EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016R2135

Verordening (EU) 2016/2135 van het Europees Parlement en de Raad van 23 november 2016 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft een aantal bepalingen inzake financieel beheer voor bepaalde lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden op het gebied van financiële stabiliteit

OJ L 338, 13.12.2016, p. 34–36 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2016/2135/oj

13.12.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 338/34


VERORDENING (EU) 2016/2135 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 23 november 2016

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft een aantal bepalingen inzake financieel beheer voor bepaalde lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden op het gebied van financiële stabiliteit

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 177,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Na raadpleging van het Comité van de Regio's,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 24, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) moet de Commissie de verhoging onderzoeken van tussentijdse betalingen van de Europese structuur- en investeringsfondsen met een bedrag dat overeenkomt met tien procentpunten boven het bestaande medefinancieringspercentage voor elke prioriteit/maatregel voor lidstaten die na 21 december 2013 onder een aanpassingsprogramma vielen en verzocht hebben in aanmerking te komen voor deze verhoging tot 30 juni 2016, en bij het Europees Parlement en de Raad vóór 30 juni 2016 een verslag indienen met haar beoordeling en, indien nodig, een wetgevingsvoorstel. De Commissie heeft dat verslag op 27 juni 2016 ingediend bij het Europees Parlement en de Raad.

(2)

Vijf lidstaten kwamen in aanmerking voor een verhoogde betaling uit hoofde van artikel 24 van Verordening (EU) nr. 1303/2013, namelijk Roemenië, Ierland, Portugal, Cyprus en Griekenland. Roemenië, Ierland, Portugal en Cyprus hebben hun respectieve economische aanpassingsprogramma's intussen afgerond. Alleen Griekenland valt nog steeds onder een aanpassingsprogramma en krijgt in dat verband financiële bijstand tot het derde kwartaal van 2018. Aangezien Griekenland nog steeds te kampen heeft met ernstige moeilijkheden op het gebied van financiële stabiliteit, moet de termijn voor de toepassing van verhoogde betalingen voor lidstaten met tijdelijke begrotingsproblemen worden verlengd.

(3)

De mogelijkheid om betalingen te verhogen moet echter aflopen op 30 juni van het jaar na het kalenderjaar waarin een lidstaat geen financiële bijstand in het kader van een aanpassingsprogramma meer ontvangt.

(4)

Krachtens artikel 120, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 moet de Commissie een evaluatie uitvoeren om te beoordelen of het behoud van een maximaal medefinancieringspercentage van 85 % voor elke prioritaire as van alle door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en het Europees Sociaal Fonds (ESF) ondersteunde operationele programma's in Cyprus na 30 juni 2017 verantwoord is en, indien nodig, vóór 30 juni 2016 een wetgevingsvoorstel indienen.

(5)

Sinds maart 2016 valt Cyprus niet meer onder een aanpassingsprogramma. De economische toestand van Cyprus is echter nog steeds fragiel zoals blijkt uit het lage groeipercentage, de dalende investeringen, de hoge werkloosheid en de onder druk staande financiële sector. Om de druk op de nationale begroting te verlichten en de broodnodige investeringen aan te zwengelen, moet het medefinancieringspercentage van 85 % voor alle door het EFRO en het ESF ondersteunde operationele programma's in Cyprus daarom worden verlengd tot de afsluiting van het operationele programma.

(6)

Om de in deze verordening opgenomen maatregelen snel te kunnen toepassen, moet deze verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 1303/2013 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 24 wordt vervangen door:

„Artikel 24

Verhoging van betalingen voor lidstaten met tijdelijke begrotingsproblemen

1.   Op verzoek van een lidstaat kunnen tussentijdse betalingen worden verhoogd met tien procentpunten boven het medefinancieringspercentage dat van toepassing is op elke prioriteit van het EFRO, het ESF en het Cohesiefonds of op elke maatregel van het Elfpo en het EFMZV.

Als een lidstaat voldoet aan een van de volgende voorwaarden na 21 december 2013, is het verhoogde percentage, dat niet meer dan 100 % mag bedragen, van toepassing op de betalingsaanvragen van die lidstaat die tot 30 juni 2016 worden ingediend:

a)

de betrokken lidstaat ontvangt een lening van de Unie op grond van Verordening (EU) nr. 407/2010;

b)

de betrokken lidstaat ontvangt financiële ondersteuning op middellange termijn overeenkomstig Verordening (EG) nr. 332/2002, afhankelijk van de tenuitvoerlegging van een macro-economisch aanpassingsprogramma;

c)

aan de betrokken lidstaat wordt financiële bijstand beschikbaar gesteld, op voorwaarde van de tenuitvoerlegging van een macro-economisch aanpassingsprogramma overeenkomstig Verordening (EU) nr. 472/2013.

Als een lidstaat na 30 juni 2016 aan een van de voorwaarden van de tweede alinea voldoet, is het verhoogde percentage van toepassing op de betalingsaanvragen van die lidstaat die tot 30 juni van het jaar na het kalenderjaar waarin de betreffende financiële bijstand is stopgezet, worden ingediend.

Dit lid is niet van toepassing op programma's in het kader van de ETS-verordening.

2.   Onverminderd lid 1 mag de steun van de Unie door middel van tussentijdse betalingen en betalingen van het eindsaldo evenwel niet hoger zijn dan:

a)

de overheidsuitgaven, of

b)

het maximale bedrag aan steun uit de ESI-fondsen voor elke prioriteit voor het EFRO, het ESF en het Cohesiefonds of voor elke maatregel voor het Elfpo en het EFMZV, zoals bepaald in het besluit van de Commissie tot goedkeuring van het programma,

indien dit bedrag lager is.”.

2)

In artikel 120, lid 3, wordt de tweede alinea vervangen door:

„Voor de periode van 1 januari 2014 tot de afsluiting van het operationele programma is het medefinancieringspercentage voor elke prioritaire as van alle operationele programma's in Cyprus niet hoger dan 85 %.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 23 november 2016.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

I. KORČOK


(1)  Advies van 21 september 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 25 oktober 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 14 november 2016.

(3)  Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).


Top