This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32015R1278
Commission Implementing Regulation (EU) 2015/1278 of 9 July 2015 amending Implementing Regulation (EU) No 680/2014 laying down implementing technical standards with regard to supervisory reporting of institutions as regards instructions, templates and definitions (Text with EEA relevance)
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1278 van de Commissie van 9 juli 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen wat betreft instructies, templates en definities (Voor de EER relevante tekst)
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1278 van de Commissie van 9 juli 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen wat betreft instructies, templates en definities (Voor de EER relevante tekst)
PB L 205 van 31.7.2015, p. 1–300
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 27/06/2021; stilzwijgende opheffing door 32021R0451
31.7.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 205/1 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1278 VAN DE COMMISSIE
van 9 juli 2015
tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen wat betreft instructies, templates en definities
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (1), en met name artikel 99, lid 5, vierde alinea, artikel 99, lid 6, vierde alinea, artikel 101, lid 4, derde alinea, artikel 394, lid 4, derde alinea, artikel 415, lid 3, vierde alinea, en artikel 430, lid 2, derde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie (2) zijn de vereisten vastgelegd waaraan instellingen moeten voldoen wanneer zij informatie rapporteren die relevant is voor hun inachtneming van Verordening (EU) nr. 575/2013. Aangezien het bij Verordening (EU) nr. 575/2013 ingestelde kader wat de niet-essentiële onderdelen ervan betreft geleidelijk aan wordt aangevuld en gewijzigd door de vaststelling van technische reguleringsnormen, moet Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 dienovereenkomstig worden geactualiseerd om die regels weer te geven en om de instructies en definities ten behoeve van de rapportage voor toezichtdoeleinden door de instellingen nader te preciseren. |
(2) |
Om een correcte en uniforme toepassing van de vereisten van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 te verzekeren, moeten de templates, instructies en definities ten behoeve van de rapportage voor toezichtdoeleinden nader worden gepreciseerd. Omwille van de rechtszekerheid verdient het daarom aanbeveling diverse templates van de bijlagen I, III en IV te vervangen en sommige van de in de bijlagen II, V, IX en XVII vastgelegde instructies te wijzigen. |
(3) |
Opdat de instellingen en bevoegde autoriteiten over voldoende tijd beschikken om de in de verordening opgenomen wijzigingen te implementeren, moet deze vanaf 1 juni 2015 van toepassing zijn. |
(4) |
Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen die de Europese Bankautoriteit (EBA) aan de Commissie heeft voorgelegd. |
(5) |
Daar de noodzakelijke aanpassingen aan Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 geen noemenswaardige inhoudelijke wijzigingen met zich brengen, heeft de EBA overeenkomstig artikel 15, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (3) geen openbare publieksraadpleging gehouden, omdat zij van oordeel was dat een dergelijke raadpleging niet in evenredige verhouding zou staan tot het toepassingsgebied en het effect van het ontwerp van technische uitvoeringsnorm in kwestie. |
(6) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 wordt als volgt gewijzigd:
1. |
De templates met nummer 1, 4, 6.2, 7, 8.1, 9.1, 9.2, 9.3, 17, 21 en 22 van bijlage I worden vervangen door de overeenkomstig genummerde templates opgenomen in bijlage I bij deze verordening. |
2. |
Bijlage II wordt vervangen door de tekst opgenomen in bijlage II bij deze verordening. |
3. |
De templates met nummer 1.3, 16, 20 en 46 van bijlage III worden vervangen door de overeenkomstig genummerde templates opgenomen in bijlage III bij deze verordening. |
4. |
De templates met nummer 1.3, 16, 20 en 46 van bijlage IV worden vervangen door de overeenkomstig genummerde templates opgenomen in bijlage IV bij deze verordening. |
5. |
Bijlage V wordt vervangen door de tekst opgenomen in bijlage V bij deze verordening. |
6. |
Bijlage IX wordt vervangen door de tekst opgenomen in bijlage VI bij deze verordening. |
7. |
Bijlage XVII wordt vervangen door de tekst opgenomen in bijlage VII bij deze verordening. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 juni 2015.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 9 juli 2015.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie van 16 april 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 191 van 28.6.2014, blz. 1).
(3) Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).
BIJLAGE I
C 01.00 — EIGEN VERMOGEN (CA1)
Rijen |
ID |
Post |
Bedrag |
010 |
1 |
EIGEN VERMOGEN |
|
015 |
1.1 |
TIER 1-KAPITAAL |
|
020 |
1.1.1 |
TIER 1-KERNKAPITAAL |
|
030 |
1.1.1.1 |
Kapitaalinstrumenten die in aanmerking komen als tier 1-kernkapitaal |
|
040 |
1.1.1.1.1 |
Volgestorte kapitaalinstrumenten |
|
045 |
1.1.1.1.1* |
Waarvan: In noodsituaties bij autoriteiten geplaatste kapitaalinstrumenten |
|
050 |
1.1.1.1.2* |
Pro-memoriepost: Niet in aanmerking komende kapitaalinstrumenten |
|
060 |
1.1.1.1.3 |
Agio |
|
070 |
1.1.1.1.4 |
(–) Eigen tier 1-kernkapitaalinstrumenten |
|
080 |
1.1.1.1.4.1 |
(–) Direct bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten |
|
090 |
1.1.1.1.4.2 |
(–) Indirect bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten |
|
091 |
1.1.1.1.4.3 |
(–) Synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten |
|
092 |
1.1.1.1.5 |
(–) Feitelijke of voorwaardelijke verplichtingen tot het kopen van eigen tier 1-kernkapitaalinstrumenten |
|
130 |
1.1.1.2 |
Ingehouden winsten |
|
140 |
1.1.1.2.1 |
Ingehouden winsten van voorgaande jaren |
|
150 |
1.1.1.2.2 |
In aanmerking komende winsten en verliezen |
|
160 |
1.1.1.2.2.1 |
Aan de eigenaars van de moedermaatschappij toe te rekenen winsten of verliezen |
|
170 |
1.1.1.2.2.2 |
(–) Niet in aanmerking komend deel van het tussentijdse of eindejaarsresultaat |
|
180 |
1.1.1.3 |
Gecumuleerde niet-gerealiseerde resultaten |
|
200 |
1.1.1.4 |
Andere reserves |
|
210 |
1.1.1.5 |
Fondsen voor algemene bankrisico's |
|
220 |
1.1.1.6 |
Overgangsbepalingen als gevolg van tier 1-kernkapitaalinstrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn |
|
230 |
1.1.1.7 |
Minderheidsbelangen die als tier 1-kernkapitaal worden opgenomen |
|
240 |
1.1.1.8 |
Overgangsaanpassingen in verband met aanvullende minderheidsbelangen |
|
250 |
1.1.1.9 |
Aanpassingen aan tier 1-kernkapitaal als gevolg van prudentiële filters |
|
260 |
1.1.1.9.1 |
(–) Toenamen van aandelenkapitaal die voortvloeien uit gesecuritiseerde activa |
|
270 |
1.1.1.9.2 |
Reserve voor kasstroomafdekkingen |
|
280 |
1.1.1.9.3 |
Cumulatieve winsten of verliezen wegens veranderingen in het eigen kredietrisico betreffende tegen reële waarde gewaardeerde verplichtingen |
|
285 |
1.1.1.9.4 |
Tegen reële waarde gewaardeerde winsten en verliezen die voortvloeien uit het eigen kredietrisico van de instelling in verband met afgeleide verplichtingen. |
|
290 |
1.1.1.9.5 |
(–) Waardeaanpassingen als gevolg van de vereisten voor prudente waardering |
|
300 |
1.1.1.10 |
(–) Goodwill |
|
310 |
1.1.1.10.1 |
(–) Goodwill die als immaterieel activum wordt verantwoord |
|
320 |
1.1.1.10.2 |
(–) Goodwill die vervat zit in de waardering van aanzienlijke deelnemingen |
|
330 |
1.1.1.10.3 |
Aan goodwill gerelateerde uitgestelde belastingverplichtingen |
|
340 |
1.1.1.11 |
(–) Andere immateriële activa |
|
350 |
1.1.1.11.1 |
(–) Andere immateriële activa vóór aftrek van uitgestelde belastingverplichtingen |
|
360 |
1.1.1.11.2 |
Aan andere immateriële activa gerelateerde uitgestelde belastingverplichtingen |
|
370 |
1.1.1.12 |
(–) Uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en die niet voortvloeien uit tijdelijke verschillen, exclusief de daaraan gerelateerde belastingverplichtingen |
|
380 |
1.1.1.13 |
(–) Voor IRB, negatief verschil tussen kredietrisicoaanpassingen en verwachte verliesposten |
|
390 |
1.1.1.14 |
(–) Activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds |
|
400 |
1.1.1.14.1 |
(–) Activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds |
|
410 |
1.1.1.14.2 |
Aan activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds gerelateerde uitgestelde belastingverplichtingen |
|
420 |
1.1.1.14.3 |
Activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds waarvan de instelling onbeperkt gebruik kan maken |
|
430 |
1.1.1.15 |
(–) Wederzijdse deelnemingen in tier 1-kernkapitaal |
|
440 |
1.1.1.16 |
(–) Van aanvullend-tier 1-bestanddelen af te trekken bedrag dat het aanvullend-tier 1-kapitaal overschrijdt |
|
450 |
1.1.1.17 |
(–) Gekwalificeerde deelnemingen buiten de financiële sector die als alternatief in aanmerking komen voor een risicogewicht van 1 250 % |
|
460 |
1.1.1.18 |
(–) Securitisatieposities die als alternatief in aanmerking komen voor een risicogewicht van 1 250 % |
|
470 |
1.1.1.19 |
(–) Niet-afgewikkelde transacties („free deliveries”) die als alternatief in aanmerking kunnen komen voor een risicogewicht van 1 250 % |
|
471 |
1.1.1.20 |
(–) Posities in een basket waarvoor een instelling het risicogewicht met de interneratingbenadering niet kan bepalen, en die als alternatief in aanmerking kunnen komen voor een risicogewicht van 1 250 % |
|
472 |
1.1.1.21 |
(–) Blootstellingen in aandelen met een internemodellenbenadering die als alternatief in aanmerking kunnen komen voor een risicogewicht van 1 250 % |
|
480 |
1.1.1.22 |
(–) Tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|
490 |
1.1.1.23 |
(–) Aftrekbare uitgestelde belastingvorderingen die afhankelijk zijn van toekomstige winstgevendheid en voortvloeien uit tijdelijke verschillen |
|
500 |
1.1.1.24 |
(–) Tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|
510 |
1.1.1.25 |
(–) Bedrag waarmee de drempel van 17,65 % wordt overschreden |
|
520 |
1.1.1.26 |
Andere overgangsaanpassingen aan het tier 1-kernkapitaal |
|
524 |
1.1.1.27 |
Aanvullende aftrekkingen van het tier 1-kernkapitaal uit hoofde van artikel 3 van de VKV |
|
529 |
1.1.1.28 |
Bestanddelen of aftrekkingen van het tier 1-kernkapitaal — overige |
|
530 |
1.1.2 |
AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL |
|
540 |
1.1.2.1 |
Kapitaalinstrumenten die in aanmerking komen als aanvullend-tier 1-kapitaal |
|
550 |
1.1.2.1.1 |
Volgestorte kapitaalinstrumenten |
|
560 |
1.1.2.1.2* |
Pro-memoriepost: Niet in aanmerking komende kapitaalinstrumenten |
|
570 |
1.1.2.1.3 |
Agio |
|
580 |
1.1.2.1.4 |
(–) Eigen aanvullend-tier 1-instrumenten |
|
590 |
1.1.2.1.4.1 |
(–) Direct bezit van aanvullend-tier 1-instrumenten |
|
620 |
1.1.2.1.4.2 |
(–) Indirect bezit van aanvullend-tier 1-instrumenten |
|
621 |
1.1.2.1.4.3 |
(–) Synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-instrumenten |
|
622 |
1.1.2.1.5 |
(–) Feitelijke of voorwaardelijke verplichtingen tot het kopen van eigen tier 1-instrumenten |
|
660 |
1.1.2.2 |
Overgangsaanpassingen als gevolg van aanvullend-tier 1-kapitaalinstrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn |
|
670 |
1.1.2.3 |
Door dochterondernemingen uitgegeven instrumenten die in het aanvullend-tier 1-kapitaal worden opgenomen |
|
680 |
1.1.2.4 |
Overgangsaanpassingen als gevolg van additionele opneming van door dochterondernemingen uitgegeven instrumenten in het aanvullend-tier 1-kapitaal |
|
690 |
1.1.2.5 |
(–) Wederzijdse deelnemingen in aanvullend-tier 1-kapitaal |
|
700 |
1.1.2.6 |
Aanvullend-tier 1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|
710 |
1.1.2.7 |
(–) Aanvullend-tier 1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|
720 |
1.1.2.8 |
(–) Van tier 2-bestanddelen af te trekken bedrag dat het tier 2-kapitaal overschrijdt |
|
730 |
1.1.2.9 |
Andere overgangsaanpassingen aan het aanvullend-tier 1-kapitaal |
|
740 |
1.1.2.10 |
Van aanvullend-tier 1-bestanddelen af te trekken bedrag dat het aanvullend-tier 1-kapitaal overschrijdt (afgetrokken van tier-1-kernkapitaal) |
|
744 |
1.1.2.11 |
Aanvullende aftrekkingen van aanvullend-tier 1-kapitaal uit hoofde van artikel 3 van de VKV |
|
748 |
1.1.2.12 |
Bestanddelen of aftrekkingen van tier 1-kernkapitaal — overige |
|
750 |
1.2 |
TIER 2-KAPITAAL |
|
760 |
1.2.1 |
Kapitaalinstrumenten en achtergestelde leningen die in aanmerking komen als tier 2-kapitaal |
|
770 |
1.2.1.1 |
Volgestorte kapitaalinstrumenten en achtergestelde leningen |
|
780 |
1.2.1.2* |
Pro-memoriepost: Niet in aanmerking komende kapitaalinstrumenten en achtergestelde leningen |
|
790 |
1.2.1.3 |
Agio |
|
800 |
1.2.1.4 |
(–) Eigen tier 2-instrumenten |
|
810 |
1.2.1.4.1 |
(–) Direct bezit van tier 2-instrumenten |
|
840 |
1.2.1.4.2 |
(–) Indirect bezit van tier 2-instrumenten |
|
841 |
1.2.1.4.3 |
(–) Synthetisch bezit van tier 2-instrumenten |
|
842 |
1.2.1.5 |
(–) Feitelijke of voorwaardelijke verplichtingen tot het kopen van eigen tier 2-instrumenten |
|
880 |
1.2.2 |
Overgangsaanpassingen als gevolg van tier 2-kapitaalinstrumenten waarop grandfatheringbepalingen van toepassing zijn en achtergestelde leningen |
|
890 |
1.2.3 |
Door dochterondernemingen uitgegeven instrumenten die in het tier 2-kapitaal worden opgenomen |
|
900 |
1.2.4 |
Overgangsaanpassingen als gevolg van additionele opneming van door dochterondernemingen uitgegeven instrumenten in het tier 2-kapitaal |
|
910 |
1.2.5 |
Bedrag van voorzieningen waarmee de volgens de interneratingbenadering verwachte verliezen worden overschreden |
|
920 |
1.2.6 |
Algemene kredietrisicoaanpassingen volgens de standaardbenadering |
|
930 |
1.2.7 |
(–) Wederzijdse deelnemingen in tier 2-kapitaal |
|
940 |
1.2.8 |
(–) Tier 2-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|
950 |
1.2.9 |
(–) Tier 2-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|
960 |
1.2.10 |
Andere overgangsaanpassingen aan het tier 2-kapitaal |
|
970 |
1.2.11 |
Van tier 2-bestanddelen af te trekken bedrag dat het tier 2-kapitaal overschrijdt (afgetrokken van aanvullend-tier-1-kapitaal) |
|
974 |
1.2.12 |
(–) Aanvullende aftrekkingen van tier 2-kapitaal uit hoofde van artikel 3 van de VKV |
|
978 |
1.2.13 |
Bestanddelen of aftrekkingen van tier 2-kapitaal — overige |
|
C 04.00 — PRO-MEMORIEPOSTEN (CA4)
Rij |
ID |
Post |
Kolom |
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen |
010 |
||
010 |
1 |
Totaal aan uitgestelde belastingvorderingen |
|
020 |
1.1 |
Uitgestelde belastingvorderingen die niet op toekomstige winstgevendheid berusten |
|
030 |
1.2 |
Uitgestelde belastingvorderingen die berusten op toekomstige winstgevendheid en niet voortvloeien uit tijdelijke verschillen |
|
040 |
1.3 |
Uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en voortvloeien uit tijdelijke verschillen |
|
050 |
2 |
Totale uitgestelde belastingvorderingen |
|
060 |
2.1 |
Uitgestelde belastingverplichtingen die niet in mindering gebracht mogen worden op uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten |
|
070 |
2.2 |
Uitgestelde belastingverplichtingen die in mindering gebracht mogen worden op uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten |
|
080 |
2.2.1 |
Aftrekbare uitgestelde belastingverplichtingen gerelateerd aan uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en die niet voortvloeien uit tijdelijke verschillen |
|
090 |
2.2.2 |
Aftrekbare uitgestelde belastingverplichtingen gerelateerd aan uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en voortvloeien uit tijdelijke verschillen |
|
Kredietrisicoaanpassingen en verwachte verliezen |
|||
100 |
3 |
Voor IRB, het overschot (+) of tekort (–) na aftrek van verwachte verliesposten van kredietrisicoaanpassingen, aanvullende waardeaanpassingen en andere eigenvermogensverlagingen voor blootstellingen ten aanzien waarvan zich geen wanbetaling heeft voorgedaan |
|
110 |
3.1 |
Totale kredietrisicoaanpassingen, aanvullende waardeaanpassingen en andere eigenvermogensverlagingen die in aanmerking komen om bij de berekening van de verwachte verliesposten te worden betrokken |
|
120 |
3.1.1 |
Algemene kredietrisicoaanpassingen |
|
130 |
3.1.2 |
Specifieke kredietrisicoaanpassingen |
|
131 |
3.1.3 |
Aanvullende waardeaanpassingen en andere eigenvermogensverlagingen |
|
140 |
3.2 |
Totaal van in aanmerking komende verwachte verliezen |
|
145 |
4 |
Voor IRB, overschot (+) of tekort (–) van specifieke kredietrisicoaanpassingen aan verwachte verliezen voor blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan |
|
150 |
4.1 |
Specifieke kredietrisicoaanpassingen en posities die op vergelijkbare wijze worden behandeld |
|
155 |
4.2 |
Totaal van in aanmerking komende verwachte verliezen |
|
160 |
5 |
Risicogewogen posten voor het berekenen van het maximum voor het overschot aan voorzieningen dat in aanmerking komt als tier 2-kapitaal |
|
170 |
6 |
Totale brutovoorzieningen die in aanmerking komen voor opneming in het tier 2-kapitaal |
|
180 |
7 |
Risicogewogen posten voor het berekenen van het maximum voor de voorzieningen die in aanmerking komen als tier 2-kapitaal |
|
Drempels voor aftrekkingen van het tier 1-kernkapitaal |
|||
190 |
8 |
Drempel voor niet-aftrekbaar bezit aan entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|
200 |
9 |
10 %-drempel voor tier1-kernkapitaal |
|
210 |
10 |
17,65 %-drempel voor tier1-kernkapitaal |
|
225 |
11.1 |
In aanmerking komend kapitaal ten behoeve van gekwalificeerde deelnemingen buiten de financiële sector |
|
226 |
11.2 |
In aanmerking komend kapitaal ten behoeve van grote blootstellingen |
|
Deelnemingen in het kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|||
230 |
12 |
Bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft, exclusief shortposities |
|
240 |
12.1 |
Direct bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|
250 |
12.1.1 |
Bruto direct bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|
260 |
12.1.2 |
(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit |
|
270 |
12.2 |
Indirect bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|
280 |
12.2.1 |
Bruto indirect bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|
290 |
12.2.2 |
(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit |
|
291 |
12.3 |
Synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|
292 |
12.3.1 |
Bruto synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|
293 |
12.3.2 |
(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto synthetisch bezit |
|
300 |
13 |
Bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft, exclusief shortposities |
|
310 |
13.1 |
Direct bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|
320 |
13.1.1 |
Bruto direct bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|
330 |
13.1.2 |
(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit |
|
340 |
13.2 |
Indirect bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|
350 |
13.2.1 |
Bruto indirect bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|
360 |
13.2.2 |
(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit |
|
361 |
13.3 |
Synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|
362 |
13.3.1 |
Bruto synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|
363 |
13.3.2 |
(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto synthetisch bezit |
|
370 |
14 |
Bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft, exclusief shortposities |
|
380 |
14.1 |
Direct bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming |
|
390 |
14.1.1 |
Bruto direct bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|
400 |
14.1.2 |
(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit |
|
410 |
14.2 |
Indirect bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|
420 |
14.2.1 |
Bruto indirect bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|
430 |
14.2.2 |
(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit |
|
431 |
14.3 |
Synthetisch bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|
432 |
14.3.1 |
Bruto synthetisch bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|
433 |
14.3.2 |
(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto synthetisch bezit |
|
Deelnemingen in het kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|||
440 |
15 |
Bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, exclusief shortposities |
|
450 |
15.1 |
Direct bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|
460 |
15.1.1 |
Bruto direct bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|
470 |
15.1.2 |
(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit |
|
480 |
15.2 |
Indirect bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|
490 |
15.2.1 |
Bruto indirect bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|
500 |
15.2.2 |
(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit |
|
501 |
15.3 |
Synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|
502 |
15.3.1 |
Bruto synthetisch bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|
503 |
15.3.2 |
(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto synthetisch bezit |
|
510 |
16 |
Bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, exclusief shortposities |
|
520 |
16.1 |
Direct bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|
530 |
16.1.1 |
Bruto direct bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|
540 |
16.1.2 |
(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit |
|
550 |
16.2 |
Indirect bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|
560 |
16.2.1 |
Bruto indirect bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|
570 |
16.2.2 |
(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit |
|
571 |
16.3 |
Synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|
572 |
16.3.1 |
Bruto synthetisch bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|
573 |
16.3.2 |
(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto synthetisch bezit |
|
580 |
17 |
Bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft, exclusief shortposities |
|
590 |
17.1 |
Direct bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|
600 |
17.1.1 |
Bruto direct bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|
610 |
17.1.2 |
(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit |
|
620 |
17.2 |
Indirect bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|
630 |
17.2.1 |
Bruto indirect bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|
640 |
17.2.2 |
(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto direct bezit |
|
641 |
17.3 |
Synthetisch bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|
642 |
17.3.1 |
Bruto synthetisch bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|
643 |
17.3.2 |
(–) Toelaatbare compensatie van shortposities in verband met het hierboven bedoelde bruto synthetisch bezit |
|
Totaalbedrag van de risicoposten van bezit die niet van de betrokken kapitaalcategorie worden afgetrokken: |
|||
650 |
18 |
Risicogewogen posten van bezit van tier 1-kernkapitaal van entiteiten uit de financiële sector die niet van het tier 1-kernkapitaal van de instelling worden afgetrokken |
|
660 |
19 |
Risicogewogen posten van bezit van aanvullend-tier 1-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector die niet van het aanvullend-tier 1-kapitaal van de instelling worden afgetrokken |
|
670 |
20 |
Risicogewogen posten van bezit van tier 2-kapitaal van entiteiten uit de financiële sector die niet van het tier 2-kapitaal van de instelling worden afgetrokken |
|
Tijdelijke ontheffing van de aftrek van het eigen vermogen |
|||
680 |
21 |
Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|
690 |
22 |
Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van tier 1-kernkapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|
700 |
23 |
Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van aanvullend-tier 1-kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|
710 |
24 |
Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van aanvullend-tier 1-kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|
720 |
25 |
Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van tier 2-kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling geen aanzienlijke deelneming heeft |
|
730 |
26 |
Tijdelijke ontheffing van de aftrek van bezit van tier 2-kapitaalinstrumenten van entiteiten uit de financiële sector waarin de instelling een aanzienlijke deelneming heeft |
|
Kapitaalbuffers |
|||
740 |
27 |
Gecombineerde buffervereisten |
|
750 |
|
Kapitaalconserveringsbuffer |
|
760 |
|
Conserveringsbuffer als gevolg van macroprudentieel of systeemrisico onderkend op het niveau van een lidstaat |
|
770 |
|
Instellingsspecifieke contracyclische kapitaalbuffer |
|
780 |
|
Systeemrisicobuffer |
|
790 |
|
Buffer voor systeemrelevante instellingen |
|
800 |
|
Buffer voor mondiaal systeemrelevante instellingen |
|
810 |
|
Buffer voor andere systeemrelevante instellingen |
|
Vereisten onder Pijler II |
|||
820 |
28 |
Eigenvermogensvereisten in verband met aanpassingen uit hoofde van Pijler II |
|
Aanvullende informatie voor beleggingsondernemingen |
|||
830 |
29 |
Aanvangskapitaal |
|
840 |
30 |
Eigen vermogen op basis van vaste kosten |
|
Aanvullende informatie voor de berekening van rapportagedrempels |
|||
850 |
31 |
Niet-binnenlandse oorspronkelijke blootstellingen |
|
860 |
32 |
Totale oorspronkelijke blootstellingen |
|
Basel I-ondergrens |
|||
870 |
|
Aanpassingen aan totaal eigen vermogen |
|
880 |
|
Voor de Bazel I-ondergrens volledig aangepast vermogen |
|
890 |
|
Eigenvermogensvereisten voor de Bazel I-ondergrens |
|
900 |
|
Eigenvermogensvereisten voor de Bazel I-ondergrens — SA-alternatief |
|
C 06.02 — SOLVABILITEIT VAN DE GROEP: INFORMATIE OVER VERBONDEN PARTIJEN (GS)
ENTITEITEN DIE IN DE CONSOLIDATIE ZIJN BETROKKEN |
INFORMATIE OVER ENTITEITEN DIE ZIJN ONDERWORPEN AAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN |
||||||||||
NAAM |
CODE |
LEI-code |
INSTELLING OF DAARMEE GELIJKWAARDIG (JA/NEE) |
TOEPASSINGSGEBIED VAN DE GEGEVENS: INDIVIDUEEL VOLLEDIG GECONSOLIDEERD (SF) OF INDIVIDUEEL GEDEELTELIJK GECONSOLIDEERD (SP) |
LANDENCODE |
AANDEEL IN DE DEELNEMING (%) |
TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN |
|
|||
KREDIET; TEGENPARTIJKREDIET; VERWATERINGSRISICO'S, NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES EN AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO |
POSITIE-, VALUTA- EN GRONDSTOFFENRISICO'S |
OPERATIONEEL RISICO |
ANDERE RISICOPOSTEN |
||||||||
010 |
020 |
025 |
030 |
040 |
050 |
060 |
070 |
080 |
090 |
100 |
110 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
INFORMATIE OVER ENTITEITEN DIE ZIJN ONDERWORPEN AAN EIGENVERMOGENSVEREISTEN |
||||||||||||
EIGEN VERMOGEN |
|
|
||||||||||
TOTALE TIER 1-KAPITAAL |
|
|
TIER 2-KAPITAAL |
|
||||||||
TIER 1-KERNKAPITAAL |
|
AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL |
|
|||||||||
WAARVAN: IN AANMERKING KOMEND EIGEN VERMOGEN |
GERELATEERDE EIGENVERMOGENSINSTRUMENTEN, GERELATEERDE INGEHOUDEN WINSTEN EN AGIOREKENINGEN |
WAARVAN: IN AANMERKING KOMEND TIER 1-KAPITAAL |
GERELATEERDE TIER 1-INSTRUMENTEN, GERELATEERDE INGEHOUDEN WINSTEN EN AGIOREKENINGEN |
WAARVAN: MINDERHEIDSBELANGEN: |
GERELATEERDE EIGENVERMOGENSINSTRUMENTEN, GERELATEERDE INGEHOUDEN WINSTEN, AGIOREKENINGEN EN ANDERE RESERVES |
WAARVAN: IN AANMERKING KOMEND AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL |
WAARVAN: IN AANMERKING KOMEND TIER 2-KAPITAAL |
|||||
120 |
130 |
140 |
150 |
160 |
170 |
180 |
190 |
200 |
210 |
220 |
230 |
240 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
INFORMATIE OVER DE BIJDRAGE VAN ENTITEITEN AAN DE SOLVABILITEIT VAN DE GROEP |
||||||||||||
TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN |
|
IN AANMERKING KOMEND EIGEN VERMOGEN DAT IN HET GECONSOLIDEERDE EIGEN VERMOGEN WORDT OPGENOMEN |
|
GECONSOLIDEERD EIGEN VERMOGEN |
|
|||||||
KREDIET; TEGENPARTIJKREDIET; VERWATERINGSRISICO'S, NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES EN AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO |
POSITIE-, VALUTA- EN GRONDSTOFFENRISICO'S |
OPERATIONEEL RISICO |
ANDERE RISICOPOSTEN |
IN AANMERKING KOMENDE TIER 1-INSTRUMENTEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE TIER 1-KAPITAAL WORDEN OPGENOMEN |
|
IN AANMERKING KOMENDE EIGENVERMOGENSINSTRUMENTEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE TIER 2-KAPITAAL WORDEN OPGENOMEN |
PRO-MEMORIEPOST: GOODWILL (–)/(+) NEGATIEVE GOODWILL |
WAARVAN: TIER 1-KERNKAPITAAL |
||||
MINDERHEIDSBELANGEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE TIER 1-KERNKAPITAAL WORDEN OPGENOMEN |
IN AANMERKING KOMENDE TIER 1-INSTRUMENTEN DIE IN HET GECONSOLIDEERDE AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL WORDEN OPGENOMEN |
|||||||||||
250 |
260 |
270 |
280 |
290 |
300 |
310 |
320 |
330 |
340 |
350 |
360 |
370 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
INFORMATIE OVER DE BIJDRAGE VAN ENTITEITEN AAN DE SOLVABILITEIT VAN DE GROEP |
KAPITAALBUFFERS |
|||||||||
|
GECOMBINEERDE BUFFERVEREISTEN |
|
||||||||
WAARVAN: AANVULLEND-TIER 1-KAPITAAL |
WAARVAN: BIJDRAGEN AAN HET GECONSOLIDEERDE RESULTAAT |
WAARVAN: (–) GOODWILL/(+) NEGATIEVE GOODWILL |
KAPITAALCONSERVERINGSBUFFER |
INSTELLINGSSPECIFIEKE CONTRACYCLISCHE KAPITAALBUFFER |
CONSERVERINGSBUFFER ALS GEVOLG VAN MACROPRUDENTIEEL OF SYSTEEMRISICO ONDERKEND OP HET NIVEAU VAN EEN LIDSTAAT |
SYSTEEMRISICOBUFFER |
BUFFER VOOR SYSTEEMRELEVANTE INSTELLINGEN |
BUFFER VOOR WERELDWIJD SYSTEEMRELEVANTE INSTELLINGEN |
BUFFER VOOR ANDERE SYSTEEMRELEVANTE INSTELLINGEN |
|
380 |
390 |
400 |
410 |
420 |
430 |
440 |
450 |
460 |
470 |
480 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
C.07.00 — KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: STANDAARDBENADERING VAN KAPITAALVEREISTEN (CR SA)
Blootstellingscategorieën volgens de standaardbenadering
|
|
OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN |
(–) WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGEN IN VERBAND MET DE OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING |
BLOOTSTELLING EXCLUSIEF WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGEN |
KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING |
|
NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE: AANGEPASTE WAARDEN (Ga) |
||||||
(–) GARANTIES |
(–) KREDIETDERIVATEN |
|||||
010 |
030 |
040 |
050 |
060 |
||
010 |
TOTALE BLOOTSTELLINGEN |
|
|
|
|
|
020 |
waarvan: Kmo's |
|
|
|
|
|
030 |
waarvan: Blootstellingen onderworpen aan de ondersteuningsfactor voor kmo's |
|
|
|
|
|
040 |
waarvan: Gedekt door hypotheken op onroerend goed — Niet-zakelijk onroerend goed |
|
|
|
|
|
050 |
waarvan: Blootstellingen uit hoofde van het permanent gedeeltelijk gebruik van de standaardbenadering |
|
|
|
|
|
060 |
waarvan: Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering met vooraf verkregen toestemming van de toezichthouder om stapsgewijs de interneratingbenadering in te voeren |
|
|
|
|
|
UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR SOORT BLOOTSTELLING: |
||||||
070 |
Blootstellingen binnen de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico |
|
|
|
|
|
080 |
Blootstellingen buiten de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico |
|
|
|
|
|
|
Blootstellingen/transacties die onderworpen zijn aan tegenpartijkredietrisico |
|
|
|
|
|
090 |
Effectenfinancieringstransacties |
|
|
|
|
|
100 |
waarvan: Centraal gecleard via een gCTP |
|
|
|
|
|
110 |
Derivaten & transacties met afwikkeling op lange termijn |
|
|
|
|
|
120 |
waarvan: Centraal gecleard via een gCTP |
|
|
|
|
|
130 |
Ondergebracht in een contractuele productoverstijgende verrekening |
|
|
|
|
|
UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR RISICOGEWICHT: |
||||||
140 |
0 % |
|
|
|
|
|
150 |
2 % |
|
|
|
|
|
160 |
4 % |
|
|
|
|
|
170 |
10 % |
|
|
|
|
|
180 |
20 % |
|
|
|
|
|
190 |
35 % |
|
|
|
|
|
200 |
50 % |
|
|
|
|
|
210 |
70 % |
|
|
|
|
|
220 |
75 % |
|
|
|
|
|
230 |
100 % |
|
|
|
|
|
240 |
150 % |
|
|
|
|
|
250 |
250 % |
|
|
|
|
|
260 |
370 % |
|
|
|
|
|
270 |
1 250 % |
|
|
|
|
|
280 |
Andere risicogewichten |
|
|
|
|
|
PRO-MEMORIEPOSTEN |
||||||
290 |
Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op zakelijk onroerend goed |
|
|
|
|
|
300 |
Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling en die onderworpen zijn aan een risicogewicht van 100 % |
|
|
|
|
|
310 |
Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed |
|
|
|
|
|
320 |
Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling en die onderworpen zijn aan een risicogewicht van 150 % |
|
|
|
|
|
|
|
KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING |
NETTOBLOOTSTELLING NA SUBSTITUTIE-EFFECT VAN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN |
|||
VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE |
SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING VANWEGE KRE DIETRISICOLIMITERING |
|||||
(–) FINANCIËLE ZEKERHEDEN: EENVOUDIGE BENADERING |
(–) OVERIGE VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE |
(–) TOTALE UITSTROMEN |
TOTALE INSTROMEN (+) |
|||
070 |
080 |
090 |
100 |
110 |
||
010 |
TOTALE BLOOTSTELLINGEN |
|
|
|
|
|
020 |
waarvan: Kmo's |
|
|
|
|
|
030 |
waarvan: Blootstellingen onderworpen aan de ondersteuningsfactor voor kmo's |
|
|
|
|
|
040 |
waarvan: Gedekt door hypotheken op onroerend goed — Niet-zakelijk onroerend goed |
|
|
|
|
|
050 |
waarvan: Blootstellingen uit hoofde van het permanent gedeeltelijk gebruik van de standaardbenadering |
|
|
|
|
|
060 |
waarvan: Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering met vooraf verkregen toestemming van de toezichthouder om stapsgewijs de interneratingbenadering in te voeren |
|
|
|
|
|
UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR SOORT BLOOTSTELLING: |
||||||
070 |
Blootstellingen binnen de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico |
|
|
|
|
|
080 |
Blootstellingen buiten de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico |
|
|
|
|
|
|
Blootstellingen/transacties die onderworpen zijn aan tegenpartijkredietrisico |
|
|
|
|
|
090 |
Effectenfinancieringstransacties |
|
|
|
|
|
100 |
waarvan: Centraal gecleard via een gCTP |
|
|
|
|
|
110 |
Derivaten & transacties met afwikkeling op lange termijn |
|
|
|
|
|
120 |
waarvan: Centraal gecleard via een gCTP |
|
|
|
|
|
130 |
Ondergebracht in een contractuele productoverstijgende verrekening |
|
|
|
|
|
UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR RISICOGEWICHT: |
||||||
140 |
0 % |
|
|
|
|
|
150 |
2 % |
|
|
|
|
|
160 |
4 % |
|
|
|
|
|
170 |
10 % |
|
|
|
|
|
180 |
20 % |
|
|
|
|
|
190 |
35 % |
|
|
|
|
|
200 |
50 % |
|
|
|
|
|
210 |
70 % |
|
|
|
|
|
220 |
75 % |
|
|
|
|
|
230 |
100 % |
|
|
|
|
|
240 |
150 % |
|
|
|
|
|
250 |
250 % |
|
|
|
|
|
260 |
370 % |
|
|
|
|
|
270 |
1 250 % |
|
|
|
|
|
280 |
Andere risicogewichten |
|
|
|
|
|
PRO-MEMORIEPOSTEN |
||||||
290 |
Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op zakelijk onroerend goed |
|
|
|
|
|
300 |
Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling en die onderworpen zijn aan een risicogewicht van 100 % |
|
|
|
|
|
310 |
Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed |
|
|
|
|
|
320 |
Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling en die onderworpen zijn aan een risicogewicht van 150 % |
|
|
|
|
|
|
|
KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN DIE OP HET BEDRAG VAN DE BLOOTSTELLING VAN INVLOED ZIJN: VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE. UITGEBREIDE BENADERING VAN FINANCIËLE ZEKERHEDEN |
VOLLEDIG AANGEPASTE BLOOTSTELLINGSWAARDE (E*) |
UITSPLITSING VAN DE VOLLEDIG AANGEPASTE BLOOTSTELLINGSWAARDE VAN POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING NAAR OMREKENINGSFACTOR |
|||||
VOLATILITEITSAANPASSING VAN DE BLOOTSTELLING |
(–) FINANCIËLE ZEKERHEDEN: GECORRIGEERDE WAARDE (Gvam) |
0 % |
20 % |
50 % |
100 % |
||||
|
(–) WAARVAN: VOLATILITEITS- EN LOOPTIJDAANPASSINGEN |
||||||||
120 |
130 |
140 |
150 |
160 |
170 |
180 |
190 |
||
010 |
TOTALE BLOOTSTELLINGEN |
|
|
|
|
|
|
|
|
020 |
waarvan: Kmo's |
|
|
|
|
|
|
|
|
030 |
waarvan: Blootstellingen onderworpen aan de ondersteuningsfactor voor kmo's |
|
|
|
|
|
|
|
|
040 |
waarvan: Gedekt door hypotheken op onroerend goed — Niet-zakelijk onroerend goed |
|
|
|
|
|
|
|
|
050 |
waarvan: Blootstellingen uit hoofde van het permanent gedeeltelijk gebruik van de standaardbenadering |
|
|
|
|
|
|
|
|
060 |
waarvan: Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering met vooraf verkregen toestemming van de toezichthouder om stapsgewijs de interneratingbenadering in te voeren |
|
|
|
|
|
|
|
|
UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR SOORT BLOOTSTELLING: |
|||||||||
070 |
Blootstellingen binnen de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico |
|
|
|
|
|
|
|
|
080 |
Blootstellingen buiten de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Blootstellingen/transacties die onderworpen zijn aan tegenpartijkredietrisico |
|
|
|
|
|
|
|
|
090 |
Effectenfinancieringstransacties |
|
|
|
|
|
|
|
|
100 |
waarvan: Centraal gecleard via een gCTP |
|
|
|
|
|
|
|
|
110 |
Derivaten & transacties met afwikkeling op lange termijn |
|
|
|
|
|
|
|
|
120 |
waarvan: Centraal gecleard via een gCTP |
|
|
|
|
|
|
|
|
130 |
Ondergebracht in een contractuele productoverstijgende verrekening |
|
|
|
|
|
|
|
|
UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR RISICOGEWICHT: |
|||||||||
140 |
0 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
150 |
2 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
160 |
4 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
170 |
10 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
180 |
20 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
190 |
35 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
200 |
50 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
210 |
70 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
220 |
75 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
230 |
100 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
240 |
150 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
250 |
250 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
260 |
370 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
270 |
1 250 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
280 |
Andere risicogewichten |
|
|
|
|
|
|
|
|
PRO-MEMORIEPOSTEN |
|||||||||
290 |
Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op zakelijk onroerend goed |
|
|
|
|
|
|
|
|
300 |
Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling en die onderworpen zijn aan een risicogewicht van 100 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
310 |
Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed |
|
|
|
|
|
|
|
|
320 |
Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling en die onderworpen zijn aan een risicogewicht van 150 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
BLOOTSTELLINGSWAARDE |
|
RISICOGEWOGEN POSTEN VÓÓR TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'S |
RISICOGEWOGEN POSTEN NA TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'S |
|
|
WAARVAN: VOORTVLOEIENDE UIT TEGENPARTIJKREDIETRISICO |
WAARVAN: MET EEN KREDIETBEOORDELING DOOR EEN AANGEWEZEN EKBI |
WAARVAN: MET EEN VAN EEN CENTRALE OVERHEID AFKOMSTIGE KREDIETBEOORDELING |
|||||
200 |
210 |
215 |
220 |
230 |
240 |
||
010 |
TOTALE BLOOTSTELLINGEN |
|
|
|
Cel gekoppeld aan CA |
|
|
020 |
waarvan: Kmo's |
|
|
|
|
|
|
030 |
waarvan: Blootstellingen onderworpen aan de ondersteuningsfactor voor kmo's |
|
|
|
|
|
|
040 |
waarvan: Gedekt door hypotheken op onroerend goed — Niet-zakelijk onroerend goed |
|
|
|
|
|
|
050 |
waarvan: Blootstellingen uit hoofde van het permanent gedeeltelijk gebruik van de standaardbenadering |
|
|
|
|
|
|
060 |
waarvan: Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering met vooraf verkregen toestemming van de toezichthouder om stapsgewijs de interneratingbenadering in te voeren |
|
|
|
|
|
|
UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR SOORT BLOOTSTELLING: |
|||||||
070 |
Blootstellingen binnen de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico |
|
|
|
|
|
|
080 |
Blootstellingen buiten de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico |
|
|
|
|
|
|
|
Blootstellingen/transacties die onderworpen zijn aan tegenpartijkredietrisico |
|
|
|
|
|
|
090 |
Effectenfinancieringstransacties |
|
|
|
|
|
|
100 |
waarvan: Centraal gecleard via een gCTP |
|
|
|
|
|
|
110 |
Derivaten & transacties met afwikkeling op lange termijn |
|
|
|
|
|
|
120 |
waarvan: Centraal gecleard via een gCTP |
|
|
|
|
|
|
130 |
Ondergebracht in een contractuele productoverstijgende verrekening |
|
|
|
|
|
|
UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR RISICOGEWICHT: |
|||||||
140 |
0 % |
|
|
|
|
|
|
150 |
2 % |
|
|
|
|
|
|
160 |
4 % |
|
|
|
|
|
|
170 |
10 % |
|
|
|
|
|
|
180 |
20 % |
|
|
|
|
|
|
190 |
35 % |
|
|
|
|
|
|
200 |
50 % |
|
|
|
|
|
|
210 |
70 % |
|
|
|
|
|
|
220 |
75 % |
|
|
|
|
|
|
230 |
100 % |
|
|
|
|
|
|
240 |
150 % |
|
|
|
|
|
|
250 |
250 % |
|
|
|
|
|
|
260 |
370 % |
|
|
|
|
|
|
270 |
1 250 % |
|
|
|
|
|
|
280 |
Andere risicogewichten |
|
|
|
|
|
|
PRO-MEMORIEPOSTEN |
|||||||
290 |
Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op zakelijk onroerend goed |
|
|
|
|
|
|
300 |
Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling en die onderworpen zijn aan een risicogewicht van 100 % |
|
|
|
|
|
|
310 |
Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed |
|
|
|
|
|
|
320 |
Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling en die onderworpen zijn aan een risicogewicht van 150 % |
|
|
|
|
|
|
C.08.01 — KREDIET- EN TEGENPARTIJKREDIETRISICO'S EN NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES: INTERNERATINGBENADERING VAN KAPITAALVEREISTEN (CR IRB 1)
IRB-blootstellingscategorie:
Eigen LGD-ramingen en/of omrekeningsfactoren:
|
INTERNERATING-SYSTEEM |
OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN |
KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN MET SUBSTITUTIE-EFFECT OP DE BLOOTSTELLING |
BLOOTSTELLING NA SUBSTITUTIEEFFECT VAN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN |
|
||||||
NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE |
(–) OVERIGE VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE |
SUBSTITUTIE VAN DE BLOOTSTELLING VANWEGE KREDIETRISICOLIMITERING |
|||||||||
AAN DE DEBITEUREN-KLASSE OF -GROEP TOEGEKENDE PD (%) |
|
WAARVAN: GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITEN |
(–) GARANTIES |
(–) KREDIETDERIVATEN |
(–) TOTALE UITSTROMEN |
TOTALE INSTROMEN (+) |
WAARVAN: POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING |
||||
010 |
020 |
030 |
040 |
050 |
060 |
070 |
080 |
090 |
100 |
||
010 |
TOTALE BLOOTSTELLINGEN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
015 |
waarvan: Blootstellingen onderworpen aan de ondersteuningsfactor voor kmo's |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR SOORT BLOOTSTELLING: |
|||||||||||
020 |
Balansposten die onderworpen zijn aan kredietrisico |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
030 |
Posten buiten de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Blootstellingen/transacties die onderworpen zijn aan tegenpartijkredietrisico |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
040 |
Effectenfinancieringstransacties |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
050 |
Derivaten & transacties met afwikkeling op lange termijn |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
060 |
Ondergebracht in een contractuele productoverstijgende verrekening |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
070 |
IN DEBITEURENKLASSEN OF -GROEPEN ONDERGEBRACHTE BLOOTSTELLINGEN: TOTAAL |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
080 |
CRITERIA VOOR HET ONDERBRENGEN VAN GESPECIALISEERDE KREDIETVERLENING: TOTAAL |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
UITSPLITSING NAAR RISICOGEWICHT VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN UIT HOOFDE VAN GESPECIALISEERDE KREDIETVERLENING: |
|||||||||||
090 |
RISICOGEWICHT: 0 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
100 |
50 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
110 |
70 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
120 |
Waarvan: in categorie 1 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
130 |
90 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
140 |
115 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
150 |
250 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
160 |
ALTERNATIEVE BEHANDELING: GEDEKT DOOR ONROEREND GOED |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
170 |
BLOOTSTELLINGEN VOORTVLOEIEND UIT NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES ONDER TOEPASSING VAN RISICOGEWICHTEN KRACHTENS DE ALTERNATIEVE BEHANDELING OF VAN EEN RISICOGEWICHT VAN 100 % EN ANDERE BLOOTSTELLINGEN WAAROP EEN RISICOGEWICHT WORDT TOEGEPAST |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
180 |
VERWATERINGSRISICO: TOTAAL GEKOCHTE KORTLOPENDE VORDERINGEN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
BLOOTSTELLINGSWAARDE |
|
IN LGD-RAMINGEN IN AANMERKING GENOMEN KREDIETRISICOLIMITERINGSTECHNIEKEN, MET UITZONDERING VAN DE DOUBLE DEFAULTBEHANDELING |
|||||||||
GEBRUIK VAN EIGEN LGD-RAMINGEN: NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE |
VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE |
|||||||||||
WAARVAN: POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING |
WAARVAN: VOORTVLOEIENDE UIT TEGENPARTIJKREDIETRISICO |
WAARVAN: GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITEN |
GARANTIES |
KREDIETDERIVATEN |
GEBRUIK VAN EIGEN LGD-RAMINGEN: OVERIGE VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE |
TOELAATBARE FINANCIËLE ZEKERHEDEN |
ANDERE TOELAATBARE ZEKERHEDEN |
|||||
ONROEREND GOED |
ANDERE FYSIEKE ZEKERHEDEN |
KORTLOPENDE VORDERINGEN |
||||||||||
110 |
120 |
130 |
140 |
150 |
160 |
170 |
180 |
190 |
200 |
210 |
||
010 |
TOTALE BLOOTSTELLINGEN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
015 |
waarvan: Blootstellingen onderworpen aan de ondersteuningsfactor voor kmo's |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR SOORT BLOOTSTELLING: |
||||||||||||
020 |
Balansposten die onderworpen zijn aan kredietrisico |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
030 |
Posten buiten de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Blootstellingen/transacties die onderworpen zijn aan tegenpartijkredietrisico |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
040 |
Effectenfinancieringstransacties |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
050 |
Derivaten & transacties met afwikkeling op lange termijn |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
060 |
Ondergebracht in een contractuele productoverstijgende verrekening |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
070 |
IN DEBITEURENKLASSEN OF -GROEPEN ONDERGEBRACHTE BLOOTSTELLINGEN: TOTAAL |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
080 |
CRITERIA VOOR HET ONDERBRENGEN VAN GESPECIALISEERDE KREDIETVERLENING: TOTAAL |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
UITSPLITSING NAAR RISICOGEWICHT VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN UIT HOOFDE VAN GESPECIALISEERDE KREDIETVERLENING: |
||||||||||||
090 |
RISICOGEWICHT: 0 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
100 |
50 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
110 |
70 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
120 |
Waarvan: in categorie 1 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
130 |
90 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
140 |
115 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
150 |
250 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
160 |
ALTERNATIEVE BEHANDELING: GEDEKT DOOR ONROEREND GOED |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
170 |
BLOOTSTELLINGEN VOORTVLOEIEND UIT NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES ONDER TOEPASSING VAN RISICOGEWICHTEN KRACHTENS DE ALTERNATIEVE BEHANDELING OF VAN EEN RISICOGEWICHT VAN 100 % EN ANDERE BLOOTSTELLINGEN WAAROP EEN RISICOGEWICHT WORDT TOEGEPAST |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
180 |
VERWATERINGSRISICO: TOTAAL GEKOCHTE KORTLOPENDE VORDERINGEN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ONDERWORPEN AAN DE DOUBLE DEFAULTBEHANDELING |
NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LGD (%) |
NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LGD (%) VOOR GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITEN |
NAAR BLOOTSTEL-LING GEWOGEN GEMIDDELDE LOOPTIJDWAARDE (DAGEN) |
RISICOGEWOGEN POSTEN VÓÓR TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'S |
RISICOGEWOGEN POSTEN NA TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'S |
PRO-MEMORIEPOSTEN: |
||||
NIET-VOLGESTORTE KREDIETPROTECTIE |
VERWACHTE VERLIESPOST |
(–) WAARDEAANPASSINGEN EN VOORZIENINGEN |
AANTAL DEBITEUREN |
||||||||
|
WAARVAN: GROTE ENTITEITEN UIT DE FINANCIËLE SECTOR EN NIET-GEREGLEMENTEERDE FINANCIËLE ENTITEITEN |
||||||||||
220 |
230 |
240 |
250 |
255 |
260 |
270 |
280 |
290 |
300 |
||
010 |
TOTALE BLOOTSTELLINGEN |
|
|
|
|
|
Cel gekoppeld aan CA |
|
|
|
|
015 |
waarvan: Blootstellingen onderworpen aan de ondersteuningsfactor voor kmo's |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
UITSPLITSING VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN NAAR SOORT BLOOTSTELLING: |
|||||||||||
020 |
Balansposten die onderworpen zijn aan kredietrisico |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
030 |
Posten buiten de balanstelling die onderworpen zijn aan kredietrisico |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Blootstellingen/transacties die onderworpen zijn aan tegenpartijkredietrisico |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
040 |
Effectenfinancieringstransacties |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
050 |
Derivaten & transacties met afwikkeling op lange termijn |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
060 |
Ondergebracht in een contractuele productoverstijgende verrekening |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
070 |
IN DEBITEURENKLASSEN OF -GROEPEN ONDERGEBRACHTE BLOOTSTELLINGEN: TOTAAL |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
080 |
CRITERIA VOOR HET ONDERBRENGEN VAN GESPECIALISEERDE KREDIETVERLENING: TOTAAL |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
UITSPLITSING NAAR RISICOGEWICHT VAN TOTALE BLOOTSTELLINGEN UIT HOOFDE VAN GESPECIALISEERDE KREDIETVERLENING: |
|||||||||||
090 |
RISICOGEWICHT: 0 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
100 |
50 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
110 |
70 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
120 |
Waarvan: in categorie 1 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
130 |
90 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
140 |
115 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
150 |
250 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
160 |
ALTERNATIEVE BEHANDELING: GEDEKT DOOR ONROEREND GOED |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
170 |
BLOOTSTELLINGEN VOORTVLOEIEND UIT NIET-AFGEWIKKELDE TRANSACTIES ONDER TOEPASSING VAN RISICOGEWICHTEN KRACHTENS DE ALTERNATIEVE BEHANDELING OF VAN EEN RISICOGEWICHT VAN 100 % EN ANDERE BLOOTSTELLINGEN WAAROP EEN RISICOGEWICHT WORDT TOEGEPAST |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
180 |
VERWATERINGSRISICO: TOTAAL GEKOCHTE KORTLOPENDE VORDERINGEN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
C 09.01 — GEOGRAFISCHE UITSPLITSING VAN BLOOTSTELLINGEN NAAR VESTIGINGSPLAATS VAN DE DEBITEUR: BLOOTSTELLINGEN IN HET KADER VAN DE STANDAARDBENADERING (CR GB 1)
Land:
|
OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN |
Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling |
In de periode waargenomen nieuwe gevallen van wanbetaling |
Algemene kredietrisicoaanpassingen |
Specifieke kredietrisicoaanpassingen |
Waarvan: afschrijvingen |
Kredietrisicoaanpassingen/ afschrijvingen voor waargenomen nieuwe gevallen van wanbetaling |
BLOOTSTELLINGSWAARDE |
RISICOGEWOGEN POSTEN VÓÓR TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'S |
RISICOGEWOGEN POSTEN NA TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'S |
|
010 |
020 |
040 |
050 |
055 |
060 |
070 |
075 |
080 |
090 |
||
010 |
Centrale overheden of centrale banken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
020 |
Regionale of lokale overheden |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
030 |
Publiekrechtelijke lichamen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
040 |
Multilaterale ontwikkelingsbanken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
050 |
Internationale organisaties |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
060 |
Instellingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
070 |
Ondernemingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
075 |
waarvan: Kmo's |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
080 |
Particulieren en kleine partijen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
085 |
waarvan: Kmo's |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
090 |
Gedekt door hypotheken op onroerend goed |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
095 |
waarvan: Kmo's |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
100 |
Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
110 |
Blootstellingen met een bijzonder hoog risico |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
120 |
Gedekte obligaties |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
130 |
Blootstellingen met betrekking tot instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
140 |
Instellingen voor collectieve belegging (icb's) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
150 |
Blootstellingen in aandelen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
160 |
Andere blootstellingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totale blootstellingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
C 09.02 — GEOGRAFISCHE UITSPLITSING VAN BLOOTSTELLINGEN NAAR VESTIGINGSPLAATS VAN DE DEBITEUR: IRB-BLOOTSTELLINGEN (CR GB 2)
Land:
|
OORSPRONKELIJKE BLOOTSTELLING VÓÓR TOEPASSING VAN OMREKENINGSFACTOREN |
Waarvan: met wanbetaling |
In de periode waargenomen nieuwe gevallen van wanbetaling |
Algemene kredietrisicoaanpassingen |
Specifieke kredietrisicoaanpassingen |
Waarvan: afschrijvingen |
Kredietrisicoaanpassingen/ afschrijvingen voor waargenomen nieuwe gevallen van wanbetaling |
AAN DE DEBITEUREN-KLASSE OF -GROEP TOEGEKENDE PD (%) |
|
010 |
030 |
040 |
050 |
055 |
060 |
070 |
080 |
||
010 |
Centrale overheden of centrale banken |
|
|
|
|
|
|
|
|
020 |
Instellingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
030 |
Ondernemingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
040 |
Waarvan: Gespecialiseerde kredietverlening |
|
|
|
|
|
|
|
|
050 |
Waarvan: Kmo's |
|
|
|
|
|
|
|
|
060 |
Particulieren en kleine partijen |
|
|
|
|
|
|
|
|
070 |
Gedekt door onroerend goed |
|
|
|
|
|
|
|
|
080 |
Kmo's |
|
|
|
|
|
|
|
|
090 |
Niet-kmo's |
|
|
|
|
|
|
|
|
100 |
Gekwalificeerd revolverend |
|
|
|
|
|
|
|
|
110 |
Andere particulieren en kleine partijen |
|
|
|
|
|
|
|
|
120 |
Kmo's |
|
|
|
|
|
|
|
|
130 |
Niet-kmo's |
|
|
|
|
|
|
|
|
140 |
Aandelen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totale blootstellingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
NAAR BLOOTSTELLING GEWOGEN GEMIDDELDE LGD (%) |
Waarvan: met wanbetaling |
BLOOTSTELLINGSWAARDE |
RISICOGEWOGEN POSTEN VÓÓR TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'S |
Waarvan: met wanbetaling |
RISICOGEWOGEN POSTEN NA TOEPASSING VAN DE ONDERSTEUNINGSFACTOR VOOR KMO'S |
VERWACHTE VERLIESPOST |
|
090 |
100 |
105 |
110 |
120 |
125 |
130 |
||
010 |
Centrale overheden of centrale banken |
|
|
|
|
|
|
|
020 |
Instellingen |
|
|
|
|
|
|
|
030 |
Ondernemingen |
|
|
|
|
|
|
|
040 |
Waarvan: Gespecialiseerde kredietverlening |
|
|
|
|
|
|
|
050 |
Waarvan: Kmo's |
|
|
|
|
|
|
|
060 |
Particulieren en kleine partijen |
|
|
|
|
|
|
|
070 |
Gedekt door onroerend goed |
|
|
|
|
|
|
|
080 |
Kmo's |
|
|
|
|
|
|
|
090 |
Niet-kmo's |
|
|
|
|
|
|
|
100 |
Gekwalificeerd revolverend |
|
|
|
|
|
|
|
110 |
Andere particulieren en kleine partijen |
|
|
|
|
|
|
|
120 |
Kmo's |
|
|
|
|
|
|
|
130 |
Niet-kmo's |
|
|
|
|
|
|
|
140 |
Aandelen |
|
|
|
|
|
|
|
|
Totale blootstellingen |
|
|
|
|
|
|
|
C 09.03 — GEOGRAFISCHE UITSPLITSING VAN BETROKKEN KREDIETBLOOTSTELLINGEN TEN BEHOEVE VAN DE BEREKENING VAN DE INSTELLINGSSPECIFIEKE CONTRACYCLISCHE BUFFER (CR GB 3)
Land:
|
Bedrag |
|
010 |
||
010 |
Eigenvermogensvereisten |
|
C 17.00 — OPERATIONEEL RISICO: VERLIEZEN EN GOEDGEMAAKTE VERLIEZEN PER BEDRIJFSONDERDEEL EN SOORTEN GEBEURTENIS IN HET LAATSTE JAAR (OPR-bijzonderheden)
MAPPING VAN VERLIEZEN NAAR BEDRIJFSONDERDELEN |
SOORTEN GEBEURTENIS |
TOTAAL VAN SOORTEN GEBEURTENIS |
PRO-MEMORIEPOST: IN GEGEVENSVERZAMELING TOEGEPASTE DREMPEL |
|||||||||
INTERNE FRAUDE |
EXTERNE FRAUDE |
PRAKTIJKEN OP HET GEBIED VAN DE WERKOMSTANDIGHEDEN EN VEILIGHEID OP DE WERKPLAATS |
CLIËNTEN, PRODUCTEN EN ONDERNEMINGSPRAKTIJKEN |
SCHADE AAN MATERIËLE ACTIVA |
VERSTORING VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN EN SYSTEEMFALEN |
UITVOERING, LEVERING EN PROCESBEHEER |
LAAGSTE |
HOOGSTE |
||||
Rijen |
|
010 |
020 |
030 |
040 |
050 |
060 |
070 |
080 |
090 |
100 |
|
010 |
ONDERNEMINGSFINANCIERING [CF] |
Aantal gebeurtenissen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
020 |
Totaal verliesbedrag |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
030 |
Grootste afzonderlijk verlies |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
040 |
Som van de vijf grootste verliezen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
050 |
Totaal goedgemaakt verlies |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
110 |
HANDEL EN VERKOOP [TS] |
Aantal gebeurtenissen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
120 |
Totaal verliesbedrag |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
130 |
Grootste afzonderlijk verlies |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
140 |
Som van de vijf grootste verliezen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
150 |
Totaal goedgemaakt verlies |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
210 |
COURTAGEDIENSTEN VOOR PARTICULIEREN EN KLEINE PARTIJEN [RBr] |
Aantal gebeurtenissen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
220 |
Totaal verliesbedrag |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
230 |
Grootste afzonderlijk verlies |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
240 |
Som van de vijf grootste verliezen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
250 |
Totaal goedgemaakt verlies |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
310 |
ZAKELIJKE BANKDIENSTEN [CB] |
Aantal gebeurtenissen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
320 |
Totaal verliesbedrag |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
330 |
Grootste afzonderlijk verlies |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
340 |
Som van de vijf grootste verliezen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
350 |
Totaal goedgemaakt verlies |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
410 |
BANKDIENSTEN VOOR PARTICULIEREN EN KLEINE PARTIJEN [RB] |
Aantal gebeurtenissen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
420 |
Totaal verliesbedrag |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
430 |
Grootste afzonderlijk verlies |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
440 |
Som van de vijf grootste verliezen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
450 |
Totaal goedgemaakt verlies |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
510 |
BETALING EN AFWIKKELING [PS] |
Aantal gebeurtenissen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
520 |
Totaal verliesbedrag |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
530 |
Grootste afzonderlijk verlies |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
540 |
Som van de vijf grootste verliezen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
550 |
Totaal goedgemaakt verlies |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
610 |
BEMIDDELINGSDIENSTEN [AS] |
Aantal gebeurtenissen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
620 |
Totaal verliesbedrag |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
630 |
Grootste afzonderlijk verlies |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
640 |
Som van de vijf grootste verliezen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
650 |
Totaal goedgemaakt verlies |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
710 |
BEHEER VAN ACTIVA [AM] |
Aantal gebeurtenissen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
720 |
Totaal verliesbedrag |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
730 |
Grootste afzonderlijk verlies |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
740 |
Som van de vijf grootste verliezen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
750 |
Totaal goedgemaakt verlies |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
810 |
ONDERNEMINGSAANGELEGENHEDEN [CI] |
Aantal gebeurtenissen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
820 |
Totaal verliesbedrag |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
830 |
Grootste afzonderlijk verlies |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
840 |
Som van de vijf grootste verliezen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
850 |
Totaal goedgemaakt verlies |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
910 |
TOTAAL BEDRIJFSONDERDELEN |
Aantal gebeurtenissen Waarvan: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
911 |
≥ 10 000 en < 20 000 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
912 |
≥ 20 000 en < 100 000 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
913 |
≥ 100 000 en < 1 000 000 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
914 |
≥ 1 000 000 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
920 |
Totaal verliesbedrag Waarvan: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
921 |
≥ 10 000 en < 20 000 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
922 |
≥ 20 000 en < 100 000 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
923 |
≥ 100 000 en < 1 000 000 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
924 |
≥ 1 000 000 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
930 |
Grootste afzonderlijk verlies |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
940 |
Som van de vijf grootste verliezen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
950 |
Totaal goedgemaakt verlies |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
C 21.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERING VOOR POSITIERISICO IN AANDELEN (MKR SA EQU)
Nationale markt:
|
POSITIES |
EIGENVERMOGENSVEREISTEN |
TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN |
|||||
ALLE POSITIES |
NETTOPOSITIES |
POSITIES DIE AAN EEN KAPITAALOPSLAG ZIJN ONDERWORPEN |
||||||
LONG |
SHORT |
LONG |
SHORT |
|||||
010 |
020 |
030 |
040 |
050 |
060 |
070 |
||
010 |
AANDELEN IN DE HANDELSPORTEFEUILLE |
|
|
|
|
|
|
Cel gekoppeld aan CA |
020 |
Algemeen risico |
|
|
|
|
|
|
|
021 |
Derivaten |
|
|
|
|
|
|
|
022 |
Andere activa en verplichtingen |
|
|
|
|
|
|
|
030 |
Op de beurs verhandelde aandelenindexfutures die ruim zijn gediversifieerd en onderworpen zijn aan een bepaalde benadering |
|
|
|
|
|
|
|
040 |
Andere aandelen dan op de beurs verhandelde aandelenindexfutures die ruim zijn gediversifieerd |
|
|
|
|
|
|
|
050 |
Specifiek risico |
|
|
|
|
|
|
|
080 |
Welbepaalde benadering van positierisico in icb's |
|
|
|
|
|
|
|
090 |
Aanvullende vereisten voor opties (niet-deltarisico's) |
|
|
|
|
|
|
|
100 |
Vereenvoudigde methode |
|
|
|
|
|
|
|
110 |
Delta plus-benadering — aanvullende vereisten voor gammarisico |
|
|
|
|
|
|
|
120 |
Delta plus-benadering — aanvullende vereisten voor vegarisico |
|
|
|
|
|
|
|
130 |
Scenariomatrixbenadering |
|
|
|
|
|
|
|
C 22.00 — MARKTRISICO: STANDAARDBENADERINGEN VOOR VALUTARISICO (MKR SA FX)
|
ALLE POSITIES |
NETTOPOSITIES |
POSITIES DIE AAN EEN KAPITAALOPSLAG ZIJN ONDERWORPEN (Met inbegrip van herverdeling van niet-gematchte posities waarop de speciale behandeling voor gematchte posities van toepassing is) |
EIGENVERMOGENSVEREISTEN |
TOTAAL VAN DE RISICOPOSTEN |
|||||
LONG |
SHORT |
LONG |
SHORT |
LONG |
SHORT |
GEMATCHT |
||||
020 |
030 |
040 |
050 |
060 |
070 |
080 |
090 |
100 |
||
010 |
TOTAAL POSITIES IN NIET-RAPPORTAGEVALUTA'S |
|
|
|
|
|
|
|
|
Cel gekoppeld aan CA |
020 |
Nauw gecorreleerde valuta's |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
030 |
Alle overige valuta's (met inbegrip van als andere valuta's behandelde icb's) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
040 |
Goud |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
050 |
Aanvullende vereisten voor opties (niet-deltarisico's) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
060 |
Vereenvoudigde methode |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
070 |
Delta plus-benadering — aanvullende vereisten voor gammarisico |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
080 |
Delta plus-benadering — aanvullende vereisten voor vegarisico |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
090 |
Scenariomatrixbenadering |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
UITSPLITSING VAN TOTALE POSITIES (RAPPORTAGEVALUTA INBEGREPEN) NAAR SOORT BLOOTSTELLING |
||||||||||
100 |
Andere activa en verplichtingen niet zijnde posten buiten de balanstelling en derivaten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
110 |
Posten buiten de balanstelling |