–

Ligging van het bedrijf (1)

– –

NUTS (2) 3-regio

– –

Ligt het bedrijf in een achtergebleven gebied?

–

Rechtspersoonlijkheid van het bedrijf

– –

Is het bedrijf een eenheid op gemeenschappelijke grond?

– –

Berusten de juridische en economische aansprakelijkheid voor het bedrijf bij:

– – –

een natuurlijke persoon die „enig bedrijfshoofd” op een zelfstandig bedrijf is?

– – – –

Als het antwoord op de vorige vraag „ja” is, is deze persoon (het bedrijfshoofd) tevens de bedrijfsleider?

– – – – –

Als deze persoon niet de bedrijfsleider is, is de bedrijfsleider een familielid van het bedrijfshoofd?

– – – – –

Als de bedrijfsleider een familielid van het bedrijfshoofd is, is de bedrijfsleider de echtgenoot/echtgenote van het bedrijfshoofd?

– – –

een of meer natuurlijke personen die partners zijn op een bedrijf met meerhoofdige bedrijfsvoering?

– – –

een rechtspersoon?

–

Exploitatievorm (vanuit het standpunt van het bedrijfshoofd) en bedrijfssysteem

– –

Oppervlakte cultuurgrond:

– – –

in eigendom

– – –

in pacht

– – –

in deelpacht of andere exploitatievorm

– – –

gemeenschappelijke grond

–

Biologische landbouw

– –

Wordt biologische landbouw toegepast op het bedrijf?

– –

Bijzonderheden (4)

– – –

Totale oppervlakte cultuurgrond van het bedrijf waarop biologische landbouwproductiemethoden worden toegepast die volgens nationale of EU-regels worden gecertificeerd

– – –

Totale oppervlakte cultuurgrond van het bedrijf waarop wordt overgeschakeld op biologische landbouwproductiemethoden die volgens nationale of EU-regels zullen worden gecertificeerd

– – –

Areaal van het bedrijf waarop hetzij biologische landbouwproductiemethoden worden toegepast die volgens nationale of EU-regels worden gecertificeerd, hetzij wordt overgeschakeld op biologische landbouwproductiemethoden die volgens nationale of EU-regels zullen worden gecertificeerd:

– – – –

Granen voor korrelwinning (inclusief zaaizaad)

– – – –

Drooggeoogste peulvruchten en eiwitrijke gewassen voor korrelwinning (inclusief zaaizaad en mengsels van granen en peulvruchten)

– – – –

Aardappelen (inclusief primeurs en pootaardappelen)

– – – –

Suikerbieten (exclusief zaaizaad)

– – – –

Oliehoudende gewassen

– – – –

Verse groenten, meloenen en aardbeien

– – – –

Grasland, exclusief weiden met geringe opbrengst

– – – –

Boomgaarden en kleinfruit

– – – –

Citrusvruchtaanplantingen

– – – –

Olijfboomgaarden

– – – –

Wijngaarden

– – – –

Andere gewassen (vezelgewassen enz.) inclusief weiden met geringe opbrengst

– – –

Biologische productiemethoden toegepast op de dierlijke productie en gecertificeerd volgens nationale of EU-regels:

– – – –

Runderen

– – – –

Varkens

– – – –

Schapen en geiten

– – – –

Pluimvee

– – – –

Andere dieren

– –

Bestemming van de productie van het bedrijf:

– – –

Huishouden verbruikt meer dan 50 % van de waarde van de eindproductie van het bedrijf

– – –

Directe verkoop aan de eindconsument maakt meer dan 50 % van de totale verkoop van het bedrijf uit

–

Bouwland

– –

Granen voor korrelwinning (inclusief zaaizaad):

– – –

Zachte tarwe en spelt

– – –

Harde tarwe

– – –

Rogge

– – –

Gerst

– – –

Haver

– – –

Korrelmais

– – –

Rijst

– – –

Overige granen voor korrelwinning

– –

Drooggeoogste peulvruchten en eiwitrijke gewassen voor korrelwinning (inclusief zaaizaad en mengsels van granen en peulvruchten)

– – –

waarvan erwten, veldbonen en niet-bittere lupinen

– –

Aardappelen (inclusief primeurs en pootaardappelen)

– –

Suikerbieten (exclusief zaaizaad)

– –

Voederhakvruchten (exclusief zaaizaad)

– –

Handelsgewassen:

– – –

Tabak

– – –

Hop

– – –

Katoen

– – –

Kool- en raapzaad

– – –

Zonnebloemen

– – –

Sojabonen

– – –

Lijnzaad

– – –

Andere oliehoudende gewassen

– – –

Vlas

– – –

Hennep

– – –

Andere vezelgewassen

– – –

Aromatische planten, geneeskrachtige kruiden en specerijen

– – –

Andere handelsgewassen, niet elders genoemd

– –

Verse groenten, meloenen en aardbeien, waarvan:

– – –

In de openlucht of onder lage (niet-betreedbare) beschermingsafdekking

– – – –

Akkerbouwmatig geteeld

– – – –

Tuinbouwmatig geteeld

– – –

Onder glas of andere hoge (betreedbare) beschermingsinstallatie

– –

Bloemen en sierplanten (exclusief boomkwekerijgewassen):

– – –

In de openlucht of onder lage (niet-betreedbare) beschermingsafdekking

– – –

Onder glas of andere hoge (betreedbare) beschermingsinstallatie

– –

Groen geoogste gewassen:

– – –

Tijdelijk grasland

– – –

Andere groen geoogste gewassen:

– – – –

Voedermaïs

– – – –

Peulvruchten

– – – –

Andere groen geoogste gewassen, niet elders genoemd

– –

Zaaizaad en zaailingen op bouwland

– –

Andere gewassen op bouwland

– –

Braakland

–

Tuinen voor eigen gebruik

–

Blijvend grasland

– –

Grasland, exclusief weiden met geringe opbrengst

– –

Weiden met geringe opbrengst

– –

Blijvend grasland dat niet langer voor productiedoeleinden wordt gebruikt en voor financiële steun in aanmerking komt

–

Meerjarige teelten

– –

Boomgaarden en kleinfruit

– – –

Fruit, waarvan:

– – – –

Fruit van gematigde breedten

– – – –

Fruit van subtropische breedten

– – –

Kleinfruit

– – –

Noten

– –

Citrusvruchtaanplantingen

– –

Olijfboomgaarden

– – –

waar gewoonlijk tafelolijven worden geproduceerd

– – –

waar gewoonlijk olijven voor de oliewinning worden geproduceerd

– –

Wijngaarden waar gewoonlijk:

– – –

kwaliteitswijn wordt geproduceerd

– – –

andere wijnen worden geproduceerd

– – –

tafeldruiven worden geproduceerd

– – –

krenten en rozijnen worden geproduceerd

– –

Boomkwekerijgewassen

– –

Andere meerjarige teelten

– –

Meerjarige teelten onder glas

–

Overig areaal

– –

Oppervlakte niet in gebruik zijnde cultuurgrond

– –

Bosareaal

– – –

waarvan hakhoutbosjes

– –

Overig areaal (gebouwen, erven, wegen, vijvers, steengroeven, onvruchtbare gronden, rotsen enz.)

–

Paddenstoelen

–

Energiegewassen

–

Irrigatie

– –

Geïrrigeerd areaal

– – –

Totaal irrigeerbaar areaal

– – –

Totaal areaal van de gewassen die gedurende de voorgaande twaalf maanden ten minste eenmaal zijn geïrrigeerd

– –

Toegepaste irrigatiemethoden

– – –

Oppervlakte-irrigatie (overstroming, vorendrainage)

– – –

Beregening

– – –

Druppelbevloeiing

– –

Bron voor het op het bedrijf voor irrigatie gebruikte water

– – –

Grondwater op het bedrijf

– – –

Oppervlaktewater op het bedrijf: vijvers of stuwbekkens

– – –

Oppervlaktewater van buiten het bedrijf: meren, rivieren of waterlopen

– – –

Water van buiten het bedrijf: gemeenschappelijk waterleidingnet

– – –

Andere bronnen

–

Eenhoevigen

–

Runderen:

– –

Mannelijke en vrouwelijke runderen, jonger dan een jaar

– –

Mannelijke runderen tussen een en twee jaar oud

– –

Vrouwelijke runderen tussen een en twee jaar oud

– –

Mannelijke runderen van twee jaar en ouder

– –

Vaarzen van twee jaar en ouder

– –

Melkkoeien

– –

Andere koeien

–

Schapen en geiten:

– –

Schapen (alle leeftijden)

– – –

Vrouwelijke dieren voor de voortplanting

– – –

Andere schapen

– –

Geiten (alle leeftijden)

– – –

Vrouwelijke dieren voor de voortplanting

– – –

Andere geiten

–

Varkens:

– –

Biggen met een levend gewicht van minder dan 20 kg

– –

Fokzeugen van 50 kg en meer

– –

Andere varkens

–

Pluimvee:

– –

Mesthoenders

– –

Leghennen

– –

Ander pluimvee:

– – –

Kalkoenen

– – –

Eenden

– – –

Ganzen

– – –

Struisvogels

– – –

Ander pluimvee, niet elders genoemd

–

Moederkonijnen (voedsters)

–

Bijen

–

Andere dieren, niet elders genoemd

IV.i)

–

Bedrijfshoofd

– –

Geslacht

– –

Leeftijd

– –

Landbouwwerkzaamheden op het bedrijf (behalve huishoudelijk werk)

–

Bedrijfsleider

– –

Geslacht

– –

Leeftijd

– –

Landbouwwerkzaamheden op het bedrijf (behalve huishoudelijk werk)

–

Opleiding van bedrijfsleider

– –

Landbouwopleiding van bedrijfsleider

– –

Beroepsopleiding van bedrijfsleider in de voorgaande twaalf maanden

–

Familieleden van het „enig bedrijfshoofd” die landbouwwerkzaamheden voor het bedrijf verrichten: mannen

– –

Landbouwwerkzaamheden op het bedrijf (behalve huishoudelijk werk)

–

Familieleden van het „enig bedrijfshoofd” die landbouwwerkzaamheden voor het bedrijf verrichten: vrouwen

– –

Landbouwwerkzaamheden op het bedrijf (behalve huishoudelijk werk)

–

Regelmatig werkzame arbeidskrachten, niet-familieleden: mannen

– –

Landbouwwerkzaamheden op het bedrijf (behalve huishoudelijk werk)

–

Regelmatig werkzame arbeidskrachten, niet-familieleden: vrouwen

– –

Landbouwwerkzaamheden op het bedrijf (behalve huishoudelijk werk)

–

Niet regelmatig werkzame arbeidskrachten, niet-familieleden: mannen en vrouwen

IV.ii)

–

Andere winstgevende werkzaamheden van het bedrijfshoofd, tevens bedrijfsleider:

–

Andere winstgevende werkzaamheden van de andere familieleden van het enig bedrijfshoofd: belangrijkste werkzaamheden

–

Andere winstgevende werkzaamheden van de andere familieleden van het enig bedrijfshoofd: ondergeschikte werkzaamheden

V.i)

–

Verstrekking van gezondheids-, maatschappelijke of onderwijsdiensten

–

Toerisme, accommodatie en recreatie

–

Ambachten

–

Verwerking van landbouwproducten

–

Productie van hernieuwbare energie

–

Houtverwerking (bv. zagen)

–

Aquacultuur

–

Loonwerk (met behulp van productiemiddelen van het bedrijf)

– –

landbouwwerkzaamheden (voor andere bedrijven)

– –

geen landbouwwerkzaamheden

–

Bosbouw

–

Andere

–

Wie is hierbij betrokken?

– –

Bedrijfshoofd, tevens bedrijfsleider

– –

Andere familieleden van het enig bedrijfshoofd, die dit als hun belangrijkste werkzaamheden hebben

– –

Andere familieleden van het enig bedrijfshoofd, die dit als hun ondergeschikte werkzaamheden hebben

– –

Niet-familieleden die regelmatig op het bedrijf werkzaam zijn, die dit als hun belangrijkste werkzaamheden hebben

– –

Niet-familieleden die regelmatig op het bedrijf werkzaam zijn, die dit als hun ondergeschikte werkzaamheden hebben

V.ii)

–

Aandeel in de finale output van het bedrijf

–

Voordelen van het bedrijf gedurende de voorgaande drie jaar uit hoofde van de volgende maatregelen inzake plattelandsontwikkeling (11)

– –

Deelname door landbouwers aan voedselkwaliteitsprogramma's

– –

Betalingen in het kader van de Natura 2000-richtlijn en de kaderrichtlijn water (12)

– –

Agromilieubetalingen — klimaatbetalingen

– –

Biologische landbouw

– –

Dierenwelzijnsbetalingen

–

Investeringen in materiële activa

– –

Preventie en herstel van door natuurrampen en rampzalige gebeurtenissen beschadigd landbouwproductiepotentieel

– –

Ontwikkeling van landbouwbedrijven en ondernemingen

– –

Investeringen in de ontwikkeling van het bosareaal en verbetering van de rendabiliteit van bossen

– –

Bebossing en de aanleg van beboste gebieden

– –

Invoering van boslandbouwsystemen

– –

Preventie en herstel van schade aan bossen

– –

Investeringen ter verbetering van de veerkracht en de ecologische waarde van bossen

– –

Investeringen in bosbouwtechnologieën en in de verwerking, het transport en de afzet van bosbouwproducten

– –

Betalingen voor gebieden met natuurlijke of andere specifieke beperkingen

– –

Bosmilieu- en klimaatdiensten en bosinstandhouding

– –

Risicobeheer

–

Bodembewerkingsmethoden (13) op bouwland in de openlucht

– –

Conventionele bodembewerking

– –

Niet-kerende bodembewerking

– –

Geen bodembewerking (met uitzondering van bouwland in de openlucht waar meerjarige gewassen groeien)

–

Bodembedekking (14) op bouwland in de openlucht

– –

Normale wintergewassen

– –

Bodembedekkers of tussengewassen

– –

Plantenresten

– –

Kale grond

– –

Bouwland in de openlucht waar meerjarige gewassen groeien

–

Gewasrotatie op bouwland

– –

Percentage bouwland gebruikt voor gewasrotatie

–

Ecologisch aandachtsgebied — totale oppervlakte akkerranden, bufferstroken, heggen, bomen, braakland, biotopen, bebost gebied en landschapskenmerken

–

Bemestingstechnieken

– –

Breedstrooien

– – –

Geen onderwerking

– – –

Onderwerking binnen 4 uur

– – –

Onderwerking na 4 uur

– –

Rijenbemesting

– – –

Sleepslang

– – –

Sleepvoet

– –

Injectie

– – –

Zode-injectie/open sleuven

– – –

Mestinjectie/dichte sleuven

–

Invoer/uitvoer van mest van en naar het bedrijf

– –

Het totaal van de geproduceerde mest die niet op het bedrijf zelf wordt gebruikt

– –

Mest die naar het bedrijf wordt ingevoerd