoer zal waarschijnlijk aanzienlijke nadelige gevolgen hebben voor de economische situatie van de bedrijfstak in het algemeen.

(83)

De Commissie heeft onderzocht of er sprake is van kritieke omstandigheden waarbij uitstel moeilijk herstelbare schade zou veroorzaken. Er werd in het bijzonder onderzocht of de invoer bleef toenemen in de recentste periode.

(84)

Op basis van een vergelijking van de invoer van staalproducten in het eerste kwartaal van 2018 met deze in het eerste kwartaal van 2017 blijkt dat de invoer voor 18 van de 23 productcategorieën met 26 % is gestegen. Deze toename van de invoer is aanzienlijk groter dan deze in de periode 2016-2017, die ongeveer 2 % bedroeg.

(85)

De tarieven van 25 % voor staalproducten op grond van afdeling 232 werden op 23 maart 2018 ingevoerd. Het is in dit stadium niet mogelijk om het volledige effect van de maatregelen van de VS in termen van verlegging van het handelsverkeer te beoordelen. De toename van de invoer in de Unie in het eerste kwartaal van 2018 zou echter kunnen worden gezien als een voorbode van de effecten ervan, en derhalve een goed beeld kunnen geven van wat de mogelijke toekomstige ontwikkeling van de invoer in de Unie na de instelling van de maatregelen door de VS zou kunnen zijn.

(86)

Op 30 mei 2018 heeft de VS ook besloten dat de maatregelen op grond van afdeling 232 moeten worden toegepast ten aanzien van de Unie, Mexico en Canada. De Commissie is van mening dat dit nog een kritiek element is, aangezien het niet alleen de uitvoer uit de Unie zou beperken, maar tevens het risico van verlegging van het handelsverkeer vanuit de andere twee belangrijke staalproducerende landen zou vergroten.

(87)

Gezien de kwetsbare situatie van de bedrijfstak en de recentste toename van de invoer zal een extra overaanbod van staalproducten op de markt van de Unie, en de daaruit voortvloeiende druk op de prijzen, ongetwijfeld ernstige gevolgen hebben voor de situatie van de producenten in de Unie.

(88)

Derhalve is de Commissie van mening dat er, vanwege het reële risico van verlegging van het handelsverkeer en de verdere beperking van de invoer naar de VS vanuit belangrijke staalproducerende landen, sprake is van kritieke omstandigheden waarbij uitstel van de vaststelling van voorlopige vrijwaringsmaatregelen moeilijk herstelbare schade zou veroorzaken. De Commissie komt derhalve tot de slotsom dat onverwijld voorlopige vrijwaringsmaatregelen moeten worden ingesteld.

IX.   BELANG VAN DE UNIE

(89)

Overeenkomstig artikel 16 van Verordening 2015/478 werd nagegaan of er ondanks de voorlopige bevinding van dreiging van ernstige schade dwingende redenen zijn om te concluderen dat het in dit specifieke geval niet in het belang van de Unie is om voorlopige maatregelen in te stellen. Het belang van de Unie werd geanalyseerd aan de hand van een beoordeling van alle betrokken belangen, waaronder deze van de producenten in de Unie, de importeurs en de gebruikers.

(90)

De bedrijfstak van de Unie bestaat uit ongeveer 40 producenten die in vele verschillende lidstaten van de Unie zijn gevestigd en in de periode 2013-2017 in verband met de 25 betrokken producten rechtstreeks werk verschaften aan meer dan 180 000 personen. Er is vastgesteld dat er voor de bedrijfstak van de Unie ernstige schade dreigt die wordt veroorzaakt door een toename van de invoer. Er wordt aan herinnerd dat de bedrijfstak van de Unie niet heeft geprofiteerd van een toename van het verbruik en dat de economische situatie van de bedrijfstak van de Unie zwak en kwetsbaar blijft voor een verdere toename van de invoer. Het strategisch belang van de staalindustrie wordt van oudsher algemeen erkend (14). Een gezonde en concurrerende staalindustrie is in het belang van de Unie. Het is duidelijk dat indien geen maatregelen worden genomen, zowel de prijzen als het marktaandeel van de producenten in de Unie verder zullen teruglopen met als gevolg een daling van de productie, toenemende financiële verliezen en een verlies van arbeidsplaatsen, zowel in de staalindustrie als in de daarmee verbonden industrieën. Het instellen van voorlopige vrijwaringsmaatregelen zal de ernstige schade tijdelijk herstellen en de aanpassing door de bedrijfstak van de Unie vergemakkelijken.

(91)

Het streven van gebruikers en importeurs is er in het algemeen op gericht een zo laag mogelijke prijs te betalen voor staalproducten en het is duidelijk dat de prijzen zonder maatregelen lager zullen zijn. Het is echter ook in hun belang om een levensvatbare en concurrerende staalindustrie van de Unie te hebben die in staat is om in hun toekomstige behoeften te voorzien.

(92)

In dit verband hebben diverse belanghebbenden bij het onderzoek aangevoerd dat het niet in het belang van de Unie zou zijn om voorlopige vrijwaringsmaatregelen vast te stellen. Zij beweren dat maatregelen vrijwel zeker tot een krap aanbod zullen leiden, waardoor die bedrijfstak van de Unie een sterkere onderhandelingspositie zou hebben om druk uit te oefenen op de prijzen. Ook voerden zij aan dat de leveringsbronnen reeds beperkt zijn door de instelling van antidumping- en antisubsidiemaatregelen en dat producten die niet beschikbaar zijn bij producenten in de Unie of niet toereikend of met de juiste technische specificaties beschikbaar zijn, van vrijwaringsmaatregelen moeten worden uitgesloten.

(93)

Om het juiste evenwicht te vinden tussen de verschillende legitieme belangen en aangezien de dreigende ernstige schade in dit geval voornamelijk is gekoppeld aan het bestaan van verlegging van het handelsverkeer, is de Commissie van mening dat met de vorm van de vrijwaringsmaatregelen de historische invoerniveaus moet worden gehandhaafd, en dat alleen invoer boven dit niveau aan de maatregelen moet worden onderworpen. In dit verband waarborgt een systeem van tariefcontingenten in het kader waarvan geen belemmering wordt opgeworpen tegen traditionele handelsstromen dat de vrijwaringsmaatregelen in overeenstemming zijn met het belang van de Unie. Een dergelijke vorm van maatregelen zou de negatieve effecten van de verlegging van het handelsverkeer voor de bedrijfstak van de Unie voorkomen en tegelijkertijd de leveringsbronnen van de traditionele handel en doeltreffende concurrentie op de staalmarkt in stand houden.

(94)

Onder deze omstandigheden is de Commissie van mening dat het risico dat de vastgestelde maatregel een te krap aanbod of een prijsstijging tot gevolg heeft, niet wezenlijk is. Evenzo moet de bewering dat bepaalde specifieke productcategorieën van de vrijwaringsmaatregelen moeten worden uitgesloten omdat zij niet beschikbaar zijn bij producenten in de Unie of niet toereikend of met de juiste technische specificaties beschikbaar zijn, worden verworpen, aangezien de traditionele handelsstromen worden gewaarborgd.

(95)

Derhalve concludeert de Commissie, alles bij elkaar genomen, voorlopig dat het belang van de Unie vereist dat er voorlopige vrijwaringsmaatregelen worden vastgesteld in de specifieke vorm van een tariefverhoging die per productcategorie zal worden toegepast op het deel van de invoer dat boven het niveau de traditionele handelsstromen ligt.

X.   CONCLUSIES EN VASTSTELLING VAN VOORLOPIGE MAATREGELEN

1.   Vaststelling van voorlopige maatregelen

(96)

De voorlopige conclusie luidde dat de staalindustrie van de Unie zich in een situatie van dreigende ernstige schade bevindt voor de 23 te beoordelen productcategorieën en dat die situatie zich in de nabije toekomst waarschijnlijk zal ontwikkelen tot werkelijke ernstige schade. Gezien de kritieke omstandigheden wordt geoordeeld dat voorafgaand aan de beëindiging van het onderhavige onderzoek voorlopige vrijwaringsmaatregelen moeten worden genomen om moeilijk herstelbare schade aan de staalindustrie van de EU te voorkomen.

2.   Vorm en niveau van de maatregelen

(97)

Voor de selectie van de passende vorm van de maatregel heeft de Commissie de volgende drie factoren in aanmerking genomen. Ten eerste vindt ernstige schade aan de totale staalindustrie van de Unie waarschijnlijk plaats vanwege de verlegging van de uitvoer van staal naar de VS naar de Unie als gevolg van de maatregelen op grond van afdeling 232. Ten tweede wordt geoordeeld dat de openheid van de markt van de Unie in stand moet worden gehouden en dat de traditionele invoer moet worden gehandhaafd. Het is immers het overschot aan invoer ten opzichte van deze traditionele handelsstromen dat als de belangrijkste dreiging voor de situatie van de staalindustrie wordt beschouwd. Tot slot moeten de voorlopige maatregelen overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) 2015/478 en de internationale verplichtingen van de Unie, in het bijzonder artikel 6 van de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen, de vorm van tariefmaatregelen aannemen.

(98)

Op die basis is de Commissie van mening dat, zoals vermeld in overweging 93, de voorlopige vrijwaringsmaatregelen de vorm moeten aannemen van een systeem van tariefcontingenten bij overschrijding waarvan een aanvullend recht moet worden betaald. Teneinde de toegang tot de markt van de Unie voor alle traditionele leveranciers veilig te stellen, moeten deze tariefcontingenten zijn gebaseerd op de gemiddelde jaarlijkse invoer in de jaren 2015, 2016 en 2017. Omdat de tariefcontingenten een geldigheidsduur zullen hebben van 200 kalenderdagen moeten de contingenten pro rata op basis van het jaarcijfer worden vastgesteld.

(99)

Het aanvullende recht bij overschrijding van het contingent moet worden vastgesteld op een niveau dat ernstige schade voor de bedrijfstak van de Unie voorkomt. Gezien de conclusies over dreigende ernstige schade en het feit dat zich tot nu toe geen ernstige schade in algemene termen heeft voorgedaan, is de Commissie van mening dat het berekenen van een schademarge op basis van het berekende gemiddelde geen schade veroorzakende prijs per ton van de producten van de bedrijfstak van de Unie in de recentste periode, niet passend lijkt.

(100)

Onder deze omstandigheden acht de Commissie het eerder passender om een toekomstgerichte aanpak te hanteren bij het beoordelen van de hoogte van het recht dat nodig is om te beletten dat invoer boven het niveau van de traditionele handelsstromen plaatsvindt en ernstige schade voor de bedrijfstak van de Unie veroorzaakt zodra het niveau van het contingent is bereikt.

(101)

In dit verband heeft de bedrijfstak van de Unie twee aanvullende methoden ingediend voor de berekening van een voldoende afschrikkend tarief, die door de Commissie voor dit doel passend worden geacht: de eerste methode is een partieel-evenwichtsmodel van de staalmarkt van de Unie, terwijl in de tweede de dekkingsbijdragen voor staalproducten worden berekend.

(102)

Een partieel-evenwichtsmodel bestaat uit een reeks vraag- en aanbodvergelijkingen en spitst zich toe op een deel van de economie terwijl op de rest van de economie de ceteris paribus-redenering wordt toegepast. Tevens gaat deze methode ervan uit dat de macro-economische impact van het scenario dat wordt geanalyseerd, niet groot genoeg is om macro-economische aggregaten, zoals het algemene loonniveau in een economie, te beïnvloeden.

(103)

Het door de bedrijfstak van de Unie voorgestelde model is gebaseerd op een openbaar beschikbare code die in spreadsheet-software wordt geprogrammeerd en opgelost. In bredere zin is een partieel-evenwichtsmodel een standaardinstrument voor het analyseren van handelsbeleid door onderzoeksautoriteiten, waaronder de Commissie.

(104)

Het model past, net als de meeste andere modellen, de zogenoemde Armington-aanname toe dat producten van verschillende oorsprong onvolmaakte vervangingsproducten zijn. Het model kijkt enkel naar de markt van de Unie door telkens een aanbodfunctie te gebruiken voor het binnenlandse aanbod in de Unie, de invoer door aan vrijwaringsmaatregelen onderworpen landen en de invoer door landen die vrijgesteld zijn van vrijwaringsmaatregelen. Tot slot gebruikt het model een functie voor de vraag in de Unie, waarbij afhankelijk van het algemene prijsniveau de vraag naar staal op geaggregeerd niveau wordt bepaald en vervolgens afhankelijk van de relatieve prijzen over de drie genoemde leveringsbronnen wordt verdeeld. Dit laatstgenoemde proces wordt beheerst door de zogenoemde Armington-elasticiteiten, dat wil zeggen economische parameters die de substitutie-elasticiteit weergeven tussen producten uit verschillende landen van oorsprong die per productsoort en per markt verschillen.

(105)

De gegevens voor het model zijn afkomstig van Eurofer en Eurostat. De Armington-elasticiteiten en de elasticiteiten van vraag en aanbod zijn afkomstig van gevestigde bronnen zoals de ITC van de VS en het Global Trade Analysis Project („GTAP”). In overeenstemming met deze bronnen zijn de Armington-elasticiteiten vastgesteld op 3,75, de vraagelasticiteit op – 0,5 en de drie elasticiteiten van aanbod op 4.

(106)

Omdat het een model voor één land is, moeten bepaalde expliciete en impliciete aannames worden gedaan, met name met betrekking tot de staalmarkt van de VS en de impact van de op grond van afdeling 232 ingestelde maatregelen.

(107)

Allereerst wordt aangenomen dat de huidige uitvoer vanuit landen die onderworpen zijn aan maatregelen op grond van afdeling 232, door deze maatregelen met succes van de markt van de VS zal worden uitgesloten. Vervolgens wordt het aandeel van deze uitgesloten uitvoer dat naar de markt van de Unie zal worden verlegd voor elk producerend land dat momenteel naar de VS uitvoert, berekend met een methode waarvoor vier verschillende criteria in aanmerking worden genomen en gewogen: afstand tot de Unie, de beschikbaarheid in de relevante regio van landen die in staat zijn om de verlegde uitvoer te absorberen, het bestaan van landen in de regio met een aanzienlijke overcapaciteit en het bestaan van geldende handelsbeschermingsmaatregelen in het land. Volgens die berekening zal 72 % van de huidige invoer van staal in de VS naar de markt van de Unie worden verlegd, wat overeenkomt met 55 % van de totale invoer van staal in de Unie in 2017. Voorts wordt aangenomen dat die extra invoer de productie in de Unie in dezelfde mate zal vervangen.

(108)

Het model wordt gespecificeerd met de bovengenoemde parameters en de marktgegevens die zijn gecorrigeerd voor de in de vorige twee overwegingen gemaakte aannamen. Het model wordt vervolgens opgelost met experimenten met diverse variabelen van een vrijwaringstarief in de Unie buiten het contingent. De resultaten van het model voorspellen dat een tarief van 25 % invoerniveaus toestaat die ongeveer 19 % hoger zijn dan in de referentieperiode van 2015-2017. Een tarief van 32 % zou nog steeds 10 % meer invoer dan in de referentieperiode toestaan. Anderzijds zou een tarief van 41 % de invoer terugdringen tot het niveau van 2015-2017.

(109)

De resultaten van het macro-economische handelsmodel worden aangevuld met een reeks micro-economische simulaties van kenmerkende dekkingsbijdragen voor 12 verschillende te beoordelen productcategorieën. De aanname bij de analyse is dat producenten in het geval van dalende prijzen, zolang de variabele kosten gedekt zijn, hun capaciteit volledig blijven benutten en blijven uitvoeren naar de Unie. De marge tussen de verkoopprijs en de variabele kosten wordt de dekkingsbijdrage genoemd. Een producent zal met andere woorden blijven produceren zolang de dekkingsbijdrage niet negatief is. In de analyse wordt voor elk van de twaalf te beoordelen productcategorieën de eindprijs in de Unie bepaald tegen welke de dekkingsbijdrage voor exporteurs naar de EU volledig is benut. Het verschil tussen deze prijs en de geen schade veroorzakende binnenlandse prijs op de markt van de Unie zou dan het tarief buiten het contingent moeten zijn dat nodig is om een geen schade veroorzakend prijspeil op de markt van de Unie te waarborgen.

(110)

Voor de analyse wordt gebruikgemaakt van een korf van grondstoffenprijzen op basis van openbare indexcijfers van Metal Bulletin, variabele kosten van Chinese ondernemingen uit de CRU-databank en geraamde vrachtkosten van 60 USD/ton tussen de China en de EU, wat naar verluidt een voorzichtige raming is. In de analyse wordt geconcludeerd dat dekkingsbijdragen en derhalve de noodzakelijke afschrikkende tarieven buiten het contingent een waarde moeten hebben van 19-45 %, met een mediaan van 34 %, waardoor hoofdzakelijk de orde van grootte van het tarief buiten het contingent dat door het partieel-evenwichtsmodel werd vastgesteld, wordt bevestigd.

(111)

Op grond hiervan heeft de Commissie voorlopig vastgesteld dat een voorlopig tarief buiten het contingent van 25 % toereikend zou zijn om te voorkomen dat ernstige schade ontstaat. Dit tarief, dat lager is dan het tarief van 32 % dat voortvloeit uit het model voor het waarborgen van een traditionele handel vermeerderd met een groei van 10 % van de invoerstroom, is een voorzichtige benadering, met inachtneming van het belang van de Unie, en in afwachting van opmerkingen van de belanghebbenden na de vaststelling van voorlopige maatregelen en een diepgaander onderzoek van de ontwikkeling van de invoer voorafgaand aan de instelling van definitieve maatregelen.

3.   Beheer van de contingenten

(112)

De beste manier om optimaal gebruik van de tariefcontingenten te waarborgen is om ze toe te wijzen in chronologische volgorde van de data van aanvaarding van de aangiften voor het in het vrije verkeer brengen, zoals bedoeld in Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (15). Alle importeurs in de Unie moeten in gelijke mate en zonder onderbreking toegang hebben tot de contingenten. Deze wijze van beheer vereist een nauwe samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie.

(113)

Goederen die uit ontwikkelingslanden worden ingevoerd, kunnen van de tariefcontingenten worden vrijgesteld, afhankelijk van de oorsprong van deze goederen. De criteria voor de vaststelling van niet-preferentiële oorsprong die momenteel van kracht zijn in de Unie, moeten derhalve worden toegepast.

(114)

Ten behoeve van de voorlopige maatregelen, opdat de traditionele handelsstromen kunnen blijven doorgaan, zal een specifiek contingent worden bepaald voor elke productcategorie ten aanzien waarvan bij deze verordening voorlopige maatregelen worden ingesteld, ongeacht het land van oorsprong ervan. Tijdens het verdere verloop van het onderzoek zal worden bepaald of een toewijzing van contingenten per land van uitvoer wenselijk is om de traditionele handelsstromen vanuit die landen te waarborgen en rekening te houden met de gevolgen van de voorlopige maatregelen. De Commissie moet in het bijzonder rekening houden met het mogelijke effect van de thans geldende antidumping- en antisubsidiemaatregelen op de toewijzing en het gebruik van een contingent per land.

4.   Toepasselijke antidumping- en antisubsidiemaatregelen

(115)

Zodra het vastgestelde rechtenvrije contingent is bereikt, zijn de vrijwaringsmaatregelen van toepassing.

(116)

Diverse belanghebbenden hebben aangevoerd dat de combinatie van de reeds op veel productcategorieën opgelegde antidumping- en compenserende maatregelen en de vrijwaringsmaatregelen op diezelfde invoer een ongewenst zware last zou betekenen voor bepaalde producenten-exporteurs die hun producten naar de EU willen uitvoeren, omdat zij hen de toegang tot de markt van de Unie de facto zou ontzeggen.

(117)

Voor 12 categorieën staalproducten waarop de huidige voorlopige vrijwaringsmaatregelen van toepassing zijn, zijn op sommige landen van oorsprong momenteel immers antidumpingrechten en compenserende rechten van toepassing. Derhalve is het noodzakelijk om te overwegen of de cumulatie van deze maatregelen met de vrijwaringsmaatregelen niet zal leiden tot een groter effect dan wenselijk is (16). Om de instelling van „dubbele corrigerende maatregelen” te voorkomen wanneer het tariefcontingent wordt overschreden, zal het niveau van de bestaande antidumping- en compenserende rechten worden opgeschort of verlaagd teneinde te waarborgen dat het gecombineerde effect van deze maatregelen het hoogste niveau van de geldende vrijwarings- of antidumping-/compenserende rechten niet overschrijdt.

5.   Duur

(118)

De voorlopige maatregelen hebben een geldigheidsduur van 200 kalenderdagen vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

XI.   UITSLUITING VAN BEPAALDE LANDEN VAN HET TOEPASSINGSGEBIED VAN DE VOORLOPIGE MAATREGELEN

(119)

Overeenkomstig artikel 18 van Verordening 2015/478 en de internationale verplichtingen van de Unie mogen de voorlopige maatregelen niet worden toegepast ten aanzien van producten van oorsprong uit een ontwikkelingsland zolang het aandeel van dat land in de invoer in de Unie van dat product niet meer dan 3 % bedraagt, mits de ontwikkelingslanden die lid zijn van de WTO en waarvan het aandeel in de invoer in de Unie minder dan 3 % bedraagt, tezamen niet meer dan 9 % vertegenwoordigen van de totale invoer in de Unie van het betrokken product.

(120)

Uit de voorlopige vaststelling van de Commissie blijkt dat de betrokken productcategorieën uit bepaalde ontwikkelingslanden voldoen aan de voorwaarden om voor bovengenoemde afwijking in aanmerking te komen. Voor de toepassing van deze verordening zijn de ontwikkelingslanden opgenomen in bijlage IV (Lijst van producten uit ontwikkelingslanden ten aanzien waarvan de voorlopige maatregelen gelden). Hierin wordt ook voor elk van de 23 productcategorieën aangegeven ten aanzien van welke ontwikkelingslanden de voorlopige maatregelen gelden. De Commissie acht het in dit stadium zinvol om het volume van de invoer vanuit ontwikkelingslanden te berekenen op basis van elke productcategorie, aangezien het tariefcontingent ook wordt vastgesteld aan de hand van de traditionele handelsstromen van elke categorie afzonderlijk. Dit doet geen afbreuk aan toekomstige besluiten met betrekking tot de vraag of een land als een ontwikkelingsland kan worden beschouwd.

(121)

Zoals uiteengezet in overweging 80 is de Commissie van mening dat vanwege de nauwe integratie van markten met de EER-landen, de totaalcijfers van de invoer vanuit deze landen, en het lage risico van verlegging van het handelsverkeer, de te beoordelen producten van oorsprong uit Noorwegen, IJsland en Liechtenstein van de toepassing van deze verordening moeten worden uitgesloten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Er worden tariefcontingenten geopend voor de invoer in de Unie van elk van de 23 in bijlage I vermelde betrokken productcategorieën voor een periode van 200 dagen na de inwerkingtreding van deze verordening.

2.   De tariefcontingenten zijn opgenomen in bijlage V (omschreven door verwijzing naar de desbetreffende GN-codes).

3.   Wanneer het desbetreffende tariefcontingent is opgebruikt of wanneer de invoer van de productcategorieën niet in aanmerking komt voor het desbetreffende tariefcontingent, wordt een aanvullend recht van 25 % geheven. Dit aanvullende recht wordt toegepast op de douanewaarde van het ingevoerde product.

Artikel 2

1.   De oorsprong van de producten waarop deze verordening van toepassing is, wordt vastgesteld overeenkomstig de in de Unie geldende voorschriften met betrekking tot niet-preferentiële oorsprong.

2.   Tenzij anders vermeld, zijn de geldende bepalingen inzake douanerechten van toepassing.

Artikel 3

De tariefcontingenten worden door de Commissie en de lidstaten beheerd overeenkomstig de methode voor het beheer van tariefcontingenten die is omschreven in de artikelen 49 tot en met 54 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie.

Artikel 4

De invoer van de in artikel 1 bedoelde productcategorieën die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening reeds op weg zijn naar de Unie en waarvan de bestemming niet kan worden gewijzigd, zijn niet aan de tariefcontingenten noch aan het in artikel 1 vermelde aanvullende recht onderworpen en mogen in het vrije verkeer worden gebracht.

Artikel 5

De lidstaten en de Commissie werken nauw samen om toe te zien op de naleving van deze verordening.

Artikel 6

1.   Onverminderd het bepaalde in lid 2 is de invoer van de 23 in bijlage I genoemde productcategorieën van oorsprong uit een van de ontwikkelingslanden, zoals gespecificeerd in bijlage IV, niet aan de tariefcontingenten noch aan het in artikel 1 bedoelde aanvullende recht onderworpen.

2.   Voor elk van de 23 productcategorieën zijn in bijlage IV de ontwikkelingslanden van oorsprong opgenomen waarop de in artikel 1 bedoelde maatregelen van toepassing zijn.

Artikel 7

Producten van oorsprong uit Noorwegen, IJsland en Liechtenstein zijn niet onderworpen aan de in artikel 1 bedoelde maatregelen.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 juli 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 83 van 27.3.2015, blz. 16.

(2)  PB L 123 van 19.5.2015, blz. 33.

(3)  PB C 111 van 26.3.2018, blz. 29.

(4)  PB C 225 van 28.6.2018, blz. 54.

(5)  In april 2018 zijn voorafgaande toezichtmaatregelen vastgesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/670 van de Commissie van 28 april 2016 tot instelling van voorafgaand Unietoezicht op de invoer van bepaalde ijzer- en staalproducten uit bepaalde derde landen (PB L 115 van 29.4.2016, blz. 37).

(6)  PB C 225 van 28.6.2018, blz. 54.

(7)  Zaak COMP/EGKS.1351, Usinor/Arbed/Aceralia, en zaak COMP/M.4137, Mittal/Arcelor.

(8)  Zie in het bijzonder hoofdstuk IV en hoofdstuk VI, punten 1 en 2.

(9)  Zie verslagen van de 83e en 84e commissie Staal van de OESO (beschikbaar op http://www.oecd.org/sti/ind/steel.htm).

(10)  Idem, 83e verslag.

(11)  Persbericht minister Ross van de VS, Ministerie van Handel (https://www.commerce.gov/news/press-releases/2018/02/secretary-ross-releases-steel-and-aluminum-232-reports-coordination).

(12)  Verslag van het Ministerie van Handel van de VS op grond van afdeling 232 (https://www.commerce.gov/sites/commerce.gov/files/the_effect_of_imports_of_steel_on_the_national_security_-_with_redactions_-_20180111.pdf).

(13)  Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Investeringsbank, „Staal: Behoud van duurzame banen en groei in Europa”, COM(2016) 155 final, 16.3.2016.

(14)  Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Investeringsbank van 16.3.2016, „Staal: Behoud van duurzame banen en groei in Europa”, COM(2016) 155 final.

(15)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).

(16)  Verordening (EU) 2015/477 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 inzake de maatregelen die de Unie kan nemen naar aanleiding van een rapport van het orgaan voor geschillenbeslechting van de WTO betreffende antidumping- en antisubsidiemaatregelen (PB L 83 van 27.3.2015, blz. 11).


BIJLAGE I — Betrokken producten

Productnummer

Productcategorie

GN-codes

1

Bladen en strippen van niet-gelegeerd of ander gelegeerd staal, warm gewalst

7208 10 00 , 7208 25 00 , 7208 26 00 , 7208 27 00 , 7208 36 00 , 7208 37 00 , 7208 38 00 , 7208 39 00 , 7208 40 00 , 7208 52 10 , 7208 52 99 , 7208 53 10 , 7208 53 90 , 7208 54 00 , 7211 13 00 , 7211 14 00 , 7211 19 00 , 7212 60 00 , 7225 19 10 , 7225 30 10 , 7225 30 30 , 7225 30 90 , 7225 40 15 , 7225 40 90 , 7226 19 10 , 7226 91 20 , 7226 91 91 , 7226 91 99

2

Niet-gelegeerde en ander gelegeerde koudgewalste platen

7209 15 00 , 7209 16 90 , 7209 17 90 , 7209 18 91 , 7209 25 00 , 7209 26 90 , 7209 27 90 , 7209 28 90 , 7209 90 20 , 7209 90 80 , 7211 23 20 , 7211 23 30 , 7211 23 80 , 7211 29 00 , 7211 90 20 , 7211 90 80 , 7225 50 20 , 7225 50 80 , 7225 99 00 , 7226 20 00 , 7226 92 00

3

Elektroplaten (andere dan met gerichte korrels)

7209 16 10 , 7209 17 10 , 7209 18 10 , 7209 26 10 , 7209 27 10 , 7209 28 10 , 7225 19 90 , 7226 19 80

4

Metallisch beklede bladen

7210 20 00 , 7210 30 00 , 7210 41 00 , 7210 49 00 , 7210 61 00 , 7210 69 00 , 7210 90 80 , 7212 20 00 , 7212 30 00 , 7212 50 20 , 7212 50 30 , 7212 50 40 , 7212 50 61 , 7212 50 69 , 7212 50 90 , 7225 91 00 , 7225 92 00 , 7226 99 10 , 7226 99 30 , 7226 99 70

5

Organisch beklede platen

7210 70 80 , 7212 40 80

6

Blik

7209 18 99 , 7210 11 00 , 7210 12 20 , 7210 12 80 , 7210 50 00 , 7210 70 10 , 7210 90 40 , 7212 10 10 , 7212 10 90 , 7212 40 20

7

Kwartoplaten van niet-gelegeerd of ander gelegeerd staal

7208 51 20 , 7208 51 91 , 7208 51 98 , 7208 52 91 , 7208 90 20 , 7208 90 80 , 7210 90 30 , 7225 40 12 , 7225 40 40 , 7225 40 60

8

Roestvrije warmgewalste platen en banden

7219 11 00 , 7219 12 10 , 7219 12 90 , 7219 13 10 , 7219 13 90 , 7219 14 10 , 7219 14 90 , 7219 22 10 , 7219 22 90 , 7219 23 00 , 7219 24 00 , 7220 11 00 , 7220 12 00

9

Roestvrije koudgewalste platen en banden

7219 31 00 , 7219 32 10 , 7219 32 90 , 7219 33 10 , 7219 33 90 , 7219 34 10 , 7219 34 90 , 7219 35 10 , 7219 35 90 , 7219 90 20 , 7219 90 80 , 7220 20 21 , 7220 20 29 , 7220 20 41 , 7220 20 49 , 7220 20 81 , 7220 20 89 , 7220 90 20 , 7220 90 80

12

Niet-gelegeerd en ander gelegeerd staafstaal, waaronder lichte profielen

7214 30 00 , 7214 91 10 , 7214 91 90 , 7214 99 31 , 7214 99 39 , 7214 99 50 , 7214 99 71 , 7214 99 79 , 7214 99 95 , 7215 90 00 , 7216 10 00 , 7216 21 00 , 7216 22 00 , 7216 40 10 , 7216 40 90 , 7216 50 10 , 7216 50 91 , 7216 50 99 , 7216 99 00 , 7228 10 20 , 7228 20 10 , 7228 20 91 , 7228 30 20 , 7228 30 41 , 7228 30 49 , 7228 30 61 , 7228 30 69 , 7228 30 70 , 7228 30 89 , 7228 60 20 , 7228 60 80 , 7228 70 10 , 7228 70 90 , 7228 80 00

13

Betonstaal

7214 20 00 , 7214 99 10

14

Staven en lichte profielen van roestvrij staal

7222 11 11 , 7222 11 19 , 7222 11 81 , 7222 11 89 , 7222 19 10 , 7222 19 90 , 7222 20 11 , 7222 20 19 , 7222 20 21 , 7222 20 29 , 7222 20 31 , 7222 20 39 , 7222 20 81 , 7222 20 89 , 7222 30 51 , 7222 30 91 , 7222 30 97 , 7222 40 10 , 7222 40 50 , 7222 40 90

15

Walsdraad van roestvrij staal

7221 00 10 , 7221 00 90

16

Niet-gelegeerde en ander gelegeerde walsdraad

7213 10 00 , 7213 20 00 , 7213 91 10 , 7213 91 20 , 7213 91 41 , 7213 91 49 , 7213 91 70 , 7213 91 90 , 7213 99 10 , 7213 99 90 , 7227 10 00 , 7227 20 00 , 7227 90 10 , 7227 90 50 , 7227 90 95

17

Walsdraad, staven en profielen, van ijzer of van niet-gelegeerd staal

7216 31 10 , 7216 31 90 , 7216 32 11 , 7216 32 19 , 7216 32 91 , 7216 32 99 , 7216 33 10 , 7216 33 90

18

Damwand profielen

7301 10 00

20

Gasbuizen

7306 30 41 , 7306 30 49 , 7306 30 72 , 7306 30 77

21

Holle profielen

7306 61 10 , 7306 61 92 , 7306 61 99

22

Naadloze buizen en pijpen van roestvrij staal

7304 11 00 , 7304 22 00 , 7304 24 00 , 7304 41 00 , 7304 49 10 , 7304 49 93 , 7304 49 95 , 7304 49 99

23

Buizen en pijpen voor kogellagers

7304 51 12 , 7304 51 18 , 7304 59 32 , 7304 59 38

25

Grote belaste buizen

7305 11 00 , 7305 12 00 , 7305 19 00 , 7305 20 00 , 7305 31 00 , 7305 39 00 , 7305 90 00

26

Andere gelaste buizen

7306 11 10 , 7306 11 90 , 7306 19 10 , 7306 19 90 , 7306 21 00 , 7306 29 00 , 7306 30 11 , 7306 30 19 , 7306 30 80 , 7306 40 20 , 7306 40 80 , 7306 50 20 , 7306 50 80 , 7306 69 10 , 7306 69 90 , 7306 90 00

28

Draad van niet-gelegeerd staal

7217 10 10 , 7217 10 31 , 7217 10 39 , 7217 10 50 , 7217 10 90 , 7217 20 10 , 7217 20 30 , 7217 20 50 , 7217 20 90 , 7217 30 41 , 7217 30 49 , 7217 30 50 , 7217 30 90 , 7217 90 20 , 7217 90 50 , 7217 90 90


BIJLAGE II

II.1 — Groei van de invoer voor de 23 productcategorieën (in ton)

Productnummer

Productcategorie

2013

2014

2015

2016

2017

groei 2017 vergeleken met 2013

1

Bladen en strippen van niet-gelegeerd of ander gelegeerd staal, warm gewalst

4 814 207

5 212 268

7 807 441

8 574 007

6 991 376

45 %

2

Niet-gelegeerde en ander gelegeerde koudgewalste platen

1 832 159

1 903 092

2 759 877

1 998 437

2 462 471

34 %

3

Elektroplaten (andere dan met gerichte korrels)

266 559

285 132

280 256

318 496

379 649

42 %

4

Metallisch beklede bladen

1 854 963

2 202 856

2 687 715

3 911 752

4 980 452

168 %

5

Organisch beklede platen

681 698

725 296

622 553

730 625

915 248

34 %

6

Blik

552 384

662 861

638 316

756 016

617 567

12 %

7

Kwartoplaten van niet-gelegeerd of ander gelegeerd staal

1 419 767

1 959 605

2 554 930

2 814 802

2 530 630

78 %

8

Roestvrije warmgewalste platen en banden

175 836

233 028

269 697

351 075

436 173

148 %

9

Roestvrije koudgewalste platen en banden

697 457

1 017 613

787 521

843 352

976 108

40 %

12

Niet-gelegeerd en ander gelegeerd staafstaal, waaronder lichte profielen

911 115

1 219 800

1 200 627

1 400 824

1 385 829

52 %

13

Betonstaal

527 008

972 602

1 430 014

1 292 971

1 191 445

126 %

14

Staven en lichte profielen van roestvrij staal

113 071

147 453

142 416

147 811

159 577

41 %

15

Walsdraad van roestvrij staal

52 082

71 229

57 627

58 670

62 978

21 %

16

Niet-gelegeerde en ander gelegeerde walsdraad

1 125 730

1 289 953

1 697 912

2 000 967

2 094 274

86 %

17

Walsdraad, staven en profielen, van ijzer of van niet-gelegeerd staal

223 669

277 507

268 014

388 041

262 745

17 %

18

Damwand profielen

15 870

16 503

14 051

36 970

85 054

436 %

20

Gasbuizen

266 467

340 051

298 103

336 050

380 257

43 %

21

Holle profielen

461 263

552 874

574 490

725 545

820 667

78 %

22

Naadloze buizen en pijpen van roestvrij staal

32 581

38 782

39 719

42 510

42 701

31 %

23

Buizen en pijpen voor kogellagers

7 489

9 426

11 944

9 773

8 663

16 %

25

Grote belaste buizen

286 939

411 273

209 524

159 219

1 044 534

264 %

26

Andere gelaste buizen

474 949

491 934

510 548

540 386

571 167

20 %

28

Draad van niet-gelegeerd staal

573 988

722 719

692 714

736 500

722 633

26 %

II.2 — Groei van de invoer voor de 23 productcategorieën (in ton)

Productnummer

Productcategorie

Eerste kwartaal 2017

Eerste kwartaal 2018

groei eerste kwartaal 2017 vergeleken met eerste kwartaal 2018

1

Bladen en strippen van niet-gelegeerd of ander gelegeerd staal, warm gewalst

1 810 764

2 079 408

15 %

2

Niet-gelegeerde en ander gelegeerde koudgewalste platen

679 628

630 459

– 7 %

3

Elektroplaten (andere dan met gerichte korrels)

80 836

114 451

42 %

4

Metallisch beklede bladen

1 482 049

1 190 741

– 20 %

5

Organisch beklede platen

212 209

201 838

– 5 %

6

Blik

146 457

168 583

15 %

7

Kwartoplaten van niet-gelegeerd of ander gelegeerd staal

676 207

640 176

– 5 %

8

Roestvrije warmgewalste platen en banden

122 092

107 577

– 12 %

9

Roestvrije koudgewalste platen en banden

229 981

280 549

22 %

12

Niet-gelegeerd en ander gelegeerd staafstaal, waaronder lichte profielen

319 420

466 154

46 %

13

Betonstaal

210 505

551 316

162 %

14

Staven en lichte profielen van roestvrij staal

40 602

49 988

23 %

15

Walsdraad van roestvrij staal

14 956

19 642

31 %

16

Niet-gelegeerde en ander gelegeerde walsdraad

560 863

641 668

14 %

17

Walsdraad, staven en profielen, van ijzer of van niet-gelegeerd staal

73 733

139 670

89 %

18

Damwand profielen

19 947

20 326

2 %

20

Gasbuizen

94 430

120 512

28 %

21

Holle profielen

223 618

256 998

15 %

22

Naadloze buizen en pijpen van roestvrij staal

12 411

12 399

0 %

23

Buizen en pijpen voor kogellagers

1 316

1 498

14 %

25

Grote belaste buizen

48 791

51 285

5 %

26

Andere gelaste buizen

145 059

153 106

6 %

28

Draad van niet-gelegeerd staal

176 299

202 450

15 %

II.3 — Groei van de invoer voor de 5 productcategorieën (in ton)

Productnummer

Productcategorie

2013

2014

2015

2016

2017

groei 2017 vergeleken met 2013

10

Roestvrije warmgewalste kwartoplaten

34 319

40 218

37 542

31 407

32 917

– 4 %

11

Elektroplaat met georiënteerde korrels

147 565

160 580

150 047

156 477

121 947

– 17 %

19

Spoorwegmateriaal

1 376

1 096

1 240

1 521

1 342

– 2 %

24

Andere naadloze buizen

456 167

528 245

475 132

464 876

402 600

– 12 %

27

Staven van niet-gelegeerd of ander gelegeerd staal, door koud nabewerken verkregen

456 791

521 976

484 927

459 327

458 310

0 %


BIJLAGE III — Economische indicatoren voor de 23 productcategorieën

Product 1: bladen en strippen van niet-gelegeerd of ander gelegeerd staal, warm gewalst

Gegevens per kalenderjaar

2013

2014

2015

2016

2017

Verbruik (ton)

30 225 632

31 095 524

33 121 273

34 158 703

32 768 375

Invoer

Volume (ton)

4 814 207

5 212 268

7 807 441

8 574 007

6 991 376

Marktaandeel (%)

15,9 %

16,8 %

23,6 %

25,1 %

21,3 %

Eenheidsprijs (EUR/ton)

463

442

396

351

492

Situatie EU-producenten

Bezettingsgraad (%)

75 %

75 %

76 %

75 %

76 %

Productie (ton)

76 871 621

77 990 908

77 331 686

77 563 694

79 568 514

Verkoopvolume binnen de EU (ton)

25 411 425

25 883 256

25 313 832

25 584 696

25 776 999

Marktaandeel (%)

84,1 %

83,2 %

76,4 %

74,9 %

78,7 %

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton)

519

493

455

422

556

Nettowinst/-verlies op EU-verkoop (%)

– 1,9 %

0,0 %

– 3,1 %

– 1,0 %

7,8 %

Werkgelegenheid (einde periode)

37 467

35 573

35 038

33 557

34 815

Voorraad

2 572 574

2 580 258

2 585 958

2 617 556

2 749 280

Kasstroom

448 135 738

1 065 492 450

763 891 666

603 485 811

1 369 472 142

ROCE (%)

– 3,8 %

1,0 %

– 6,6 %

– 1,0 %

7,7 %


Prijsvergelijking voor 2017

 

Prijsonderbieding

11,5 %

Product 2: niet-gelegeerde en ander gelegeerde koudgewalste platen

Gegevens per kalenderjaar

2013

2014

2015

2016

2017

Verbruik (ton)

9 772 904

9 728 449

10 353 391

9 849 904

10 085 487

Invoer

Volume (ton)

1 832 159

1 903 092

2 759 877

1 998 437

2 462 471

Marktaandeel (%)

18,7 %

19,6 %

26,7 %

20,3 %

24,4 %

Eenheidsprijs (EUR/ton)

566

546

485

474

606

Situatie EU-producenten

Bezettingsgraad (%)

71 %

75 %

75 %

75 %

77 %

Productie (ton)

40 855 196

41 632 189

41 639 946

41 738 974

42 811 283

Verkoopvolume binnen de EU (ton)

7 920 370

7 805 648

7 570 764

7 829 002

7 602 288

Marktaandeel (%)

81,0 %

80,2 %

73,1 %

79,5 %

75,4 %

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton)

588

558

522

495

633

Nettowinst/-verlies op EU-verkoop (%)

– 4,4 %

– 2,8 %

– 3,0 %

0,6 %

9,8 %

Werkgelegenheid (einde periode)

12 690

11 973

11 550

11 230

11 264

Voorraad

1 078 838

1 052 246

1 064 061

1 054 347

1 093 798

Kasstroom

200 559 843

413 849 620

324 264 435

454 766 919

375 807 983

ROCE (%)

– 8,0 %

– 2,4 %

– 12,8 %

– 3,1 %

4,0 %


Prijsvergelijking voor 2017

 

Prijsonderbieding

4,3 %

Product 3: elektroplaten (andere dan met gerichte korrels)

Gegevens per kalenderjaar

2013

2014

2015

2016

2017

Verbruik (ton)

1 267 827

1 287 448

1 223 892

1 255 417

1 350 354

Invoer

Volume (ton)

266 559

285 132

280 256

318 496

379 649

Marktaandeel (%)

21,0 %

22,1 %

22,9 %

25,4 %

28,1 %

Eenheidsprijs (EUR/ton)

648

617

578

502

642

Situatie EU-producenten

Bezettingsgraad (%)

87 %

80 %

80 %

82 %

81 %

Productie (ton)

1 080 894

1 110 013

1 052 273

1 032 560

1 114 309

Verkoopvolume binnen de EU (ton)

1 001 268

1 002 316

943 636

936 553

969 977

Marktaandeel (%)

79,0 %

77,9 %

77,1 %

74,6 %

71,8 %

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton)

705

657

606

576

699

Nettowinst/-verlies op EU-verkoop (%)

– 8,9 %

– 8,1 %

– 13,0 %

– 14,3 %

– 3,2 %

Werkgelegenheid (einde periode)

1 522

1 707

2 087

2 069

2 065

Voorraad

45 680

136 605

142 998

125 466

148 259

Kasstroom

110 221 498

213 556 132

127 226 053

131 151 436

– 89 295 095

ROCE (%)

– 18,3 %

– 11,7 %

– 38,3 %

– 17,9 %

– 3,4 %


Prijsvergelijking voor 2017

 

Prijsonderbieding

8,1 %

Product 4: metallisch beklede bladen

Gegevens per kalenderjaar

2013

2014

2015

2016

2017

Verbruik (ton)

23 229 673

24 289 751

25 840 225

27 439 848

28 231 862

Invoer

Volume (ton)

1 854 963

2 202 856

2 687 715

3 911 752

4 980 452

Marktaandeel (%)

8,0 %

9,1 %

10,4 %

14,3 %

17,6 %

Eenheidsprijs (EUR/ton)

679

657

615

530

662

Situatie EU-producenten

Bezettingsgraad (%)

78 %

82 %

84 %

86 %

84 %

Productie (ton)

27 930 059

29 517 243

29 875 495

29 905 847

30 450 568

Verkoopvolume binnen de EU (ton)

21 344 052

22 056 052

23 118 423

23 490 212

23 218 040

Marktaandeel (%)

91,9 %

90,8 %

89,5 %

85,6 %

82,2 %

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton)

682

654

614

586

711

Nettowinst/-verlies op EU-verkoop (%)

1,9 %

5,4 %

5,5 %

7,9 %

11,7 %

Werkgelegenheid (einde periode)

28 915

28 243

28 749

29 863

29 648

Voorraad

1 970 500

2 433 422

2 498 143

2 329 341

2 597 133

Kasstroom

807 884 294

1 353 026 892

1 343 062 742

1 720 354 890

2 020 588 339

ROCE (%)

– 6,8 %

– 0,9 %

– 10,4 %

– 1,7 %

6,0 %


Prijsvergelijking voor 2017

 

Prijsonderbieding

7,0 %

Product 5: organisch beklede platen

Gegevens per kalenderjaar

2013

2014

2015

2016

2017

Verbruik (ton)

4 533 256

4 823 144

4 809 384

5 121 927

5 221 575

Invoer

Volume (ton)

681 698

725 296

622 553

730 625

915 248

Marktaandeel (%)

15,0 %

15,0 %

12,9 %

14,3 %

17,5 %

Eenheidsprijs (EUR/ton)

854

813

813

709

853

Situatie EU-producenten

Bezettingsgraad (%)

70 %

76 %

74 %

76 %

75 %

Productie (ton)

4 479 238

4 564 346

4 574 414

4 863 169

4 940 410

Verkoopvolume binnen de EU (ton)

3 851 467

4 097 788

4 186 771

4 391 169

4 306 231

Marktaandeel (%)

85,0 %

85,0 %

87,1 %

85,7 %

82,5 %

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton)

898

868

829

791

934

Nettowinst/-verlies op EU-verkoop (%)

– 1,7 %

1,4 %

1,1 %

3,7 %

3,9 %

Werkgelegenheid (einde periode)

6 377

6 272

6 047

6 150

6 095

Voorraad

239 236

182 275

197 241

214 384

258 114

Kasstroom

152 893 378

351 790 418

321 603 588

361 237 401

79 886 901

ROCE (%)

– 7,6 %

– 2,1 %

– 12,9 %

– 2,7 %

3,7 %


Prijsvergelijking voor 2017

 

Prijsonderbieding

8,6 %

Product 6: blik

Gegevens per kalenderjaar

2013

2014

2015

2016

2017

Verbruik (ton)

3 638 423

3 758 879

3 789 391

3 792 575

3 695 205

Invoer

Volume (ton)

552 384

662 861

638 316

756 016

617 567

Marktaandeel (%)

15,2 %

17,6 %

16,8 %

19,9 %

16,7 %

Eenheidsprijs (EUR/ton)

822

792

781

667

753

Situatie EU-producenten

Bezettingsgraad (%)

82 %

84 %

84 %

82 %

84 %

Productie (ton)

4 223 583

4 315 402

4 353 002

4 302 367

4 295 575

Verkoopvolume binnen de EU (ton)

3 085 602

3 095 745

3 150 741

3 036 316

3 077 185

Marktaandeel (%)

84,8 %

82,4 %

83,1 %

80,1 %

83,3 %

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton)

845

821

789

728

812

Nettowinst/-verlies op EU-verkoop (%)

1,7 %

4,1 %

4,8 %

4,6 %

3,1 %

Werkgelegenheid (einde periode)

7 939

7 660

7 683

7 819

7 424

Voorraad

380 445

394 384

394 712

297 877

356 460

Kasstroom

117 064 184

201 350 074

291 440 814

272 002 110

133 250 945

ROCE (%)

– 18,6 %

– 10,1 %

– 35,2 %

– 20,4 %

– 25,0 %


Prijsvergelijking voor 2017

 

Prijsonderbieding

7,3 %

Product 7: kwartoplaten van niet-gelegeerd of ander gelegeerd staal

Gegevens per kalenderjaar

2013

2014

2015

2016

2017

Verbruik (ton)

10 148 839

10 375 274

10 934 966

11 058 596

11 059 068

Invoer

Volume (ton)

1 419 767

1 959 605

2 554 930

2 814 802

2 530 630

Marktaandeel (%)

14,0 %

18,9 %

23,4 %

25,5 %

22,9 %

Eenheidsprijs (EUR/ton)

513

492

474

403

533

Situatie EU-producenten

Bezettingsgraad (%)

58 %

62 %

62 %

63 %

65 %

Productie (ton)

10 749 475

11 240 103

10 608 260

10 244 950

10 581 040

Verkoopvolume binnen de EU (ton)

8 727 826

8 414 892

8 377 455

8 242 865

8 527 686

Marktaandeel (%)

14,0 %

18,9 %

23,4 %

25,5 %

22,9 %

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton)

700

676

714

582

692

Nettowinst/-verlies op EU-verkoop (%)

– 9,4 %

– 8,9 %

– 4,0 %

– 7,5 %

3,2 %

Werkgelegenheid (einde periode)

18 472

17 628

17 177

16 763

16 211

Voorraad

707 152

788 008

896 708

862 084

819 690

Kasstroom

45 651 999

123 399 207

426 592 285

– 44 547 318

205 976 592

ROCE (%)

– 12,2 %

– 0,3 %

– 3,3 %

– 9,9 %

– 1,5 %


Prijsvergelijking voor 2017

 

Prijsonderbieding

23,0 %

Product 8: roestvrije warmgewalste platen en banden

Gegevens per kalenderjaar

2013

2014

2015

2016

2017

Verbruik (ton)

1 168 291

1 352 875

1 590 437

1 807 242

1 487 848

Invoer

Volume (ton)

175 836

233 028

269 697

351 075

436 173

Marktaandeel (%)

15,1 %

17,2 %

17,0 %

19,4 %

29,3 %

Eenheidsprijs (EUR/ton)

2 011

1 926

1 877

1 518

1 822

Situatie EU-producenten

Bezettingsgraad (%)

61 %

65 %

69 %

73 %

73 %

Productie (ton)

3 334 814

3 525 794

3 664 821

3 842 503

3 799 867

Verkoopvolume binnen de EU (ton)

991 962

1 119 435

1 320 528

1 455 714

1 050 966

Marktaandeel (%)

84,9 %

82,7 %

83,0 %

80,5 %

70,6 %

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton)

2 023

2 013

2 028

1 792

2 115

Nettowinst/-verlies op EU-verkoop (%)

– 4,2 %

– 0,3 %

4,0 %

4,9 %

9,2 %

Werkgelegenheid (einde periode)

5 439

4 914

4 464

4 271

4 133

Voorraad

103 375

131 557

123 098

106 508

93 335

Kasstroom

144 497 251

182 932 062

613 851 975

116 754 324

218 815 195

ROCE (%)

– 33,7 %

– 37,1 %

– 1,5 %

– 0,4 %

13,6 %


Prijsvergelijking voor 2017

 

Prijsonderbieding

13,9 %

Product 9: roestvrije koudgewalste platen en banden

Gegevens per kalenderjaar

2013

2014

2015

2016

2017

Verbruik (ton)

3 362 718

3 671 898

3 587 237

3 913 974

3 816 472

Invoer

Volume (ton)

697 457

1 017 613

787 521

843 352

976 108

Marktaandeel (%)

20,7 %

27,7 %

22,0 %

21,5 %

25,6 %

Eenheidsprijs (EUR/ton)

2 098

1 985

2 064

1 782

2 023

Situatie EU-producenten

Bezettingsgraad (%)

71 %

76 %

80 %

84 %

84 %

Productie (ton)

3 076 074

3 016 723

3 139 572

3 425 201

3 114 323

Verkoopvolume binnen de EU (ton)

2 664 602

2 653 177

2 798 719

3 070 197

2 839 979

Marktaandeel (%)

79,2 %

72,3 %

78,0 %

78,4 %

74,4 %

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton)

2 259

2 272

2 238

2 014

2 323

Nettowinst/-verlies op EU-verkoop (%)

– 4,2 %

– 2,7 %

2,4 %

5,5 %

9,4 %

Werkgelegenheid (einde periode)

10 205

9 483

9 220

8 892

8 812

Voorraad

179 087

206 956

219 170

215 904

213 931

Kasstroom

135 463 456

45 971 825

847 696 098

450 355 017

685 492 711

ROCE (%)

– 12,4 %

– 7,7 %

8,5 %

10,6 %

21,5 %


Prijsvergelijking voor 2017

 

Prijsonderbieding

12,9 %

Product 12: niet-gelegeerd en ander gelegeerd staafstaal, waaronder lichte profielen

Gegevens per kalenderjaar

2013

2014

2015

2016

2017

Verbruik (ton)

11 891 558

12 422 902

12 297 356

12 678 733

13 617 607

Invoer

Volume (ton)

911 115

1 219 800

1 200 627

1 400 824

1 385 829

Marktaandeel (%)

7,7 %

9,8 %

9,8 %

11,0 %

10,2 %

Eenheidsprijs (EUR/ton)

699

657

640

531

641

Situatie EU-producenten

Bezettingsgraad (%)

79 %

82 %

80 %

80 %

74 %

Productie (ton)

12 132 593

12 585 360

12 301 986

11 839 241

12 427 808

Verkoopvolume binnen de EU (ton)

10 964 010

11 189 221

11 095 204

11 276 054

12 230 774

Marktaandeel (%)

92,2 %

90,1 %

90,2 %

88,9 %

89,8 %

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton)

632

613

573

520

592

Nettowinst/-verlies op EU-verkoop (%)

2,2 %

3,4 %

2,4 %

0,8 %

3,6 %

Werkgelegenheid (einde periode)

9 537

9 734

10 057

10 342

10 486

Voorraad

749 386

888 456

914 268

943 355

1 023 612

Kasstroom

220 994 774

264 742 034

272 433 127

255 904 385

123 997 731

ROCE (%)

– 1,2 %

3,7 %

3,3 %

3,9 %

6,9 %


Prijsvergelijking voor 2017

 

Prijsonderbieding

– 8,3 %

Product 13: betonstaal

Gegevens per kalenderjaar

2013

2014

2015

2016

2017

Verbruik (ton)

9 617 685

10 359 993

10 664 689

11 099 947

11 253 309

Invoer

Volume (ton)

527 008

972 602

1 430 014

1 292 971

1 191 445

Marktaandeel (%)

5,5 %

9,4 %

13,4 %

11,6 %

10,6 %

Eenheidsprijs (EUR/ton)

475

446

388

353

441

Situatie EU-producenten

Bezettingsgraad (%)

72 %

72 %

71 %

73 %

67 %

Productie (ton)

13 171 558

13 019 699

12 763 140

13 191 436

12 494 712

Verkoopvolume binnen de EU (ton)

8 906 120

9 187 941

9 019 809

9 568 119

9 848 615

Marktaandeel (%)

92,6 %

88,7 %

84,6 %

86,2 %

87,5 %

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton)

460

437

386

367

436

Nettowinst/-verlies op EU-verkoop (%)

– 2,0 %

– 2,5 %

– 2,6 %

3,4 %

4,8 %

Werkgelegenheid (einde periode)

5 563

5 441

5 529

5 634

5 457

Voorraad

761 808

683 591

642 506

602 948

659 484

Kasstroom

20 571 082

14 116 433

53 015 513

165 167 521

249 292 475

ROCE (%)

0,9 %

2,4 %

1,9 %

6,2 %

9,3 %


Prijsvergelijking voor 2017

 

Prijsonderbieding

– 1,3 %

Product 14: staven en lichte profielen van roestvrij staal

Gegevens per kalenderjaar

2013

2014

2015

2016

2017

Verbruik (ton)

526 080

593 501

593 530

630 737

632 804

Invoer

Volume (ton)

113 071

147 453

142 416

147 811

159 577

Marktaandeel (%)

21,5 %

24,8 %

24,0 %

23,4 %

25,2 %

Eenheidsprijs (EUR/ton)

3 092

2 894

3 035

2 590

2 885

Situatie EU-producenten

Bezettingsgraad (%)

65 %

68 %

68 %

69 %

72 %

Productie (ton)

527 386

597 178

599 927

637 938

641 446

Verkoopvolume binnen de EU (ton)

411 655

444 339

450 094

482 314

472 247

Marktaandeel (%)

78,2 %

74,9 %

75,8 %

76,5 %

74,6 %

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton)

2 988

2 969

2 838

2 404

2 807

Nettowinst/-verlies op EU-verkoop (%)

5,2 %

5,6 %

4,1 %

2,3 %

5,8 %

Werkgelegenheid (einde periode)

3 680

3 766

3 737

3 789

3 844

Voorraad

83 561

91 900

89 676

90 409

90 893

Kasstroom

111 869 518

142 849 693

191 511 047

155 623 001

145 832 442

ROCE (%)

1,0 %

4,3 %

1,4 %

– 0,7 %

4,9 %


Prijsvergelijking voor 2017

 

Prijsonderbieding

– 2,8 %

Product 15: walsdraad van roestvrij staal

Gegevens per kalenderjaar

2013

2014

2015

2016

2017

Verbruik (ton)

318 373

323 191

304 987

335 552

347 077

Invoer

Volume (ton)

52 082

71 229

57 627

58 670

62 978

Marktaandeel (%)

16,4 %

22,0 %

18,9 %

17,5 %

18,1 %

Eenheidsprijs (EUR/ton)

2 300

2 193

2 310

1 962

2 228

Situatie EU-producenten

Bezettingsgraad (%)

63 %

64 %

65 %

69 %

71 %

Productie (ton)

373 010

383 586

388 273

412 892

449 392

Verkoopvolume binnen de EU (ton)

266 290

251 961

247 359

276 880

284 098

Marktaandeel (%)

83,6 %

78,0 %

81,1 %

82,5 %

81,9 %

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton)

2 480

2 516

2 382

2 022

2 417

Nettowinst/-verlies op EU-verkoop (%)

– 3,7 %

– 2,1 %

– 4,7 %

– 3,1 %

3,9 %

Werkgelegenheid (einde periode)

1 677

1 671

1 731

1 761

1 852

Voorraad

24 810

28 696

31 083

31 584

43 800

Kasstroom

13 022 575

18 221 077

106 175 940

84 328 053

44 337 763

ROCE (%)

– 0,7 %

2,9 %

– 1,5 %

– 2,8 %

5,5 %


Prijsvergelijking voor 2017

 

Prijsonderbieding

7,8 %

Product 16: niet-gelegeerde en ander gelegeerde walsdraad

Gegevens per kalenderjaar

2013

2014

2015

2016

2017

Verbruik (ton)

18 033 534

18 249 258

18 949 497

19 375 225

20 026 426

Invoer

Volume (ton)

1 125 730

1 289 953

1 697 912

2 000 967

2 094 274

Marktaandeel (%)

6,2 %

7,1 %

9,0 %

10,3 %

10,5 %

Eenheidsprijs (EUR/ton)

522

504

439

392

486

Situatie EU-producenten

Bezettingsgraad (%)

80 %

84 %

83 %

81 %

83 %

Productie (ton)

19 765 154

19 775 715

20 436 595

20 037 883

20 757 864

Verkoopvolume binnen de EU (ton)

16 782 585

16 828 358

17 108 877

17 222 468

17 795 595

Marktaandeel (%)

93,1 %

92,2 %

90,3 %

88,9 %

88,9 %

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton)

509

492

443

420

505

Nettowinst/-verlies op EU-verkoop (%)

1,8 %

4,8 %

3,0 %

0,6 %

3,4 %

Werkgelegenheid (einde periode)

11 561

11 598

11 881

13 068

13 058

Voorraad

876 450

896 633

1 120 091

974 085

954 649

Kasstroom

234 768 428

424 076 182

365 467 214

287 106 970

310 381 566

ROCE (%)

1,0 %

6,9 %

2,9 %

3,9 %

6,7 %


Prijsvergelijking voor 2017

 

Prijsonderbieding

3,7 %

Product 17: walsdraad, staven en profielen, van ijzer of van niet-gelegeerd staal

Gegevens per kalenderjaar

2013

2014

2015

2016

2017

Verbruik (ton)

6 159 135

6 544 142

6 549 935

7 205 377

7 375 383

Invoer

Volume (ton)

223 669

277 507

268 014

388 041

262 745

Marktaandeel (%)

3,6 %

4,2 %

4,1 %

5,4 %

3,6 %

Eenheidsprijs (EUR/ton)

539

509

463

409

473

Situatie EU-producenten

Bezettingsgraad (%)

64 %

69 %

71 %

72 %

72 %

Productie (ton)

8 583 668

8 590 216

8 894 223

9 400 691

9 605 365

Verkoopvolume binnen de EU (ton)

5 935 432

6 266 353

6 281 426

6 817 231

7 112 453

Marktaandeel (%)

96,4 %

95,8 %

95,9 %

94,6 %

96,4 %

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton)

471

471

449

417

463

Nettowinst/-verlies op EU-verkoop (%)

– 6,5 %

– 3,7 %

– 0,6 %

2,1 %

– 1,8 %

Werkgelegenheid (einde periode)

6 212

5 685

6 006

6 264

6 096

Voorraad

510 927

464 184

466 561

559 452

569 947

Kasstroom

– 48 381 794

7 224 031

161 157 041

150 487 051

– 18 595 244

ROCE (%)

– 6,0 %

6,3 %

1,4 %

3,9 %

0,6 %


Prijsvergelijking voor 2017

 

Prijsonderbieding

– 2,1 %

Product 18: damwand profielen

Gegevens per kalenderjaar

2013

2014

2015

2016

2017

Verbruik (ton)

574 025

637 684

577 270

584 985

626 863

Invoer

Volume (ton)

15 870

16 503

14 051

36 970

85 054

Marktaandeel (%)

2,8 %

2,6 %

2,4 %

6,3 %

13,6 %

Eenheidsprijs (EUR/ton)

787

765

1 126

651

629

Situatie EU-producenten

Bezettingsgraad (%)

78 %

82 %

76 %

82 %

81 %

Productie (ton)

907 320

940 451

840 182

777 182

817 764

Verkoopvolume binnen de EU (ton)

558 131

621 150

563 140

548 010

541 782

Marktaandeel (%)

97,2 %

97,4 %

97,6 %

93,7 %

86,4 %

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton)

711

697

652

623

640

Nettowinst/-verlies op EU-verkoop (%)

6,8 %

11,5 %

8,8 %

14,0 %

3,7 %

Werkgelegenheid (einde periode)

949

971

951

981

995

Voorraad

49 762

47 610

58 744

68 417

75 616

Kasstroom

58 272 442

68 732 139

63 936 644

86 404 634

40 555 786

ROCE (%)

– 9,3 %

6,8 %

6,7 %

10,3 %

1,5 %


Prijsvergelijking voor 2017

 

Prijsonderbieding

1,7 %

Product 20: gasbuizen

Gegevens per kalenderjaar

2013

2014

2015

2016

2017

Verbruik (ton)

1 211 435

1 662 233

1 653 112

1 637 097

1 642 935

Invoer

Volume (ton)

266 467

340 051

298 103

336 050

380 257

Marktaandeel (%)

22,0 %

20,5 %

18,0 %

20,5 %

23,1 %

Eenheidsprijs (EUR/ton)

688

649

646

566

676

Situatie EU-producenten

Bezettingsgraad (%)

37 %

38 %

38 %

40 %

37 %

Productie (ton)

1 053 283

1 460 549

1 471 772

1 396 933

1 392 404

Verkoopvolume binnen de EU (ton)

944 903

1 322 070

1 354 273

1 300 727

1 262 560

Marktaandeel (%)

78,0 %

79,5 %

81,9 %

79,5 %

76,8 %

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton)

717

666

619

580

693

Nettowinst/-verlies op EU-verkoop (%)

0,9 %

1,3 %

2,3 %

3,9 %

0,5 %

Werkgelegenheid (einde periode)

552

543

548

526

509

Voorraad

55 178

55 305

53 434

58 081

50 697

Kasstroom

15 451 286

15 884 723

16 166 705

15 309 189

20 506 964

ROCE (%)

3,7 %

3,9 %

1,1 %

1,7 %

8,7 %


Prijsvergelijking voor 2017

 

Prijsonderbieding

2,4 %

Product 21: holle profielen

Gegevens per kalenderjaar

2013

2014

2015

2016

2017

Verbruik (ton)

3 347 996

3 407 926

3 511 951

3 885 748

4 028 730

Invoer

Volume (ton)

461 263

552 874

574 490

725 545

820 667

Marktaandeel (%)

13,8 %

16,2 %

16,4 %

18,7 %

20,4 %

Eenheidsprijs (EUR/ton)

599

571

553

497

618

Situatie EU-producenten

Bezettingsgraad (%)

46 %

46 %

46 %

47 %

49 %

Productie (ton)

3 019 375

3 019 977

3 106 261

3 333 368

3 388 786

Verkoopvolume binnen de EU (ton)

2 882 473

2 854 843

2 936 771

3 159 965

3 207 994

Marktaandeel (%)

86,1 %

83,8 %

83,6 %

81,3 %

79,6 %

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton)

606

569

541

517

625

Nettowinst/-verlies op EU-verkoop (%)

– 2,7 %

– 3,9 %

– 3,3 %

0,2 %

– 0,5 %

Werkgelegenheid (einde periode)

1 073

1 124

1 200

1 209

1 181

Voorraad

160 442

138 981

146 353

107 826

149 537

Kasstroom

– 9 630 441

13 389 861

23 807 058

13 000 201

21 372 166

ROCE (%)

– 2,4 %

– 5,3 %

– 6,2 %

– 0,6 %

7,2 %


Prijsvergelijking voor 2017

 

Prijsonderbieding

1,2 %

Product 22: naadloze buizen en pijpen van roestvrij staal

Gegevens per kalenderjaar

2013

2014

2015

2016

2017

Verbruik (ton)

96 507

101 504

97 341

96 320

95 672

Invoer

Volume (ton)

32 581

38 782

39 719

42 510

42 701

Marktaandeel (%)

33,8 %

38,2 %

40,8 %

44,1 %

44,6 %

Eenheidsprijs (EUR/ton)

6 941

6 167

6 118

5 846

6 300

Situatie EU-producenten

Bezettingsgraad (%)

6 %

7 %

6 %

6 %

6 %

Productie (ton)

116 630

124 135

101 291

101 831

92 357

Verkoopvolume binnen de EU (ton)

61 822

61 708

56 802

53 196

52 083

Marktaandeel (%)

64,1 %

60,8 %

58,4 %

55,2 %

54,4 %

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton)

7 913

7 740

8 318

7 361

7 993

Nettowinst/-verlies op EU-verkoop (%)

3,1 %

5,9 %

– 0,4 %

– 0,1 %

1,2 %

Werkgelegenheid (einde periode)

11 180

11 211

10 369

9 779

9 317

Voorraad

7 452

9 389

10 455

8 690

11 688

Kasstroom

19 858 477

10 438 041

– 48 885 671

4 038 078

– 22 872 178

ROCE (%)

22,7 %

– 4,3 %

– 58,1 %

– 33,4 %

– 50,5 %


Prijsvergelijking voor 2017

 

Prijsonderbieding

21,2 %

Product 23: buizen en pijpen voor kogellagers

Gegevens per kalenderjaar

2013

2014

2015

2016

2017

Verbruik (ton)

68 824

72 805

67 249

59 867

65 355

Invoer

Volume (ton)

7 489

9 426

11 944

9 773

8 663

Marktaandeel (%)

10,9 %

12,9 %

17,8 %

16,3 %

13,3 %

Eenheidsprijs (EUR/ton)

2 069

1 626

1 749

1 630

1 608

Situatie EU-producenten

Bezettingsgraad (%)

68 %

64 %

53 %

52 %

63 %

Productie (ton)

64 972

65 475

58 407

52 494

57 657

Verkoopvolume binnen de EU (ton)

61 324

63 378

55 304

50 092

56 691

Marktaandeel (%)

89,1 %

87,1 %

82,2 %

83,7 %

86,7 %

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton)

2 023

2 003

1 925

1 804

1 837

Nettowinst/-verlies op EU-verkoop (%)

4,6 %

4,9 %

– 6,7 %

– 9,2 %

– 1,8 %

Werkgelegenheid (einde periode)

332

322

306

274

280

Voorraad

1 285

1 433

2 591

1 452

2 429

Kasstroom

3 499 664

3 928 566

5 055 796

– 791 310

– 620 461

ROCE (%)

0,9 %

– 3,3 %

– 64,7 %

– 54,5 %

– 28,1 %


Prijsvergelijking voor 2017

 

Prijsonderbieding

12,5 %

Product 25: grote belaste buizen

Gegevens per kalenderjaar

2013

2014

2015

2016

2017

Verbruik (ton)

669 846

1 041 055

427 457

586 746

1 804 463

Invoer

Volume (ton)

286 939

411 273

209 524

159 219

1 044 534

Marktaandeel (%)

42,8 %

39,5 %

49,0 %

27,1 %

57,9 %

Eenheidsprijs (EUR/ton)

1 070

793

904

772

936

Situatie EU-producenten

Bezettingsgraad (%)

26 %

32 %

29 %

35 %

65 %

Productie (ton)

1 333 900

1 150 000

1 034 600

1 086 300

1 500 000

Verkoopvolume binnen de EU (ton)

382 758

624 819

216 243

426 937

759 478

Marktaandeel (%)

57,1 %

60,0 %

50,6 %

72,8 %

42,1 %

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton)

894

887

835

771

766

Nettowinst/-verlies op EU-verkoop (%)

3,0 %

– 6,1 %

– 2,7 %

– 0,6 %

0,0 %

Werkgelegenheid (einde periode)

1 512

1 545

1 365

1 372

1 326

Voorraad

322 722

600 020

633 600

727 048

1 139 429

Kasstroom

197 726 967

– 97 558 802

94 492 289

– 70 888 943

13 666 659

ROCE (%)

– 15,8 %

– 23,5 %

– 17,7 %

– 6,7 %

9,1 %


Prijsvergelijking voor 2017

 

Prijsonderbieding

– 22,0 %

Product 26: andere gelaste buizen

Gegevens per kalenderjaar

2013

2014

2015

2016

2017

Verbruik (ton)

2 385 499

3 121 613

3 126 300

3 286 436

3 352 661

Invoer

Volume (ton)

474 949

491 934

510 548

540 386

571 167

Marktaandeel (%)

19,9 %

15,8 %

16,3 %

16,4 %

17,0 %

Eenheidsprijs (EUR/ton)

1 352

1 376

1 397

1 262

1 431

Situatie EU-producenten

Bezettingsgraad (%)

57 %

57 %

57 %

58 %

60 %

Productie (ton)

2 384 152

3 166 935

3 144 492

3 190 480

3 301 195

Verkoopvolume binnen de EU (ton)

1 907 944

2 622 348

2 588 536

2 721 349

2 765 915

Marktaandeel (%)

80,0 %

84,0 %

82,8 %

82,8 %

82,5 %

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton)

1 024

1 013

984

942

1 062

Nettowinst/-verlies op EU-verkoop (%)

1,2 %

2,4 %

1,7 %

4,2 %

4,3 %

Werkgelegenheid (einde periode)

3 024

3 013

3 011

3 089

3 025

Voorraad

125 621

84 268

100 035

120 308

120 420

Kasstroom

66 281 502

68 619 951

77 514 611

87 283 492

106 630 804

ROCE (%)

9,1 %

11,5 %

8,8 %

12,8 %

19,3 %


Prijsvergelijking voor 2017

 

Prijsonderbieding

– 34,8 %

Product 28: draad van niet-gelegeerd staal

Gegevens per kalenderjaar

2013

2014

2015

2016

2017

Verbruik (ton)

1 318 451

1 517 192

1 480 243

1 513 248

1 505 202

Invoer

Volume (ton)

574 083

722 773

692 918

736 623

722 858

Marktaandeel (%)

43,5 %

47,6 %

46,8 %

48,7 %

48,0 %

Eenheidsprijs (EUR/ton)

781

729

722

626

708

Situatie EU-producenten

Bezettingsgraad (%)

73 %

75 %

77 %

73 %

71 %

Productie (ton)

899 763

932 496

940 169

886 666

900 054

Verkoopvolume binnen de EU (ton)

744 368

794 419

787 325

776 626

782 344

Marktaandeel (%)

56,5 %

52,4 %

53,2 %

51,3 %

52,0 %

Verkoopprijs per eenheid (EUR/ton)

940

909

840

832

905

Nettowinst/-verlies op EU-verkoop (%)

0,5 %

0,0 %

1,1 %

2,6 %

0,8 %

Werkgelegenheid (einde periode)

3 387

3 395

3 429

3 459

3 408

Voorraad

 

 

 

 

 

Kasstroom

66 281 502

68 619 951

77 514 611

87 283 492

106 630 804

ROCE (%)

 

 

 

 

 


Prijsvergelijking voor 2017

 

Prijsonderbieding

21,8 %


BIJLAGE IV — Lijst van producten uit ontwikkelingslanden ten aanzien waarvan de voorlopige maatregelen gelden

Land/Productgroep

1

2

3

4

5

6

7

8

9

12

13

14

15

16

17

18

20

21

22

23

25

26

28

Afghanistan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Albanië

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Angola

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Antigua en Barbuda

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Argentinië

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Armenië

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bahrein, Koninkrijk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bangladesh

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Barbados

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Belize

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Benin

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bolivia, Plurinationale Staat

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Botswana

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Brazilië

x

x

 

 

 

x

x

 

 

 

 

 

 

 

x

 

 

 

 

 

 

 

 

Brunei Darussalam

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Burkina Faso

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Burundi

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kaapverdië

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Cambodja

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kameroen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Centraal-Afrikaanse Republiek

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tsjaad

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Chili

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

China

 

 

x

x

 

x

 

x

 

x

 

 

x

 

 

x

 

x

x

x

x

x

x

Colombia

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Congo

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Costa Rica

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ivoorkust

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Cuba

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Democratische Republiek Congo

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Djibouti

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dominica

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dominicaanse Republiek

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ecuador

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Egypte

x

 

 

 

 

 

 

 

 

x

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

El Salvador

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Fiji

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gabon

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gambia

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Georgië

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ghana

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Grenada

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Guatemala

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Guinee

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Guinee-Bissau

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Guyana

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Haïti

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Honduras

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hongkong, China

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

India

x

x

x

x

x

x

x

 

x

 

 

x

x

 

 

 

x

 

x

x

 

x

 

Indonesië

 

 

 

 

 

 

x

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Jamaica

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Jordanië

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kazachstan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kenia

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Koeweit, Staat

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kirgizische Republiek

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Democratische Volksrepubliek Laos

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lesotho

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Liberia

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Macao, China

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Madagaskar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Malawi

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maleisië

 

 

 

 

 

 

 

 

x

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maldiven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mali

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mauritanië

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mauritius

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mexico

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Moldavië, Republiek

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

x

 

 

x

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mongolië

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Montenegro

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Marokko

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mozambique

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Myanmar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Namibië

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nepal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nicaragua

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Niger

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nigeria

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Oman

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Pakistan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Panama

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Papoea-Nieuw-Guinea

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Paraguay

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Peru

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Filipijnen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Qatar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Rwanda

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Saint Kitts en Nevis

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Saint Lucia

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Saint Vincent en de Grenadines

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Samoa

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Saudi-Arabië, Koninkrijk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

x

 

 

Senegal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Seychellen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Sierra Leone

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Salomonseilanden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zuid-Afrika

 

 

 

 

 

 

 

x

x

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Sri Lanka

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Suriname

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Swaziland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tadzjikistan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tanzania

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Thailand

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

 

 

 

 

x

 

x

 

 

 

 

 

 

 

 

 

x

x

 

 

 

 

 

Togo

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tonga

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Trinidad en Tobago

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tunesië

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Turkije

x

x

 

x

x

 

 

 

x

x

x

 

 

x

x

 

x

x

 

 

x

x

x

Uganda

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Oekraïne

x

x

 

 

 

 

x

 

 

 

x

x

 

x

x

 

x

x

x

 

 

 

x

Verenigde Arabische Emiraten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

x

 

 

 

 

 

x

 

Uruguay

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vanuatu

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Venezuela, Bolivariaanse Republiek

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vietnam

 

x

 

x

 

 

 

 

x

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Jemen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zambia

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zimbabwe

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


BIJLAGE V — Tariefcontingenten

Productnummer

Volgnummer

Productcategorie

GN-codes

Omvang tariefcontingent (ton netto)

Aanvullend recht

1

09.8501

Bladen en strippen van niet-gelegeerd of ander gelegeerd staal, warm gewalst

7208 10 00 , 7208 25 00 , 7208 26 00 , 7208 27 00 , 7208 36 00 , 7208 37 00 , 7208 38 00 , 7208 39 00 , 7208 40 00 , 7208 52 99 , 7208 53 90 , 7208 54 00 , 7211 14 00 , 7211 19 00 , 7212 60 00 , 7225 19 10 , 7225 30 10 , 7225 30 30 , 7225 30 90 , 7225 40 15 , 7225 40 90 , 7226 19 10 , 7226 91 20 , 7226 91 91 , 7226 91 99

4 269 009

25 %

2

09.8502

Niet-gelegeerde en ander gelegeerde koudgewalste platen

7209 15 00 , 7209 16 90 , 7209 17 90 , 7209 18 91 , 7209 25 00 , 7209 26 90 , 7209 27 90 , 7209 28 90 , 7209 90 20 , 7209 90 80 , 7211 23 20 , 7211 23 30 , 7211 23 80 , 7211 29 00 , 7211 90 20 , 7211 90 80 , 7225 50 20 , 7225 50 80 , 7226 20 00 , 7226 92 00

1 318 865

25 %

3

09.8503

Elektroplaten (andere dan met gerichte korrels)

7209 16 10 , 7209 17 10 , 7209 18 10 , 7209 26 10 , 7209 27 10 , 7209 28 10 , 7225 19 90 , 7226 19 80

178 704

25 %

4

09.8504

Metallisch beklede bladen

7210 20 00 , 7210 30 00 , 7210 41 00 , 7210 49 00 , 7210 61 00 , 7210 69 00 , 7210 90 80 , 7212 20 00 , 7212 30 00 , 7212 50 20 , 7212 50 30 , 7212 50 40 , 7212 50 61 , 7212 50 69 , 7212 50 90 , 7225 91 00 , 7225 92 00 , 7226 99 10 , 7226 99 30 , 7226 99 70

2 115 054

25 %

5

09.8505

Organisch beklede platen

7210 70 80 , 7212 40 80

414 324

25 %

6

09.8506

Blik

7209 18 99 , 7210 11 00 , 7210 12 20 , 7210 12 80 , 7210 50 00 , 7210 70 10 , 7210 90 40 , 7212 10 10 , 7212 10 90 , 7212 40 20

367 470

25 %

7

09.8507

Kwartoplaten van niet-gelegeerd of ander gelegeerd staal

7208 51 20 , 7208 51 91 , 7208 51 98 , 7208 52 91 , 7208 90 20 , 7208 90 80 , 7210 90 30 , 7225 40 12 , 7225 40 40 , 7225 40 60 , 7225 99 00

1 442 988

25 %

8

09.8508

Roestvrije warmgewalste platen en banden

7219 11 00 , 7219 12 10 , 7219 12 90 , 7219 13 10 , 7219 13 90 , 7219 14 10 , 7219 14 90 , 7219 22 10 , 7219 22 90 , 7219 23 00 , 7219 24 00 , 7220 11 00 , 7220 12 00

193 049

25 %

9

09.8509

Roestvrije koudgewalste platen en banden

7219 31 00 , 7219 32 10 , 7219 32 90 , 7219 33 10 , 7219 33 90 , 7219 34 10 , 7219 34 90 , 7219 35 10 , 7219 35 90 , 7219 90 20 , 7219 90 80 , 7220 20 21 , 7220 20 29 , 7220 20 41 , 7220 20 49 , 7220 20 81 , 7220 20 89 , 7220 90 20 , 7220 90 80

476 161

25 %

12

09.8512

Niet-gelegeerd en ander gelegeerd staafstaal, waaronder lichte profielen

7214 30 00 , 7214 91 10 , 7214 91 90 , 7214 99 31 , 7214 99 39 , 7214 99 50 , 7214 99 71 , 7214 99 79 , 7214 99 95 , 7215 90 00 , 7216 10 00 , 7216 21 00 , 7216 22 00 , 7216 40 10 , 7216 40 90 , 7216 50 10 , 7216 50 91 , 7216 50 99 , 7216 99 00 , 7228 10 20 , 7228 20 10 , 7228 20 91 , 7228 30 20 , 7228 30 41 , 7228 30 49 , 7228 30 61 , 7228 30 69 , 7228 30 70 , 7228 30 89 , 7228 60 20 , 7228 60 80 , 7228 70 10 , 7228 70 90 , 7228 80 00

728 270

25 %

13

09.8513

Betonstaal

7214 20 00 , 7214 99 10

714 964

25 %

14

09.8514

Staven en lichte profielen van roestvrij staal

7222 11 11 , 7222 11 19 , 7222 11 81 , 7222 11 89 , 7222 19 10 , 7222 19 90 , 7222 20 11 , 7222 20 19 , 7222 20 21 , 7222 20 29 , 7222 20 31 , 7222 20 39 , 7222 20 81 , 7222 20 89 , 7222 30 51 , 7222 30 91 , 7222 30 97 , 7222 40 10 , 7222 40 50 , 7222 40 90

82 156

25 %

15

09.8515

Walsdraad van roestvrij staal

7221 00 10 , 7221 00 90

32 744

25 %

16

09.8516

Niet-gelegeerde en ander gelegeerde walsdraad

7213 10 00 , 7213 20 00 , 7213 91 10 , 7213 91 20 , 7213 91 41 , 7213 91 49 , 7213 91 70 , 7213 91 90 , 7213 99 10 , 7213 99 90 , 7227 10 00 , 7227 20 00 , 7227 90 10 , 7227 90 50 , 7227 90 95

1 058 110

25 %

17

09.8517

Walsdraad, staven en profielen, van ijzer of van niet-gelegeerd staal

7216 31 10 , 7216 31 90 , 7216 32 11 , 7216 32 19 , 7216 32 91 , 7216 32 99 , 7216 33 10 , 7216 33 90

167 817

25 %

18

09.8518

Damwand profielen

7301 10 00

24 854

25 %

20

09.8520

Gasbuizen

7306 30 41 , 7306 30 49 , 7306 30 72 , 7306 30 77

185 280

25 %

21

09.8521

Holle profielen

7306 61 10 , 7306 61 92 , 7306 61 99

387 343

25 %

22

09.8522

Naadloze buizen en pijpen van roestvrij staal

7304 11 00 , 7304 22 00 , 7304 24 00 , 7304 41 00 , 7304 49 10 , 7304 49 93 , 7304 49 95 , 7304 49 99

22 818

25 %

23

09.8523

Buizen en pijpen voor kogellagers

7304 51 12 , 7304 51 18 , 7304 59 32 , 7304 59 38

5 549

25 %

25

09.8525

Grote belaste buizen

7305 11 00 , 7305 12 00 , 7305 19 00 , 7305 20 00 , 7305 31 00 , 7305 39 00 , 7305 90 00

258 133

25 %

26

09.8526

Andere gelaste buizen

7306 11 10 , 7306 11 90 , 7306 19 10 , 7306 19 90 , 7306 21 00 , 7306 29 00 , 7306 30 11 , 7306 30 19 , 7306 30 80 , 7306 40 20 , 7306 40 80 , 7306 50 20 , 7306 50 80 , 7306 69 10 , 7306 69 90 , 7306 90 00

296 274

25 %

28

09.8528

Draad van niet-gelegeerd staal

7217 10 10 , 7217 10 31 , 7217 10 39 , 7217 10 50 , 7217 10 90 , 7217 20 10 , 7217 20 30 , 7217 20 50 , 7217 20 90 , 7217 30 41 , 7217 30 49 , 7217 30 50 , 7217 30 90 , 7217 90 20 , 7217 90 50 , 7217 90 90

393 031

25 %


Top