EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32017D0346

Besluit (GBVB) 2017/346 van de Raad van 27 februari 2017 tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de mensenrechten

OJ L 50, 28.2.2017, p. 66–69 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 28/02/2019: This act has been changed. Current consolidated version: 01/03/2018

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2017/346/oj

28.2.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 50/66


BESLUIT (GBVB) 2017/346 VAN DE RAAD

van 27 februari 2017

tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de mensenrechten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 33 en artikel 31, lid 2,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 25 juli 2012 Besluit 2012/440/GBVB (1) vastgesteld, waarbij de heer Stavros LAMBRINIDIS werd benoemd tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) voor de mensenrechten. Het mandaat van de SVEU eindigt op 28 februari 2017.

(2)

De Raad heeft op 20 juli 2015 het EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie voor de periode 2015-2019 vastgesteld.

(3)

Het mandaat van de SVEU moet met 24 maanden worden verlengd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie

Het mandaat van de heer Stavros LAMBRINIDIS als SVEU voor de mensenrechten wordt verlengd tot en met 28 februari 2019. De Raad kan besluiten om het mandaat van de SVEU eerder te beëindigen, op basis van een beoordeling door het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) en een voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV).

Artikel 2

Beleidsdoelstellingen

Het mandaat van de SVEU is gebaseerd op de beleidsdoelstellingen van de Unie met betrekking tot de mensenrechten, als verankerd in het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, het strategisch kader van de EU voor mensenrechten en democratie, en het actieplan van de EU inzake mensenrechten en democratie:

a)

het vergroten van de doeltreffendheid, de aanwezigheid en de zichtbaarheid van de Unie bij het beschermen en bevorderen van de mensenrechten in de wereld door met name de samenwerking en de politieke dialoog van de Unie met derde landen, relevante partners, het bedrijfsleven, het maatschappelijk middenveld en internationale en regionale organisaties te verdiepen, en door in de betrokken internationale fora op te treden;

b)

het vergroten van de bijdrage van de Unie aan de versterking van de democratie, de institutionele opbouw, de rechtsstaat, goed bestuur en de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden overal in de wereld;

c)

het verbeteren van de samenhang in het optreden van de Unie op gebied van mensenrechten en de integratie van de mensenrechten in alle sectoren van het extern optreden van de Unie.

Artikel 3

Mandaat

Ter verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen krijgt de SVEU het mandaat om:

a)

bij te dragen tot de uitvoering van het mensenrechtenbeleid van de Unie, in het bijzonder het strategisch kader van de Europese Unie voor mensenrechten en democratie en het actieplan van de Europese Unie voor mensenrechten en democratie, onder meer door in dat opzicht aanbevelingen te formuleren;

b)

bij te dragen tot de toepassing van de richtsnoeren, instrumenten en actieplannen van de Unie met betrekking tot de mensenrechten en het internationaal humanitair recht;

c)

de mensenrechtendialoog met overheidsinstanties in derde landen en internationale en regionale organisaties, alsook met maatschappelijke organisaties en andere relevante actoren te versterken om de doeltreffendheid en de zichtbaarheid van het mensenrechtenbeleid van de Unie te waarborgen;

d)

bij te dragen tot een grotere samenhang en consistentie van de beleidsmaatregelen en acties van de Unie op het gebied van de bescherming en bevordering van de mensenrechten door met name inbreng te leveren voor de formulering van beleidsmaatregelen van de Unie ter zake.

Artikel 4

Uitvoering van het mandaat

1.   De SVEU is onder het gezag van de HV verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat.

2.   Het PVC onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt van de SVEU met de Raad. Onverminderd de bevoegdheden van de HV geeft het PVC binnen het kader van het mandaat strategische aansturing en politieke leiding aan de SVEU.

3.   De SVEU werkt nauw samen met de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) en de relevante afdelingen daarvan om de samenhang en consistentie van hun respectieve werkzaamheden op het gebied van de mensenrechten te verzekeren.

Artikel 5

Financiering

1.   Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van 1 maart 2017 tot en met 28 februari 2018 bedraagt 860 000 EUR.

2.   Het financieel referentiebedrag voor de daaropvolgende periode voor de SVEU wordt door de Raad vastgesteld.

3.   De uitgaven worden beheerd volgens de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie.

4.   Voor het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie. De SVEU legt van alle uitgaven verantwoording af aan de Commissie.

Artikel 6

Vorming en samenstelling van het team

1.   Binnen de grenzen van het mandaat van de SVEU en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU verantwoordelijk voor het vormen van een team. In het team dient de door het mandaat vereiste deskundigheid inzake specifieke beleidsvraagstukken aanwezig te zijn. De SVEU brengt de Raad en de Commissie steeds onmiddellijk op de hoogte van de samenstelling van het team.

2.   De lidstaten, de instellingen van de Unie en de EDEO kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de SVEU. Het salaris van gedetacheerd personeel wordt betaald door respectievelijk de detacherende lidstaat, de detacherende instelling van de Unie of de EDEO. Deskundigen die door de lidstaten bij de instellingen van de Unie of de EDEO zijn gedetacheerd, kunnen eveneens aan de SVEU worden toegewezen om met hem samen te werken. Internationaal aangeworven personeel moet de nationaliteit van een lidstaat hebben.

3.   Al het gedetacheerde personeel blijft onder het administratieve gezag van respectievelijk de detacherende lidstaat, de detacherende instelling van de Unie of de EDEO, en voert zijn taken uit en handelt in het belang van het mandaat van de SVEU.

4.   Het personeel van de SVEU wordt op dezelfde locatie als de betrokken afdelingen van de EDEO of delegaties van de Unie ondergebracht, teneinde samenhang en consistentie van hun respectieve activiteiten te verzekeren.

Artikel 7

Beveiliging van gerubriceerde EU-informatie

De SVEU en de leden van het SVEU-team leven de beginselen en minimumnormen inzake beveiliging na die zijn vastgelegd in Besluit 2013/488/EU van de Raad (2).

Artikel 8

Toegang tot informatie en logistieke steun

1.   De lidstaten, de Commissie, de EDEO en het secretariaat-generaal van de Raad zorgen ervoor dat de SVEU toegang krijgt tot alle relevante informatie.

2.   De delegaties van de Unie en de diplomatieke vertegenwoordigingen van de lidstaten, naargelang van het geval, verlenen de SVEU logistieke steun.

Artikel 9

Beveiliging

Overeenkomstig het beleid van de Unie inzake de beveiliging van personeel dat op grond van titel V van het Verdrag wordt ingezet in operaties buiten de Unie, neemt de SVEU alle redelijkerwijs haalbare maatregelen voor de beveiliging van het personeel dat rechtstreeks onder het gezag van de SVEU staat, in overeenstemming met het mandaat van de SVEU en op basis van de veiligheidssituatie in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is, met name:

a)

opstellen van een specifiek beveiligingsplan op basis van richtsnoeren van de EDEO, dat onder meer specifieke fysieke, organisatorische en procedurele beveiligingsmaatregelen omvat inzake het beheer van veilige personeelsbewegingen naar en binnen het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is, en inzake het beheer van beveiligingsincidenten, met inbegrip van een nood- en evacuatieplan;

b)

ervoor zorgen dat alle buiten de Unie ingezette personeelsleden gedekt zijn door een op de omstandigheden in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is, afgestemde verzekering tegen grote risico's;

c)

ervoor zorgen dat alle buiten de Unie in te zetten leden van zijn team, ook het ter plaatse aangeworven personeel, voor of bij aankomst in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is, een passende beveiligingsopleiding hebben genoten, gebaseerd op de risicoklasse waarin dat gebied door de EDEO is ingedeeld;

d)

ervoor zorgen dat alle naar aanleiding van de geregelde beveiligingsbeoordelingen overeengekomen aanbevelingen worden opgevolgd, en aan de Raad, de HV en de Commissie schriftelijk verslag uitbrengen over de uitvoering daarvan en over andere beveiligingskwesties in het kader van de voortgangsverslagen en het verslag over de uitvoering van het mandaat.

Artikel 10

Rapportage

De SVEU brengt regelmatig mondeling en schriftelijk verslag uit aan de HV en aan het PVC. De SVEU brengt zo nodig tevens verslag uit aan de bevoegde werkgroepen van de Raad, met name de werkgroep voor de mensenrechten. De geregelde verslagen worden verspreid via het Coreu-netwerk. De SVEU kan de Raad Buitenlandse Zaken verslagen voorleggen. Overeenkomstig artikel 36 van het Verdrag kan de SVEU worden ingeschakeld bij de informatieverstrekking aan het Europees Parlement.

Artikel 11

Coördinatie

1.   De SVEU draagt bij tot de eenheid, de samenhang en de doeltreffendheid van het optreden van de Unie en helpt ervoor te zorgen dat alle instrumenten van de Unie en van de lidstaten op consistente wijze worden ingezet om de beleidsdoelstellingen van de Unie te verwezenlijken. De activiteiten van de SVEU worden gecoördineerd met die van de lidstaten en de Commissie en, in voorkomend geval, met andere speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie. De SVEU verstrekt regelmatig informatie aan de missies van de lidstaten en aan de delegaties van de Unie.

2.   Ter plaatse worden nauwe contacten onderhouden met de relevante hoofden van de missies van de lidstaten, de hoofden van de delegaties van de Unie, en in voorkomend geval, de hoofden/commandanten van missies en operaties in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid en andere speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie. Zij doen alles wat in hun vermogen ligt om de SVEU bij te staan in de uitvoering van zijn mandaat.

3.   De SVEU onderhoudt tevens contacten en streeft naar complementariteit en synergie met andere internationale en regionale actoren, zowel op het hoofdkwartier als op het terrein. De SVEU streeft zowel op het hoofdkwartier als op het terrein naar regelmatige contacten met maatschappelijke organisaties.

Artikel 12

Evaluatie

De toepassing van dit besluit en de samenhang ervan met andere bijdragen van de Unie worden op gezette tijden geëvalueerd. De SVEU legt de Raad, de HV en de Commissie periodieke voortgangsverslagen voor, alsmede, uiterlijk 30 november 2018, een uitvoerig verslag over de uitvoering van het mandaat.

Artikel 13

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 27 februari 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

K. MIZZI


(1)  Besluit 2012/440/GBVB van de Raad van 25 juli 2012 tot benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de mensenrechten (PB L 200 van 27.7.2012, blz. 21).

(2)  Besluit 2013/488/EU van de Raad van 23 september 2013 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 274 van 15.10.2013, blz. 1).


Top