EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016D1988

Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/1988 van de Raad van 8 november 2016 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/678/EU waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd een maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

OJ L 306, 15.11.2016, p. 11–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2016/1988/oj

15.11.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 306/11


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/1988 VAN DE RAAD

van 8 november 2016

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/678/EU waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd een maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van Beschikking 2008/737/EG van de Raad (2) werd Italië gemachtigd om — bij wijze van uitzondering — belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 30 000 EUR tot 31 december 2010 van de belasting over de toegevoegde waarde („btw”) vrij te stellen („de derogatiemaatregel”). De toepassing van deze afwijkende maatregel werd verlengd tot 31 december 2013 bij Uitvoeringsbesluit 2010/688/EU van de Raad (3) en vervolgens tot 31 december 2016 bij Uitvoeringsbesluit 2013/678/EU van de Raad (4), en in dit laatste besluit werd ook de maximaal toegestane vrijstellingsdrempel verhoogd tot een jaaromzet van 65 000 EUR.

(2)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 5 april 2016, heeft Italië verzocht om machtiging tot verlenging van de derogatiemaatregel

(3)

Overeenkomstig de tweede alinea van artikel 395, lid 2, van Richtlijn 2006/112/EG, heeft de Commissie, bij brief van 21 juni 2016, de overige lidstaten van het verzoek van Italië in kennis gesteld. Bij brief van 22 juni 2016 heeft de Commissie Italië meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

(4)

Krachtens artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG kunnen lidstaten die geen gebruik hebben gemaakt van artikel 14 van de Tweede Richtlijn 67/228/EEG van de Raad (5) belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 5 000 EUR van de btw vrijstellen. De derogatiemaatregel wijkt slechts af van artikel 285, wat de toepassing ervan op Italië betreft, in zoverre dat het plafond voor de jaaromzet van de bijzondere regeling hoger is dan het drempelbedrag van 5 000 EUR.

(5)

De derogatiemaatregel is in overeenstemming met de doelstellingen van de mededeling van de Commissie „„Denk eerst klein” — Een „Small Business Act” voor Europa” van 25 juni 2008.

(6)

Aangezien de derogatiemaatregel de btw-verplichtingen heeft verlicht voor die kleinere bedrijven die niet hebben gekozen voor het normale btw-stelsel overeenkomstig artikel 290 van Richtlijn 2006/112/EG, dient Italië te worden gemachtigd de derogatiemaatregel gedurende een nieuwe beperkte periode te blijven toepassen. Het moet voor belastingplichtigen mogelijk blijven om voor het normale btw-stelsel te kiezen.

(7)

De derogatiemaatregel moet in de tijd worden beperkt.om te kunnen evalueren of de bijzondere maatregel passend en effectief blijft. Bovendien worden de artikelen 281 tot en met 294 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen geëvalueerd. De derogatiemaatregel moet daarom ook een vervalbepaling krijgen.

(8)

Uit door Italië verstrekte gegevens blijkt dat de derogatiemaatregel geen noemenswaardige invloed zal hebben op de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik.

(9)

De derogatiemaatregel heeft geen gevolgen voor de eigen middelen van de Unie uit de btw.

(10)

Uitvoeringsbesluit 2013/678/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 2 van Besluit 2013/678/EU wordt vervangen door:

„Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de dag van kennisgeving ervan.

Dit besluit is van toepassing tot en met de datum van inwerkingtreding van een richtlijn houdende wijziging van de artikelen 281 tot en met 294 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen, of tot en met 31 december 2019, indien deze datum eerder valt.”.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Italiaanse Republiek.

Gedaan te Brussel, 8 november 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

P. KAŽIMÍR


(1)  PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.

(2)  Beschikking 2008/737/EG van de Raad van 15 september 2008 waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 249 van 18.9.2008, blz. 13).

(3)  Uitvoeringsbesluit 2010/688/EU van de Raad van 15 oktober 2010 waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 294 van 12.11.2010, blz. 12).

(4)  Uitvoeringsbesluit 2013/678/EU van de Raad van 15 november 2013 waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd een bijzondere maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 316 van 27.11.2013, blz. 35).

(5)  Tweede Richtlijn 67/228/EEG van de Raad van 11 april 1967 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Structuur en wijze van toepassing van het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 71 van 14.4.1967, blz. 1303).


Top