EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014D0679

2014/679/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 25 september 2014 tot wijziging van Besluit 2012/270/EU wat betreft de toepassingsduur ervan en wat betreft het vervoer van aardappelknollen van oorsprong uit gebieden die zijn afgebakend ter voorkoming van de verspreiding in de Unie van Epitrix cucumeris (Harris), Epitrix similaris (Gentner), Epitrix subcrinita (Lec.) en Epitrix tuberis (Gentner), naar verpakkingsfaciliteiten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 6731)

OJ L 283, 27.9.2014, p. 61–64 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2014/679/oj

27.9.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 283/61


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 25 september 2014

tot wijziging van Besluit 2012/270/EU wat betreft de toepassingsduur ervan en wat betreft het vervoer van aardappelknollen van oorsprong uit gebieden die zijn afgebakend ter voorkoming van de verspreiding in de Unie van Epitrix cucumeris (Harris), Epitrix similaris (Gentner), Epitrix subcrinita (Lec.) en Epitrix tuberis (Gentner), naar verpakkingsfaciliteiten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 6731)

(2014/679/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name artikel 16, lid 3, vierde zin,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsbesluit 2012/270/EU van de Commissie (2) voorziet in noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Epitrix cucumeris (Harris), Epitrix similaris (Gentner), Epitrix subcrinita (Lec.) en Epitrix tuberis (Gentner) te voorkomen.

(2)

Uit de ontwikkeling van de situatie sinds de inwerkingtreding van Uitvoeringsbesluit 2012/270/EU blijkt dat de maatregelen waarin het besluit voorziet doeltreffend zijn en van toepassing moeten blijven. Het is daarom aangewezen de toepassing van het uitvoeringsbesluit niet in de tijd te beperken.

(3)

De ervaring leert dat er meer flexibiliteit nodig is met betrekking tot de faciliteit waar de aardappelknollen worden behandeld om ervoor te zorgen dat er niet meer dan 0,1 % grond aan blijft hangen en dat de genoemde organismen worden verwijderd. Daarom moet worden toegestaan dat die aardappelknollen vóór behandeling worden vervoerd naar faciliteiten buiten de afgebakende gebieden. Om ervoor te zorgen dat het desbetreffende fytosanitaire risico tot een aanvaardbaar niveau wordt herleid, moet het vervoer naar die faciliteiten evenwel aan voorschriften worden onderworpen.

(4)

Om te verhinderen dat de genoemde organismen zich buiten een afgebakend gebied vestigen of verspreiden, moeten er voorschriften worden vastgelegd voor het afvoeren van afvalgrond en ander afvalmateriaal. Om dezelfde reden moeten er voorschriften komen betreffende de voor het vervoer gebruikte voertuigen en verpakkingen en het bewerken van de aardappelknollen vooraleer zij het afgebakende gebied of een verpakkingsfaciliteit buiten dat gebied verlaten. Ook moeten de machines die worden gebruikt voor het bewerken van de aardappelknollen in de verpakkingsfaciliteiten buiten de afgebakende gebieden, worden gereinigd om besmetting te vermijden van andere aardappelen die met dezelfde machines in aanraking komen.

(5)

Om ervoor te zorgen dat de lidstaten gemakkelijker toezicht kunnen houden op de verpakking buiten een afgebakend gebied van uit een dergelijk gebied afkomstige aardappelknollen, is het belangrijk dat verpakkingsfaciliteiten buiten afgebakende gebieden hiervoor een toelating hebben en registers bijhouden van de uit afgebakende gebieden afkomstige aardappelknollen die zij bewerken.

(6)

Uitvoeringsbesluit 2012/270/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsbesluit 2012/270/EU wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 3 wordt vervangen door:

„Artikel 3

Vervoer van aardappelknollen binnen de Unie

1.   Aardappelknollen van oorsprong uit afgebakende gebieden in de Unie, als vastgesteld overeenkomstig artikel 5, die in die gebieden of in de in artikel 3 ter bedoelde faciliteiten worden verpakt, mogen alleen binnen de Unie worden vervoerd als zij voldoen aan de voorwaarden van punt 1 van sectie 2 van bijlage I.

Aardappelknollen van oorsprong uit een afgebakend gebied mogen worden vervoerd vanuit dat afgebakende gebied naar een verpakkingsfaciliteit die aan de voorschriften van artikel 3 ter voldoet en zich in de omgeving van dat afgebakende gebied bevindt, mits aan de voorwaarden van punt 2 van sectie 2 van bijlage I is voldaan. De aardappelknollen mogen in die faciliteit worden opgeslagen.

In het in de tweede alinea genoemde geval onderneemt de verantwoordelijke officiële instantie de volgende acties:

a)

intensieve monitoring van de aanwezigheid van de genoemde organismen door passende inspecties van aardappelplanten en indien toepasselijk andere waardplanten en van de velden waar die planten groeien, binnen een straal van ten minste 100 m van de verpakkingsfaciliteit;

b)

bewustmaking van de bevolking met betrekking tot de gevaren van de genoemde organismen en de maatregelen die in de omgeving van de verpakkingsfaciliteit zijn genomen om het binnenbrengen en verspreiden van die organismen in de Unie te verhinderen.

2.   Aardappelknollen die overeenkomstig artikel 2 in de Unie zijn binnengebracht uit derde landen waarvan bekend is dat een of meer van de genoemde organismen er voorkomen, mogen alleen binnen de Unie worden vervoerd als zij voldoen aan de voorwaarden van punt 3van sectie 2 van bijlage I.

Artikel 3 bis

Voorschriften betreffende voertuigen, verpakkingen, machines en afvalgrond

1.   De lidstaten zien erop toe dat alle voertuigen en verpakkingen die zijn gebruikt voor het vervoer van aardappelknollen van oorsprong uit een afgebakend gebied voordat aan punt 1, onder b), van sectie 2 van bijlage I is voldaan, op passende wijze worden ontsmet en gereinigd:

a)

voordat de aardappelknollen het afgebakende gebied verlaten; en

b)

voordat zij een verpakkingsfaciliteit zoals bedoeld in de tweede alinea van artikel 3, lid 1, verlaten.

2.   De lidstaten zien erop toe dat de machines die worden gebruikt voor het bewerken van de in lid 1 bedoelde aardappelknollen in een verpakkingsfaciliteit zoals bedoeld in de tweede alinea van artikel 3, lid 1, na elk gebruik op passende wijze worden ontsmet en gereinigd.

3.   De lidstaten zien erop toe dat afvalgrond en ander afvalmateriaal die het resultaat zijn van de naleving van de voorschriften van artikel 3, lid 1, en van de leden 1 en 2 van dit artikel, op zodanige wijze worden afgevoerd dat de genoemde organismen zich niet buiten een afgebakend gebied kunnen vestigen of verspreiden.

Artikel 3 ter

Voorschriften betreffende verpakkingsfaciliteiten buiten de afgebakende gebieden in kwestie

Verpakkingsfaciliteiten die zich buiten de afgebakende gebieden in kwestie bevinden en waar aardappelknollen van oorsprong uit die gebieden worden bewerkt, zoals bedoeld in de tweede alinea van artikel 3, lid 1, moeten aan de volgende voorschriften voldoen:

a)

zij hebben een toelating van de verantwoordelijke officiële instantie om uit een afgebakend gebied afkomstige aardappelknollen te verpakken; en

b)

zij houden een register bij van alle uit afgebakende gebieden afkomstige bewerkte aardappelknollen gedurende één jaar vanaf het ogenblik waarop de aardappelknollen in de faciliteit aankomen.”

.

2)

Artikel 7 wordt geschrapt.

3)

Bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 25 september 2014.

Voor de Commissie

Tonio BORG

Lid van de Commissie


(1)  PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsbesluit 2012/270/EU van de Commissie van 16 mei 2012 betreffende noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Epitrix cucumeris (Harris), Epitrix similaris (Gentner), Epitrix subcrinita (Lec.) en Epitrix tuberis (Gentner) te voorkomen (PB L 132 van 23.5.2012, blz. 18).


BIJLAGE

Bijlage I bij Uitvoeringsbesluit 2012/270/EU wordt als volgt gewijzigd:

Sectie 2 wordt vervangen door:

„SECTIE 2

Vervoersvoorwaarden

1.

Aardappelknollen van oorsprong uit afgebakende gebieden in de Unie mogen alleen van die gebieden naar niet-afgebakende zones in de Unie worden vervoerd indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de aardappelknollen zijn geteeld in een overeenkomstig Richtlijn 92/90/EEG van de Commissie (1) geregistreerde productieplaats of door een overeenkomstig Richtlijn 93/50/EEG van de Commissie (2) geregistreerde producent of zijn vervoerd uit een overeenkomstig Richtlijn 93/50/EEG geregistreerde opslagplaats of een overeenkomstig Richtlijn 93/50/EEG geregistreerd verzendingscentrum;

b)

de aardappelknollen zijn gewassen of geschrobd zodat er niet meer dan 0,1 % aarde aan blijft hangen, of zijn onderworpen aan een gelijkwaardige methode die specifiek is toegepast om hetzelfde resultaat te bereiken en de genoemde organismen te verwijderen en om ervoor te zorgen dat er geen risico van verspreiding van de genoemde organismen bestaat;

c)

het verpakkingsmateriaal waarin de aardappelknollen worden vervoerd, is schoon; en

d)

de aardappelknollen gaan vergezeld van een plantenpaspoort dat is opgesteld en afgegeven overeenkomstig Richtlijn 92/105/EEG van de Commissie (3).

2.

Voor het vervoer van aardappelknollen naar de verpakkingsfaciliteit zoals bedoeld in de tweede alinea van artikel 3, lid 1, moet niet alleen aan de voorwaarden van punt 1, onder a), maar ook aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

a)

de aardappelknollen zijn geteeld op velden die tijdens het groeiseizoen op geschikte tijdstippen zijn behandeld met insecticiden tegen de genoemde organismen;

b)

voorafgaand aan de oogst zijn in die velden op geschikte tijdstippen officiële inspecties uitgevoerd, waarbij de genoemde organismen niet aanwezig zijn gevonden;

c)

de producent heeft de verantwoordelijke officiële instanties vooraf in kennis gesteld van zijn voornemen om overeenkomstig dit punt aardappelknollen te vervoeren, en van de datum van het beoogde vervoer;

d)

de aardappelknollen worden in gesloten voertuigen of in gesloten en schone verpakkingen naar de verpakkingsfaciliteit vervoerd op een wijze die garandeert dat de genoemde organismen niet kunnen ontsnappen en zich niet kunnen verspreiden;

e)

tijdens het vervoer naar de verpakkingsfaciliteit gaan de aardappelknollen vergezeld van een document waarin de oorsprong en bestemming van de knollen vermeld staan; en

f)

onmiddellijk na aankomst bij de verpakkingsfaciliteit worden de aardappelknollen aan de in punt 1, onder b), van deze sectie beschreven behandeling onderworpen.

3.

Aardappelknollen die overeenkomstig sectie 1 in de Unie zijn binnengebracht uit derde landen waarvan bekend is dat een of meer van de genoemde organismen er voorkomen, mogen alleen binnen de Unie worden vervoerd als zij vergezeld gaan van het in punt 1, onder d), bedoelde plantenpaspoort.



Top