EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32017H0809(10)

Aanbeveling van de Raad van 11 juli 2017 over het nationale hervormingsprogramma 2017 van Kroatië en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma 2017 van Kroatië

OJ C 261, 9.8.2017, p. 41–45 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

9.8.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 261/41


AANBEVELING VAN DE RAAD

van 11 juli 2017

over het nationale hervormingsprogramma 2017 van Kroatië en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma 2017 van Kroatië

(2017/C 261/10)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name artikel 9, lid 2,

Gezien Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden (2), en met name artikel 6, lid 1,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de resoluties van het Europees Parlement,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 16 november 2016 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse groeianalyse en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees Semester 2017 voor coördinatie van het economisch beleid. De prioriteiten van de jaarlijkse groeianalyse zijn op 9-10 maart 2017 door de Europese Raad bekrachtigd. Op 16 november 2016 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 ook het waarschuwingsmechanismeverslag aangenomen, waarin zij Kroatië heeft genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen.

(2)

Op 22 februari 2017 is het landverslag 2017 voor Kroatië gepubliceerd. Daarin werd de vooruitgang beoordeeld die Kroatië bij de tenuitvoerlegging van de op 12 juli 2016 door de Raad vastgestelde landspecifieke aanbevelingen heeft gemaakt, alsmede het gevolg dat is gegeven aan de aanbevelingen die in eerdere jaren werden goedgekeurd, en de vooruitgang die Kroatië in de richting van zijn nationale Europa 2020-doelstellingen heeft geboekt. Het landverslag bevatte ook een op grond van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 uitgevoerde diepgaande evaluatie, waarvan de uitkomsten ook op 22 februari 2017 zijn gepubliceerd. Op basis van haar analyse concludeerde de Commissie dat Kroatië met buitensporige macro-economische onevenwichtigheden wordt geconfronteerd. In het bijzonder is de overheidsschuldquote in 2016 beginnen te dalen, maar de overheidsschuld is blootgesteld aan een valutarisico en de budgettaire houdbaarheidsrisico’s blijven groot op middellange termijn. De schuld van de particuliere sector is gedaald, maar blijft hoog, in het bijzonder bij ondernemingen, en is in grote mate blootgesteld aan een valutarisico. De financiële sector moet het herstel ondersteunen, maar blijft blootgesteld aan door valuta veroorzaakte kredietrisico’s en het percentage oninbare leningen blijft hoog. De werkloosheid daalt snel als gevolg van een matige banencreatie en een krimpende beroepsbevolking. Ten slotte belemmert een problematisch ondernemingsklimaat de productieve investeringen en de productiviteitsgroei.

(3)

Op 27 april 2017 heeft Kroatië zijn nationale hervormingsprogramma 2017 en zijn convergentieprogramma 2017 ingediend. Om met de onderlinge verbanden tussen beide programma’s rekening te houden, zijn deze tegelijkertijd geëvalueerd.

(4)

De relevante landspecifieke aanbevelingen zijn verwerkt in de programmering van de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen) voor de periode 2014-2020. Op grond van artikel 23 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) kan de Commissie een lidstaat verzoeken zijn partnerschapsovereenkomst en de betrokken programma’s te evalueren en wijzigingen voor te stellen, wanneer dit nodig is om de uitvoering van betrokken aanbevelingen van de Raad te ondersteunen. De Commissie heeft nadere gegevens verstrekt over de wijze waarop zij gebruik zal maken van die bepaling in richtsnoeren over de toepassing van de maatregelen die de doeltreffendheid van de ESI-fondsen koppelen aan gezond economisch bestuur.

(5)

Ingevolge de intrekking van de buitensporigtekortprocedure valt Kroatië momenteel onder het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact en is het aan de schuldregel onderworpen. In haar convergentieprogramma 2017 gaat de regering ervan uit dat het overheidssaldo geleidelijk zal verbeteren van -0,8 % van het bbp in 2016 tot 0,5 % van het bbp in 2020. In 2016 werd met een ruime marge voldaan aan de begrotingsdoelstelling op middellange termijn, die in structurele termen was vastgesteld op -1,75 % van het bbp. Het (herberekende (4)) structurele saldo zal naar verwachting in 2017 en 2018 de begrotingsdoelstelling op middellange termijn bereiken, maar zonder marge. Volgens de ramingen zal het daarna weer licht verbeteren. In het convergentieprogramma wordt verwacht dat de overheidsschuldquote zal blijven dalen tot 72,1 % in 2020, nadat ze een piek bereikt had van 86,7 % van het bbp in 2015. Het macro-economische scenario dat aan die begrotingsprognoses ten grondslag ligt, is gunstig, in het bijzonder in het licht van de negatieve gevolgen van de financiële problemen waarmee de grootste particuliere onderneming in Kroatië, Agrokor, te kampen heeft en waarmee in de programmaprognoses geen rekening wordt gehouden. De Agrokor-crisis houdt ook rechtstreekse risico’s in voor de begrotingsprognoses. Bovendien zijn de maatregelen die nodig zijn om vanaf 2017 de geplande tekortdoelstellingen te ondersteunen, nog niet volledig gespecificeerd.

(6)

Op 12 juli 2016 heeft de Raad Kroatië aanbevolen in 2017 een jaarlijkse begrotingsaanpassing van ten minste 0,6 % van het bbp in de richting van de begrotingsdoelstelling op middellange termijn te realiseren. De begrotingsresultaten, waaruit een aanzienlijke verbetering van het nominale saldo voor 2016 blijkt, geven aan dat Kroatië dat jaar zijn begrotingsdoelstelling op middellange termijn al heeft bereikt. In de voorjaarsprognoses 2017 van de Commissie wordt voorspeld dat het structurele saldo in 2017 boven de begrotingsdoelstelling op middellange termijn zal blijven, ondanks het feit dat het gedaald is van -0,3 % van het bbp in 2016 naar -1,7 % van het bbp in 2017. Er wordt aanbevolen dat Kroatië in 2018 de begrotingsdoelstelling op middellange termijn blijft aanhouden. Volgens de voorjaarsprognoses 2017 van de Commissie zal het structurele saldo naar verwachting blijven dalen tot -2,1 % van het bbp, wat erop wijst dat het risico bestaat dat enigszins zal worden afgeweken van de begrotingsdoelstelling op middellange termijn. De verwachting is dat Kroatië in 2017 en 2018 aan de schuldregel zal voldoen. Al met al is de Raad van oordeel dat Kroatië bereid moet zijn om in 2018 verdere maatregelen te nemen om aan de bepalingen van het stabiliteits- en groeipact te voldoen.

(7)

Het kader voor begrotingsbeheer van Kroatië vertoont gebreken. De nieuwe wet inzake budgettaire verantwoordelijkheid, die verondersteld wordt het begrotingskader alsmede de onafhankelijkheid en het mandaat van het Comité Begrotingsbeleid te versterken, is nog niet goedgekeurd. De wijziging van de begrotingswet, die tot doel had het begrotingskader op middellange termijn te versterken en de frequente herzieningen van de begrotingsplannen op zowel centraal als lokaal niveau aan te pakken, is uitgesteld. De betrouwbaarheid van de prognoses die aan de begrotingsplannen ten grondslag liggen, blijft zwak.

(8)

Kroatië haalt relatief weinig inkomsten uit periodieke belastingen op onroerend goed. Het haalt via lokale lichamen inkomsten uit belastingen op eigendom, maar de berekening en inning daarvan variëren aanzienlijk. Het is ook afhankelijk van de minder efficiënte belasting op eigendomsoverdrachten. Als follow-up van herhaaldelijke landspecifieke aanbevelingen zullen vanaf 2018, als onderdeel van de belastinghervorming van eind 2016, een aantal lokale heffingen en belastingen worden vervangen door een periodieke belasting op onroerend goed. Die zal worden berekend op basis van vijf parameters waarmee de waarde van het eigendom wordt geraamd. Ze wordt beschouwd als een eerste stap in de richting van een volwaardige op waarde gebaseerde periodieke belasting op onroerend goed.

(9)

De financieringsbehoeften van de overheid in Kroatië en de blootstelling van de overheidsschuld aan een valutarisico tonen aan hoe belangrijk betrouwbare financieringsbronnen en een zorgvuldig risicobeheer zijn. Als reactie op een landspecifieke aanbeveling is begin 2017 een schuldbeheerstrategie voor de centrale overheid voor de periode 2017-2019 goedgekeurd. Die strategie kwam er drie jaar na het verstrijken van de vorige strategie. De institutionele structuur voor het beheer van de overheidsschuld, met inbegrip van de communicatie met de markten, het risicobeheer en de regelmatige actualisering van de strategie, is gebrekkig. Er wordt ook onvoldoende aandacht besteed aan transacties buiten de begroting die gevolgen kunnen hebben voor de schuld.

(10)

De arbeidsmarkt blijft zich herstellen, maar de werkloosheid is nog steeds hoog en het aandeel langdurig werklozen is groot. In combinatie met een lage en teruglopende activiteit betekent dit dat er een groot onbenut arbeidspotentieel is. De daling in de activiteit was in 2016 bijzonder uitgesproken bij laaggeschoolde werknemers in de meest actieve leeftijdsgroep en werd veroorzaakt door de krimpende beroepsbevolking, omdat zowel de vergrijzing als de emigratie is toegenomen.

(11)

De inactiviteit is relatief hoog bij de groepen die voor vervroegd pensioen in aanmerking komen. Voor wie maar een korte periode heeft bijgedragen, zijn de huidige en toekomstige pensioenen weinig toereikend en bestaat het risico op armoede op oudere leeftijd. Er zijn veel trajecten voor vervroegd pensioen en werknemers kunnen vijf volledige jaren vóór de wettelijke pensioenleeftijd vervroegd uittreden. De financiële stimulansen om tot die leeftijd te werken zijn gering. De aangekondigde maatregelen om langere loopbanen te bevorderen, zijn niet uitgevoerd. Zorgtaken leiden tot een lage arbeidsparticipatie, vooral van oudere vrouwen in de meest actieve leeftijdsgroep. Er is een gebrek aan formele kinderopvang en er zijn grote regionale verschillen, en arbeidsovereenkomsten laten weinig ruimte voor flexibiliteit om een evenwicht te vinden tussen werk en zorg. Momenteel is de wettelijke pensioenleeftijd 61 jaar en negen maanden voor vrouwen en 65 jaar voor mannen. Die wettelijke pensioenleeftijden worden maar traag gelijkgetrokken en verhoogd: de pensioenleeftijd zal voor beide geslachten 67 jaar zijn in 2038. Er wordt overwogen om dit proces te versnellen, maar het is nog niet goedgekeurd. Het pensioenstelsel voorziet in gunstiger voorwaarden voor specifieke categorieën werknemers in beroepen die als zwaar en gevaarlijk worden aangemerkt, en in bepaalde sectoren. De Kroatische autoriteiten hebben de zware en gevaarlijke beroepen onderzocht, maar de regels zijn nog niet gestroomlijnd.

(12)

Volgens de meest recente gegevens liep in 2015 bijna 30 % van de bevolking kans op armoede of sociale uitsluiting. Het socialezekerheidsstelsel vertoont gebreken op het gebied van doeltreffendheid en billijkheid door inconsistente criteria om in aanmerking te komen voor bescherming, een versnipperde geografische dekking, een gebrek aan coördinatie tussen de verantwoordelijke instanties en weinig transparantie. In 2016 werd maar 0,6 % van het bbp besteed aan de minimuminkomensregeling voor de armste huishoudens. De hervormingsplannen, met inbegrip van de institutionele herverdeling van de verantwoordelijkheden en de harmonisering van de criteria om in aanmerking te komen voor bescherming, zijn vastgelopen.

(13)

Het verwerven van vaardigheden waaraan de arbeidsmarkt behoefte heeft, is een belangrijke voorwaarde voor de inzetbaarheid. De participatie in het volwassenonderwijs is zeer laag, net als de uitgaven voor en de dekking van een actief arbeidsmarktbeleid, omscholing en een leven lang leren. Opleidingen zijn niet voldoende gericht op oudere en laaggeschoolde werknemers en langdurig werklozen, die vaak geconfronteerd worden met specifieke inzetbaarheidsproblemen. De voorbereiding van wetgeving om de kwaliteit van de instellingen, de programma’s en het onderwijs voor volwassenen te verbeteren, is uitgesteld.

(14)

Voldoende basisvaardigheden zijn van essentieel belang om een goede, stabiele baan te vinden en met succes deel te kunnen nemen aan het economische en sociale leven. Uit internationale enquêtes blijken ernstige tekorten op het gebied van basisvaardigheden, toegepaste wetenschappen en wiskunde bij 15-jarige scholieren in Kroatië. Als onderdeel van de uitvoering van de strategie voor onderwijs, wetenschap en technologie wordt sinds 2015 gewerkt aan een hervorming van de leerplannen om de inhoud van en het onderricht in overdraagbare vaardigheden te verbeteren. Omdat de reacties van de belanghebbenden verdeeld waren, werd de hervorming van de leerplannen herzien en heeft de uitvoering ervan aanzienlijke vertraging opgelopen. Het proces moet nu in overeenstemming met de oorspronkelijke doelstellingen worden voortgezet. Kroatië heeft onlangs een strategie voor beroepsonderwijs en -opleiding goedgekeurd. Naar verwachting zullen de leerplannen in het beroepsonderwijs en de beroepsopleidingen hierdoor worden bijgewerkt, zal werkplekleren een grotere rol spelen en zal de kwaliteit van het onderwijs in het beroepsonderwijs en de beroepsopleidingen verbeteren. Het systeem voor de erkenning en validering van niet-formeel en informeel leren moet nog worden ingevoerd.

(15)

De territoriale en functionele versnippering van de overheidsdiensten weegt op de dienstverlening en de doeltreffendheid van de overheidsuitgaven. De huidige bevoegdheden en de budgettaire betrekkingen tussen de overheidsniveaus zijn niet bevorderlijk voor een doeltreffende en rechtvaardige openbare dienstverlening, met name op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs en sociale bijstand. De grondige hervorming van het overheidsapparaat heeft vertraging opgelopen. De wetgeving om taken te herverdelen tussen de centrale en de lokale autoriteiten wacht op goedkeuring, evenals de stroomlijning van het systeem van overheidsinstellingen. Begin 2017 hebben de Kroatische autoriteiten aangekondigd dat ze een taskforce zullen oprichten om wetgeving inzake subnationale overheidsfinanciering op te stellen.

(16)

De versnippering van de loonvorming bij overheidsdiensten blijft de transparantie van de lonen en de gelijke behandeling belemmeren, evenals de overheidscontrole op de loonkosten bij de overheid, met risico’s op overloopeffecten op de ruimere economie. In februari 2017 heeft de regering gemeenschappelijke richtsnoeren voor het onderhandelen over en het toezicht op collectieve overeenkomsten in de overheidssector goedgekeurd, maar de stroomlijning van de loonvormingskaders is tot 2018 uitgesteld.

(17)

Staatsbedrijven zijn gemiddeld minder productief dan particuliere ondernemingen, wat duidt op zwakke punten in hun bestuur. Ze hebben een negatieve invloed op de allocatieve efficiëntie en werken de geringe productiviteitsgroei in de economie in de hand. Er is het voorbije jaar trage vooruitgang geboekt met de stappen om staatsbedrijven voor particulier beheer open te stellen. Een beter toezicht op hun prestaties en op de verantwoordingsplicht van het bestuur, ook voor bedrijven die eigendom zijn van lokale overheden, zou het beheer ervan helpen verbeteren.

(18)

De Kroatische bank voor wederopbouw en ontwikkeling (HBOR) speelt een essentiële rol in de uitvoering van de financiële instrumenten van de Unie en het investeringsplan voor Europa in het bijzonder. Om deze rol volledig te kunnen vervullen, moet zij aan de strenge normen voor transparantie en verantwoording voldoen. De Kroatische autoriteiten plannen een onafhankelijke doorlichting van de kwaliteit van de activa van haar kredietportefeuille door onafhankelijke controleurs, die uiterlijk eind 2017 afgerond moet zijn. Op basis van de resultaten van die doorlichting zullen het regelgevingskader en de bestuursstructuren worden herzien.

(19)

Bedrijven worden met hoge regelgevingskosten belast. Door het grote aantal parafiscale heffingen, waarvan er veel statistisch gezien als belastingen worden behandeld, wordt het ondernemingsklimaat ingewikkeld. Als reactie op een landspecifieke aanbeveling heeft de regering in de zomer van 2016 beslist 13 parafiscale heffingen af te schaffen en 11 andere te verlagen. Die beslissing wordt echter maar traag uitgevoerd en bedrijven blijven zich geconfronteerd zien met hoge administratieve lasten. Er werd een actieplan opgesteld om de administratieve lasten op acht regelgevingsgebieden te verminderen, maar de uitvoering ervan laat op zich wachten.

(20)

De investeringen zijn in 2016 heropgeleefd, na een scherpe daling tijdens de crisis. Ondanks de gunstige macro-economische en financiële omstandigheden wegen belangrijke knelpunten echter op een duurzamer herstel van de investeringen. De zwakke punten van de overheidsdiensten, het problematische ondernemingsklimaat, de trage uitvoering van de anticorruptiestrategie, de restrictieve regelgeving in belangrijke infrastructuursectoren en de sterke aanwezigheid van de overheid in de economie wegen op het ondernemingsklimaat.

(21)

De modernisering van de reglementering van beroepen kan de arbeidsmobiliteit bevorderen en bijdragen tot lagere prijzen voor zakelijke diensten, en zo het groeipotentieel vergroten. De Kroatische regelgeving voor dienstverleners en gereglementeerde beroepen is restrictief, in het bijzonder voor advocaten. In de zomer van 2016 keurde de regering een actieplan goed om ongeschikte regelgeving te vervangen en te moderniseren. Dat had echter een beperkt toepassingsgebied en was weinig gedetailleerd.

(22)

De kwaliteit en de efficiëntie van het rechtsstelsel zijn bepalende factoren voor het ondernemingsklimaat. De achterstand is weliswaar kleiner geworden, maar de gerechtelijke procedures in eerste aanleg in handelsrechtelijke, burgerrechtelijke en strafrechtelijke zaken duren lang. De elektronische indiening en verzending van gerechtelijke stukken kan leiden tot een aanzienlijke verbetering van het rechtsstelsel, maar is nog niet uitgerold. Rechters in handelsrechtelijke zaken hebben geen onlinetoegang tot de registers: dit gaat ten koste van de efficiëntie van insolventieprocedures. Rechterlijke uitspraken zijn maar zelden online beschikbaar en er is ruimte voor de modernisering van de bedrijfsprocessen in de handelsrechtbanken van eerste aanleg.

(23)

De banksector blijft goed gekapitaliseerd en de winstgevendheid ervan herstelde zich in 2016 na de omzetting van leningen in Zwitserse frank naar euro in 2015. Het percentage oninbare leningen ten opzichte van brutoleningen is gedaald, maar is nog steeds hoog, in het bijzonder bij niet-financiële ondernemingen. De daling lijkt te zijn aangedreven door verkopen, alsmede door de in 2013 ingevoerde verplichting tot aanleg van progressieve automatische voorzieningen. In het kader van de recente belastinghervorming heeft de regering als antwoord op een landspecifieke aanbeveling ook een nieuwe fiscale behandeling voor afschrijvingen van oninbare leningen ingevoerd. De effecten ervan moeten nauwlettend worden gevolgd. De efficiëntie van het onlangs hervormde insolventiekader om de afwikkeling van oninbare leningen te vergemakkelijken, moet ook van nabij worden gevolgd.

(24)

In de context van het Europees Semester 2017 heeft de Commissie een brede analyse van het economische beleid van Kroatië verricht. Die analyse is gepubliceerd in het landverslag 2017. Voorts heeft de Commissie zowel het convergentieprogramma 2017 als het nationale hervormingsprogramma 2017 doorgelicht en onderzocht welk gevolg is gegeven aan de aanbevelingen die in eerdere jaren tot Kroatië zijn gericht. Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar begrotings- en sociaaleconomisch beleid in Kroatië, maar is zij ook nagegaan of de Unieregels en -richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algehele economische governance van de Unie te versterken door middel van een inbreng op Unieniveau in toekomstige nationale besluiten.

(25)

In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het convergentieprogramma 2017 onderzocht en zijn advies (5) daarover is met name in onderstaande aanbeveling 1 weergegeven.

(26)

In het licht van de diepgaande evaluatie door de Commissie en van deze beoordeling heeft de Raad het nationale hervormingsprogramma 2017 en het convergentieprogramma 2017 onderzocht. Zijn aanbevelingen op grond van artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 zijn in de onderstaande aanbevelingen 1 tot en met 5 weergegeven,

BEVEELT AAN dat Kroatië in 2017 en 2018 de volgende actie onderneemt:

1.

Zijn begrotingsbeleid voortzetten overeenkomstig de vereisten van het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact, wat inhoudt dat de begrotingsdoelstelling op middellange termijn in 2018 wordt aangehouden. Vóór september 2017 de begrotingsplanning en het meerjarig begrotingskader verbeteren, onder meer door de onafhankelijkheid en het mandaat van het Comité Begrotingsbeleid te versterken. De nodige stappen zetten om de op waarde gebaseerde belasting op onroerend goed in te voeren. Het kader voor het beheer van de overheidsschuld versterken, onder meer door ervoor te zorgen dat de schuldbeheerstrategie jaarlijks wordt geactualiseerd.

2.

Vervroegde uittreding ontmoedigen, de overgang naar een hogere wettelijke pensioenleeftijd bespoedigen en de pensioenregelingen voor specifieke beroepscategorieën in overeenstemming brengen met de algemene regelingen. De coördinatie en transparantie van sociale uitkeringen verbeteren.

3.

Het volwassenenonderwijs verbeteren, met name voor oudere werknemers, laaggeschoolden en langdurig werklozen. De hervorming van het onderwijsstelsel versnellen.

4.

De versnippering terugdringen en de functionele verdeling van overheidsbevoegdheden verbeteren, en tegelijkertijd de efficiëntie vergroten en de regionale verschillen op het vlak van openbare dienstverlening afbouwen. In overleg met de sociale partners de loonschalen in alle geledingen van de overheid en de overheidsdiensten harmoniseren.

5.

De afstoting van staatsbedrijven en andere staatseigendommen versnellen en de corporate governance in de sector van de staatsbedrijven verbeteren. De lasten voor ondernemingen die voortvloeien uit regelgevingskosten en administratieve rompslomp, significant verminderen. Regelgevende beperkingen wegnemen die de toegang tot en de uitoefening van gereglementeerde beroepen en professionele en zakelijke diensten belemmeren. De kwaliteit en de efficiëntie van het rechtsstelsel verbeteren, met name door de duur van burgerrechtelijke en handelsrechtelijke zaken te beperken.

Gedaan te Brussel, 11 juli 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

T. TÕNISTE


(1)  PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.

(2)  PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25.

(3)  Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

(4)  Het conjunctuurgezuiverde begrotingssaldo, exclusief eenmalige en tijdelijke maatregelen, dat de Commissie aan de hand van de gezamenlijk overeengekomen methode heeft herberekend.

(5)  Op grond van artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97.


Top