EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014Y1201(03)

Lijst van handelingen van de Unie op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken die zijn vastgesteld voor de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon en die vanaf 1 december 2014 niet langer van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk, uit hoofde van artikel 10, lid 4, tweede zin, van Protocol nr. 36 betreffende de overgangsbepalingen

OJ C 430, 1.12.2014, p. 17–22 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

1.12.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 430/17


Lijst van handelingen van de Unie op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken die zijn vastgesteld voor de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon en die vanaf 1 december 2014 niet langer van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk, uit hoofde van artikel 10, lid 4, tweede zin, van Protocol nr. 36 betreffende de overgangsbepalingen

(2014/C 430/03)

BERICHT AAN DE LEZER

Deze lijst is opgesteld om redenen van transparantie en wordt louter ter kennisgeving gepubliceerd.

Artikel 10, lid 4, van het aan de Verdragen gehechte Protocol nr. 36 betreffende de overgangsbepalingen bepaalt dat het Verenigd Koninkrijk uiterlijk op 31 mei 2014 kan te kennen geven dat het de volmachten van de Commissie en het Hof van Justitie met betrekking tot handelingen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken die zijn vastgesteld voor de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon niet aanvaardt. Het Verenigd Koninkrijk deed deze kennisgeving op 24 juli 2013. Bijgevolg zijn deze handelingen, waaraan het Verenigd Koninkrijk niet opnieuw zal mogen deelnemen overeenkomstig artikel 10, lid 5, van Protocol nr. 36, vanaf 1 december 2014 niet langer van toepassing op het Verenigd Koninkrijk.

Gemakshalve is de lijst zodanig opgesteld dat de basishandelingen telkens vergezeld gaan van de handelingen houdende wijziging of uitvoering ervan, of de handelingen die er intrinsiek mee zijn verbonden.

De lijst van handelingen waaraan het Verenigd Koninkrijk opnieuw mag deelnemen overeenkomstig artikel 10, lid 5, van Protocol nr. 36, is een samenvoeging van de door de Raad vastgestelde besluiten met betrekking tot het Schengenacquis (zie Besluit 2014/857/EU van de Raad (1)) en de door de Commissie vastgestelde besluiten met betrekking tot het niet-Schengenacquis (zie Besluit 2014/858/EU van de Commissie (2)).

I.   Niet-Schengenacquis op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken dat vanaf 1 december 2014 niet langer van toepassing is op het Verenigd Koninkrijk

1.

Akte van de Raad van 10 maart 1995 tot vaststelling van de Overeenkomst aangaande de verkorte procedure tot uitlevering tussen de lidstaten van de Europese Unie, en de bedoelde Overeenkomst zelf, ondertekend op 10 maart 1995 (PB C 78 van 30.3.1995, blz. 1)

2.

Akte van de Raad van 26 juli 1995 tot vaststelling van de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, en de bedoelde Overeenkomst zelf, ondertekend op 26 juli 1995 (PB C 316 van 27.11.1995, blz. 48)

Akte van de Raad van 27 september 1996 tot vaststelling van een Protocol bij de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, en het bedoelde Protocol zelf, ondertekend op 27 september 1996 (PB C 313 van 23.10.1996, blz. 1)

Akte van de Raad van 29 november 1996 tot opstelling, op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, van het Protocol betreffende de prejudiciële uitlegging, door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, van de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, en het bedoelde Protocol zelf, ondertekend op 29 november 1996 (PB C 151 van 20.5.1997, blz. 1)

Akte van de Raad van 19 juni 1997 tot vaststelling van het tweede Protocol van de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, en het bedoelde Protocol zelf, ondertekend op 19 juni 1997 (PB C 221 van 19.7.1997, blz. 11)

3.

Gemeenschappelijk Optreden 96/277/JBZ van 22 april 1996 aangenomen door de Raad op basis van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, inzake een kader voor de uitwisseling van verbindingsmagistraten ter verbetering van de justitiële samenwerking tussen de Lidstaten van de Europese Unie (PB L 105 van 27.4.1996, blz. 1)

4.

Akte van de Raad van 27 september 1996 tot vaststelling van de Overeenkomst betreffende uitlevering tussen de Lidstaten van de Europese Unie, en de bedoelde Overeenkomst zelf, ondertekend op 27 september 1996 (PB C 313 van 23.10.1996, blz. 11)

5.

Gemeenschappelijk Optreden 96/610/JBZ van 15 oktober 1996 aangenomen door de Raad op basis van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de Europese Unie inzake het aanleggen en bijhouden van een repertorium voor specifieke bekwaamheden, vaardigheden en expertise op het gebied van terrorismebestrijding teneinde de samenwerking bij de terrorismebestrijding tussen de Lidstaten van de Europese Unie te vergemakkelijken (PB L 273 van 25.10.1996, blz. 1)

6.

Gemeenschappelijk Optreden 96/698/JBZ van 29 november 1996 door de Raad aangenomen op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, inzake de samenwerking tussen de douaneautoriteiten en handelsondernemingen bij de bestrijding van drugshandel (PB L 322 van 12.12.1996, blz. 3)

7.

Gemeenschappelijk Optreden 96/699/JBZ van 29 november 1996 door de Raad aangenomen op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake de uitwisseling van informatie over de chemische descriptie van drugs met het oog op de vergemakkelijking van een betere samenwerking tussen de Lidstaten bij de bestrijding van de illegale drugshandel (PB L 322 van 12.12.1996, blz. 5)

8.

Gemeenschappelijk Optreden 96/747/JBZ van 29 november 1996 aangenomen door de Raad op basis van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de Europese Unie inzake het aanleggen en bijhouden van een repertorium voor specifieke bekwaamheden, vaardigheden en expertise op het gebied van terrorismebestrijding teneinde de samenwerking bij de terrorismebestrijding tussen de Lidstaten van de Europese Unie te vergemakkelijken (PB L 342 van 31.12.1996, blz. 2)

9.

Gemeenschappelijk Optreden van 17 december 1996 door de Raad aangenomen op basis van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen en praktijken van de lidstaten van de Europese Unie ter bestrijding van drugsverslaving en ter voorkoming en bestrijding van de illegale drugshandel (PB L 342 van 31.12.1996, blz. 6)

10.

Akte van de Raad van 26 mei 1997 tot opstelling op basis van artikel K.3, lid 2, onder c), van het Verdrag betreffende de Europese Unie van de Overeenkomst ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de Europese Gemeenschappen of van de lidstaten van de Europese Unie betrokken zijn, en de bedoelde Overeenkomst zelf, ondertekend op 26 mei 1997 (PB C 195 van 25.6.1997, blz. 1)

Besluit 2003/642/JBZ van de Raad van 22 juli 2003 betreffende de toepassing op Gibraltar van de Overeenkomst ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de Europese Gemeenschappen of van de lidstaten van de Europese Unie betrokken zijn (PB L 226 van 10.9.2003, blz. 27)

11.

Gemeenschappelijk Optreden 97/339/JBZ van 26 mei 1997 door de Raad aangenomen op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, met betrekking tot de samenwerking op het terrein van de openbare orde en veiligheid (PB L 147 van 5.6.1997, blz. 1)

12.

Gemeenschappelijk Optreden 97/372/JBZ van 9 juni 1997 door de Raad aangenomen op basis van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende het verfijnen van de criteria voor gerichte controles, selectiemethodes, enz. en het verzamelen van douane- en politie-informatie (PB L 159 van 17.6.1997, blz. 1)

13.

Akte van de Raad van 17 juni 1998 tot vaststelling van de Overeenkomst betreffende de ontzegging van de rijbevoegdheid, en de bedoelde Overeenkomst zelf, ondertekend op 17 juni 1998 (PB C 216 van 10.7.1998, blz. 1)

14.

Gemeenschappelijk Optreden 98/427/JBZ van 29 juni 1998 door de Raad aangenomen op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, inzake goede praktijken bij wederzijdse rechtshulp in strafzaken (PB L 191 van 7.7.1998, blz. 1)

15.

Gemeenschappelijk Optreden 98/699/JBZ van 3 december 1998 door de Raad vastgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake het witwassen van geld, de identificatie, opsporing, bevriezing, inbeslagneming en confiscatie van hulpmiddelen en van de opbrengsten van misdrijven (PB L 333 van 9.12.1998, blz. 1)

16.

Besluit van de Raad van 3 december 1998 houdende vaststelling van het statuut voor de personeelsleden van Europol (PB C 26 van 30.1.1999, blz. 23)

Besluit van de Raad van 2 december 1999 tot wijziging van het besluit van de Raad van 3 december 1998 houdende vaststelling van het Statuut voor de personeelsleden van Europol, wat betreft de vaststelling van bezoldiging, pensioenen en andere financiële rechten in euro (PB C 364 van 17.12.1999, blz. 3)

17.

Besluit 2000/261/JBZ van de Raad van 27 maart 2000 betreffende de verbetering van de informatie-uitwisseling ter bestrijding van volledig valse reisdocumenten (PB L 81 van 1.4.2000, blz. 1)

18.

Kaderbesluit 2000/383/JBZ van de Raad van 29 mei 2000 tot versterking, door middel van strafrechtelijke en andere sancties, van de bescherming tegen valsemunterij in verband met het in omloop brengen van de euro (PB L 140 van 14.6.2000, blz. 1)

Kaderbesluit 2001/888/JBZ van de Raad van 6 december 2001 tot wijziging van Kaderbesluit 2000/383/JBZ tot versterking, door middel van strafrechtelijke en andere sancties, van de bescherming tegen valsemunterij in verband met het in omloop brengen van de euro (PB L 329 van 14.12.2001, blz. 3)

19.

Kaderbesluit 2001/413/JBZ van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de bestrijding van fraude en vervalsing in verband met andere betaalmiddelen dan contanten (PB L 149 van 2.6.2001, blz. 1)

20.

Besluit 2001/419/JBZ van de Raad van 28 mei 2001 inzake de toezending van monsters van stoffen die onder toezicht staan (PB L 150 van 6.6.2001, blz. 1)

21.

Kaderbesluit 2001/500/JBZ van de Raad van 26 juni 2001 inzake het witwassen van geld de identificatie, opsporing, bevriezing, inbeslagneming en confiscatie van hulpmiddelen en van opbrengsten van misdrijven (PB L 182 van 5.7.2001, blz. 1)

22.

Besluit 2001/887/JBZ van de Raad van 6 december 2001 inzake de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PB L 329 van 14.12.2001, blz. 1)

23.

Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 inzake terrorismebestrijding (PB L 164 van 22.6.2002, blz. 3)

Kaderbesluit 2008/919/JBZ van de Raad van 28 november 2008 tot wijziging van Kaderbesluit 2002/475/JBZ inzake terrorismebestrijding (PB L 330 van 9.12.2008, blz. 21)

24.

Besluit 2002/494/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 tot instelling van een Europees netwerk van aanspreekpunten inzake personen die verantwoordelijk zijn voor genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven (PB L 167 van 26.6.2002, blz. 1)

25.

Besluit 2002/956/JBZ van de Raad van 28 november 2002 tot oprichting van een Europees netwerk voor de bescherming van prominenten (PB L 333 van 10.12.2002, blz. 1)

Besluit 2009/796/JBZ van de Raad van 4 juni 2009 tot wijziging van Besluit 2002/956/JBZ tot oprichting van een Europees netwerk voor de bescherming van prominenten (PB L 283 van 30.10.2009, blz. 62)

26.

Besluit 2002/996/JBZ van de Raad van 28 november 2002 tot instelling van een regeling voor de evaluatie van nationale maatregelen en de uitvoering ervan op nationaal niveau ter bestrijding van het terrorisme (PB L 349 van 24.12.2002, blz. 1)

27.

Kaderbesluit 2003/0568/JBZ van de Raad van 22 juli 2003 inzake de bestrijding van corruptie in de privésector (PB L 192 van 31.7.2003, blz. 54)

28.

Besluit 2003/335/JBZ van de Raad van 8 mei 2003 inzake opsporing en vervolging van genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven (PB L 118 van 14.5.2003, blz. 12)

29.

Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad van 25.10.04 betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van de illegale drugshandel (PB L 335 van 11.11.2004, blz. 8)

30.

Besluit 2004/919/JBZ van de Raad van 22 december 2004 betreffende de aanpak van voertuigcriminaliteit met grensoverschrijdende implicaties (PB L 389 van 30.12.2004, blz. 28)

31.

Gemeenschappelijk Standpunt 2005/69/JBZ van de Raad van 24 januari 2005 over de uitwisseling van bepaalde gegevens met Interpol (PB L 27 van 29.1.2005, blz. 61)

32.

Kaderbesluit 2005/212/JBZ van de Raad van 24 februari 2005 inzake de confiscatie van opbrengsten van misdrijven, alsmede van de daarbij gebruikte hulpmiddelen en de door middel daarvan verkregen voorwerpen (PB L 68 van 15.3.2005, blz. 49)

33.

Besluit 2005/387/JBZ van de Raad van 10 mei 2005 inzake de uitwisseling van informatie, de risicobeoordeling en de controle ten aanzien van nieuwe psychoactieve stoffen (PB L 127 van 20.5.2005, blz. 32)

Besluit 1999/615/JBZ van de Raad van 13 september 1999 houdende omschrijving van 4-MTA als nieuwe synthetische drug die aan controlemaatregelen en strafrechtelijke sancties moet worden onderworpen (PB L 244 van 16.9.1999, blz. 1)

Besluit 2002/188/JBZ van de Raad van 28 februari 2002 houdende controlemaatregelen en strafrechtelijke sancties betreffende de nieuwe synthetische drug PMMA (PB L 63 van 6.3.2002, blz. 14)

Besluit 2003/847/JBZ van de Raad van 27 november 2003 houdende controlemaatregelen en strafrechtelijke sancties betreffende de nieuwe synthetische drugs 2C-I, 2C-T-2, 2C-T-7 en TMA-2 (PB L 321 van 6.12.2003, blz. 64)

Besluit 2008/206/JBZ van de Raad van 3 maart 2008 houdende omschrijving van 1-benzylpiperazine (BZP) als nieuwe psychoactieve stof die aan controlemaatregelen en strafrechtelijke bepalingen moet worden onderworpen (PB L 63 van 7.3.2008, blz. 45)

34.

Besluit 2005/511/JBZ van de Raad van 12 juli 2005 over de bescherming van de euro tegen valsemunterij middels de aanwijzing van Europol als het centraal orgaan voor de bestrijding van eurovalsemunterij (PB L 185 van 16.7.2005, blz. 35)

35.

Besluit 2005/671/JBZ van de Raad van 20.9.2005 betreffende informatie-uitwisseling en samenwerking in verband met strafbare feiten van terroristische aard (PB L 253 van 29.9.2005, blz. 22)

36.

Besluit 2006/560/JBZ van de Raad van 24 juli 2006 tot wijziging van Besluit 2003/170/JBZ betreffende het gezamenlijk gebruik van verbindingsofficieren die gedetacheerd zijn door de rechtshandhavende autoriteiten van de lidstaten (PB L 219 van 10.8.2006, blz. 31)

37.

Besluit 2008/615/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit (PB L 210 van 6.8.2008, blz. 1) (3)

Besluit 2008/616/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit (PB L 210 van 6.8.2008, blz. 12)

Kaderbesluit 2009/905/JBZ van de Raad van 30 november 2009 over de accreditatie van aanbieders van forensische diensten die laboratoriumactiviteiten verrichten (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 14)

38.

Besluit 2008/617/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 ter verbetering van de samenwerking in crisissituaties tussen de speciale interventie-eenheden van de lidstaten van de Europese Unie (PB L 210 van 6.8.2008, blz. 73)

39.

Kaderbesluit 2008/841/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit (PB L 300 van 11.11.2008, blz. 42)

40.

Besluit 2008/852/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 inzake een netwerk van contactpunten ter bestrijding van corruptie (PB L 301 van 12.11.2008, blz. 38)

41.

Kaderbesluit 2008/913/JBZ van de Raad van 28 november 2008 betreffende de bestrijding van bepaalde vormen en uitingen van racisme en vreemdelingenhaat door middel van het strafrecht (PB L 328 van 6.12.2008, blz. 55)

42.

Kaderbesluit 2008/947/JBZ van de Raad van 27 november 2008 inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning op vonnissen en proeftijdbeslissingen met het oog op het toezicht op proeftijdvoorwaarden en alternatieve straffen (PB L 337 van 16.12.2008, blz. 102) (4)

43.

Besluit 2009/902/JBZ van de Raad van 30 november 2009 betreffende de oprichting van een Europees netwerk inzake criminaliteitspreventie (ENCP) en tot intrekking van Besluit 2001/427/JBZ (PB L 321 van 8.12.2009, blz. 44)

44.

Overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika, ondertekend op 25 juni 2003 (PB L 181 van 19.7.2003, blz. 34)

Besluit 2009/820/GBVB van de Raad van 23 oktober 2009 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van de overeenkomst betreffende uitlevering tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika en de overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika (PB L 291 van 7.11.2009, blz. 40)

45.

Overeenkomst betreffende uitlevering tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika, ondertekend op 25 juni 2003 (PB L 181 van 19.7.2003, blz. 27)

Besluit 2009/820/GBVB van de Raad van 23 oktober 2009 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van de overeenkomst betreffende uitlevering tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika en de overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika (PB L 291 van 7.11.2009, blz. 40)

Besluit 2009/933/GBVB van de Raad van 30 november 2009 inzake de uitbreiding, ten aanzien van de Europese Unie, van het territoriale toepassingsgebied van de Overeenkomst betreffende uitlevering tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika (PB L 325 van 11.12.2009, blz. 4)

46.

Kaderbesluit 2009/948/JBZ van de Raad van 30 november 2009 over het voorkomen en beslechten van geschillen over de uitoefening van rechtsmacht bij strafprocedures (PB L 328 van 15.12.2009, blz. 42)

II.   Schengenacquis op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken dat vanaf 1 december 2014 niet langer van toepassing is op het Verenigd Koninkrijk

47.

De volgende bepalingen en handelingen betreffende de Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985 (PB L 239 van 22.9.2000, blz. 19)

Artikel 27, leden 2 en 3

Hoofdstuk 1 betreffende politiële samenwerking - artikel 47, lid 4

Toetredingsovereenkomst Italië - de artikelen 2 en 4 - verklaring* over de artikelen 2 en 3

Toetredingsovereenkomst Spanje - de artikelen 2 en 4 - slotakte, deel III, verklaring nr. 2

Toetredingsovereenkomst Portugal - de artikelen 2, 4, 5 en 6

Toetredingsovereenkomst Griekenland - de artikelen 2, 3, 4 en 5 - slotakte, deel III, verklaring nr. 2

Toetredingsovereenkomst Oostenrijk - de artikelen 2 en 4

Toetredingsovereenkomst Denemarken - de artikelen 2 en 4 - slotakte, deel III, verklaring nr. 3

Toetredingsovereenkomst Finland - de artikelen 2 en 4 - slotakte, deel II, verklaring nr. 3

Toetredingsovereenkomst Zweden - de artikelen 2 en 4 - slotakte, deel II, verklaring nr. 3

* Voor zover deze verband houdt met artikel 2

48.

Besluit van het Uitvoerend Comité van 14 december 1993 betreffende de verbetering van de praktijk inzake de justitiële samenwerking op het gebied van de bestrijding van sluikhandel in verdovende middelen (SCH/Com-ex (93)14) (PB L 239 van 22.9.2000, blz. 427)

49.

Verklaring van het Uitvoerend Comité van 26 juni 1996 inzake de uitlevering (SCH/Com-ex (96) decl. 6 2e herz.) (PB L 239 van 22.9.2000, blz. 435)

50.

Verklaring van het Uitvoerend Comité van 9 februari 1998 betreffende de ontvoering van minderjarigen (SCH/Com-ex(97) decl. 13, 2e herz.) (PB L 239 van 22.9.2000, blz. 436)

51.

Besluit van het Uitvoerend Comité van 16 december 1998 betreffende de leidraad voor grensoverschrijdende politiële samenwerking (SCH/Com-ex (98)52) (PB L 239 van 22.9.2000, blz. 408)

52.

Besluit van het Uitvoerend Comité van 28 april 1999 betreffende het Schengenacquis op het gebied van telecommunicatie (SCH/Com-ex (99)6) (PB L 239 van 22.9.2000, blz. 409)

53.

Besluit van het Uitvoerend Comité van 28 april 1999 betreffende de algemene beginselen voor betaling van informanten en vertrouwenspersonen (SCH/Com-ex(99) 8, 2e herz.) (PB L 239 van 22.9.2000, blz. 417)

54.

Besluit van het Uitvoerend Comité van 28 april 1999 betreffende de overeenkomst inzake samenwerking in procedures wegens inbreuken op de verkeerswetgeving (SCH/Com-ex (99)11, 2e herz.) (PB L 239 van 22.9.2000, blz. 428)

55.

Kaderbesluit 2002/946/JBZ van de Raad van 28 november 2002 tot versterking van het strafrechtelijk kader voor de bestrijding van hulpverlening bij illegale binnenkomst, illegale doortocht en illegaal verblijf (PB L 328 van 5.12.2002, blz. 1)

56.

Besluit 2003/169/JBZ van de Raad van 27 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen van de overeenkomst van 1995 aangaande de verkorte procedure tot uitlevering tussen de lidstaten van de Europese Unie, en van de overeenkomst van 1996 betreffende uitlevering tussen de lidstaten van de Europese Unie, die een ontwikkeling inhouden van het Schengenacquis in de zin van de overeenkomst inzake de wijze waarop de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen worden betrokken bij de toepassing, de uitvoering en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 67 van 12.3.2003, blz. 25)

57.

Besluit 2003/170/JBZ van de Raad van 27 februari 2003 betreffende het gezamenlijk gebruik van verbindingsofficieren die gedetacheerd zijn door de rechtshandhavende autoriteiten van de lidstaten (PB L 67 van 12.3.2003, blz. 27)

58.

Besluit 2008/173/EG van de Raad van 18 februari 2008 betreffende betreffende het testen van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 57 van 1.3.2008, blz. 14)

59.

Besluit 2009/724/JBZ van de Commissie van 17 september 2009 tot vaststelling van de datum voor de voltooiing van de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 257 van 30.9.2009, blz. 41)


(1)  Besluit 2014/857/EU van de Raad van 1 december 2014 betreffende de kennisgeving door het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland van de wens deel te nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis die zijn opgenomen in handelingen van de Unie op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, en tot wijziging van Besluit 2000/365/EG en Besluit 2004/926/EG van de Raad (PB L 345 van 1.12.2014, blz. 1).

(2)  Besluit 2014/858/EU van de Commissie van 1 december 2014 betreffende de kennisgeving door het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland van de wens deel te nemen aan handelingen van de Unie op het gebied van politiële samenwerking en justitiële samenwerking in strafzaken die zijn vastgesteld voor de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, en die geen deel uitmaken van het Schengenacquis (PB L 345 van 1.12.2014, blz. 6).

(3)  Deze handeling en de twee handelingen waarvan zij in deze lijst vergezeld gaat (de zogeheten „Prümuitvoeringsbesluiten”) zijn onderhevig aan overgangsmaatregelen, zoals uiteengezet in Besluit 2014/836/EU van de Raad van 27 november 2014 tot vaststelling van bepaalde regelingen en overgangsregelingen betreffende de beëindiging van de deelname van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland aan een aantal handelingen van de Unie op het gebied van de politiële samenwerking en de justitiële samenwerking in strafzaken die voor de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon zijn vastgesteld (PB L 343 van 28.11.2014, blz. 11) en aan andere specifieke maatregelen als uiteengezet in Besluit 2014/837/EU van de Raad van 27 november 2014 tot vaststelling van bepaalde directe financiële gevolgen die voortvloeien uit de beëindiging van de deelname van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland aan een aantal handelingen van de Unie op het gebied van de politiële samenwerking en de justitiële samenwerking in strafzaken die voor de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon zijn vastgesteld (PB L 343 van 28.11.2014, blz. 17).

(4)  Over deze handeling is een verklaring voor de notulen van de Raad van 21 oktober 2014 opgesteld, waarin het Verenigd Koninkrijk „zich ertoe verbindt om de verdiensten van kennisgeving van zijn wens hieraan deel te nemen, te gelegener tijd opnieuw te beoordelen. Het Verenigd Koninkrijk zal een beoordeling van de potentiële effecten van die maatregel bekendmaken met het oog op dat beraad”.


Top