EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016D1859

Besluit (EU) 2016/1859 van de Raad van 13 oktober 2016 betreffende de tripartiete sociale top voor groei en werkgelegenheid en tot intrekking van Besluit 2003/174/EG

OJ L 284, 20.10.2016, p. 27–30 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2016/1859/oj

20.10.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 284/27


BESLUIT (EU) 2016/1859 VAN DE RAAD

van 13 oktober 2016

betreffende de tripartiete sociale top voor groei en werkgelegenheid en tot intrekking van Besluit 2003/174/EG

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 352,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien de goedkeuring door het Europees Parlement,

Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 3, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) bepaalt dat een van de doelstellingen van de Unie erin bestaat zich in te zetten voor een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen, die op volledige werkgelegenheid en sociale vooruitgang is gericht.

(2)

Bij de bepaling en uitvoering van haar beleid en optreden moet de Unie rekening houden met de sociale dimensie daarvan, in het bijzonder de eisen in verband met de bevordering van een hoog niveau van werkgelegenheid, de waarborging van een adequate sociale bescherming, de bestrijding van sociale uitsluiting alsmede een hoog niveau van onderwijs, opleiding en bescherming van de menselijke gezondheid, overeenkomstig artikel 9 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

(3)

De Unie erkent en bevordert de rol van de sociale partners op het niveau van de Unie en bevordert hun onderlinge dialoog, met inachtneming van hun autonomie, overeenkomstig artikel 152 VWEU. Om overleg op hoog niveau met de Europese sociale partners te bevorderen over de algehele strategie die is vastgesteld door de Europese Raad van Lissabon van 23 en 24 maart 2000, heeft Besluit 2003/174/EG van de Raad (1) een tripartiete sociale top voor groei en werkgelegenheid (de „top”) ingesteld. De top wordt nu in artikel 152 VWEU als integraal bestanddeel van de sociale dialoog op Europees niveau erkend.

(4)

De Unie en haar lidstaten zijn vastbesloten om samen te werken in het kader van de Europa 2020-strategie, een geïntegreerde strategie die is bedoeld om het potentieel van de Unie voor groei en werkgelegenheid gedurende de periode 2010-2020 te stimuleren (de „Europa 2020-strategie”). De Europa 2020-strategie beoogt de coördinatie tussen nationaal en Uniebeleid te doen toenemen. Daarnaast heeft de Unie erkend dat de zeggenschap van de sociale partners in en hun betrokkenheid bij die strategie moet worden vergroot, zodat zij een actieve bijdrage kunnen leveren tot de verwezenlijking van de doelstellingen van die strategie.

(5)

In Verordening (EU) nr. 1175/2011 van het Europees Parlement en de Raad (2) wordt onderstreept dat de sociale partners in passende gevallen in het kader van het Europees Semester bij de belangrijkste beleidskwesties worden betrokken, in overeenstemming met de bepalingen van het VWEU en de nationale wettelijke en politieke regelingen.

(6)

In zijn conclusies van 28 juni 2013 heeft de Europese Raad erop gewezen dat de sociale dimensie van de Economische en Monetaire Unie moet worden versterkt, en in dit verband de centrale rol van de sociale partners en de sociale dialoog benadrukt. Dienovereenkomstig heeft de Commissie in haar mededeling van 2 oktober 2013, getiteld „Versterking van de sociale dimensie van de Economische en Monetaire Unie”, aandacht besteed aan de bevordering van de sociale dialoog op nationaal en op Unieniveau, en een voorstel aangekondigd om Besluit 2003/174/EG te evalueren, daarbij verwijzend naar de top als een gelegenheid om de sociale partners bij het Europees Semester te betrekken.

(7)

Sinds hij op grond van Besluit 2003/174/EG is ingesteld, heeft de top voldaan aan zijn belangrijkste doelstelling, namelijk overleg op hoog niveau mogelijk te maken. De top heeft er duidelijk toe bijgedragen dat, in het kader van de Lissabonstrategie in de periode 2000-2010 en in het kader van de huidige Europa 2020-strategie, de sociale dialoog zich op het niveau van de Unie heeft ontwikkeld.

(8)

In de verklaring die de Europese sociale partners — het Europees Verbond van Vakverenigingen (EVV) namens de werknemers en de Europese ondernemingsorganisatie (BUSINESSEUROPE), het Europees Centrum van gemeenschapsbedrijven (CEEP) en de Europese Unie van ambachten en van het midden- en kleinbedrijf (UEAPME) namens de werkgevers — op 24 oktober 2013 hebben ondertekend, betreffende hun rol in de Europese economische governance, spreken zij de wens uit op een coherente manier in het kader van het Europees Semester te worden geraadpleegd en bevestigen zij hun steun voor de top.

(9)

De taak en samenstelling van de top moeten worden aangepast in verband met de institutionele wijzigingen die voortvloeien uit het Verdrag van Lissabon, in het bijzonder de instelling van de functie van voorzitter van de Europese Raad, die is vastgelegd in artikel 15 VEU.

(10)

Dit besluit laat onverlet de wijze waarop de arbeidsverhoudingen en de sociale dialoog in de lidstaten zijn georganiseerd en functioneren.

(11)

Het VWEU voorziet voor de vaststelling van dit besluit niet in andere bevoegdheden dan die van artikel 352 VWEU.

(12)

Besluit 2003/174/EG dient derhalve te worden ingetrokken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Taken

De tripartiete sociale top voor groei en werkgelegenheid heeft tot taak om, met inachtneming van het VWEU en het VEU en van de bevoegdheden van de instellingen en organen van de Unie, permanent overleg tussen de Europese Raad, de Raad, de Commissie en de sociale partners te verzekeren. De top stelt de Europese sociale partners in staat om, in het kader van hun sociale dialoog, een bijdrage te leveren tot de verschillende onderdelen van de strategie voor groei en werkgelegenheid van de Unie. Hij helpt de synergie te bevorderen tussen hetgeen de Europese Raad, de Raad, de Commissie en de sociale partners ondernemen om groei en een hoog niveau van werkgelegenheid te bevorderen, adequate sociale bescherming te waarborgen, sociale uitsluiting te bestrijden, en een hoog niveau van onderwijs, opleiding en gezondheidsbescherming van hoge kwaliteit te waarborgen. Daartoe wordt uitgegaan van het voorbereidende werk van en de besprekingen tussen de Raad, de Commissie en de sociale partners in de verschillende overlegfora met betrekking tot economische en sociale zaken en werkgelegenheid.

Artikel 2

Samenstelling

1.   De top bestaat uit de voorzitters van de Europese Raad en van de Commissie, en, alle vertegenwoordigd op het hoogste niveau, het fungerend voorzitterschap van de Raad, de twee volgende voorzitterschappen van de Raad en de sociale partners. De ministers van de drie voorzitterschappen van de Raad en de commissaris bevoegd voor werkgelegenheid en sociale zaken nemen eveneens aan de top deel. Afhankelijk van de agenda kunnen ook andere ministers van de drie voorzitterschappen van de Raad en andere leden van de Commissie worden uitgenodigd om eraan deel te nemen.

2.   De vertegenwoordiging van de sociale partners bestaat uit twee even grote delegaties, de ene met tien vertegenwoordigers van de werknemers en de andere met tien vertegenwoordigers van de werkgevers, rekening houdend met de nood aan genderevenwicht.

3.   Beide delegaties bestaan uit vertegenwoordigers van Europese organisaties die verschillende branches overkoepelen, en op Europees niveau hetzij algemene belangen behartigen, hetzij de meer specifieke belangen van het kaderpersoneel en van het midden- en kleinbedrijf.

De technische coördinatie in de werknemersdelegatie wordt door het Europees Verbond van Vakverenigingen (EVV), en in de werkgeversdelegatie door de Europese ondernemingsorganisatie (BUSINESSEUROPE) verzorgd. Het EVV en BUSINESSEUROPE houden in hun bijdragen ten volle rekening met de standpunten van de specifieke en brancheorganisaties, waarvan zij in voorkomend geval vertegenwoordigers in hun delegaties kunnen opnemen.

Artikel 3

Voorbereiding

1.   De Raad, de Commissie en de overkoepelende werknemers- en werkgeversorganisaties die aan de werkzaamheden van de top deelnemen, stellen gezamenlijk de agenda van de top vast tijdens voorbereidende vergaderingen waaraan wordt deelgenomen door de Raads- en de Commissiediensten, het EVV en BUSINESSEUROPE.

2.   Over de agendapunten wordt in de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken, in voorkomend geval aan de hand van bijdragen van de voorbereidingsinstanties, van gedachten gewisseld.

3.   De diensten van de Commissie zorgen voor de secretariaatsondersteuning voor de top. Het secretariaat zorgt er met name voor dat de documenten tijdig worden verspreid. Ter voorbereiding van de vergaderingen legt het secretariaat van de top de nodige contacten met het EVV en BUSINESSEUROPE, die beide met de coördinatie in hun delegatie zijn belast.

Artikel 4

Werkwijze

1.   De top komt ten minste tweemaal per jaar bijeen, voorafgaand aan de voorjaars- en de najaarsbijeenkomst van de Europese Raad.

2.   De top staat onder het gezamenlijke voorzitterschap van de voorzitter van de Europese Raad en de voorzitter van de Commissie, met de medewerking van het fungerend voorzitterschap van de Raad.

3.   De topbijeenkomsten worden door de twee voorzitters op hun initiatief en in overleg met de sociale partners belegd.

4.   De voorzitter van de Europese Raad brengt aan de Europese Raad verslag uit over de besprekingen en de bevindingen van de top.

Artikel 5

Informatie

De beide voorzitters maken een samenvatting van de besprekingen van de top, ten behoeve van de bevoegde Raadsformaties, het Europees Parlement en het publiek.

Artikel 6

Intrekking

Besluit 2003/174/EG wordt met ingang van 21 oktober 2016 ingetrokken.

Artikel 7

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 13 oktober 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

J. RICHTER


(1)  Besluit 2003/174/EG van de Raad van 6 maart 2003 tot instelling van een tripartiete sociale top voor groei en werkgelegenheid (PB L 70 van 14.3.2003, blz. 31).

(2)  Verordening (EU) nr. 1175/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 12).


Top